Mijn Kifid

Uitspraak 2009-147

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 147 d.d. 4 november 2009
(de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heren E.J.M. Mackay en mr. C.E. du Perron)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
– het faxbericht van 7 februari 2008 (abusievelijk gedateerd 2007) waarmee Consument een
verzoek om geschilbeslechting bij de Commissie aanhangig maakt;
– het ingevulde vragenformulier met bijlage, ontvangen per fax op 16 april 2008;
– de brief met bijlagen van Consument van 16 april 2008;
– het antwoord van Aangeslotene met bijlagen van 4 november 2008;
– de repliek van Consument met bijlage van
21 november 2008;
– de dupliek van Aangeslotene van 12 december 2008;
– het faxbericht van Consument met bijlage van
27 april 2009;
– de brief van Aangeslotene van 15 mei 2009; en
– het door de Ombudsman Financiële Dienstverlening overgelegde dossier.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 8 mei 2009.
Aldaar zijn beide partijen verschenen.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1. In verband met de aanschaf van een woning vraagt Consument op 14 augustus 2002 door tussenkomst van A te B een offerte voor een hypothecaire geldlening bij Aangeslotene aan. Op 27 september 2002 brengt Aangeslotene een offerte voor een X-Hypotheek uit aan Consument.
2.2. Consument gaat diezelfde dag tot ondertekening van de offerte over waarmee zij een
hypothecaire lening aangaat voor € 166.400 met een variabele maandrente, met dien verstande dat het rentepercentage voor de eerste maand wordt vastgesteld op 4,75%.
2.3. Bij brief van 11 januari 2007 deelt Aangeslotene Consument mede dat zij met ingang
van 1 maart 2007 bij de berekening van het rentepercentage uit zal gaan van de Euriborrente met daarbovenop, afhankelijk van de hoogte van de lening, een individuele opslag.
2.4. Bij brief van 16 januari 2007 tekent Consument bezwaar aan tegen het hanteren van
een individuele opslag en verzoekt zij Aangeslotene de opslag teniet te doen.
Aangeslotene reageert daarop met de brief van
9 februari 2007 waarin zij Consument laat weten dat de individuele opslagen in het verleden ook al werden toegepast en dat de nieuwe systematiek op zich geen wijzigingen met zich brengt. Daarna reageren partijen over en weer nog schriftelijk op elkaars brieven zonder dat dit tot een oplossing leidt.
3. Geschil
Het geschil houdt – kort en zakelijk weergegeven – het volgende in.
3.1. Consument stelt- kort en zakelijk weergegeven- dat zij sinds de correspondentie die
zij met Aangeslotene heeft gevoerd naar aanleiding van het voornemen van Aangeslotene om bij de berekening van het rentepercentage de Euribor als
uitgangspunt te nemen, op de hoogte is van het feit dat Aangeslotene sedert 11 november 2002 individuele risico-opslagen ter hoogte van 0,55% bij haar in rekening heeft gebracht die nooit met haar zijn besproken of op andere wijze met haar zijn gecommuniceerd.
3.2. Bij het tekenen van de offerte ten kantore van haar tussenpersoon heeft Consument wel opgemerkt dat het in de offerte vermelde rentepercentage afweek van het percentage bij de leningsaanvraag. Haar tussenpersoon heeft daarop in aanwezigheid van Consument telefonisch contact gezocht met Aangeslotene die haar tussenpersoon desgevraagd liet weten dat het verschil in percentage wordt verklaard door de renteontwikkelingen op de markt. Over toeslagen is toen niet gesproken.
Consument stelt dat, als zij zou hebben geweten dat bij de renteberekening sprake is van toeslagen, zij dan niet tot ondertekening van de offerte zou zijn overgegaan.
3.3. Consument is dan ook van mening dat Aangeslotene jegens haar onrechtmatig en in strijd met de Gedragscode Hypothecaire Financieringen heeft gehandeld. Deze code schrijft in artikel 5 sub 12 voor dat de financier in de offerte dan wel een daarbij gevoegde bijlage de kosten (uitgedrukt in een percentage van het bedrag van de hypothecaire financiering) vermeldt die hij bij het verstrekken van de hypothecaire financiering in rekening brengt en gedurende de economische looptijd.
3.4. Consument vordert van Aangeslotene restitutie van de tot heden ten onrechte in rekening gebrachte individuele risico-opslagen, vermeerderd met de wettelijke rente en onmiddellijke stopzetting van inhouding van risico-opslagen voor de resterende looptijd van de geldlening.
3.5. Aangeslotene stelt zich- kort en zakelijk weergegeven- primair op het standpunt dat
Consument niet haar maar de tussenpersoon van Consument dient aan te spreken omdat deze Consument het product heeft geadviseerd en toegelicht, althans dat had behoren te doen. Dat geldt haars inziens temeer nu deze voor rekening en risico van Consument heeft gehandeld en hij voor de door hem geleverde diensten ook een
provisie heeft ontvangen, die al dan niet rechtstreeks, door Consument is voldaan.
3.6. Aangeslotene geeft aan dat de tussenpersoon op de hoogte is van het feit dat het uiteindelijke rentepercentage wordt bepaald door de basisrente vermeerderd met de eventuele opslagen. Ook op de website wordt zulks uitdrukkelijk vermeld. Het door de tussenpersoon op de aanvraag vermelde rentepercentage van 4,2% betreft de basisrente, dus de rente exclusief de opslagen. De geoffreerde rente is de rente inclusief opslagen.
3.7. Subsidiair is Aangeslotene de mening toegedaan dat Consument wel degelijk op de
hoogte was, althans had kunnen zijn van de voorwaarden van het door haar afgesloten product en de daarbij horende rentestructuur. Consument heeft op 14 augustus 2002 een offerteaanvraag voor een X-hypotheek ingediend. Inherent aan
dit product is dat twee renteopslagen (vaste percentages) in rekening worden gebracht; een renteopslag ter hoogte van 0,45% omdat de tussenpersoon de inkomenstoets uitvoert en een opslag van 0,10% omdat de verhouding tussen de
leensom en de executiewaarde van de woning 65% bedraagt. Aangeslotene benadrukt dat in de uitgebrachte offerte het rentepercentage expliciet was vermeld en dat in dat percentage de individuele renteopslagen reeds waren meegenomen. Door ondertekening van de offerte, bij de acceptatie van geldlening en bij het passeren van de hypotheekakte bij de notaris, is Consument expliciet met de hoogte van het rentepercentage akkoord gegaan.
3.8. Aangeslotene betwist dat zij onrechtmatig en in strijd heeft gehandeld met de Gedragscode Hypothecaire Financieringen. Opslagen zijn geen kosten en daarbij bestaat er geen (wettelijke) verplichting voor Aangeslotene om het rentepercentage uit te splitsen.
Aangeslotene verzoekt de Commissie de vordering van Consument af te wijzen.
4. Beoordeling
4.1. Uit het door Aangeslotene op verzoek van de Commissie na de zitting overgelegde schrijven, waarvan Consument de inhoud niet heeft betwist, blijkt dat de basisrente op het moment van aanvraag van de offerte op 14 augustus 2002 èn het moment van uitbrengen van de offerte op
27 september 2002 4,2% bedroeg. Voorts kan uit het dossier worden afgeleid dat de intermediair ervan op de hoogte was, althans in ieder geval in redelijkheid had moeten zijn, dat renteopslagen inherent zijn aan het door hem geadviseerde product. Vastgesteld kan dan ook worden dat de intermediair in de offerteaanvraag een onjuist rentepercentage (de basisrente exclusief opslagen)
heeft ingevuld.
4.2. De vraag die thans voorligt is of deze fout van de intermediair aan Aangeslotene moet worden toegerekend. De Commissie is van oordeel dat zulks niet het geval is.
Het enkele feit dat de intermediair provisie van Aangeslotene ontvangt voor het door hem verkochte product maakt Aangeslotene niet verantwoordelijk voor de door de intermediair gemaakte fout. Daarbij is evenmin sprake van een dienstverband tussen de intermediair en Aangeslotene, zodat ook op die grond Aangeslotene niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de door de intermediair gemaakte fout.
4.3. Aan de stelling van Consument dat zij naar aanleiding van de telefonisch door Aangeslotene aan haar intermediair verstrekte, onjuiste, informatie met betrekking tot het rentepercentage is overgegaan tot ondertekening van de offerte, gaat de Commissie voorbij. Consument heeft ter onderbouwing daarvan niets aangevoerd en zelfs als zij dat wel zou hebben gedaan, laat dat onverlet het gegeven dat de discrepantie tussen het rentepercentage op het aanvraagformulier en het percentage zoals dat is geoffreerd, en door Consument geaccordeerd, het gevolg is van een fout van de intermediair bij het invullen van het aanvraagformulier.
4.4. Aangeslotene kan naar het oordeel van de Commissie ter zake dan ook niets worden verweten. Het rentepercentage dat zij Consument in rekening heeft gebracht, is zoals partijen zijn overeengekomen. Renteopslagen zijn geen kosten zodat op Aangeslotene niet de verplichting rust om de samenstelling van haar rentetarieven inzichtelijk te maken.
4.5. Van een onrechtmatige handelwijze van Aangeslotene jegens Consument is naar het oordeel van de Commissie geen sprake en de vordering van Consument dient dan ook te worden afgewezen.
5. Beslissing
De Commissie wijst bij wijze van bindend advies het verzoek af.

Bekijk de volledige uitspraak