Mijn Kifid

Uitspraak 2009-39

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 39 d.d. 9 juni 2009
(prof. mr. E.H. Hondius, voorzitter, mw. mr. A.M.T. Wigger en mr. J.W.H. Offerhaus)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– de klacht, ontvangen op 2 juli 2007;
– het verweerschrift, ontvangen 16 januari 2008;
– conclusie van repliek, ontvangen op 18 februari 2008;
– conclusie van dupliek, ontvangen op 4 april 2008.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 2 april 2009.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Wegens het winnen van een prijs in de Staatsloterij is in januari 2006 € 5.000.000 op
de rekening van de Consument gestort. Om haar moverende reden wenste zij dit geld niet
op haar rekening aan te houden maar wilde ze dit schenken aan haar kinderen en
kleinkinderen. Op initiatief van de Consument heeft er op 18 januari 2006 een gesprek
plaatsgevonden met de Aangeslotene waarin de Consument opdracht heeft gegeven het
vermogen te verdelen overeenkomstig een tijdens dit gesprek opgestelde notitie. Omdat de
opdrachten door de Consument getekend dienden te worden en om nogmaals te verifiëren
of het weggeven van de door haar gewonnen gelden overeenkomstig haar wens was, is de
Aangeslotene in de middag van
18 januari 2006 bij de Consument langs gegaan. Aangezien de Consument bevestigde dat dit
inderdaad overeenkomstig haar wensen was, is het geld overgemaakt.
2.2 Omdat er sprake was van een schenking moesten de kinderen en kleinkinderen
schenkingsrechten – ad € 537.846,- – betalen over hetgeen de Consument aan hen had
geschonken.
2/3
3. Geschil
3.1 De Consument vordert de vergoeding van de betaalde schenkingsrechten,
ad € 537.846,-.
3.2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
De Consument vordert vergoeding van de door haar betaalde schenkingsrechten aangezien
de Aangeslotene haar niet op juiste wijze heeft geadviseerd. Naar de mening van de
Consument had de Aangeslotene haar moeten wijzen op de verplichting om bij een
schenking schenkingsrecht af te dragen en behoren te adviseren over de mogelijkheden om
schenkingsrechten te vermijden dan wel te reduceren. Dat zij dat niet heeft gedaan is volgens
de Consument te wijten aan de incapabiliteit van de medewerkers van de Aangeslotene.
3.3 De Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren
aangevoerd.
De Aangeslotene stelt dat zij de Consument wel degelijk op de fiscale gevolgen van de
schenking heeft gewezen en heeft aangegeven dat er alternatieven waren, maar dat de
Consument hierin niet geïnteresseerd was, nu haar hoge banksaldo haar slapeloze nachten
en een angsten bezorgden. Bovendien had de Consument ten tijde van voornoemd gesprek
een overzicht van de tarieven van het schenkingsrechten bij zich en was zij derhalve reeds op
de hoogte van de verplichte afdracht van het schenkingsrecht.
4. De behandeling ter zitting
De voorzitter betuigt zijn excuses aan partijen voor het feit dat dit geschil onaanvaardbaar lang
bij het secretariaat van het Kifid is blijven liggen.
5. Beoordeling
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de Commissie als
volgt.
5.1 Op basis van door de Aangeslotene en de door de Consument overlegde bescheiden
en op basis van de mondelinge behandeling oordeelt de Commissie dat de Consument bij het
geven van de opdracht tot overboeking op de hoogte was van het gegeven dat er
schenkingsrechten moesten worden betaald indien zij zonder meer op aangegeven wijze de
gelden aan haar kinderen en kleinkinderen zou schenken.
3/3
Overigens had de Aangeslotene er goed aan gedaan voornoemd gesprek vast te leggen en ter
tekening aan de Consument te overleggen.
5.2 Nu de Consument op de hoogte was van de verplichte afdracht van het
schenkingsrecht en zij desalniettemin ervoor heeft gekozen toch tot deze schenkingen over te
gaan, dient dit voor haar rekening te blijven. De Aangeslotene kan tevens niet worden
verweten dat zij geen alternatieven heeft geadviseerd aangezien de Consument, ondanks het
aanbod van de Aangeslotene tot het aangaan van een adviesrelatie, heeft aangegeven geen prijs
te stellen op mogelijke alternatieven en slechts interesse had in het direct overmaken van de
gelden naar de kinderen en de kleinkinderen.
5.3 Aangezien de Consument op de hoogte was van de verplichte afdracht bij een
schenking en zij toch heeft gekozen voor deze schenking zonder dat zij zich heeft laten
informeren aangaande de mogelijkheden om deze afdracht te beperken of te ontwijken kan
niet aan de Aangeslotene worden tegengeworpen dat zij de Consument onvoldoende heeft
geïnformeerd.
6. Beslissing
De Commissie stelt bij bindend advies vast dat de vordering van de Consument wordt
afgewezen.

Bekijk de volledige uitspraak