Mijn Kifid

Uitspraak 2009-52

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009
(mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het door de Ombudsman Financiële Dienstverlening overgelegde dossier;
– de klacht, ontvangen 18 maart 2008, aangevuld bij brieven van 28 april en 7 mei 2008;
– het antwoord van Aangeslotene van 2 juli 2008;
De advocaat van Consument heeft de Commissie bij brief van 29 juli 2008 medegedeeld dat
Consument geen gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om te repliceren.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat Aangeslotene de uitspraak van de Commissie als nietbindend
aanvaardt, als bedoeld in artikel 19.4 van haar Reglement.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 18 mei 2009.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Op 2 januari 2007 heeft Consument telefonisch contact opgenomen met
Aangeslotene om een wijziging door te geven met betrekking tot zijn
autoverzekering, aangezien hij een andere auto – met bouwjaar 1993 – had gekocht
die hij WA met beperkte cascodekking wenste te verzekeren.
2.2 Bij brief van 3 januari 2007 heeft Aangeslotene Consument het volgende
medegedeeld:
‘Hiermede bevestigen wij de wijziging in uw Personenauto verzekering.
U kunt er vanuit gaan dat de dekking met ingang van 02-01-2007 van kracht is,
echter onder voorwaarden dat de verzekering door de
verzekeringsmaatschappij overeenkomstig wordt geaccepteerd.
Alle relevante polisgegevens, zoals deze bij ons thans bekend zijn, staan
vermeld in de bijlage. Wij verzoeken u vriendelijk deze gegevens nauwkeurig
2/6
te controleren en bij eventuele afwijkingen/opmerkingen direct telefonisch
contact met ons op te nemen. (…).’
In het bijgesloten voorlopig polisaanhangsel staat als omschrijving van de verzekering
‘WA’ vermeld.
2.3 Nadat Consument Aangeslotene enige tijd daarna telefonisch had medegedeeld dat
de vermelding van slechts WA-dekking op het polisaanhangsel onjuist was en
gewijzigd moest worden in WA met beperkte cascodekking, heeft Aangeslotene
Consument bij brief van 22 januari 2007 het volgende medegedeeld:
‘Hiermede bevestigen wij de wijziging in uw Personenauto verzekering.
U kunt er vanuit gaan dat de dekking met ingang van 02-01-2007 van kracht is,
echter onder voorwaarden dat de verzekering door de
verzekeringsmaatschappij overeenkomstig wordt geaccepteerd (…)’.
In het bij deze brief bijgesloten voorlopig polisaanhangsel staat als omschrijving van de
verzekering vermeld ‘WA bep Casco’.
2.4 Op 23 januari 2007 heeft Consument een schade aan zijn auto bij Aangeslotene
gemeld. Op 25 januari 2007 heeft Aangeslotene van Consument een schadeformulier
ontvangen. Op dit formulier heeft Consument vermeld dat er tussen 18 en 22 januari
2007 een (storm)schade aan zijn auto is ontstaan. De schade zou blijkens het
formulier zijn getaxeerd op € 2.013,-.
2.5 Aangeslotene heeft het schadeformulier op 26 januari 2007 aan Consument
geretourneerd omdat de schade niet verzekerd zou zijn. Omstreeks diezelfde datum
heeft Consument van de verzekeraar de groene kaart ontvangen. Hieruit volgde dat
Consument slechts WA verzekerd was.
2.6 Consument heeft zich over het feit dat slechts sprake was van WA-dekking bij
Aangeslotene en de verzekeraar beklaagd.
2.7 Bij brief van 5 februari 2007 heeft de verzekeraar Consument het volgende
medegedeeld:
‘Hierdoor bevestigen wij u, dat wij de op deze polis vanaf 02-01-2007
verzekerde auto in dekking hebben gekregen tegen de risico’s van Wettelijke
Aansprakelijkheid. (zie bijgaande kopie brief van 3 januari 2007)
3/6
Aangezien het object een bouwjaar heeft van 1993 is een dekking tegen een
Beperkte Casco dekking NIET mogelijk, aangezien bij aanvang het object dan
niet ouder mag zijn dan 10 jaren.
Een verzoek tot een wijziging van dekking heeft ons nooit bereikt. Mochten
wij echter een verzoek hiertoe ontvangen hebben, dan zouden wij de
tussenpersoon verwezen hebben naar de acceptatie richtlijnen en het verzoek
hebben AFGEWEZEN.
Een verzoek, waarvan wij nu een kopie faxbericht hebben ontvangen is een
verzoek hetwelk gedateerd is op 22 januari 2007, na de schadedatum en zou
bij een mogelijk gedekt evenement nooit in behandeling genomen worden. In
uw geval, was de dekking, zoals eerder gemeld, gezien het bouwjaar niet
mogelijk.
In verband met het voorstaande is het beperkte casco risico definitief NIET
verzekerd op de in aanhef vermelde polis’.
3. Geschil
3.1 Consument vordert van Aangeslotene betaling van de door hem geleden schade ten
bedrage van € 2013, -, alsmede vergoeding van de door hem gemaakte
buitengerechtelijke incassokosten.
Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen:
– Aangeslotene is bij de uitoefening van zijn taak als bemiddelaar tekort
geschoten in de uitvoering van de op hem ingevolge de artikelen 4:19 lid 2 en
4:73, leden 1 en 2 van de Wet op het financieel toezicht (hierna te noemen:
Wft) rustende verplichtingen en heeft aldus onrechtmatig jegens Consument
gehandeld. Immers:
1. met de hiervoor onder 2.2 en 2.3 geciteerde formulering in zijn brieven van
3 en 22 januari 2007 heeft Aangeslotene tot uitdrukking gebracht dat
acceptatie door de verzekeraar slechts een formaliteit was en dat Consument
ervan mocht uitgaan dat hij met terugwerkende kracht per 02-01-2007 WA
met beperkte cascodekking was verzekerd. Deze informatie was misleidend
en onbegrijpelijk;
2. Aangeslotene heeft het verzoek van Consument om zijn auto WA met
beperkte cascodekking te verzekeren niet, dan wel niet tijdig ter beoordeling
aan de verzekeraar voorgelegd;
3. de door Aangeslotene ingevolge artikel 4:73 lid 2 Wft verrichte objectieve
analyse is niet, althans onvoldoende uitgevoerd. Auto’s ouder dan 10 jaar
konden volgens Aangeslotene niet WA met beperkte cascodekking verzekerd
4/6
worden. Consument beschikt thans evenwel wél over een WA-verzekering
met beperkte casco-dekking voor een andere auto die ouder is dan 10 jaar.
Deze verzekering is gesloten bij een andere verzekeraar die volgens de
website van Aangeslotene standaard wordt meegenomen bij de objectieve
analyse die door hem wordt verricht bij het geven van advies omtrent de af te
sluiten verzekering.
– De schade die Consument door voornoemd handelen van Aangeslotene heeft
geleden, dient door Aangeslotene vergoed te worden. Had Aangeslotene het
verzoek van Consument adequaat en volgens de zorgvuldigheidsregels
afgehandeld dan zou Consument immers per 02-01-2007 WA met beperkte
casco-dekking zijn verzekerd bij zijn huidige verzekeraar en zou de
stormschade op grond van de polisvoorwaarden van die verzekeraar voor
vergoeding in aanmerking zijn gekomen.
3.2 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, het volgende verweer gevoerd:
– Aan de brief van 3 januari 2007 is een uitvoerig telefoongesprek met Consument
vooraf gegaan. In dit gesprek is duidelijk gesteld dat het niet mogelijk is een auto
ouder dan 10 jaar uitgebreider dan WA te verzekeren. Deze informatie volgde uit
het vergelijkingsprogramma Rolls waarin de medewerker van Aangeslotene de
wens van Consument om zijn auto WA met beperkte cascodekking te
verzekeren, had ingevoerd. De brief van 3 januari 2007 is de bevestiging van de
wijziging van de autoverzekering overeenkomstig afspraak.
– Toen Consument op 19 januari 2007 wederom telefonisch contact met
Aangeslotene had opgenomen en had medegedeeld zijn auto toch uitgebreider
dan WA te willen verzekeren, is Consument opnieuw uitgelegd dat dit niet tot de
mogelijkheden behoorde. Op aandringen van Consument is evenwel afgesproken
om toch een poging te doen om die beperkte cascodekking bij de verzekeraar
voor elkaar te krijgen. Door de medewerker van Aangeslotene is evenwel direct
medegedeeld dit te zullen proberen, zonder succes te kunnen garanderen. Dit is
ook zo aan door Aangeslotene bij brief van 22 januari 2007 aan Consument
bevestigd. In genoemde brief staat immers dat dit verzoek wordt gedaan onder
voorbehoud van acceptatie van de verzekeraar.
– Consument mocht, gezien de met Aangeslotene gevoerde telefoongesprekken en
de inhoud van de brieven van 3 en 22 januari 2007, niet ervan uitgaan dat hij met
ingang van 02-01-2007 een beperkte casco dekking voor zijn auto had.
5/6
– Het verzoek tot beperkte cascodekking is door Aangeslotene eerst op 24 januari
2007 aan de verzekeraar voorgelegd omdat eerder uit het Rolls-systeem was
gebleken dat dekking niet mogelijk was. Toen Consument bleef aandringen is het
verzoek toch aan verzekeraar voorgelegd.
– Verzekeraars accepteren in beginsel op auto’s ouder dan 10 jaar geen
uitgebreidere dekking dan WA. De thans door Consument bij een andere
verzekeraar WA met beperkte cascodekking verzekerde auto heeft als bouwjaar
1994 en heeft een andere dagwaarde dan de destijds aan Aangeslotene
aangeboden auto.
– Verzekeraar heeft slechts de WA-dekking geaccepteerd zodat Consument niet is
verzekerd voor de schade aan zijn auto.
4. Beoordeling
4.1 Bij brieven van 3 en 22 januari 2007 heeft Aangeslotene Consument medegedeeld dat
hij ervan kon uitgaan dat de dekking zoals omschreven in het bijgesloten voorlopig
polisaanhangsel van kracht zou zijn, echter onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat
de verzekering door de verzekeraar zou worden geaccepteerd. Naar het oordeel van
de Commissie blijkt hieruit dat slechts indien aan de genoemde voorwaarde zou zijn
voldaan, sprake zou zijn van de in het voorlopig polisaanhangsel opgenomen dekking.
Er is naar het oordeel van de Commissie derhalve door Aangeslotene niet de
suggestie gewekt dat de auto van Consument op basis van beperkte cascodekking
verzekerd was of zou worden. De Commissie neemt hierbij in aanmerking dat
Aangeslotene onweersproken ter zitting heeft aangevoerd dat zij al in het
telefoongesprek van 2 januari 2007 met Consument heeft gezegd dat beperkte
cascodekking niet mogelijk was.
4.2 Wat betreft het verwijt dat Aangeslotene het door Consument al op 2 januari 2007
gedane verzoek om zijn auto ook op basis van beperkte cascodekking te verzekeren
niet, dan wel niet tijdig aan verzekeraar heeft voorgelegd, overweegt de Commissie
als volgt.
Aangeslotene heeft ter zitting medegedeeld dat hij het door Consument gedane
verzoek eerst op 24 januari 2007 aan de verzekeraar heeft voorgelegd omdat uit het
Rolls- vergelijkingsprogramma, dat Aangeslotene gebruikt om een vergelijking uit te
voeren van gangbare verzekeringsproducten in de markt, was gebleken dat beperkte
cascodekking voor de auto van Consument bij de verzekeraar niet mogelijk was, dat
hij dat tegen Consument heeft gezegd in het telefoongesprek van 2 januari 2007 en
6/6
dat hij het verzoek later toch aan verzekeraar heeft voorgelegd omdat Consument
hierop bleef aandringen. De Commissie acht de door Aangesloten gegeven uitleg
begrijpelijk. Door het verzoek eerst op 24 januari 2007 aan de verzekeraar voor te
leggen, heeft Aangeslotene niet onrechtmatig jegens Consument gehandeld, noch is
hij daardoor toerekenbaar tekortgeschoten in de uitoefening van een op hem
rustende verplichting. De Commissie neemt hierbij in aanmerking dat de verzekeraar
de opvatting van Aangeslotene heeft bevestigd: beperkte cascodekking was niet
mogelijk.
4.3 Voor zover Consument Aangeslotene verwijt dat hij de objectieve analyse ex artikel
4:73 lid 2 Wft niet, althans onvoldoende heeft uitgevoerd, is de Commissie van
oordeel dat Consument onvoldoende de stelling van Aangeslotene heeft betwist
inhoudende dat bij uitvoering van genoemde analyse bleek dat verzekering van de
auto van Consument tegen WA met beperkte cascodekking niet mogelijk was. Uit
het enkele door Consument aangevoerde feit dat de opvolgende auto van
Consument wel bij een andere verzekeraar WA met beperkte cascodekking
verzekerd kon worden, volgt immers niet dat voor de auto die Consument in januari
2007 WA met beperkte cascodekking wenste te verzekeren bij die verzekeraar
dezelfde dekking mogelijk was.
4.4 Het voorgaande brengt mee dat de vordering van Consument moet worden
afgewezen.
Beslissing
De Commissie wijst, als niet-bindend advies, de vordering af.

Bekijk de volledige uitspraak