Mijn Kifid

Uitspraak 2009-57

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 57 d.d. 28 juli 2009
(mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. C.E. du Perron, drs A.I.M. Kool AAG)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening waaronder de brief van 12
maart 2008 waarbij het eindoordeel van de Ombudsman Financiële Dienstverlening ter
kennis van Consument werd gebracht;
– de klacht met bijlagen van 14 december 2007;
– het door Consument ingevulde en ondertekende vragenformulier;
– het antwoord van Aangeslotene van 20 augustus 2008 met bijlagen;
– de repliek van Consument van 3 september 2008;
– de dupliek van Aangeslotene van 20 januari 2009.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft voorts vastgesteld dat beide partijen haar advies als bindend zullen
aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling te Den Haag op
maandag 20 april 2009.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Consument heeft in 1991 een tweetal levensverzekeringen afgesloten bij een
verzekeraar. Door het faillissement van deze maatschappij in 1994 zijn
deze verzekeringen overgenomen door een rechtsvoorganger van Aangeslotene.
2.2. Bij de overname in 1994 zijn voor Consument een tweetal polissen tot stand
gekomen waarbij in opdracht van polishouder en voor diens risico en rekening o.a.
kan worden belegd in een 60-tal beursgenoteerde fondsen alsmede enkele
verzekeraarfondsen.
2/4
2.3 In 1998 heeft Consument Aangeslotene te kennen gegeven een gedeelte van de
waarde van zijn verzekeringen te doen beleggen in een aan de Amsterdamse Beurs
genoteerd fonds.
2.4 In januari 2001 heeft Aangeslotene Consument op de hoogte gebracht van het feit
dat dit fonds overgenomen zou worden door een ander fonds, hierna te noemen
fonds A.
2.5 In juli 2007 zijn de handelscodes en de statutaire naam van laatstbedoeld fonds
gewijzigd in fonds B. Aandeelhouders van de vennootschap zijn in kennis gesteld
van de wijziging van de voorwaarden, waaronder het beleggingsbeleid en de
statuten, door middel van een advertentie in NRC Handelsblad, het Financiële
Dagblad, de Financiële Telegraaf en de officiële prijscourant van Euronext
Amsterdam de dato 10 april 2007.
2.6 Bij e-mailbericht van 8 september 2007 heeft Consument Aangeslotene verzocht
hem te informeren om welke redenen fonds A niet meer
genoteerd staat en hoe hij de ontwikkeling van dit fonds kan volgen.
2.7 Bij brief van 13 september 2007 heeft Aangeslotene Consument bericht dat de
naam van het betreffende fonds is gewijzigd in fonds B.
3 Geschil
3.1. Consument vordert de schade die bestaat uit het verschil tussen enerzijds de
(financiële) positie die hij thans zou innemen als hij tijdig was geïnformeerd en
had kunnen switchen naar een garantiefonds en anderzijds de positie die hij thans
inneemt in fonds B.
3.2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
– Aangeslotene heeft Consument onjuist en niet tijdig geïnformeerd over de
naamswijziging en de investeringsstrategie van – thans – Fonds B. Consument mocht
er op vertrouwen dat Aangeslotene hem zou informeren wanneer er een wijziging in
de beleggingsstrategie zou plaatsvinden.
– Aangeslotene kan ook naar objectieve maatstaven een verwijt worden gemaakt van
het feit dat hij Consument niet eerder heef geïnformeerd. Aangeslotene is immers
beheerder van diens portefeuille en dient zich op de hoogte te houden van de
fondsen waarin gelden van zijn cliënten worden belegd.
3/4
– Als Aangeslotene hem wel tijdig had geïnformeerd dan was hij uit Fonds A gestapt en
was hij in afwachting van nadere berichten over beleggingsmogelijkheden in fondsen
die enkel beleggen in Nederlandse aandelen, geswitcht naar het garantiefonds dan wel
stallingsfonds.
– De keuze van Consument om destijds enkel in Nederlandse aandelen te beleggen is
een bewuste geweest. Consument wenst niet te beleggen in een fonds dat potentieel
Europees belegt. Doordat Aangeslotenen hem niet heeft geïnformeerd is hij ongewild
terecht gekomen bij een fonds met door hem niet gewenste
beleggingsmogelijkheden.
3.3. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd.
– Door een zogenaamde Euronext Notice heeft Aangeslotene bericht ontvangen
dat de handelscode en de statutaire naam van Fonds A werd gewijzigd. Gegeven
de tekst van deze Notice kan Aangeslotene naar objectieve maatstaven geen
verwijt worden gemaakt dat zij Consument niet anders heeft geïnformeerd dan
zoals feitelijk is geschied.
– De naams- en statutenwijziging hebben geen invloed gehad op de
koersontwikkeling van fonds A. De negatieve koersontwikkeling van het fonds
sinds 2 juli 2007 is toe te schrijven aan de algehele koersdalingen die alle beurzen
hebben getroffen.
– Van Consument had mogen worden verwacht dat hij maatregelen had getroffen
ter voorkoming van schade. Waar hij deze achterwege heeft gelaten, dienen de
gevolgen geheel voor zijn rekening en risico te komen.
– Consument gaat voorbij aan het feit dat het garantiefonds niet meer voor nieuw
geld wordt aangeboden. Alleen bestaande beleggingen kunnen in dit fonds
gehandhaafd blijven.
4. Beoordeling
4.1. De Commissie is van oordeel dat van Aangeslotene in zijn hoedanigheid
van beheerder van de beleggingsportefeuille van Consument in principe had mogen
worden verwacht dat hij de deze op de hoogte had gebracht van de bij hem bekend
zijnde informatie met betrekking tot de naams- respectievelijk statutenwijziging van
het hier aan de orde zijnde fonds. Het betreft hier immers wijzigingen die de
grondslag van het betreffende fonds raken.
4.2 Nu Aangeslotene niet heeft voldaan aan zijn verplichting Consument naar behoren
te informeren, is Aangeslotene in principe gehouden om de door
Consument als gevolg hiervan geleden schade te vergoeden.
4/4
4.3 De Commissie is echter niet gebleken dat het koersnadeel dat Consument heeft
geleden in voldoende causaal verband staat met de nalatigheid van Aangeslotene.
Consument heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij van fonds veranderd zou
zijn indien Aangeslotene hem tijdig zou hebben geïnformeerd. Daarbij is van belang dat
Consument niet van fonds veranderd is nadat hij van de feiten omtrent fonds B op de
hoogte was gekomen, hoewel hij heeft aangevoerd dat zijn bezwaren tegen de strategie
van fonds B van principiële aard waren.
5. Beslissing
De Commissie wijst de vordering, bij wijze van bindend advies, af.

Bekijk de volledige uitspraak