Mijn Kifid

Uitspraak 2009-65

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 65 d.d. 18
augustus 2009
(mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende
stukken:
– de door partijen met de Ombudsman Verzekeringen gevoerde correspondentie;
– het door Consument ingevulde en op 15 oktober 2007 ondertekende vragenformulier,
houdende de klacht, met bijlagen;
– het antwoord van Aangeslotene van 23 januari 2008 met bijlagen;
– de repliek van Consument van 28 februari 2008 met bijlagen;
– de dupliek van Aangeslotene van 29 april 2008.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Verzekeringen niet tot
oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft voorts vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen
aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling te Den Haag op
maandag 8 juni 2009.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1. De toenmalige werkgeefster van Consument had bij een verzekeraar (hierna:
Verzekeraar N) ten behoeve van haar werknemers een pensioenvoorziening afgesloten. De
voor Consument bij bedoelde verzekeraar geldende pensioenregeling is per 1 januari 2001
premievrij gemaakt wegens premieachterstand van de werkgeefster. Ingaande 1 september
2003 heeft deze ten behoeve van haar werknemers bij Aangeslotene een
pensioenvoorziening afgesloten. Op 28 december 2004 heeft het CWI de werkgeefster
toestemming verleend tot het ontslag van Consument. In een vonnis van 26 oktober 2006
heeft de kantonrechter geoordeeld dat het door de werkgeefster aan Consument gegeven
ontslag kennelijk onredelijk was en uit dien hoofde de werkgeefster veroordeeld tot betaling
van een schadevergoeding van € 60.000,- met rente aan Consument. De werkgeefster is op
18 oktober 2006 failliet verklaard.
2/3
3 Geschil
3.1. Consument vordert: vergoeding door Aangeslotene van zijn schade ten bedrage van
€ 27.900,- wegens gemiste pensioenopbouw en van € 60.000,- als vergoeding wegens het
kennelijk onredelijk ontslag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1
december 2006 tot de dag van betaling.
3.2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
1. In november 2003 heeft de tussenpersoon Consument onjuist geïnformeerd omtrent de
wijzigingen in zijn pensioenvoorziening door de overgang daarvan naar Aangeslotene. Zo
bleek de pensioenvoorziening bij Aangeslotene minder gunstig te zijn dan de tussenpersoon
had voorgespiegeld.
2. Aangeslotene heeft de belangen van Consument onvoldoende behartigd. Hij heeft
verzuimd controle uit te oefenen op de gedragingen van de tussenpersoon. Doordat
Aangeslotene niet reageerde op een brief van 5 januari 2005 van Consument en positief
reageerde op navraag door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering
(FVP), en door de afgifte van het jaarlijkse pensioenoverzicht per 31 december 2004 door
Aangeslotene, was er voor Consument geen aanleiding om te denken dat zijn
pensioenvoorziening bij Aangeslotene gevaar liep.
3. Voor Consument is dan ook onaanvaardbaar dat zijn pensioenvoorziening bij
Aangeslotene premievrij wordt gemaakt.
3.3. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd.
Consument heeft Aangeslotene verweten in 2003 en omstreeks de jaarwisseling 2004/5 geen
actie te hebben ondernomen om zich ervan te verzekeren dat de belangen van alle
werknemers van de werkgeefster van Consument op de juiste wijze werden behartigd. Als
pensioenuitvoerder is Aangeslotene echter niet verplicht de belangen van de werknemers te
behartigen. Op grond van de op de onderhavige pensioenregeling van toepassing zijnde
Pensioen- en spaarfondsenwet (Psw) was hij zelfs niet bevoegd om de verzekerde op de
hoogte te brengen van een achterstand in de premiebetaling.
Op de brief van 5 januari 2005 van Consument behoefde Aangeslotene niet te reageren.
Hem werd in de brief in feite gevraagd Consument bij te staan tegen derde partijen, maar
dat kan van Aangeslotene niet gevergd worden. Het niet reageren kan bij Consument geen
vertrouwen hebben gewekt, omdat deze reeds enkele weken later door Verzekeraar N van
de achterstand in de premiebetaling op de hoogte werd gesteld. Aangeslotene ziet voorts
niet in dat hij verkeerd handelde doordat hij aan de Stichting FVP bevestigde dat voor
Consument een pensioenvoorziening bij hem liep en door de afgifte van een
pensioenoverzicht.
3/3
Bij het ontslag van Consument bestond een achterstand in de premiebetaling. Gebruikelijk is
dan pas een premievrije polis af te geven zodra duidelijkheid bestaat omtrent de financiële
afwikkeling. Die duidelijkheid kwam pas na het faillissement van de werkgeefster.
Voor het functioneren van de, van hem onafhankelijke, tussenpersoon is Aangeslotene niet
verantwoordelijk.
4. Zitting
Ter zitting hebben Consument en Aangeslotene hun standpunten nader toegelicht.
5. Beoordeling
Zoals met juistheid door Aangeslotene is aangevoerd, was het hem onder de gelding van de
Pensioen- en spaarfondsenwet – die op de onderhavige pensioenregeling van toepassing was –
niet toegestaan een werknemer, zoals Consument, in te lichten omtrent een achterstand in
de premiebetaling door de werkgeefster. Niet gebleken is dat Aangeslotene is te kort
geschoten in de uitvoering van de door de werkgeefster van Consument met hem gesloten
pensioenvoorziening ten behoeve van de werknemers. Ook heeft Aangeslotene met juistheid
aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk is voor het handelen in dezen van de van hem
onafhankelijke tussenpersoon. Slechts kan geconstateerd worden dat de werkgeefster in
ernstige mate tekort is geschoten ter zake van de premiebetaling en voorts heeft nagelaten
de werknemers, waaronder Consument, voldoende daaromtrent te informeren. Voor dit
nalaten van de werkgeefster, is Aangeslotene, zoals deze met juistheid stelt, niet
verantwoordelijk. De conclusie moet dan ook zijn dat Aangeslotene niet aansprakelijk is
voor de door Consument gevorderde schade. De klacht zal daarom worden afgewezen.
6. Beslissing
De Commissie wijst, als bindend advies, de klacht af.

Bekijk de volledige uitspraak