Mijn Kifid

Uitspraak 2009-8

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 8 d.d. 13 januari 2009
(mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B. Sluijters)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het door de Ombudsman Financiële Dienstverlening overgelegde dossier;
– de brieven van Consument van 25 juni 2008 (abusievelijk gedateerd 13 mei 2008) en 10 juli
2008;
– het antwoord van Aangeslotene van 12 augustus 2008;
– de repliek van Consument van 20 augustus 2008; en
– de dupliek van Aangeslotene van 2 september 2008.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat het geschil zich leent voor een schriftelijke afdoening als
bedoeld in artikel 16 van haar Reglement.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling te Den Haag op
maandag 2 februari 2009 waar partijen zijn verschenen.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Consument heeft per 1 april 1975 uitvaartverzekeringen voor zichzelf, zijn
echtgenote en zijn dochter gesloten bij de rechtsvoorganger van Aangeslotene. De
oorspronkelijke polisbladen heeft Consument niet meer voorhanden. Wel heeft Consument
overgelegd een polisblad van de verzekering van zijn dochter van 1 juni 1993. Verzekerd is
blijkens dit polisblad dat bij overlijden de crematie of begrafenis verzorgd en bekostigd
wordt overeenkomstig de algemene voorwaarden van (A) NV. Deze algemene voorwaarden,
genaamd ‘Algemene voorwaarden (…) 1993’, alsmede een zogenaamde ‘Omschrijving van
rechten (…) 1993’ van (A) NV bevinden zich in het dossier.
2.2 Medio april 2007 heeft Aangeslotene Consument medegedeeld dat hij de
verzekerings-voorwaarden met terugwerkende kracht per 1 januari 2007 en bloc had
gewijzigd, in die zin dat de verzorging van de uitvaart van de verzekerden en de betaling van
de kosten van de uitvaart tot maximaal een bepaald verzekerd bedrag verzekerd is.
2.3 Nadat Consument Aangeslotene had medegedeeld het niet eens te zijn met de
aanpassing van de verzekeringsvoorwaarden zoals die per 1 januari 2007 waren
doorgevoerd, heeft Aangeslotene Consument bij brief van 12 september 2007 aangeboden –
ingevolge de door de Ombudsman Financiële Dienstverlening op 6 september 2007 gedane
2/4
aanbeveling – dat bij zijn overlijden of dat van zijn echtgenote of dochter de nabestaanden de
keuze hebben het pakket van diensten af te nemen zoals dat gold tot 1 januari 2007.
3 Geschil
3.1 Consument vordert van Aangeslotene:
1. afgifte van nieuwe polissen die genaamd zijn ‘Natura uitvaartverzekering’ met de
voorwaarden genaamd ‘Algemene voorwaarden (…) 1993’ en de lijst van verstrekkingen van
(A) NV genaamd ‘Omschrijving van rechten (…) 1993’;
2. mededeling dat dìe (A)-polisvoorwaarden (met de daaruit voortvloeiende verstrekkingen)
op de verzekeringen van Consument, zijn echtgenote en dochter zullen worden toegepast,
ongeacht het jaar van uitgifte, die bij het regelen van de uitvaart aan Aangeslotene ter hand
worden gesteld, dan wel mededeling dat de verstrekkingen zoals opgenomen in de hiervoor
onder 1 genoemde voorwaarden en rechten de verstrekkingen zullen zijn welke
Aangeslotene bij overlijden van Consument, zijn echtgenote en dochter zonder bijbetalingen
moet gaan verstrekken; en
3. vaststelling dat ook deel uitmaakt van de door Aangeslotene geaccepteerde vroegere
voorwaarden van (A) NV een vast bedrag van NLG 10,- per verzekerde per jaar voor
administratiekosten in plaats van de thans door Aangeslotene in rekening gebrachte kosten
van
€ 9,- per jaar.
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen:
– Aangeslotene heeft ten onrechte in april 2007 de niet-opzegbare natura
uitvaartverzekeringen van Consument, zijn echtgenote en dochter omgezet in
uitvaartverzekeringen waarbij voor een bepaald bedrag diensten bij Aangeslotene konden
worden afgenomen.
– Aangeslotene heeft eerst gedurende de procedure bij Kifid bij brief van 8 april 2008 een
polisaanhangsel verstrekt met de tekst “Bovengenoemde polis geeft bij overlijden van de
verzekerde recht op een door (Z) uitgevoerde uitvaart conform de, bij de verzekerde in bezit zijnde,
voorwaarden van de voormalige polis (A). Deze voorwaarden dienen bij het regelen van de uitvaart
aan (Z) overlegd te worden”. Onduidelijk bleef toen nog of hieronder viel de lijst van
verstrekkingen van (A) NV genaamd ‘Omschrijving van rechten (…) 1993’. Eerst in zijn
verweerschrift (punt 10) in de procedure bij de Geschillencommissie heeft Aangeslotene
opgemerkt “dat dìe (A) -polisvoorwaarden (met de daaruit voortvloeiende verstrekkingen) op de
verzekering zullen worden toegepast, ongeacht het jaar van uitgifte, die bij het regelen van de
uitvaart aan (Z) ter hand worden gesteld”.
– De opmerking in punt 10 van het verweerschrift houdt in dat de polisvoorwaarden die bij
het regelen van de uitvaart aan Aangeslotene ter hand worden gesteld tussen partijen van
toepassing zullen zijn.
3/4
3.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, het volgende als verweer
aangevoerd:
– Consument heeft geen redelijk en rechtens te respecteren belang bij toewijzing van zijn
vorderingen. Bij brief van 8 april 2008 heeft Aangeslotene de Ombudsman Financiële
Dienstverlening voorzien van polisaanhangsels ten behoeve van Consument, zijn echtgenote
en dochter. De tekst van deze polisaanhangsels kan niet anders worden begrepen, dan dat
dìe
(A)-polisvoorwaarden (met de daaruit voortvloeiende verstrekkingen) op de verzekering
zullen worden toegepast, ongeacht het jaar van uitgifte, die bij het regelen van de uitvaart aan
Aangeslotene ter hand worden gesteld. Als de nabestaanden van één van de verzekerden bij
het regelen van de uitvaart van de betrokken verzekerde de (A)-polisvoorwaarden van 1993
overleggen, zullen die voorwaarden (met de daaruit voortvloeiende verstrekkingen) worden
toegepast.
– Met de opmerking in punt 10 van zijn verweerschrift heeft Aangeslotene niet meer of
anders willen zeggen dan dat de nabestaanden in dat geval aanspraak kunnen maken op de
verstrekkingen die voortvloeien uit de ter hand gestelde (A)-polisvoorwaarden, ongeacht het
jaar van uitgifte. Anders dan Consument in de betreffende passage zegt te hebben gelezen,
heeft Aangeslotene niet bedoeld te zeggen, dat de ter hand gestelde voorwaarden als
zodanig plotseling weer tussen partijen van toepassing zullen zijn, bijvoorbeeld in die zin dat
Consument een lager bedrag aan administratiekosten verschuldigd zou zijn dan de huidige €
9,- per jaar.
– Voor de stelling van Consument dat hij zou kunnen terugvallen op een jaarlijks verschuldigd
bedrag aan administratiekosten ter hoogte van NLG 10,- ontbreekt elke grondslag. De
afschrijvingen door Aangeslotene à € 9,- per persoon per jaar waren derhalve niet
onrechtmatig.
4. Beoordeling
4.1 Eerst in zijn verweerschrift heeft Aangeslotene medegedeeld dat de voorwaarden
genaamd ‘Algemene voorwaarden (…) 1993’ en de lijst van verstrekkingen van (A) NV
genaamd ‘Omschrijving van rechten (…) 1993’ op de verzekering van Consument, zijn
echtgenote en zijn dochter zullen worden toegepast indien deze door hun nabestaanden bij
het regelen van de uitvaart aan Aangeslotene ter hand worden gesteld. Gelet op de
onduidelijkheden die Aangeslotene vóór de procedure bij de Geschillencommissie voor
Consument heeft laten voortbestaan, is de Commissie van oordeel dat de eerste in 3.1
genoemde vordering van Consument dient te worden toegewezen in die zin dat
Aangeslotene aan Consument, zijn echtgenote en zijn dochter een polisaanhangsel dient te
verstrekken met de volgende tekst:
4/4
“Bovengenoemde polis van de bij (A) NV gesloten natura uitvaartverzekering geeft bij overlijden van
de verzekerde recht op een door (Z) uitgevoerde uitvaart conform de ‘Algemene voorwaarden (…)
1993’ en de ‘Omschrijving van rechten (…) 1993’ van (A) NV”.
4.2 Uit het voorgaande volgt dat Aangeslotene gehouden is bij overlijden van Consument,
zijn echtgenote en dochter aan de erfgenamen een uitvaart te verstrekken overeenkomstig
de Algemene voorwaarden (…) 1993’ en de ‘Omschrijving van rechten (…) 1993’. Voor
zover Consument de Commissie heeft verzocht Aangeslotene te verplichten dìe (A)-
polisvoorwaarden (met de daaruit voortvloeiende verstrekkingen) op de verzekeringen van
Consument, zijn echtgenote en dochter toe te passen, ongeacht het jaar van uitgifte, die bij
het regelen van de uitvaart aan Aangeslotene ter hand worden gesteld, is de Commissie van
oordeel dat Consument bij dat verzoek geen belang heeft.
4.3 De derde in 3.1 genoemde vordering van Consument berust volgens de Commissie
op een verkeerde lezing van punt 10 van het verweerschrift. De daarin opgenomen
mededeling van Aangeslotene gaat immers niet zo ver dat de ter hand gestelde voorwaarden
als zodanig plotseling weer tussen partijen van toepassing zullen zijn, bijvoorbeeld in die zin
dat Consument weer zou kunnen terug vallen op de in de over te leggen oude voorwaarden
vermelde administratiekosten van NLG 10,- per jaar. Voor toewijzing van deze vordering
bestaat dan ook geen juridische grondslag.
4.4 Aangeslotene zal als de gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij aan Consument
diens eigen bijdrage aan de behandeling van deze klacht dienen te voldoen.
5. Beslissing
De Commissie beslist, als bindend advies, dat Aangeslotene binnen een termijn van 30 dagen
na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd aan de
Consument een polisaanhangsel dient te verstrekken met de volgende tekst “Bovengenoemde
polis van de bij (A) NV gesloten natura uitvaartverzekering geeft bij overlijden van de verzekerde
recht op een door (Z) uitgevoerde uitvaart conform de ‘Algemene voorwaarden (…) 1993’ en de
‘Omschrijving van rechten (…) 1993’ van (A) NV.”, en aan de Consument diens eigen
bijdrage aan de behandeling van deze klacht, zijnde € 50,-, dient te vergoeden.

Bekijk de volledige uitspraak