Mijn Kifid

Uitspraak 2011-209

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 209
d.d. 5 september 2011
(mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels, leden, en
mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Samenvatting

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument werkt in de architectenbranche en meent volledig arbeidsongeschikt te zijn voor het schrijven van bestekken en het opstellen van begrotingen. De door de Commissie benoemde onafhankelijke arbeidsdeskundige komt tot hetzelfde oordeel als Aangeslotene en acht Consument gedeeltelijk arbeidsgeschikt. De Commissie neemt het advies van de onafhankelijke arbeidsdeskundige over.

1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
– de uitspraak van de Commissie van 25 januari 2011;
– de beslissing van de Commissie van 23 maart 2011tot benoeming van een deskundige;
– het rapport gedateerd 4 juli 2011 (hierna: het “Rapport”) van de door de Commissie benoemde arbeidsdeskundige;
– de brief van 15 juli 2011 van Aangeslotene;
– de brief van 1 augustus 2011 van Consument.

2. De uitspraak van de Commissie van 25 januari 2011

In deze uitspraak in het geschil tussen Consument en Aangeslotene heeft de Commissie besloten dat zij een nader advies van een arbeidsdeskundige noodzakelijk acht.

3. De beslissing van de Commissie van 23 maart 2011 tot benoeming van een deskundige

In deze beslissing heeft de Commissie een arbeidsdeskundige benoemd en deze
verzocht om op basis van het op 6 april 2009 door de medisch adviseur van
Aangeslotene opgestelde beperkingenformulier te onderzoeken in welke mate
Consument in staat moet worden geacht de werkzaamheden verbonden aan zijn beroep
nog uit te oefenen en dit in een arbeidsongeschiktheidspercentage uit te drukken. Hierbij
zou specifiek dienen te worden onderzocht wat het schrijven van bestekken en het
opstellen van begrotingen in het kader van het beroep van Consument nu precies
inhield en onder welke omstandigheden deze werkzaamheden in het kader van de
beroepsuitoefening door Consument moesten worden verricht.

4. Het Rapport van de door de Commissie benoemde arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige is bij de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid uit¬¬gegaan van de werkzaamheden van Consument bij aanvang van de verzekering respectievelijk de werkzaamheden van Consument direct voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheidsmelding per 20 november 2006.

Uitgaande van de werkzaamheden van Consument bij aanvang van de Verzekering heeft de arbeidsdeskundige de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 62%. Dit komt overeen met een uitkering van 60% van de verzekerde jaarrente. Indien wordt uitgegaan van de werkzaamheden van Consument direct voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheidsmelding per 20 november 2006 stelt de arbeidsdeskundige de mate van arbeidsongeschiktheid vast op 44%. Dit komt overeen met een uitkering van 40 % van de verzekerde jaarrente. Consument en Aangeslotene hebben beiden het Rapport ontvangen en zijn door de Commissie in de gelegenheid gesteld om te reageren.

5. De brief van 15 juli 2011 van Aangeslotene

Aangeslotene heeft geen commentaar op het Rapport.

6. De brief van 1 augustus 2011 van Consument

Consument gaat uit van zijn werkzaamheden direct voorafgaande aan zijn arbeids-ongeschiktheids¬melding per 20 november 2006 en handhaaft zijn stelling dat hij
volledig arbeidsongeschikt is. Deze werkzaamheden betroffen alleen het schrijven van
bestekken en het maken van begrotingen en dienden altijd onder tijdsdruk te worden verricht. Het vanwege de verminderde belastbaarheid van Consument uitsmeren van deze werkzaamheden over een langere periode is daarom geen optie. Verder gaat de arbeidsdeskundige volgens Consument in het Rapport niet in op de punten bestekken schrijven en begrotingen maken en de daaruit voortvloeiende fysieke belasting. Ten slotte verzoekt Consument de Commissie om nog een bouwkundige te raadplegen.

7. Beoordeling

7.1 De Commissie is van oordeel dat het Rapport voldoet aan de opdracht zoals geformuleerd door de Commissie in haar beslissing van 23 maart 2011 en volgt de door haar benoemde arbeidsdeskundige in zijn advies. Aan het schrijven van bestekken en het opstellen van begrotingen wordt in het Rapport aandacht geschonken door het raadplegen van de weekstaten vanaf week 46 van 2005 tot en met week 46 van 2006 en de weergave van beroepsinformatie. Hiernaast heeft de arbeidsdeskundige over de voormalige werkzaamheden van Consument gesproken met een voormalige mededirecteur van Consument. Hoe het schrijven van bestekken en het opstellen van begrotingen praktisch door Consument werden verricht kon niet meer worden vastgesteld omdat de werkplek van Consument niet meer bestaat. Gezien het voorgaande ziet de Commissie geen aanleiding tot het nader raadplegen van een bouwkundige.

7.2 Uit het bovenstaande vloeit voort dat de vorderingen van Consument zullen worden afgewezen. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven.

7.3 Ten aanzien van de kosten van de arbeidsdeskundige ter zake van het opstellen van het Rapport overweegt de Commissie als volgt. In haar uitspraak van 25 januari 2011 heeft Commissie overwogen dat er bij haar gerede twijfel bestaat of de door Aangeslotene ingeschakelde arbeidsdeskundige zich in zijn rapportages voldoende gefundeerd rekenschap heeft gegeven van wat het schrijven van bestekken en het opstellen van begrotingen in het kader van het beroep van Consument nu precies inhielden en onder welke omstandigheden deze werkzaamheden in het kader van de beroepsuitoefening door Consument moesten worden verricht. Nu de reden voor het inschakelen van een onafhankelijke arbeidsdeskundige voortvloeit uit het handelen van Aangeslotene acht de Commissie het redelijk en billijk om de kosten van de arbeidsdeskundige ter zake van het opstellen van het Rapport geheel voor rekening van Aangeslotene te doen komen.

8. Beslissing

De Commissie wijst, als bindend advies, de vorderingen van Consument af. Aangeslotene is gehouden tot betaling aan de door de Commissie benoemde arbeidsdeskundige van de kosten van het opstellen van door hem opgestelde Rapport.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak.

Bekijk de volledige uitspraak