Mijn Kifid

Uitspraak 2014-442 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-442 d.d.
17 december 2014
(mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Samenvatting

Pleziervaartuigverzekering. Als gevolg van een botsing met een stuk drijfhout wordt de catamaran van Consument beschadigd. Consument vordert schadevergoeding op basis van total loss. De verzekeraar keert op basis van de bevindingen van door haar ingeschakelde deskundigen een beperkt schadebedrag uit. De Commissie is van oordeel dat Consument de bevindingen van de deskundigen onvoldoende heeft weerlegd, hij heeft ook geen gebruik gemaakt van zijn recht op een contra-expertise. De verzekeraar mocht uitgaan van de bevindingen van de door haar ingeschakelde deskundigen. Vordering afgewezen.

Consument,

en

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene,

1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
– het door de Ombudsman Financiële Dienstverlening overgelegde dossier;
– het door Consument op 1 mei 2014 ondertekende vragenformulier met bijlagen;
– het verweerschrift van Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft voorts vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 15 oktober 2014 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
3.1 Consument heeft voor zijn catamaran een pleziervaartuigverzekering (hierna: de “Verzekering”) gesloten bij Aangeslotene.
3.2 Op 28 augustus 2009 is Consument met zijn catamaran in aanvaring gekomen met een stuk drijfhout. Het drijfhout is in de schroef van de catamaran terechtgekomen waardoor deze onbestuurbaar werd. De catamaran is vervolgens onder hoge windkracht op een aantal basaltblokken gebotst. Consument heeft de reparatiekosten geraamd op meer dan
€ 30.000,- en Aangeslotene om schadevergoeding verzocht op basis van total loss.
3.3 Aangeslotene heeft vervolgens expertisebureau [X] (“[X]”) ingeschakeld. [X] heeft op
8 september 2009 voorlopig gerapporteerd en op 10 oktober 2010 definitief. Aangeslotene heeft op grond van het laatste rapport € 3.729,16 uitgekeerd. In het voorlopige rapport zegt [X] onder meer het volgende:
“(….)
Geconstateerd
(….)
– het hout onder het polyester van het vlak is zeer nat. Het vlak kan over een groot gedeelte ingedrukt worden, hetgeen duidt op verzadiging van het hout (houtrot) en onthechting van het hout met het laminaat
(….)
Toelichting het hout onder het vlak van de bakboord romp was dermate
zacht en verzadigd dat wij ernstig betwijfelen of dit is veroorzaakt in de periode tussen de aanvaring en het hellingen. De aanvaring was op vrijdag 28 augustus en de boot is zaterdag 29 augustus uit het water gehaald Nader onderzoek dor de reparateur zal hier meer duidelijkheid over verschaffen
(….)”
In het definitieve rapport voegt [X] daaraan het volgende toe:
Toelichting Echter, deze reparatie omvat ook het vervangen van het, naar onze
mening, reeds langere tijd aanwezige verrotte hout in de bakboord drijver Aangezien wij geen causaal verband zien tussen de aanvaring en het aangetaste hout, kunnen wij niet akkoord gaan met deze offerte De boot is namelijk direct (1 dag) na het incident op de kant gezet
(….)
Wij hebben in 2008, aan dit object een aanvaringsschade behandeld waarbij tevens schade was ontstaan aan de bakboorddrijver Het is niet uitgesloten dat deze reparatie (in eigen beheer) is uitgevoerd bij een onvoldoende droging van het hout
(….)
3.4 Aangezien Consument het hiermee oneens was heeft Aangeslotene daarna een van haar eigen senior experts, de heer W, ingeschakeld om de bevindingen van [X] te beoordelen. In zijn rapport van 5 mei 2011 stelt de heer W dat [X] de schadevaststelling correct heeft uitgevoerd. In het rapport staat onder meer het volgende:
“Waarnemingen Tijdens inspectie stelden wij het onderstaande vast
(….)
Beide drijvers hebben bij vochtmeting een
vochtigheidsindicatie van droog naar nat van 4 2 tot 10 schaaldelen (25% tot 30% vocht)
Er is reeds eerder schade geweest aan de BB drijver gezien de reparatieplek aan de buitenzijde nabij midscheeps in de overgang van het vlak naar het vrijboord
De BB drijver kan op het vlak op meerdere plaatsen enkele millimeters zonder weerstand worden ingedrukt De SB drijver heeft dit niet, maar is even nat
(….)
Conclusie Wij concluderen dat er geen bewijs is van een causaal verband
tussen het gedeeltelijke zinkevenement van september 2009 en het los liggende laminaat van de BB drijver direct na het ongeval
Wij zijn dan ook van mening dat de schadevaststelling qua aard en omvang destijds correct is uitgevoerd
(….)”

3.5 Op 17 mei 2011 heeft [X] aanvullend gerapporteerd waarbij de schade aan de aandrijver van de catamaran op € 2.272,90 wordt vastgesteld. Ook dit bedrag is door Aangeslotene aan Consument uitgekeerd, tezamen met een aanvulling van
€ 153,51.
3.6 In het kader van de procedure bij de Commissie heeft Consument een zogenoemd “Rapport van deelexpertise” van [Z] Jachtexpertise (hierna: het “rapport [Z]”) ingebracht. Dit rapport heeft als datum 16 april 2014 en bevat onder meer de volgende conclusie:
“Ondergetekende heeft de schade aan de drijvers van het onderhavige vaartuig beoordeeld en vastgesteld dat het epoxylaminaat van beide drijvers plaatselijk beschadigd is. Door inwatering van de houten constructie heeft er op grote schaal delaminatie en houtrot van de constructie plaatsgevonden. Het proces van delaminatie en houtrot zal zonder reparatie verder blijven gaan. Herstel van de schade aan beide drijvers is een omvangrijke en kostbare reparatie waarvan de kosten veel hoger zullen zijn dan de waarde van het onderhavige vaartuig.
(….)”
3.7 In de toepasselijke voorwaarden van verzekering (“VvV’) staat onder meer het volgende:
“Artikel 6
SCHADE
Artikel 6.1
Inschakeling experts
De vaststelling van schade en/of kosten geschiedt in onderling overleg of door een door de maatschappij ingeschakelde expert. Indien een dergelijke afwikkeling niet mogelijk is, heeft de verzekerde het recht ook zelf, voor eigen rekening, een expert in te schakelen. Wanneer op basis van de bevindingen van beide experts geen overeenstemming omtrent de schadevaststelling -of over de toedracht- wordt bereikt, benoemen de betrokken experts een derde expert die binnen de grenzen van de voorgaande taxaties een bindende uitspraak doet. De kosten verbonden aan het verkrijgen van een dergelijk bindend advies worden door de maatschappij gedragen.
(….)”
4. Geschil
4.1 Consument vordert dat Aangeslotene gehouden wordt tot betaling van de volledige schade. Volgens Consument is dit een bedrag tussen de € 25.000,- en
€ 30.000,- exclusief BTW.
4.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag:
Aangeslotene is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de Verzekering door vergoeding van de volledige schade te weigeren. Consument voert in dit verband het volgende aan:
– Aangeslotene dient schade te vergoeden op basis van total loss d.w.z. uitkering van de dagwaarde van de catamaran en overname door Aangeslotene;
– de door Aangeslotene ingeschakelde experts hebben ten onrechte slechts naar de schade aan de bakboorddrijver gekeken en niet ook naar de stuurboorddrijver. Omdat Consument een offerte heeft laten opstellen voor de reparatie van beide drijvers komt de door hem gevraagde schadevergoeding hoger uit dan de door de experts vastgestelde schade;
– door de botsing met de basaltstenen zijn beide drijvers volgelopen met water. Doordat beide drijvers in het onderste gedeelte zijn volgespoten met hardschuim is de boot blijven drijven. Nadeel van deze constructie is dat het water dat tussen het hardschuim en het laminaat van de drijvers is gelopen er niet meer uit kan en niet opdroogt. Door deze constructie kunnen de drijvers dus niet zelf drogen maar moet het laminaat daarvan vervangen worden. De door Aangeslotene ingeschakelde experts hebben geen vochtmetingen in de drijvers verricht;
– Consument wilde gebruik maken van een contra expert, [Y] Expertise B.V. (“[Y]”). [Y] heeft echter buiten Consument om contact gezocht met Aangeslotene om de eerdere gemaakte rapportages te verkrijgen en Consument heeft daardoor geen vertrouwen meer in een onafhankelijke rapportage door [Y].
4.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
Aangeslotene bestrijdt dat zij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Consument. In dit kader voert zij het volgende aan:
– in zowel het rapport [X] als het rapport van de heer W wordt geconstateerd dat het aangetaste hout in de bakboorddrijver geen gevolg is van de aanvaring;
– Aangeslotene stelt dat de stuurboorddrijver wel degelijk is onderzocht door de heer W;
– de heer W heeft aangegeven dat afwikkeling van de schade op total loss basis absoluut niet aan de orde is;
– Consument had op grond van artikel 6 VvV het recht een contra expert in te schakelen. [Y] heeft op verzoek van Consument op 30 maart 2012 de catamaran bezichtigd. Omdat [Y] hierdoor niet kon voldoen aan de voorwaarden voor een officiële contra expertise is deze opdracht door [Y] behandeld als een reguliere expertiseopdracht en niet als een contra expertise. Verder is gebleken dat Consument het niet eens is met het door [Y] vastgestelde schadebedrag van € 7.000,-. Het is Aangeslotene niet duidelijk welk bezwaar Consument heeft tegen de rapportage door [Y] aangezien deze dus tot stand is gekomen zonder inzage in de eerdere rapportages. Aangeslotene wijst erop dat het door [Y] vastgestelde schadebedrag vrijwel overeenkomt met de eerder door [X] en de heer W vastgestelde bedragen. Aangeslotene conformeert zich aan de door het Verbond van Verzekeraars opgestelde Gedragscode schade- en expertiseorganisaties;
– in het rapport [Z] worden de eerder door [X] en de heer W vastgestelde feiten bevestigd. Verder laat het rapport [Z] zich niet uit over het oorzakelijke verband tussen de aanvaring in 2009 en de schade.

5. Beoordeling

5.1 De vraag waarvoor de Commissie zich gesteld ziet is of Aangeslotene toerekenbaar tekortgeschoten is jegens Consument door schadevergoeding op basis van total loss af te wijzen. Bij de beantwoording van deze vraag gaat de Commissie uit van de onder 3 weergegeven feiten.
5.2 Aangeslotene heeft haar beslissing om schadevergoeding op basis van total loss af te wijzen, gebaseerd op de rapportages van een onafhankelijke expert ([X]) en een bij haar werkzame senior expert (de heer W). Consument heeft de bevindingen van [X] en de heer W wel weersproken, maar onvoldoende weerlegd. De Commissie acht hierbij van belang dat Consument op grond van artikel 6.1VvV een contra-expert had kunnen inschakelen maar hiervan geen gebruik heeft gemaakt. Dat het door [Y] opgestelde rapport door Consument om hem moverende redenen niet is ingebracht als contra-expertise kan niet aan Aangeslotene worden verweten. Het door Consument in het kader van de procedure bij de Commissie overgelegde rapport [Z] kan niet als een contra-expertise worden beschouwd. Dit rapport is bijna 5 jaar na het voorval opgesteld en bevat uitsluitend informatie over de door [Z] in 2014 geconstateerde schade aan de catamaran waarbij geen uitspraken worden gedaan over het oorzakelijk verband tussen het voorval op 28 augustus 2009 en de door [Z] in 2014 geconstateerde schade. Gezien het voorgaande mocht Aangeslotene uitgaan van de juistheid van de bevindingen van [X] en de heer W. Voor wat betreft de stelling van Consument dat de door Aangeslotene ingeschakelde deskundigen niet hebben gekeken naar de schade aan de stuurboorddrijver van de catamaran geldt het volgende. Weliswaar volgt uit het rapport [X] niet dat ook naar de stuurboorddrijver is gekeken maar uit het rapport van de heer W blijkt dat hij ook de stuurboorddrijver heeft onderzocht en de vochtigheidsindicatie daarvan heeft vastgesteld, zodat de stelling van Consument dient te worden verworpen.
5.3 Uit bovenstaande vloeit voort dat geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Aangeslotene jegens Consument, zodat de vordering van Consument dienen te worden afgewezen. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven.

6. Beslissing

De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering van Consument af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan.

Bekijk de volledige uitspraak