Mijn Kifid

Uitspraak 2015-027 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-027 d.d. 20 januari 2015 (mr. J. Wortel, voorzitter, en G.J.P. Okkema en J.C. Buiter, leden en mr. D.M.A. Gerdes, secretaris)

Samenvatting

Adviesrelatie. Naar het oordeel van de Commissie is niet gebleken dat de bank de aankoop van een te groot percentage perpetuals heeft geadviseerd. Evenmin is gebleken dat een onjuist risicoprofiel is vastgelegd en dat de voorlichting ontoereikend is geweest. De vordering wordt afgewezen.

Consument,

tegen

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening,
– het ondertekende vragenformulier met bijlagen, ontvangen op 29 januari 2014,
– het verweerschrift met bijlagen,
– de repliek met bijlagen en
– de dupliek met één bijlage.
De Commissie stelt vast dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening (hierna: de Ombudsman) niet tot oplossing van het geschil heeft geleid en dat partijen haar advies als bindend aanvaarden.
Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 25 september 2014 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Aangeslotene heeft een ongedateerde vragenlijst voor een beleggersprofiel overgelegd, die volgens Aangeslotene vermoedelijk in 2002 of 2003 is ingevuld en waarin het volgende is vermeld:
“(…)
1. Wat is voor u de belangrijkste reden Aanvulling op mijn vaste jaarlijkse inkomsten.
om te beleggen?
2. Denkt u binnen 3 jaar een deel van uw Nee
belegd vermogen nodig te hebben voor
andere doeleinden?
3. Heeft u ervaring met beleggen? Nee, ik heb tot nu toe geen ervaring met
beleggen.
4. Wat vindt u van beleggen in aandelen Dat vind ik gokken; ik wil niet in aandelen
met betrekking tot kansen en risico’s? beleggen.
5. Hoeveel jaar heeft u ter beschikking 1 tot 4 jaar
voor de opbouw van uw vermogen?
6. Hoe reageert u als de waarde van uw Daar slaap ik niet van.
beleggingen 20% in waarde daalt?
7. Welk rendement streeft u na met uw 7 tot 8% gemiddeld per jaar.
beleggingen? Let wel, een hoger
rendement gaat samen met een hoger
risico.
8. Beleggingen kunnen sterk in waarde 5 tot 10%.
fluctueren; welke waardedaling op enig
moment is voor u acceptabel?
9. Mijn totale score en bijbehorend Minder dan 23 punten
beleggersprofiel is: Voorzichtige portefeuille
(…)”
2.2 Verder heeft Aangeslotene een ingevulde vragenlijst overgelegd die wèl is gedateerd – namelijk 30 september 2006 – en waarin het volgende is ingevuld:
“(…)
10. Uw huidige inkomen is, na aftrek van uw Voldoende, zodat een aanvulling vanuit mijn
vaste lasten en kosten levensonderhoud? vermogen niet nodig is.
11. Met hoeveel procent van uw vermogen Met een beperkt deel (0 tot 40%) van mijn
wilt u bij Fortis Bank gaan beleggen? vermogen.
12. Wat is voor u de belangrijkste reden Aanvulling op mijn vaste jaarlijkse inkomsten.
om te beleggen?
13. Denkt u binnen 3 jaar een deel van uw Nee
belegd vermogen nodig te hebben voor
andere doeleinden?
14. Hoeveel jaar heeft u ter beschikking voor 1 tot 4 jaar.
de opbouw van uw vermogen?
15. Heeft u ervaring met beleggen? Ja, ik heb ervaring met beleggen in obligaties en/of aandelen en/of beleggingsfondsen, met
behulp van een beleggingsadviseur.
16. Welk risico bent u bereid te lopen bij Beperkt risico vind ik acceptabel en wil een
het beleggen in aandelen? klein deel in aandelen beleggen.
17. Hoe reageert u als de waarde van uw Daar slaap ik niet van.
beleggingen 20% in waarde daalt?
18. Welk rendement streeft u na met uw 4 tot 6% gemiddeld per jaar.
beleggingen? Let wel, een hoger
rendement gaat samen met een hoger
risico.
19. Beleggingen kunnen sterk in waarde 0 tot 5%.
fluctueren; welke waardedaling op enig
moment is voor u acceptabel?
(…)
Mijn keuze voor het beleggersprofiel is: Voorzichtig
(…)”

2.3 Consument en Fortis Bank (Nederland) N.V. (hierna: Fortis) hebben op 30 november 2006 een overeenkomst van effectendienstverlening gesloten, op grond waarvan Aangeslotene beleggingsadvies aan Consument heeft gegeven.
2.4 Consument heeft op 17 november 2005 perpetuele obligaties van Bank of Ireland (hierna: de Bank of Ireland Perpetuals) gekocht voor een aankoopsom van € 76.780 en steepeners van Lehman Brothers (hierna: de Lehman Brothers Steepeners) voor een aankoopsom van € 78.494. Op 30 november 2006 heeft zij perpetuele obligaties van Aegon (hierna: de Aegon Perpetuals) gekocht voor een aankoopsom van € 64.773. Ten tijde van deze aankopen gold voor de portefeuille van Consument het profiel ‘voorzichtig’.
2.5 Op 31 december 2006 was de waarde van de portefeuille € 552.750 en bestond de portefeuille uit de volgende stukken (alle bedragen afgerond op hele euro’s):

Fonds waarde in euro
ABN AMRO Obligatie Fonds Serie 2 52.164
Aegon Perpetuals 63.278
Bank of Ireland Perpetuals 66.558
Fortis L Fund Bond Europe 41.674
Friesland Coberco Notes 161.304
Lehman Brothers Steepeners 63.200
Ned. Waterschapsbank Notes 43.406
Rabobank Nederland Notes 61.167

2.6 Op 31 december 2008 waren de Bank of Ireland Perpetuals € 16.799 waard, de Lehman Brothers Steepeners € 960 en de Aegon Perpetuals € 25.875.

3. Geschil

3.1. Consument vordert dat Aangeslotene wordt veroordeeld tot het vergoeden van schade, begroot op € 201.468,80, met aftrek van baten ontvangen op de door Aangeslotene geadviseerde obligaties en te vermeerderen met wettelijke rente. Aan haar vordering legt zij ten grondslag dat Aangeslotene toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen:
(a) door een te risicovol beleggingsprofiel vast te leggen,
(b) door de aankoop van obligaties te adviseren die niet pasten bij haar beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid, te weten de Aegon Perpetuals, de
Bank of Ireland Perpetuals en de Lehman Brothers Steepeners, en
(c) door haar ontoereikend voor te lichten over de risico’s van de geadviseerde obligaties.
3.2 Aangeslotene heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

Aard van de rechtsverhouding

4.1 Tussen partijen is niet in geschil dat Aangeslotene in deze procedure als rechtsopvolgster van Fortis heeft te gelden en dat tussen Consument enerzijds en Fortis en Aangeslotene anderzijds een adviesrelatie heeft bestaan. Kern van een adviesrelatie is dat de belegger, desgewenst na verkregen advies, zelf beslist over het al dan niet uitvoeren van beleggingstransacties. Omdat de belegger in een adviesrelatie uiteindelijk zelf de beslissingen neemt, is hij in beginsel verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan. Dit kan slechts anders zijn als vast komt te staan dat de adviseur niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur betaamt. Of bij het adviseren van Consument aan deze maatstaf is voldaan, is afhankelijk van verschillende omstandigheden, zoals de beleggingsdoelstelling, het beleggingsprofiel en de weging van de verschillende vermogenswaarden in de portefeuille van Consument.

Klachtonderdeel (a): te risicovol beleggingsprofiel vastgelegd?
4.2 Consument stelt dat Aangeslotene niet het juiste risicoprofiel heeft vastgelegd. Ter onderbouwing voert zij aan dat aanvankelijk door Fortis een ‘voorzichtig’ risicoprofiel is vastgelegd en, nadat Fortis onderdeel was geworden van het concern van Aangeslotene, het profiel is omgezet in ‘defensief’ in plaats van ‘zeer defensief’, het meest risicomijdende en behoudende risicoprofiel.
4.3 Op deze grond kan geen schadevergoeding worden toegewezen. Tussen partijen is niet in geschil dat ten tijde van de aankoop van de bovengenoemde effecten een ‘voorzichtig’ risicoprofiel voor de portefeuille gold. Verder blijkt uit de overgelegde vragenlijsten dat ‘voorzichtig’ het meest defensieve profiel is dat destijds door Fortis werd gehanteerd. Gelet daarop is niet gebleken dat het destijds geldende profiel te risicovol was, zodat de gestelde schade niet het gevolg kan zijn van een onjuiste vaststelling van dat risicoprofiel.

Klachtonderdeel (b): aankoop van te risicovolle effecten geadviseerd
4.4 Naar de kern genomen klaagt Consument dat Aangeslotene de aankoop van perpetuele obligaties heeft geadviseerd, terwijl een belegging in die omvang in dergelijke obligaties zich niet verdroeg met haar beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid.
4.5 Voor zover het de Lehman Brothers Steepeners betreft, gaat deze stelling niet op. Dit type obligaties kent weliswaar met de productkenmerken samenhangende risico’s, maar in dit geval is het koersverlies op de Lehman Brothers Steepeners niet door deze productkenmerken veroorzaakt, maar door betalingsonmacht aan de zijde van Lehman Brothers, met andere woorden door verwezenlijking van het debiteurenrisico. Het is niet gebleken dat de verwezenlijking van dit risico ten tijde van de advisering voorzienbaar was en reden had moeten zijn om deze aankoop niet te adviseren. Daarbij is van belang dat, zoals ook in eerdere uitspraken van de Commissie is overwogen (onder meer de uitspraak van 15 oktober 2010, GC 2010-177), het een feit van algemene bekendheid is dat Lehman Brothers Holding tot aan haar verzoek om uitstel van betaling een “A”-rating heeft behouden.
4.6 Aan de orde is vervolgens de vraag of het percentage van de perpetuele obligaties –de Bank of Ireland Perpetuals en de Aegon Perpetuals – te groot is geweest. Het percentage van deze obligaties bedroeg, kort nadat ook de Aegon Perpetuals waren gekocht, ongeveer 23% (zie overweging 2.5 hiervoor, waar is vermeld dat op 31 december 2006 de portefeuille als geheel
€ 552.750 waard was, de Bank of Ireland Perpetuals € 66.558 en de Aegon Perpetuals € 63.278). Van belang is ook dat in de twee hiervoor genoemde vragenlijsten als beleggingsdoelstelling ‘aanvulling op vaste jaarlijkse inkomsten’ is ingevuld en als beleggingshorizon ‘1 tot 4 jaar’ en als risicoprofiel ‘voorzichtig’. Bij het beoogde rendement is er een verschil tussen de antwoorden in de twee vragenlijsten; in de eerste, ongedateerde vragenlijst is ingevuld ‘7 tot 8% gemiddeld per jaar’ en in de tweede ‘4 tot 6% gemiddeld per jaar’. Ten slotte is van belang dat de portefeuille, afgaande op de overgelegde overzichten, grotendeels is belegd in obligaties, waaronder de genoemde perpetuele obligaties. Onder die omstandigheden is de belegging in de Aegon Perpetuals en Bank of Ireland Perpetuals niet als bovenmatig te beschouwen, in die zin dat door de aankoop van deze stukken de portefeuille-inrichting duidelijk is afgeweken van de beleggingsdoelstelling en risicobereidheid van Consument. Dat Aangeslotene in dit opzicht is tekortgeschoten bij de advisering van Consument, is dus niet gebleken.

Klachtonderdeel (c): ontoereikende voorlichting
4.7 Consument stelt dat zij schade heeft geleden doordat zij ontoereikend is voorgelicht over de risico’s van de geadviseerde obligaties. Ter zitting heeft zij deze stelling onderbouwd door aan te voeren dat haar adviseur had gezegd dat beleggen meer rendement gaf en in het geheel niet op de risico’s heeft gewezen. De Commissie constateert evenwel dat, ook met deze verklaring ter zitting, onvoldoende inzichtelijk is geworden wat ter sprake is gekomen in de gesprekken met de adviseur en wat de precieze inhoud van die destijds gegeven adviezen is geweest. Mede gelet op de aard van de door Consument gekozen beleggingen – obligaties, uitgegeven door op dat moment als (zeer) solide aangemerkte financiële instellingen waarvan een deel perpetuele obligaties – is de stelling over tekortschietende voorlichting over de risico’s onvoldoende onderbouwd. Ook op deze grond kan de vordering niet slagen.

Slotsom

4.8 Gezien het voorgaande zal de vordering worden afgewezen.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan.

Bekijk de volledige uitspraak