Mijn Kifid

Uitspraak 2015-128 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-128 d.d.
28 april 2015
(mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris)

Consument,

tegen

Allianz Nederland Schadeverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het verzoek tot geschilbeslechting van Consument met bijlagen, ontvangen op 6 mei 2014;
– het verweerschrift van Verzekeraar met bijlagen.

De Commissie stelt vast dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening (hierna: de Ombudsman) niet tot oplossing van het geschil heeft geleid en dat partijen het advies van de Commissie als bindend zullen aanvaarden. Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 1 april 2015 te Den Haag en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Consument heeft een motorrijtuigenverzekering (hierna: de Verzekering) gesloten bij Verzekeraar voor zijn auto met bouwjaar 2005. Op de Verzekering zijn van toepassing de Verzekeringsvoorwaarden PM 12 (hierna: de Voorwaarden). In deze Voorwaarden staat – voor zover relevant – onder ‘Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering” het volgende.

“Artikel 1 Aard van de dekking
1.1 In het algemeen
De verzekering dekt de schade die de verzekeringnemer lijdt door beschadiging of verlies van het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting (…)
Artikel 4 Schadevergoeding
4.1 De schadevergoeding in het algemeen
De verzekeraar vergoedt de schade per gebeurtenis telkens tot ten hoogste het verzekerde bedrag naar keuze van de verzekeraar:
4.1.1 op basis van herstel
de kosten van herstel;
4.1.2 op basis van totaal verlies
de vervangingswaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis, verminderd met de verkoopwaarde van de restanten.
Onder vervangingswaarde wordt verstaan het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van een naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardig motorrijtuig.”
2.2 In artikel 7:956 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) staat het volgende.
“Een gebouw is naar zijn herbouwwaarde, en andere zaken zijn naar hun vervangingswaarde verzekerd. Vervangingswaarde is het bedrag benodigd voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.”
2.3 Op 9 december 2012 is in de auto van Consument ingebroken, waarbij de ingebouwde navigatieapparatuur is gestolen.
2.4 Op 17 december 2012 heeft Verzekeraar aan de tussenpersoon van Consument onder meer het volgende ge-e-maild.
“Hiermee refereren aan ons telefonisch contact van heden morgen.
De afschrijving van het navigatiesysteem volgt uit het feit dat de verzekering alleen dekking biedt voor de geleden schade (artikel 1.1 van de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering van de PM 08 polisvoorwaarden). Navigatiesystemen verouderen en worden daarom in de loop der tijd minder waard. Daarmee daalt ook de financiele schade die verzekerde lijdt door diefstal van het systeem en dus ook het door ons uit te keren bedrag.
Wij zullen het expertiserapport met daarin de mededeling van de expert afwachten.”
2.5 [X] schadeservice [plaats] heeft op 31 december 2012 de totaalschade aan de auto vastgesteld op € 6.098,52. Ten aanzien van de navigatieapparatuur is door Verzekeraar 50% vergoed vanwege waardevermindering, zodat Consument zelf 50%, te weten € 1.382,52 excl. BTW, moest betalen.
2.6 Op 15 mei 2013 heeft de tussenpersoon van Consument schriftelijk bezwaar gemaakt tegen de gehanteerde aftrek van 50% op de vergoeding voor het navigatiesysteem. Verzekeraar heeft dit bezwaar op 25 juni 2013 afgewezen.

3. Geschil

3.1 Consument vordert dat Verzekeraar geen aftrek toepast op de verstrekte vergoeding, door hem begroot op € 1.382,52 excl. BTW (€ 1.672,85 incl. BTW).
3.2 Aan deze vordering legt hij ten grondslag dat:
– de schade is vastgesteld op basis van herstel resp. vervangingswaarde voor alle onderdelen, behalve voor het navigatiesysteem, waarvoor een waardevermindering is toegepast. De waardevermindering is toegepast op basis van een interne afspraak tussen Verzekeraar en het expertisebureau ITEB. Consument stelt dat dit niet in de Voorwaarden is neergelegd en niet voor Consument kenbaar was.
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd.
– de afspraak met ITEB werkt ten gunste van Consument, omdat Consument op grond van de Voorwaarden (die overeenstemmen met artikel 7:956 BW) slechts recht heeft op de vervangingswaarde. Vervangingswaarde betekent dat het bedrag wordt vergoed dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Nu Consument voor een navigatiesysteem dat 7 jaar oud was 50% van de waarde heeft ontvangen, is Consument er door de interne regeling niet slechter op geworden.

4. Beoordeling

4.1 Aan de orde is de vraag of Verzekeraar op grond van de Voorwaarden tot een afschrijving van 50% van de waarde van het navigatiesysteem mocht komen.
4.2 Uit artikel 4 van de Voorwaarden volgt dat Consument is verzekerd op basis van herstel- of vervangingswaarde. Bij totaalverlies wordt overgegaan tot vergoeding van vervangingswaarde. Vervangingswaarde is het bedrag benodigd voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Deze regeling wijkt niet af van de wettelijke bepaling in artikel 7:956 BW.
4.3 In de onderhavige zaak is sprake van totaalverlies van de navigatieapparatuur, omdat deze gestolen is. Consument heeft daarom recht op het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van een naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardig navigatiesysteem. Het schadeherstelbedrijf heeft een nieuw navigatiesysteem in de auto geplaatst en aan Consument 50% van de prijs doorberekend. Verzekeraar heeft de andere 50% betaald als vergoeding van de vervangingswaarde van een elektronisch navigatiesysteem dat 7 jaar oud was. Het komt de Commissie niet onredelijk voor dat aan een elektronisch navigatiesysteem van 7 jaar oud een vervangingswaarde wordt toegekend van 50% van de waarde van een soortgelijk nieuw navigatiesysteem. Van elektronica is algemeen bekend dat deze in de tijd snel in waarde vermindert. De waardebepaling van het navigatiesysteem heeft dus overeenkomstig de Voorwaarden plaatsgevonden, zodat het standpunt van Consument dat de waarde van het navigatiesysteem niet correct is vastgesteld, van de hand wordt gewezen. Dat andere onderdelen aan de auto wel volledig zijn hersteld c.q. vergoed doet hieraan niet af.
4.4 Gelet op het voorgaande is niet gebleken dat Consument gerechtigd is tot een aanvullende schadevergoeding. Dit brengt mee dat de vordering van Consument zal worden afgewezen.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering van Consument af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan.

Bekijk de volledige uitspraak