Mijn Kifid

Uitspraak 2015-163 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-163 d.d.
5 juni 2015
(mr. J.S.W. Holtrop en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Consument,

tegen

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– de brief van 28 juli 2014 namens Consument;
– de brief van 19 september 2014 namens Consument met het op 22 augustus 2014 door Consument ondertekende klachtformulier;
– de op 30 september 2014 door Consument ondertekende verklaring dat hij de uitspraak van de Geschillencommissie als bindend aanvaardt;
– het verweerschrift van Aangeslotene met bijlagen;
– de repliek namens Consument met bijlage;
– de dupliek van Aangeslotene.

2. Overwegingen

De Commissie heeft het volgende vastgesteld.
Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van de klacht geleid. Beide partijen zullen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden.
De klacht leent zich voor een schriftelijke afdoening als bedoeld in artikel 37.7
van haar Reglement.

3. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
3.1. Consument heeft een inboedelverzekering (hierna: de “Verzekering”) bij Aangeslotene gesloten.

3.2. Op 14 juli 2013 is ingebroken in het huis van Consument. Consument heeft op 14 juli 2013 aangifte gedaan bij de politie. In het proces-verbaal van 23 juli 2013 staat dat onder meer sieraden zijn gestolen. Bepaalde sieraden zijn aan de verbalisant opgegeven als antieke sieraden afkomstig uit drie generaties, deze sieraden worden hierna verder aangeduid als “erfstukken”. In het proces-verbaal verklaart Consument onder meer het volgende:
“(….)
In de woonkamer van de boerderij zag ik dat de laden en deuren van een grote wandkast open stonden. Ik zag toen dat er uit verschillende doosjes die in de kast stonden al mijn sieraden waren weggenomen.
(….)
De met name genoemde antieke sieraden die zijn weggenomen zijn afkomstig uit 3 generaties.
Ik heb alle weggenomen sieraden laten taxeren door juwelier [naam] uit [plaats]. De waarde van de weggenomen sieraden zijn in overleg met genoemde juwelier bepaald. (….)”

3.3. Aangeslotene heeft VIDI Expertise B.V. (“VIDI”) opgedragen de schade vast te stellen. In haar rapport van 7 oktober 2013 schrijft VIDI onder meer het volgende:
“(….)
Omvang van de schade
Verzekerde verklaarde dat uit de meer bedoelde wandkast een grote hoeveelheid aan sieraden werden ontvreemd. De betreffende sieraden lagen in diverse doosjes opgeborgen, het merendeel van de doosjes zijn achtergelaten. Het overgrote deel van de sierraden waren volgens verzekerde erfstukken uit 3 generaties. De overige sierraden zijn geschenken, van zowel deze sieraden als de erfstukken konden geen certificaten, foto’s, en/aankoopbewijzen worden overlegd. In eerste instantie heeft verzekerde zelf een lijstje met waardebepaling per sieraad gemaakt. De waarde vermelding op dit lijstje werd door juwelier [naam] uit [plaats] ruim naar boven bijgesteld. Ook juwelier [naam] heeft voor de waarde bepaling niet de beschikking gehad over foto’s, en dergelijke ook zijn de betreffende sieraden niet bij de juwelier bekend geweest. )….)”

3.4 Bij brief van 16 oktober 2013 heeft Aangeslotene aan de assurantietussenpersoon van Consument geschreven dat voor de sieraden een bedrag van €2.500,- zou worden uitgekeerd.

3.5 Volgens de Algemene Begripsomschrijvingen van de toepasselijke voorwaarden van verzekering (“VvV”), model CPM 06-2 dient onder “sieraden” het volgende te worden verstaan:
“- Voorwerpen die zijn gemaakt om op of aan het lichaam te dragen en die geheel of gedeeltelijk bestaan uit (edel)metaal, (edel)gesteente, mineralen, ivoor (bloed)koraal en parels.
– Horloges.”

3.6 In artikel 1.3 van de Bijzondere Voorwaarden Inboedelverzekering All Risks (“BVI”) staat dat de volgende zaken als “kostbaarheden” worden aangemerkt:
“a. antiek. Dit zijn zaken die vanwege hun ouderdom en/of zeldzaamheid een speciale waarde hebben;
b. kunst. Dit zijn zaken die vanwege hun artistieke kwaliteiten een speciale waarde hebben;
c. verzamelingen;
d. juwelen en sieraden;
e. (….)”

3.7 Artikel 5 Bijzondere Voorwaarden Inboedelverzekering All Risks (“BVI”) betreft de omvang van de dekking. Artikel 5 lid 1 onder a BVI bepaalt het volgende:
“(….)
Bij diefstal, (poging tot) gewelddadige beroving en (poging tot) afpersing gelden de
volgende bepalingen:
a. voor sieraden vergoeden wij maximaal €2.500,-. Als de sieraden voor een apart bedrag tegen diefstal zijn verzekerd, geldt het bedrag dat daarvoor op het polisblad is vermeld.
(….)”

4. De vordering en grondslagen

4.1. Consument vordert dat Aangeslotene gehouden wordt tot betaling van een bedrag van €12.500,- .

4.2. Deze vordering steunt kort en zakelijk op de volgende grondslagen:
Aangeslotene is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen door de erfstukken aan te merken als alleen sieraden in plaats van als een verzameling waarvoor een hogere vergoeding van €15.000,- van toepassing is. Hij voert in dit kader het volgende aan:
– de erfstukken werden niet gedragen en dienen te worden beschouwd als een
verzameling in de zin van de VvV;
– de erfstukken waren niet bedoeld om te dragen maar om te bewaren als
verzameling. Dit omdat de kwaliteit snel achteruit gaat vanwege de ouderdom van de erfstukken;
– of Consument de erfstukken verkregen heeft of zelf verzameld doet er niet aan af
dat het een verzameling blijft;
– omdat het een verzameling is hoefde deze niet apart gemeld te worden en was deze
verzekerd voor €15.000,-. Consument heeft op de lijst bij het proces-verbaal vermeld welke van de sieraden als erfstukken beschouwd moeten worden.

4.3. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
Zij bestrijdt dat zij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Consument. In dit kader voert zij het volgende aan:
– er is geen sprake van diefstal van een verzameling maar van sieraden;
– uit het rapport van 7 oktober 2013 van VIDI blijkt dat volgens Consument
een deel van de gestolen sieraden erfstukken waren, afkomstig uit drie generaties. Certificaten, foto’s en/of aankoopbewijzen konden niet worden overgelegd.
Juwelier [naam] uit [plaats] heeft een waardeopgave van de erfstukken gegeven zonder de beschikking te hebben over foto’s en dergelijke, noch waren de erfstukken bij hem bekend. Hieruit volgt dat de opgave van de erfstukken niet door een deskundige uit eigen waarneming getaxeerd is;
– het feit dat een deel van de gestolen sieraden erfstukken zijn brengt niet mee dat
Consument ze daadwerkelijk verzameld heeft zoals dat bijvoorbeeld bij postzegels en munten gebeurt;
– Consument heeft bij de aangifte slechts 7 van de 34 gestolen sieraden als antiek
opgegeven. Deze zouden in zijn optiek niet bedoeld zijn om te dragen. De definitie van “sieraden” in de VvV stelt niet als eis dat de sieraden daadwerkelijk worden gedragen. Ook als de sieraden niet daadwerkelijk gedragen worden, zijn het sieraden in de zin van de VvV;
– het diefstalrisico van sieraden is hoger dan dat van verzamelingen. Sieraden worden
daarom in de VvV apart van andere kostbare spullen genoemd en er geldt voor sieraden een apart maximum verzekerd bedrag van €2.500,-bij diefstal. Sieraden met een hogere waarde dan €2.500,- dienen extra verzekerd te worden tegen een premieopslag. Consument heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

5. Beoordeling

5.1. De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of Aangeslotene jegens Consument toerekenbaar tekort is geschoten door de erfstukken als sieraden te beschouwen en niet als een verzameling. De schadeuitkering bij diefstal van sieraden bedraagt maximaal €2.500,-, de schadeuitkering voor diefstal van een verzameling bedraagt maximaal €15.000,-.

5.2 De Commissie stelt vast dat Consument op 14 juli 2013 aangifte heeft gedaan van diefstal uit zijn woning. Uit het proces-verbaal van 23 juli 2013 blijkt dat in totaal 34 voorwerpen in de categorie “sieraden/tafelzilver” als gestolen zijn opgegeven. Onder deze 34 voorwerpen bevinden zich de erfstukken. Bij de erfstukken gaat het om 7 voorwerpen waarbij onder “Bijzonderheden” is vermeld dat het betreffende voorwerp antiek is. De 7 erfstukken worden in het proces-verbaal achtereenvolgens omschreven als “Antieke rood gouden armband”, “Antiek gouden hanger met diamant”, “Antiek gouden ring met zwarte steen”, “Antiek gouden ring rood steentje”, “2 antieke gouden dasspelden hoefijzer en bloem”, “Antiek gouden speldje met strikje en parels” en “Antieke gouden oorhangers met bloem”.
Uit het proces-verbaal blijkt verder dat de 34 voorwerpen bewaard werden in doosjes in een wandkast in de woonkamer. Consument heeft dit ook verklaard aan de onderzoeker van VIDI. Uit het rapport van VIDI blijkt verder dat Consument van geen van de 34 als gestolen opgegeven voorwerpen een certificaat, foto en/of aankoopbewijs heeft kunnen overleggen. Volgens het rapport van VIDI heeft juwelier [naam] bij de waardebepaling van de 34 voorwerpen “niet de beschikking gehad over foto’s, en dergelijke en zijn de betreffende sieraden niet bij de juwelier bekend geweest.”

5.3 De Commissie stelt voorop dat blijkens de (aanvullende) begripsomschrijvingen in de algemene voorwaarden een onderscheid wordt gemaakt tussen sieraden, gemaakt om op of aan het lichaam te dragen, en verzamelingen. Weliswaar ontbreekt een definitie van het begrip “verzameling” in de toepasselijke voorwaarden maar bij uitleg van de onderhavige verzekeringsovereenkomst mag aangenomen worden dat dit begrip aldus moet worden verstaan dat bij de samensteller daarvan in ieder geval de bedoeling moet hebben voorgelegen om een eenheid van samenhangende voorwerpen te verkrijgen. Een hoeveelheid sieraden (toevallig) bij elkaar is nog geen verzameling. Het bovenstaande overziende is de Commissie van oordeel dat Aangeslotene in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat het bij de erfstukken niet om een verzameling maar alleen om sieraden gaat. In het proces-verbaal worden de erfstukken net zoals de overige
27 voorwerpen slechts als “sieraden/tafelzilver” aangeduid. Ook uit de omschrijving van de erfstukken in het proces-verbaal blijkt dat het om sieraden gaat zoals gedefinieerd in de Algemene Begripsomschrijvingen van de VvV model CPM 06-2. De erfstukken werden tezamen met de andere 27 voorwerpen in doosjes in dezelfde kast bewaard. Afgezien van het voorgaande heeft Consument zijn stelling dat het bij de erfstukken om een verzameling in de hiervoor omschreven betekenis gaat op geen enkele wijze onderbouwd zodat deze stelling niet aannemelijk is geworden en dient te worden verworpen. Het feit dat Consument heeft verklaard de erfstukken niet te dragen om slijtage te voorkomen, doet hieraan niet af. Op grond van de definitie van “sieraden” zoals opgenomen in de Algemene Begripsomschrijvingen van de VvV, model CPM 06-2 is het niet relevant of een sieraad wel of niet wordt gedragen.

5.4 Het voorgaande leidt tot het oordeel dat geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Aangeslotene jegens Consument en dat de vordering van Consument zal worden afgewezen. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven.

6. Beslissing

De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan

Bekijk de volledige uitspraak