Mijn Kifid

Uitspraak 2015-395 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-395 d.d.
18 december 2015
(mr. J. Wortel, voorzitter, mr. drs. R. Knopper en prof. drs. A.D. Bac RA, leden en mr. S. van der Hoorn, secretaris)

Samenvatting

Beleggingsadvies: Consument heeft het advies van Aangeslotene opgevolgd om 75% van de portefeuille in vastgoedfondsen te beleggen. Hierdoor heeft Consumenten verliezen geleden. De Commissie is van oordeel dat de beleggingsportefeuille van Consument onvoldoende gespreid was waardoor het volledige belegde vermogen van Consument is blootgesteld aan die te hoge risico’s. Dientengevolge passen die beleggingen niet bij zijn neutrale beleggingsprofiel. Aangeslotene had derhalve deze adviezen niet mogen geven. Een deel van de schade blijft voor rekening van Consument. Consument wist dat het voor hem niet mogelijk was om de koersontwikkeling van de geadviseerde fondsen te volgen. Hij heeft daardoor het risico aanvaard dat hij niet direct kon ingrijpen bij koersdalingen, terwijl hij belegde in fondsen die in grote mate speculatief zijn. Gelet daarop blijft de helft van de schade voor rekening van Consument. Een bedrag van € 47.500,- dient door Aangeslotene te worden vergoed.

Consument,

tegen

WorldWideBroker, gevestigd te Rijswijk, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het door Consument ondertekende vragenformulier met bijlagen van 22 februari 2015;
– het verweerschrift van Aangeslotene;
– de repliek van Consument;
– de dupliek van Aangeslotene.

De Commissie stelt vast dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid en dat partijen haar advies als bindend aanvaarden. Voorts stelt de Commissie vast dat dit geschil zich leent voor schriftelijke afdoening als bedoeld in artikel 37.7 van haar reglement.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:

2.1. In 2006 is Consument met Aangeslotene een adviesrelatie aangegaan.
2.2. Aangeslotene heeft voor Consument een ‘Investment Report’ opgesteld waarin onder is vermeld:
“The Funds
(…)
My advice therefore would be to transfer the £ 100.000 that you have on deposit, at the moment, to your Executive Investment Bond and have this capital directed into the following funds by the following proportions: (…)
The Glanmore Commercial Property Fund 15% of Portfolio Value (…)
The VAM Property Fund 15% of Portfolio Value (…)
Williams De Broe Balanced 20% of Portfolio Value (…)
New Star European Growth 15% of Portfolio Value (…)
Balanced Opportunity Fund 10% of Portfolio Value (…)
JP Morgan Emerging Markets Investment Trust 10% of Portfolio Value (…)
The PATF Fund 15% of Investment Value (…)

The Glanmore Commercial Property Fund 15% of Portfolio Value
“The Glanmore (…) is a commercial property based fund that seeks to provide higher returns than bank or building society deposits without the volatility normally associated with equity type investments. The reason that commercial property is considered to be such a low risk investment is that (…).”

The VAM Property Fund 15% of Portfolio Value
“(…) An excellent fund with fabulous medium and long term potential.”

Williams De Broe Balanced 20% of Portfolio Value
“(…) This fund (…) is suitable for risk adverse investors who are seeking medium-term capital growth from a diversified portfolio with limited volatility.

(…)

The PATF Fund 15% of Investment Value
(…) This is an excellent fund to have as part of a balanced investment strategy as it will be a part of your portfolio that you will be able to treat effectively as if it were cash. There is no lock in period and no initial or exit fees. The fund is very low risk with almost no volatility.
(…)

Security of the Investment (…)
As Royal Skandia are based on the tax neutral Isle of Man the company falls under the rules of the statutory Policyholder Compensation Scheme (…) Additional peace of mind assuring you that your money is in safe hands.

Summary of Needs- Portfolio Investment
After careful consideration, and exploring the investment market for an investment programme that best suits your needs, Royal Skandia’s Executive Investment Bond product and the individual funds selected completely covers the product features that you have requested (…)
1. Investment size of £100.000 (…)
4. medium risk profile (…)
6. 10% growth desired
7. Medium term investment horizon
8. Balanced and broad spread of funds
9. Access to investment required (…)”

2.3. Consument heeft via Aangeslotene een bedrag van € 45.000,- belegd in het Stirling Mortimer Global Property Fund PCC Limited –No 6 Fund Morocco (hierna genoemd: “Stirling fonds”), een bedrag van £ 100.000,- belegd in het Abacus Protected TEP fonds (hierna genoemd: “PATF fonds”) en € 155.000,- in Royal Skandia. De investering in Royal Skandia is belegd in het PATF fonds, VAM Property Fund, Glanmore Commercial Property Fund, Williams De Broe Balanced Fund en CFP SAV Fund. Voornoemde fondsen zijn voornamelijk vastgoedfondsen.
2.4. Royal Skandia bracht bij Consument jaarlijks 1% fee in rekening over het geïnvesteerde bedrag.
2.5. Bij e-mailbericht van 8 mei 2008 heeft Aangeslotene Consument geïnformeerd over het Stirling fonds, waarin zij onder meer heeft geschreven:
“(…) many of our clients making use of this fantastic property fund investment (…).
– 100% backed by a bank guarantee so no risk of loss to you the investor
– Guaranteed return plus significant upside potential
– 2 Year Investment
(…)
– 15% growth guarantee over two years (…)
– Two year investment period (…)”
2.6. Bij e-mailbericht van 20 oktober 2008 heeft Aangeslotene aan Consument onder meer geschreven:
“(…)
PATF is a good, solid fund with a healthy outlook which is why I haven’t advised ‘off loading’ as yet. (…)”

3. De vordering en grondslagen

3.1. Consument vordert dat Aangeslotene wordt veroordeeld tot het vergoeden van het verlies op zijn participaties in het Stirling fonds, PATF fonds en Royal Skandia, het misgelopen rendement en restitutie van de fee die hij voor zijn beleggingen in Royal Skandia heeft betaald.

3.2. Aan deze vordering legt Consument ten grondslag dat Aangeslotene is tekortgeschoten in de op haar rustende zorgplicht en niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mocht worden verwacht doordat:

a) Consument geen rendement over zijn investering in het Stirling fonds heeft ontvangen en ook de inleg niet heeft teruggekregen, terwijl Aangeslotene heeft geadviseerd in dit fonds te investeren omdat na twee jaar een gegarandeerd rendement wordt uitgekeerd van 15% en de inleg gegarandeerd wordt uitbetaald;
b) Aangeslotene heeft geadviseerd in het PATF fonds te beleggen omdat dit fonds een extreem laag risico heeft, terwijl het fonds met 40% is gedaald;
c) Aangeslotene wist dat Consument slechts wenste te beleggen in fondsen met een laag risico, terwijl de waarde van de beleggingen van Consument in Royal Skandia zijn gedaald met € 50.000,-;
d) de door Consument betaalde fee buitenproportioneel is.

3.3. Op de stellingen die Aangeslotene tot verweer heeft opgeworpen, wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. Beoordeling

4.1. De Commissie stelt vast dat tussen partijen een adviesrelatie heeft bestaan. Kern van een adviesrelatie is dat de belegger beslissingen neemt over het al dan niet uitvoeren van transacties na verkregen advies van een beleggingsadviseur van de instelling waarmee hij een beleggingsrelatie onderhoudt. Omdat de belegger in een adviesrelatie uiteindelijk zelf de beslissingen neemt, is hij in beginsel zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van die beslissingen. Dit kan slechts anders zijn als komt vast te staan dat de adviseur niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur betaamt.
4.2. Vast staat dat Consument met Aangeslotene een neutraal (medium risk) beleggingsprofiel is overeengekomen. Tevens staat vast dat Consument op advies van Aangeslotene voornamelijk in vastgoedfondsen heeft belegd en dat Consument verlies op zijn beleggingen heeft geleden.
4.3. De Commissie is van oordeel dat Aangeslotene niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht. Beleggingen in vastgoedfondsen kennen specifieke, aanzienlijke risico’s. De beleggingsportefeuille van Consument was onvoldoende gespreid waardoor het volledige belegde vermogen van Consument is blootgesteld aan die te hoge risico’s. Dientengevolge passen die beleggingen niet bij zijn neutrale beleggingsprofiel. Aangeslotene had derhalve deze adviezen niet mogen geven. Aangeslotene heeft haar stelling dat de geadviseerde beleggingen solide waren niet onderbouwd.
4.4. Bij het bepalen van de op Aangeslotene rustende verplichting tot vergoeding van schade ziet de Commissie evenwel aanleiding een deel daarvan voor rekening van Consument te laten. Consument wist dat het voor hem niet mogelijk was om de koersontwikkeling van de geadviseerde fondsen te volgen. Consument heeft daardoor het risico aanvaard dat hij niet direct kon ingrijpen bij koersdalingen, terwijl hij belegde in fondsen die in grote mate speculatief zijn. Gelet daarop blijft de helft van de schade voor rekening van Consument.
4.5. De Commissie is van oordeel dat de schade van Consument bestaat uit het verlies dat hij op zijn beleggingen in Royal Skandia en het Stirling fonds heeft geleden. Het verlies op de investeringen in Royal Skandia bedraagt € 50.000,-
(€ 155.000 investering -/- € 105.000,- waarde van de beleggingen).

De investering in het Stirling fonds heeft geen waarde meer waardoor de schade uitkomt op het bedrag van de investering, te weten € 45.000,-. Het verlies op de investering van
£ 100.000,- in het PATF fonds heeft Consument onvoldoende gekwantificeerd. Nu de Commissie niet kan vaststellen hoe hoog de schade is die Consument op deze investering heeft geleden, gaat de Commissie voorbij aan dit klachtonderdeel.
4.6. De door Consument betaalde fee komt niet voor vergoeding in aanmerking. De Commissie is van oordeel dat de betaalde fee opvallend hoog is, maar doordat Consument zelf akkoord is gegaan met de hoogte ervan, kan Consument hieromtrent niet meer met succes klagen. Het door Consument gevorderde rendement is onvoldoende gespecificeerd en kan daardoor eveneens niet voor vergoeding in aanmerking komen.
4.7. Alles afwegende acht de Commissie een schuldverdeling geboden waarbij de helft van de onder 4.4 vastgestelde schade, een bedrag van € 47.500,- door Aangeslotene dient te worden vergoed.

5. Beslissing

De Commissie stelt bij bindend advies vast dat Aangeslotene het bedrag van € 47.500,- vergoedt aan Consument binnen 4 weken na dagtekening van deze uitspraak, met wettelijke rente over de periode vanaf het moment dat de investering in het fonds plaatsvond tot de datum waarop het voornoemde schadebedrag door Aangeslotene aan Consument is uitbetaald. In augustus 2007 heeft Consument in Royal Skandia geïnvesteerd en in juli 2008 in het Stirling fonds, waardoor de wettelijke rente over de helft van het onder 4.4 vastgestelde schadebedrag dat geleden is op de beleggingen in het Royal Skandia fonds vanaf augustus 2007 in gaat en de wettelijke rente over de helft van het onder 4.4 vastgestelde schadebedrag dat geleden is op de beleggingen in het Stirling fonds ingaat vanaf juli 2008.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor https://www.kifid.nl/consumenten/klacht-voor-1-oktober-2014-bij-kifid-ingediend.

Bekijk de volledige uitspraak