Mijn Kifid

Uitspraak 2015-410

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-410
(A. Wigger, voorzitter en mr. N. Bouwman, secretaris)

Klacht ontvangen op : 16 juni 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : V.O.F. van Heck Advies, gevestigd te Nijmegen, verder te noemen de Adviseur
Datum uitspraak : 23 december 2015
Aard uitspraak : Niet-bindend

Samenvatting

Consument bleek een zomertijdclausule op zijn polis te hebben, terwijl hij in de veronderstelling was dat hij het gehele jaar was verzekerd. Hoe en waarom de zomertijdclausule destijds op de polis is aangebracht is niet meer te achterhalen. Wel is aannemelijk dat een en ander niet strookte met de wens van Consument, omdat hij in de wintertijd zijn Oldtimer ging ophalen en verzekert wilde zijn. Anderzijds stond de zomertijdclausule op het polisblad vermeld en had het op de weg van Consument gelegen deze te controleren na ontvangst hiervan. Alles in ogenschouw genomen oordeelt de Commissie dat het aanbod van de Adviseur, om de helft van de schade te vergoeden, billijk is. De vordering wordt derhalve gedeeltelijk toegewezen.
1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument ondertekende vragenformulier;
• de klachtbrief van Consument met als bijlage de correspondentie in de interne klachtprocedure van de Adviseur;
• het verweerschrift van de Adviseur;
• de repliek van Consument.

Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 15 december 2015 te Den Haag en zijn aldaar verschenen.
2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft op 1 januari 2013 – met tussenkomst van de Adviseur – bij de Europeesche Verzekeringsmaatschappij een Oldtimerverzekering afgesloten onder polisnummer [nr.1] met een premie van € 34,97 per jaar. Op deze verzekering zijn de Algemene Contractvoorwaarden, Algemene Voorwaarden Oldtimer 381.91 (hierna: ‘de Voorwaarden’) en onder andere een Zomertijdclausule van toepassing. In de Zomertijd clausule is het volgende bepaald:

‘13068 Zomertijd WA
Deze WA –verzekeringsovereenkomst verleent geen dekking voor het risico van aansprakelijkheid en/of de gevolgen daarvan buiten de zomertijd.
Dit betekent dat buiten de zomertijd geen rechten aan deze overeenkomst kunnen worden ontleend.
Zomertijd: de periode van het jaar waarin de klok ten opzichte van de tijd gedurende de rest van het jaar zestig minuten vooruit wordt gezet.
De aanvang en het einde van deze periode zijn ontleend aan de officiële omschrijving in de laatst verschenen publicatie van het staatsblad van het besluit tot vaststelling zomertijd.’
Controleclausule eveneens bij de feiten opnemen.

In clausule 14226 is het volgende bepaald:

‘14226 Controle polis
De verzekeringnemer is gehouden de op het polisblad vermelde gegevens direct na ontvangst van het polisblad nauwkeurig te controleren. Afwijkingen dan wel onjuistheden dienen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van het polisblad schriftelijk aan de maatschappij gemeld te worden. Na afloop van deze termijn van 14 dagen wordt als vaststaand aangenomen dat de door de verzekeringnemer verstrekte gegevens juist zijn overgenomen en dat de gegevens op het polisblad en op andere bij de verzekering behorende documenten correct zijn’.

2.2 Op 24 januari 2015 heeft Consument in [land] een aanrijding gehad met een andere personenauto. De tegenpartij is schadeloos gesteld.

2.3 Op 27 januari 2015 heeft een expert van [expertisebedrijf] een expertiserapport opgesteld in verband met het vaststellen van het schadebedrag van de andere personenauto. De totale schade bedraagt € 13.298,90.

2.4 Bij brief van 18 mei 2015 laat Voogd & Voogd Verzekeringen weten een bedrag van
€13.298,90 van Consument te vorderen. In verband met de Zomertijdclausule had Consument op de schadedatum geen dekking.
3. Vordering, klacht en verweer

Vordering
3.1 Consument vordert vergoeding van het schadebedrag van € 13.298,90.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan:
• De Adviseur had kunnen weten dat Consument een verzekering voor het hele jaar wenste en niet alleen ten tijde van de zomer, omdat hij de Oldtimer in de winter heeft opgehaald.
• Er is bij het afsluiten van de verzekering op geen enkele wijze gesproken over een eventuele zomerdekking.
• Consument is wellicht enigszins tekort geschoten in zijn onderzoeksplicht, maar hij mocht vertrouwen op de juistheid van de opgegeven polisgegevens. Hij heeft het polisblad na ontvangst direct opgeborgen in de kast.

Verweer van de Adviseur
3.3 De Adviseur heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Op Consument rust een onderzoeksplicht na het ontvangen van het polisblad, te meer nu de verzekering telefonisch tot stand is gekomen. Hierop stond zomertijdclausule vermeld. In dat geval was deze onjuistheid direct geconstateerd en had een en ander aangepast kunnen worden en was de schade nimmer voorgevallen.
• De Adviseur is bereid 50% van de schade voor zijn rekening te nemen.
4. Beoordeling

4.1 De vraag die ter beoordeling bij de Commissie voorligt is of de Adviseur gehouden is de volledige schade van Consument, € 13.298,90, te vergoeden. De Commissie oordeelt dat deze vraagt ontkennend beantwoord dient te worden en overweegt hiertoe als volgt.
4.2 De Commissie overweegt dat het niet aannemelijk is dat een zomertijdclausule dekking op de Oldtimerverzekering destijds in 2013 uitvoerig tussen Consument en de Adviseur is besproken. Ter zitting is gebleken dat slechts sprake is van een zeer gering premieverschil tussen een verzekering met zomertijdclausule en zonder zomertijdclausule, wat het aannemelijk maakt dat Consument gekozen zou hebben voor een dekking voor het gehele jaar. Dit temeer nu de verzekering in de winterperiode op het moment van aanschaf van de Oldtimer is afgesloten. Hoe en waarom de zomertijdclausule destijds op de polis is aangebracht is niet meer te achterhalen, wel is voldoende aannemelijk dat een en ander niet strookte met de wens van Consument. Voor Adviseur is dit gegeven aanleiding geweest het aanbod tot vergoeding van een deel van de schade te verhogen tot 50 %.
4.3 De Commissie overweegt dat op Consument de plicht rustte het polisblad na ontvangst te controleren op onjuistheden, te meer nu Consument de aanvraag voor de verzekering telefonisch heeft gedaan. De controleplicht (clausule 14226), alsmede de Zomertijdclausule (clausule 13068) staan op het polisblad vermeld. De verzekeringnemer is gehouden de op het polisblad vermelde gegevens direct na ontvangst van het polisblad nauwkeurig te controleren. Onjuistheden dienen zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst te worden gemeld aan de Adviseur.
4.4 Dat Consument het polisblad na ontvangst, zonder te controleren, direct in de kast heeft gelegd is geen omstandigheid die voor rekening van de Adviseur dient te komen.
4.5 Alle feiten en omstandigheden in ogenschouw nemend acht de Commissie het billijk dat overeenkomstig het aanbod van Adviseur de helft van de schade wordt vergoed. De Commissie wijst de vordering van Consument gedeeltelijk toe.
5. Beslissing

De Commissie beslist dat Aangeslotene binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van
€ 6.649,45.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

Bekijk de volledige uitspraak