Mijn Kifid

Uitspraak 2016-340 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-340
(mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

Klacht ontvangen op : 27 juli 2015
Ingediend door : Consument
Tegen : Van Dalfsen Assurantiën, gevestigd te Genemuiden, verder te noemen Tussenpersoon
Datum uitspraak : 1 augustus 2016
Aard uitspraak : bindend advies

Samenvatting

De echtgenoot van Consument heeft een autoverzekering aangevraagd. Op het polisblad staat hij als verzekeringnemer vermeld. Bij het oversluiten van een bestaande woonhuisverzekering vult de echtgenoot de herbouwwaardemeter en inboedelwaardemeter in. Ook bij de opstal- en inboedelverzekering geldt de echtgenoot als de verzekeringnemer. Na het faillissement van de echtgenoot worden de uitgekeerde schadebedragen op zowel de auto- als opstalverzekering aan de curator betaald. Consument stelt dat de tussenpersoon zonder haar toestemming de verzekeringen heeft aangepast en vordert van de tussenpersoon de betaling de reeds uitgekeerde bedragen. De Commissie overweegt dat de tussenpersoon mocht uitgaan van de juistheid van de verstrekte gegevens op het aanvraagformulier. Pas na de schadedatum heeft de echtgenoot de tussenpersoon verzocht de verzekeringen op naam van Consument te zetten. Tussenpersoon is jegens Consument niet tekortgeschoten in de op hem rustende zorgplicht.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlagen;
• het verweerschrift van Tussenpersoon;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Tussenpersoon;
• het aanvullende e-mailbericht van de advocaat van Consument d.d. 28 januari 2016 met bijlage;
• de verklaring van Consument met diens keuze voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 9 mei 2016 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 De heer [partner van consument], verder te noemen ‘de echtgenoot’, heeft op
30 augustus 2012 via Tussenpersoon bij Voogd & Voogd Verzekeringen C.V., verder te noemen ‘Assuradeur’, een autoverzekering met Oldtimer WA-dekking gesloten.
Op het door hem ondertekende aanvraagformulier is onder meer de vraag “Is de aanvrager de eigenaar” gesteld. De echtgenoot heeft deze vraag met “ja” beantwoord. Op het
polisblad van 30 augustus 2012 staat de echtgenoot als verzekeringnemer vermeld.

2.2 Consument heeft een beëdigd taxateur verzocht de auto te taxeren. In het
taxatierapport van 17 september 2012 staat dat de taxatie is uitgevoerd in opdracht
van Consument.

2.3 Het woonhuis is met ingang van 26 augustus 2002 via een andere
assurantietussenpersoon bij Zevenwouden Verzekeringen verzekerd geweest. Op het
polisblad van 10 september 2002 staat Consument als verzekeringnemer vermeld.

2.4 Per 4 mei 2006 is de woonhuisverzekering via Tussenpersoon naar een andere
verzekeraar overgesloten. De echtgenoot heeft hiervoor een
herbouwwaardemeter en een inboedelwaardemeter ingevuld en ondertekend. Op
het polisblad van 20 april 2006 is de echtgenoot als verzekeringnemer van het
polispakket vermeld. Per 9 november 2006 is aan het pakket de inboedelverzekering
toegevoegd.

2.5 In januari 2011 heeft de echtgenoot opnieuw de herbouwwaardemeter en de
inboedelwaardemeter ingevuld. Op basis van de verstrekte gegevens is op
14 januari 2011 een nieuw polisblad afgegeven.

2.6 Op 15 december 2012 is de echtgenoot als bestuurder van het verzekerde
motorrijtuig bij een aanrijding betrokken geweest. Op het ingevulde
aanrijdingsformulier is de echtgenoot als verzekeringnemer genoemd. Op
18 december 2012 is de schade via Tussenpersoon aan de assuradeur gemeld. Uit de
schademelding blijkt dat de tegenpartij de schade heeft veroorzaakt.

2.7 Bij brief van 14 januari 2013 heeft een curator Voogd & Voogd Verzekeringen
kenbaar gemaakt dat de rechtbank Zwolle Lelystad op 18 december 2012 het
faillissement van de echtgenoot had uitgesproken. De curator verzocht de assuradeur
een eventuele vergoeding voortvloeiend uit de claim op de autoverzekering over te
maken naar de boedelrekening. De curator heeft Tussenpersoon reeds bij brief van
2 januari 2013 in kennis gesteld van het faillissement van de echtgenoot.

2.8 De assuradeur heeft de curator op 22 januari 2013 medegedeeld dat als afwikkeling
van de claim als gevolg van de aanrijding op 15 december 2012 een bedrag van
€ 2.129,73 op de boedelrekening zou worden overgemaakt. Bij e-mailbericht van
23 januari 2013 (14.36 uur) heeft Tussenpersoon de echtgenoot hiervan in kennis
gesteld. De echtgenoot maakte op dezelfde dag om 14.58 uur zijn ongenoegen
hierover aan Tussenpersoon kenbaar en stelde dat het schadebedrag op zijn rekening
diende te worden overgemaakt.
Tussenpersoon wees dit verzoek af onder verwijzing naar het bericht van de curator alsmede het feit dat de echtgenoot op de polis als verzekeringnemer stond vermeld. De echtgenoot heeft als reactie hierop om 15.44 uur Tussenpersoon verzocht de polis op naam van Consument te zetten. De assuradeur heeft conform dit verzoek gehandeld en de wijziging per 8 februari 2013 laten ingaan.

2.9 Op 29 juli 2013 heeft Consument bij Tussenpersoon een schade gemeld. Als gevolg
van onweer is schade aan een parasol, een droogrek en een zonnescherm ontstaan.
Op verzoek van de curator is het schadebedrag van in totaal € 1.589,95 op de
boedelrekening overgemaakt.

2.10 Consument constateerde dat de opstalverzekering nog op naam van haar echtgenoot
stond en verzocht Tussenpersoon bij e-mailbericht van 27 augustus 2013 om alle
verzekeringen op haar naam te zetten. Tussenpersoon heeft op 29 augustus 2013
bevestigd dat alle verzekeringen op naam van Consument zijn gezet. Consument
wenste evenwel dat het uitgekeerde bedrag aan haar zou worden overgemaakt.
Tussenpersoon wees Consument erop dat de polis op de schadedatum nog op naam
stond van haar in staat van faillissement verkerende echtgenoot.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Tussenpersoon de eerder op de boedelrekening
overgemaakte bedragen, volgens Consument een totaalbedrag van € 8.950,00, aan
haar uitkeert.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag.
Tussenpersoon is in de op hem rustende zorgplicht tekortgeschoten door de
tenaamstelling van de opstal- en de autoverzekering zonder toestemming van
Consument aan te passen. Beide verzekerde objecten zijn namelijk eigendom van
Consument, terwijl zij tevens de verschuldigde verzekeringspremies heeft betaald.
Consument heeft het motorrijtuig in 2012 laten taxeren. In het taxatierapport van
17 september 2012 is duidelijk vermeld dat de taxatie is uitgevoerd in opdracht van
Consument. Daarnaast staat in het overgelegde kentekenbewijs van
22 november 2013 dat het verzekerde motorrijtuig op naam van Consument geregistreerd stond. De woning stond al sinds 2002 op naam van Consument. De verzekering had derhalve op haar naam moeten blijven staan, tenzij zij zelf expliciet toestemming tot wijziging had gegeven.

Verweer van Tussenpersoon
3.3 Tussenpersoon heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• De echtgenoot van Consument is vanaf de ingangsdatum de verzekeringnemer van de polissen geweest. Naar aanleiding van de uitkeringen van verschillende schades aan de curator heeft de echtgenoot van Consument Tussenpersoon verzocht de polissen op naam van Consument te zetten.

4. Beoordeling

4.1 De assurantietussenpersoon is op grond van artikel 7:401 Burgerlijk Wetboek
tegenover zijn opdrachtgever verplicht bij zijn werkzaamheden de zorg te betrachten
die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon
verwacht mag worden. Het is zijn taak te waken voor de belangen van de
verzekeringnemer bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. De
Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of de Tussenpersoon jegens Consument is
tekortgeschoten in de nakoming van zijn zorgplicht.

Autoverzekering
4.2 Vast staat dat de echtgenoot de autoverzekering heeft gesloten. Op het
aanvraagformulier staat zijn naam bij het kopje ‘gegevens verzekeringnemer
(aanvrager)’. Ook is de vraag of de aanvrager de eigenaar is met ‘ja’ beantwoord.
Tussenpersoon mocht uitgaan van de juistheid van de verstrekte gegevens. Dit geldt
te meer nu Consument na het verstrekken van het polisblad en de groene kaart
nimmer contact met Tussenpersoon heeft opgenomen in verband met een eventuele
fout op het polisblad. Voor wat betreft het taxatierapport heeft Tussenpersoon
tijdens de zitting erkend dat deze het stuk heeft doorgestuurd aan de assuradeur
zonder de inhoud ervan te hebben bestudeerd. De Commissie is van oordeel dat
enkel op basis hiervan niet kan worden geconcludeerd dat Tussenpersoon jegens
Consument is tekortgeschoten. Nog afgezien ervan dat het taxatierapport na de
aanvraag van de autoverzekering is opgesteld, ontslaat het Consument niet van haar
mededelingsplicht. Voor zover Consument van mening is dat Tussenpersoon zonder
haar toestemming de tenaamstelling van de autoverzekering heeft gewijzigd, heeft zij
haar stelling onvoldoende onderbouwd. Pas op 23 januari 2013 heeft de echtgenoot
Tussenpersoon namelijk verzocht de autoverzekering op naam van Consument te
zetten. Consument en haar echtgenoot hebben Tussenpersoon niet eerder
medegedeeld dat de verzekering eerder op naam van Consument stond dan wel had
moeten staan. Voor wat betreft de door Consument gestelde schade nog het
volgende. Op het klachtformulier heeft Consument een tweetal bedragen genoemd
die verband houden met autoschades, namelijk € 5.000,00 en € 2.200,00. Consument
heeft het eerstgenoemde bedrag onvoldoende onderbouwd. Ook in de brief van de
advocaat van Consument aan het Klachteninstituut van 1 september 2015 wordt
enkel gesproken over de uitkering van € 2.129,00 (ongeval van december 2012) en
de vergoeding van € 1.589,95 uit hoofde van de opstalverzekering.

Opstalverzekering
4.3 Hoewel de opstalverzekering in 2002 op naam van Consument stond, heeft de
echtgenoot bij het oversluiten van de verzekering in 2006 en vijf jaar later in 2011 de
herbouwwaardemeter en de inboedelwaardemeter ingevuld en ondertekend. Van
belang daarbij is dat de verzekering in 2002 via een andere assurantietussenpersoon
was gesloten. Op de verstrekte polisbladen is de echtgenoot als verzekeringnemer
vermeld. Ook bij deze verzekering geldt dat Consument Tussenpersoon nimmer
heeft gewezen op een eventuele onjuistheid op het polisblad. Tussenpersoon mocht
derhalve uitgaan van de juistheid van de door de echtgenoot verstrekte gegevens en
hetgeen op de polisbladen is vermeld. Op 23 januari 2013 heeft de echtgenoot
Tussenpersoon verzocht de autoverzekering naar aanleiding van de schade van
december 2012 op naam van Consument te zetten. Over een aanpassing van de
opstalverzekering is niet gesproken. Consument heeft Tussenpersoon pas bij
e-mailbericht van 27 augustus 2013, aldus na de schade als gevolg van onweer,
verzocht de verzekering op haar naam te zetten.

4.4 Het voorgaande leidt de Commissie tot de conclusie dat niet is komen vast te staan
dat Tussenpersoon jegens Consument in zijn zorgplicht is tekortgeschoten. De
vordering dient derhalve te worden afgewezen.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak