Mijn Kifid

Uitspraak 2016-483 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-483
(mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Klacht ontvangen op : 14 februari 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : Europeesche Verzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Utrecht,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 11 oktober 2016
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Verzekering golfuitrusting. De auto met daarin de golfuitrusting is weggenomen. Consument heeft een beroep op zijn verzekering gedaan voor verlies van zijn golfuitrusting. Verzekeraar heeft de claim afgewezen op basis van de verzekeringsvoorwaarden dat geen uitkering wordt verleend voor schade die (in)direct verband houdt met inbeslagneming. De Commissie is van oordeel dat op basis van de echtscheidingsbeschikking aannemelijk is dat het beslag geen betekenis meer heeft. Verzekeraar heeft de omvang van de vordering niet betwist zodat deze wordt toegewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• Het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage;
• Het verweerschrift van Verzekeraar d.d. 24 maart 2016;
• De repliek van Consument d.d. 26 april 2016;
• De dupliek van Verzekeraar d.d. 13 juni 2016;
• De reactie van Consument d.d. 7 juli en 24 augustus 2016.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

1.1 Consument heeft bij Verzekeraar een Golfuitrustingverzekering gesloten (polisnummer [..nummer..]). Consument is voor zijn golfuitrusting voor een bedrag tot
€ 2.500,- verzekerd. In de toepasselijke Algemene Voorwaarden Golfverzekering Golf 2002 is (hierna: de voorwaarden) – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:

6 Dekking
Golfuitrusting
6.1 Verzekerd is de schade aan of verlies van de golfuitrusting door elke onzekere gebeurtenis.
[…]

7 Uitsluitingen
Algemeen
[…]
7.2 Geen uitkering wordt verleend voor gebeurtenissen:
7.2.1 die (in)direct verband houden met
[…]
– inbeslagneming en verbeurdverklaring.
[…]

Golfuitrusting/kleding
[…]
7.6 Geen uitkering wordt verleend als verzekerde ter voorkoming van verlies, diefstal of beschadiging van de golfuitrusting:
7.6.1 niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen
7.6.2 bovendien onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid betere maatregelen had kunnen treffen. Als betere maatregel ter voorkoming van diefstal uit een vervoermiddel geldt in ieder geval dat de golfuitrusting:
– wordt opgeborgen in de afzonderlijk afgesloten kofferruimte in een personenauto danwel in de met een hoedenplank, rolhoes of andere daarmee gelijk te stellen deugdelijke voorziening afgedekte koffer/-laadruimte in een personenauto met derde of vijfde deur, waaronder mede begrepen een stationcar
– wordt opgeborgen in het interieur van een kampeerauto, bestelbus/-auto of caravan, dat aan het zicht van buitenaf onttrokken is door een aangebrachte deugdelijke voorziening
– anders dan tijdens een korte stop gedurende een reis vanuit en naar de vaste woonplaats niet in het vervoermiddel wordt achtergelaten.
[…]

8 Verplichtingen bij schade
Algemeen
8.1 Verzekerde of belanghebbende is verplicht:
8.1.1 al het redelijkerwijs mogelijke te doen ter voorkoming, vermindering of beperking van schade
[…]

1.2 Consument heeft een auto met kentekennummer [..X..] (verder te noemen: de auto) gekocht. De auto is op naam van de ex-echtgenote van Consument geregistreerd.

1.3 Na toestemming van de voorzieningenrechter heeft de ex-echtgenote op 13 juni 2014 maritaal beslag laten leggen op de auto.

1.4 Bij beschikking van 20 augustus 2014 heeft de rechter de echtscheiding uitgesproken, waarna de echtscheiding op 6 februari 2015 bij de burgerlijke stand is ingeschreven.

1.5 In de nacht van 10 op 11 november 2015 is de auto – die tijdelijk in het bezit was van Consument – met daarin de golfuitrusting van Consument weggenomen. De auto is
na 11 november 2015 doorverkocht. De golfuitrusting is hierna niet meer in het bezit van Consument geraakt.

1.6 Op 11 november 2015 heeft Consument bij de politie aangifte gedaan.

1.7 Consument heeft bij Verzekeraar een schadeclaim ingediend. Verzekeraar heeft per brief d.d. 9 december 2015 de schadeclaim afgewezen omdat de schade volgens Verzekeraar (in)direct verband houdt met inbeslagneming.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert schadevergoeding van € 2174,42.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit de Golfuitrustingverzekering. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Verzekeraar beroept zich er ten onrechte op dat het verlies van de golfuitrusting (in)direct het gevolg is van beslaglegging en dat dekking derhalve is uitgesloten. Op het moment dat de auto is weggenomen lag er geen beslag op de auto. Dit beslag was reeds geëindigd. Voor beëindiging van maritaal beslag bestaat geen vormvereiste. Een simpele handeling of mededeling is voldoende. Het beslag eindigde op het moment dat de rechter de echtscheiding heeft uitgesproken en daarmee is een einde aan het beslag gekomen. Het beslag eindigde tevens door de mededeling van de advocaat van de ex-echtgenote. De advocaat van de ex-echtgenote heeft verklaard dat het beslag niet meer bestond op het moment dat de auto is weggenomen omdat er in de echtscheidingsprocedure geen verdeling is verzocht. Volgens deze advocaat heeft de ex-echtgenote de auto, die haar eigendom was, gerevindiceerd.
• Subsidiair geldt dat er geen sprake was van maritaal beslag omdat maritaal beslag niet gelegd kon worden. Maritaal beslag kan alleen op goederen worden gelegd die behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap. Consument en zijn ex-echtgenote zijn met uitsluiting van iedere gemeenschap getrouwd geweest. Derhalve waren er geen tot de gemeenschap behorende goederen waar beslag op kon worden gelegd. Het maritaal beslag kon dan ook geen doel treffen. Voor zover er op de auto maritaal beslag lag op het moment dat deze is weggenomen, was dit beslag nietig.
De nietigheid van het beslag vloeit voort uit de overschrijding van de termijn waarbinnen het beslag diende te worden gelegd en betekend. Hier komt bij dat er geen enkele rechtelijke uitspraak over het mariaal beslag is gedaan.
• De stelling van Verzekeraar dat de ex-echtgenote gerechtigd was de auto mee te nemen zodat er geen sprake is van diefstal, is overigens onjuist.
• Consument is zorgvuldig geweest ten aanzien van de golfuitrusting. Op de avond dat de auto is weggenomen lag de golfuitrusting in de dichte en automatisch afgesloten kofferbak. Daarnaast stond de auto geparkeerd op privéterrein waarbij de parkeerplaats vanaf de openbare weg niet zichtbaar was.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft de stelling van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De vordering van Consument zal worden beoordeeld op basis van de tussen partijen gesloten overeenkomst betreffende de Golfuitrustingverzekering en de op die verzekering toepasselijke voorwaarden.

4.2 Volgens artikel 6.1 van de voorwaarden is de schade aan of verlies van de golfuitrusting gedekt door elke onzekere gebeurtenis. Voor dekking is derhalve niet van belang, anders dan Verzekeraar heeft aangevoerd, of vaststaat dat de auto is gestolen. Doordat de auto met daarin de golfuitrusting in de nacht van 10 op 11 november 2015 is weggenomen, heeft Consument de golfuitrusting verloren.

4.3 Vervolgens heeft Verzekeraar een beroep gedaan op uitsluiting in artikel 7.2.1 van de voorwaarden. Verzekeraar heeft hiervoor aangevoerd dat er beslag op de auto lag toen deze werd weggenomen. De Commissie stelt vast dat – ingevolge de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering – het aan Verzekeraar is om concrete feiten te stellen, en bij gemotiveerde betwisting ook te bewijzen, waaruit volgt dat in het onderhavige geval sprake is van een gebeurtenis die (in)direct het gevolg is van inbeslagneming. De Commissie stelt vast dat de echtscheiding is uitgesproken voordat de auto werd weggenomen. Uit de echtscheidingsbeschikking komt niet naar voren dat het beslag dat op de auto lag gedurende de echtscheidingsprocedure is gecontinueerd. De Commissie acht het aannemelijk dat na het uitspreken van de echtscheiding geen verdeling van goederen uit de huwelijkse gemeenschap is gevraagd zodat het maritaal beslag geen betekenis meer heeft. Verzekeraar heeft het tegendeel ook niet met concrete feiten onderbouwd. Aan het beroep van Verzekeraar op de uitsluitingsgrond van artikel 7.2.1 van de voorwaarden wordt dus voorbijgegaan.

4.4 Verder heeft Verzekeraar met een beroep op artikel 7.6 en 8.1.1 van de voorwaarden aangevoerd dat aan Consument geen dekking hoeft te worden verleend. Verzekeraar heeft ter onderbouwing van zijn beroep op deze artikelen aangevoerd dat Consument door het maritaal beslag had kunnen weten dat zijn ex-echtgenote koerste op verdeling van de goederen, waaronder de auto. Volgens Verzekeraar heeft Consument gedurende de periode dat hij de auto onder zich hield, alle tijd gehad om een betere plek te vinden voor zijn golfuitrusting dan de auto van zijn ex-echtgenote. De Commissie overweegt dat niet is betwist dat Consument het bezit van de auto had op het moment dat deze is weggenomen. Van enige verdeling van goederen uit de huwelijkse gemeenschap is niet gebleken, noch is gebleken dat de ex-echtgenote het bezit van de auto heeft gevorderd. Hierdoor behoefde Consument niet te verwachten dat de auto zonder zijn instemming of medeweten in de nacht van 10 tot 11 november 2015, zou worden meegenomen. Consument heeft aangevoerd dat hij ten aanzien van de auto met daarin de golfuitrusting zorgvuldig heeft gehandeld door de auto op een plaats te parkeren waar deze vanaf de openbare weg niet zichtbaar was. Daarnaast heeft Consument de golfuitrusting in een afgesloten kofferbak opgeborgen waardoor hij volgens artikel 7.6 van de voorwaarden juist een ‘betere maatregel’ heeft getroffen ter voorkoming van diefstal. Uit het bovenstaande volgt de conclusie dat moet worden aangenomen dat Consument zijn verplichtingen genoemd in artikelen 7.6 en 8.1.1 van de voorwaarden is nagekomen.

4.5 De Commissie oordeelt dat de vordering van Consument ten aanzien van de nakoming door Verzekeraar van de verplichtingen uit de Golfuitrustingverzekering moeten worden toegewezen. Consument heeft zijn gevorderde schade gespecificeerd. Verzekeraar heeft deze specificatie niet weersproken waardoor de door Consument gevorderde schade
van € 2174,42 moet worden vergoed.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat Verzekeraar binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van € 2174,42.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak