Mijn Kifid

Uitspraak 2017-007 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-007
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Klacht ontvangen op : 29 april 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 3 januari 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument was door de curator in het faillissement van een commanditaire vennootschap in hoedanigheid van voormalig vennoot van deze onderneming aansprakelijk gesteld voor de schulden. Consument had geld verstrekt aan de beherend vennoot. Hij was vennoot geweest, maar na korte tijd (twee weken) uitgetreden omdat er schulden waren waarvan hij niet op de hoogte was gesteld. Verzekeraar heeft het verzoek om rechtsbijstand afgewezen, omdat de verzekering alleen dekking biedt voor particuliere activiteiten en niet voor de uitoefening van een beroep of bedrijf. De Commissie is van oordeel dat in voldoende mate is komen vast te staan dat het conflict waarvoor Consument een beroep op zijn rechtsbijstandverzekering heeft gedaan verband houdt met de hoedanigheid van Consument als vennoot van de onderneming en daarmee met de uitoefening van een bedrijf. De omstandigheid dat Consument vanuit zijn privévermogen een bedrag had geleend aan de medevennoot doet daar niet aan af.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
• Het door de gemachtigde van Consument ingediende klachtformulier;
• De brief van de gemachtigde van Consument d.d. 9 mei 2016 met bijlagen;
• Het verweerschrift van Verzekeraar d.d. 18 juli 2016;
• De repliek van de gemachtigde van Consument d.d. 3 oktober 2016;
• De verklaring van Consument met diens keuze voor bindend advies d.d. 9 november 2016.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies en dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. De gemachtigde van Consument heeft ook diens voorkeur voor deze wijze van afhandeling van de klacht kenbaar gemaakt.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Consument heeft bij Verzekeraar een rechtsbijstandverzekering gesloten. Hij heeft op
29 maart 2016 een verzoek om rechtsbijstand ingediend, omdat hij door de curator in het faillissement van de commanditaire vennootschap X in hoedanigheid van voormalig vennoot van deze onderneming aansprakelijk werd gesteld voor de schulden. Consument had geld verstrekt aan de beherend vennoot.
Bij de telefonische melding van het juridisch conflict aan Verzekeraar heeft Consument meegedeeld, dat hij vennoot was geweest bij de onderneming X en na korte tijd (twee weken) was uitgetreden omdat er schulden waren waarvan hij niet op de hoogte was gesteld.

2.2 Verzekeraar heeft het verzoek om rechtsbijstand afgewezen, omdat Consument alleen dekking heeft voor zijn particuliere activiteiten en niet voor de uitoefening van een beroep of bedrijf of de verwerving van inkomsten buiten regelmatige loondienst (artikel 2 van de verzekeringsvoorwaarden).

2.3 In de Bijzondere polisvoorwaarden (05/06) van de rechtsbijstandverzekering voor particulieren van Consument is, voor zover van belang, het volgende bepaald:

Artikel 2 De verzekerde activiteiten
Als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van zijn particuliere activiteiten, heeft hij aanspraak op adviesservice en op rechtsbijstand, tenzij die aanspraak verband houdt met de uitoefening van een vrij beroep of een bedrijf of de verwerving van inkomsten buiten regelmatige loondienst.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar alsnog dekking verleent voor het gemelde rechts-probleem.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag.
Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst van rechtsbijstandverzekering en is aansprakelijk voor de gevolgen daarvan. Consument voert hiertoe het volgende aan.
• De gelden waren door Consument in privé, vanuit zijn privévermogen, en als vriendendienst jegens de beherend vennoot verstrekt.
• Consument heeft nimmer (beheers)activiteiten ontplooid voor de vennootschap of anderszins werkzaamheden hiervoor verricht. Hij was daarmee uitsluitend aan te merken als geldlener.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Consument is volgens het Handelsregister op 15 oktober 2014 toegetreden als vennoot bij X. Op 30 oktober 2014 trad hij weer uit die functie. De curator houdt Consument hoofdelijk verantwoordelijk voor de schulden van de vennootschap die zijn ontstaan vóór 31 oktober 2014.

• Consument heeft een op 4 januari 2014 gedateerde en ondertekende geldleningsovereenkomst overgelegd, waaruit blijkt dat hij een krediet aan de beherend vennoot van onderneming X ter beschikking had gesteld. De lening was bedoeld voor privéschulden van de kredietnemer.
Er was een rentevergoeding overeengekomen van 2,5% per jaar over het totaal uitstaande saldo. De hoofdsom zou in jaarlijkse termijnen van minimaal 10% van de hoofdsom moeten worden terugbetaald, ingaande 1 januari 2014.
• Consument wordt door de curator aangesproken als gewezen vennoot. Die vordering leidde tot het verzoek om rechtsbijstand. Dit geschil houdt geen verband met de particuliere hoedanigheid van Consument, maar met de uitoefening van een bedrijf. Voor een dergelijk geschil biedt de rechtsbijstand-verzekering van Consument geen dekking.

4. Beoordeling

4.1 De klacht zal primair beoordeeld moeten worden op basis van de van toepassing
zijnde verzekeringsvoorwaarden van de rechtsbijstandverzekering van Consument. Daarbij komt de vraag aan de orde of het conflict waarvoor Consument een verzoek om rechtsbijstand heeft ingediend, is ontstaan bij het uitoefenen van zijn particuliere activiteiten dan wel of dit conflict verband houdt met de uitoefening van een bedrijf of de verwerving van inkomsten buiten regelmatige loondienst.

4.2 Uit de overgelegde stukken, waaronder het uittreksel uit het Handelsregister, blijkt dat Consument in de periode 15 oktober 2014 tot en met 30 oktober 2014 was ingeschreven als vennoot van de onderneming X. Hij heeft dit bij de melding van het conflict bij Verzekeraar ook meegedeeld. De curator heeft Consument in die hoedanigheid hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schulden van de vennootschap die zijn ontstaan vóór
31 oktober 2014.

4.3 De Commissie is van oordeel dat hiermee in voldoende mate is komen vast te staan dat het conflict waarvoor Consument een beroep op zijn rechtsbijstandverzekering heeft gedaan verband houdt met de hoedanigheid van Consument als vennoot van de onderneming X en daarmee met de uitoefening van een bedrijf. De omstandigheid dat Consument vanuit zijn privévermogen een bedrag had geleend aan de medevennoot doet daar niet aan af.

4.4 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, wordt de vordering van Consument
afgewezen. Al hetgeen partijen verder nog hebben gesteld, kan niet tot een andere beslissing leiden en zal derhalve onbesproken blijven

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak