Mijn Kifid

Uitspraak 2017-046 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening

Klacht ontvangen op : 6 juli 2015
Ingediend door : Mevrouw S. Wahby, wonende in Egypte, verder te noemen Consument
Tegen : Bank Insinger de Beaufort N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Datum uitspraak : 12 januari 2017
Dossiernummer : 15.02863
Aard uitspraak : Bindend advies

1. Procesverloop
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• de klachtbrief van Consument met bijlagen;
• het verweerschrift van de Bank met bijlagen;
• de repliek van Consument met bijlagen;
• de dupliek van de Bank;
• De email van Consument met haar keuze voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 14 oktober 2016. Daar zijn verschenen:

Consument in persoon.

namens de Bank:
• De heer mr. M. Staring, hoofd juridische zaken;
• Mevrouw mr. D. Geelen, bedrijfsjurist

2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Tussen Consument en haar toenmalige partner onder hoofdelijke aansprakelijkheid enerzijds en de Bank anderzijds is na ondertekening van een offerte van 4 oktober 2007 een overeenkomst van hypothecaire geldlening gesloten ten bedrage van de tegenwaarde in Zwitserse Frank (CHF) van een bedrag van 600.000 Britse Ponden (GBP). Bij opname van de leensom bedroeg die tegenwaarde 1.358.400,00 CHF. Bij het sluiten van de overeenkomst is een recht van hypotheek bedongen tot een bedrag van 730.000 GBP op de woning van Consument en haar toenmalige echtgenoot.

2.2 In de overeenkomst staat onder meer opgenomen:

“The loan will be administered under (sub)account number 27.02.86.918(01).”

(…)

By signing this agreement you confirm to be aware that the loan will be granted in Swiss Francs and that price fluctuation between Pounds Sterling and Swiss Francs may occur during the term of the loan. You also confirm to be aware of the risks of a loan granted in another currency than Pounds Sterling.

(…)

This agreement shall be governed by the laws of The Netherlands and the parties hereto hereby submit to the non-exclusive jurisdiction of the competent court in Amsterdam”

2.3 Artikel 13.3 van de toepasselijke algemene voorwaarden, de ‘General Conditions’ bepaalt:

“Each Client agrees that a communication from the Bank to one of the Clients should be considered as a communication to all Clients. Each Client is authorized to make communications to the Bank on behalf of the other Clients.”

2.4 Consument en haar voormalige partner zijn gescheiden. De Bank heeft de rekeningafschriften en andere correspondentie ten aanzien van de lening vanaf aanvang van de overeenkomst alleen geadresseerd aan de voormalige partner op het adres van het onderpand.
2.5 Blijkens een afschrift van 10 september 2015 betrof debetstand CHF 1.358.400,- en de tegenwaarde in EURO daarvan op dat moment € 1.247.039,38.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat de Bank wordt verboden om haar uit hoofde van de overeenkomst van geldlening voor een hoger bedrag aan te spreken dan GBP 600.000,-

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. De Bank is tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens Consument. Enerzijds door na te laten haar vooraf te informeren over en te waarschuwen voor het valutarisico dat aan de geldlening verbonden was. Anderzijds door haar gedurende de looptijd niet te informeren over de ontwikkeling van de (fictieve) hoofdsom in GBP.
3.3 Consument stelt dat zij slechts heeft getekend voor een lening van GBP 600.000 en een hypotheekrecht tot GBP 730.000. Voor iedere overschrijding van deze bedragen zou Consument naar Engels recht moeten instemmen. De Bank heeft haar niet gewezen op het feit dat voor deze geldlening een andere regeling gold.
3.4 De Bank wist volgens Consument dat zij en haar partner bij aanvang van de overeenkomst al doende waren van elkaar te scheiden en dat het de bedoeling was dat de lening maar voor een korte periode in CHF zou worden aangegaan. Door Consument vervolgens nimmer meer op de hoogte te houden, door haar niet te waarschuwen toen de waarde van de CHF ten opzichte van GBP steeg en door evenmin iets te laten weten op het moment dat de hoofdsom de bedragen van GBP 600.000 en GBP 730.000 overschreed, heeft de Bank Consument de mogelijkheid ontnomen om tijdig in te grijpen en de valuta van de lening te wijzigen in GBP.

Verweer van de Bank
3.5 De Bank heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling
4.1 De Commissie overweegt allereerst dat, hoewel Consument stelt niet expliciet door de Bank te zijn gewezen op de risico’s van de geldlening in kwestie, zij bij repliek eveneens stelt bewust te hebben gekozen voor deze lening vanwege de lagere rente en lage volatiliteit van de Zwitserse Frank. De bewoordingen van de overeenkomst zijn duidelijk voor wat betreft het feit dat de geldlening in Zwitserse Frank zou worden verstrekt en ter zitting heeft Consument erkend dat zij zich bewust was van de werking van de geldlening en van het valutarisico. De Bank heeft voorts gewezen op de kennis en ervaring van Consument en haar voormalige echtgenoot in de bancaire sector. Onder deze omstandigheden kan Consument de Bank niet met recht het verwijt maken dat zij Consument bij aanvang van de geldlening onvoldoende zou hebben geïnformeerd en/of gewaarschuwd. Consument heeft zich naar het oordeel van de Commissie bewust gebonden aan de verplichtingen uit de overeenkomst en is hoofdelijk aansprakelijk tot nakoming daarvan. Voorts is uitdrukkelijk Nederlands recht op de overeenkomst van toepassing verklaard. Dat sprake zou zijn van een lening voor een korte periode, zoals Consument stelt, blijkt niet uit de overeenkomst, waarin immers een lening voor 30 jaar is overeengekomen.
4.2 De stelling van Consument, dat de Bank haar specifiek had dienen te waarschuwen op het moment dat de tegenwaarde van de uitstaande hoofdsom een bedrag van GBP 600.000 of 730.000 overschreed, kan niet slagen. De Commissie overweegt in dit kader dat het karakter van de geldlening met zich meebrengt dat deze tegenwaarde kan fluctueren en zich, al naar gelang de ontwikkelingen op de valutamarkt, gedurende de looptijd van de overeenkomst zowel onder als boven die bedragen kan bevinden. De tegenwaarde in GBP op een bepaald moment is een momentopname en wordt pas van overwegend belang als de geldlening op korte termijn dient te worden afgelost. Ten slotte had Consument, mede gelet op haar kennis en ervaring, op ieder moment zelf relatief eenvoudig kunnen uitrekenen wat de tegenwaarde in GBP was door de opgenomen hoofdsom in CHF om te rekenen tegen de GBP koers van dat moment.
4.3 Wel slaagt het verwijt van Consument dat de Bank haar niet met bankafschriften op de hoogte heeft gehouden over het verloop van de geldlening. Zoals in de overeenkomst is bepaald, is de lening geadministreerd onder een bepaald rekeningnummer. Dat rekeningnummer stond reeds op naam van de echtgenoot van Consument en is bij het aangaan van de lening niet op beider namen gezet door de Bank. Dat heeft ertoe geleid dat alle afschriften alleen op naam stonden van de voormalige echtgenoot en ook alleen aan hem zijn geadresseerd. Het betoog van Consument komt er op neer dat zij, indien de afschriften aan haar doorgestuurd waren, had kunnen vaststellen dat de lening in CHF ongewijzigd was.
4.4 Hoewel het volgens de voorwaarden ervoor moet worden gehouden dat door de toezending aan één rekeninghouder ook de andere rekeninghouder wordt geacht te zijn geïnformeerd, heeft de Bank ter zitting erkend dat de rekening in kwestie ten onrechte niet op twee namen is gezet dat en om die reden ook de afschriften niet op twee namen stonden. De Commissie sluit niet uit dat de afschriften om die reden ook niet aan Consument zijn doorgestuurd door haar voormalige echtgenoot. Los van hetgeen in de voorwaarden is bepaald heeft een nalaten van de Bank dus mogelijk bijgedragen aan het niet ontvangen van de rekeningafschriften door Consument.
4.5 Deze onvolkomenheid doet echter niet af aan de verplichtingen die Consument uit hoofde van de overeenkomst jegens de Bank heeft. Daar komt bij dat, ook al zou de Bank Consument gedurende de looptijd van de geldlening op de hoogte hebben gehouden van de geldlening, geenszins is vast te stellen of Consument dan maatregelen zou hebben genomen, zoals het omzetten van de valuta. Los van de vraag of zij daartoe eigenhandig had kunnen besluiten, dan kan niet worden vastgesteld of en wanneer een dergelijk besluit zou zijn genomen. Evenmin valt niet uit te sluiten dat de valuta van de lening juist niet is omgezet in de hoop dat de koers van de GBP ten opzichte van de CHF zich weer zou herstellen.
4.6 De Commissie concludeert dat, hoewel de informatievoorziening van de Bank gedurende de looptijd van de geldlening niet naar behoren is geweest, niet is komen vast te staan dat dit heeft geleid tot schade aan de zijde van Consument. Voor de stellingen van Consument in het kader van de schending van de zorgplicht biedt het dossier verder geen steun. Er bestaat daarom geen aanleiding om de aansprakelijkheid van Consument voor de nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst van geldlening te beperken. De vordering wordt daarom afgewezen.

5. Beslissing
De Commissie wijst de vordering af.

Deze beslissing is vastgesteld op 10 januari 2017 en genomen door mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. C.E. Polak, terwijl mr. P.G. Salvadori als secretaris fungeerde.

R.J. Paris, voorzitter P.G. Salvadori, secretaris


In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak