Mijn Kifid

Uitspraak 2017-382 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2017-382
(mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M.J.M. Fennis, secretaris)

Klacht ontvangen op : 29 maart 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Datum uitspraak : 15 juni 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument vordert van de bank dat de tenaamstelling van rekeningen wordt gewijzigd en schadevergoeding. De Commissie is van oordeel dat de Bank, alhoewel zij verwijtbaar heeft gehandeld, al het redelijke heeft gedaan om aan de klacht van Consument tegemoet te komen en dat Consument bij zijn vordering geen gerechtvaardigd belang meer heeft.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument ingediende klachtformulier;
• de aanvullende klachtbrief van Consument;
• het verweer van de Bank;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van de Bank;
• de reactie van Consument.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
2.1 Consument bankiert bij de Bank. Tezamen met zijn ex-echtgenote hield hij een effectenrekening met nummer [ X] aan bij de Bank. Voorts hield hij met zijn ex-echtgenote een bankrekening met nummer [Y] aan. Een bankrekening met nummer 3368.29.086, hierna “rekening-086”, staat op naam van de ex-echtgenote.

2.2 Consument en zijn ex-echtgenote zijn gescheiden. Consument heeft een kopie van de beschikking van de rechtbank Den Haag van 7 mei 2016 overgelegd ten aanzien van de verdeling van de huwelijksgemeenschap. In de beschikking zijn de onder 2.1 genoemde rekeningen aan Consument toegedeeld. In de beschikking van het gerechtshof van 23 maart 2016 is de toedeling van de rekeningen bekrachtigd.

2.3 Consument heeft de Bank verzocht de rekeningen op zijn naam te zetten.
2.4 De Bank stelt zich op het standpunt dat zij dat niet zelfstandig kan doen aangezien de ex- echtgenote weigerde medewerking te verlenen.

2.5 Later, tijdens de procedure bij Kifid, heeft de ex-echtgenote haar medewerking wel verleend. De Bank heeft voor het op naam van Consument zetten van de rekeningen formulieren opgemaakt en die aan Consument toegezonden. Consument heeft voor wat betreft de rekeningen met nummer [X] en [Y] de formulieren ondertekend en aan de Bank toegezonden.

2.6 Voor wat betreft rekening-086 heeft Consument dat geweigerd en de rekening staat nog op naam van de ex-echtgenote.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert medewerking van de Bank en vordert dat de Bank duidelijkheid verschaft over hoe rekening-086 op naam van zijn ex-echtgenote is komen te staan voordat hij de formulieren ondertekent

3.2 Consument vordert tevens een schadevergoeding van €16.591,- omdat hij als gevolg van de onjuiste tenaamstelling niet over de rekeningen heeft kunnen beschikken.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.3 Consument stelt dat hij nimmer opdracht heeft gegeven tot wijziging van de tenaamstelling van rekening-086 op naam van zijn ex-echtgenote. De Bank heeft valsheid in geschrifte gepleegd en hij kan niet akkoord gaan met de voorgestelde handelswijze.

Verweer van de Bank
3.4 De Bank heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De Bank stelt dat de tussen de voormalige echtelieden gewezen beschikking geen verplichtingen aan de Bank oplegt en slechts tussen partijen geldt. Voor wat betreft de gezamenlijke effecten- en bankrekening is er sprake van een drie-partijen overeenkomst. Indien de rekeningen uitsluitend op naam van Consument dienen te worden gezet, is daar de medewerking van de ex-echtgenote voor vereist. Omdat de ex-echtgenote aanvankelijk weigerde hieraan haar medewerking te verlenen, kon de Bank de rekeningen niet op naam van Consument zetten. Nu evenwel de ex-echtgenote zich toch bereid heeft verklaard haar medewerking te verlenen en de Bank daartoe te benodigde formulieren aan Consument heeft gezonden, heeft Consument geen belang meer bij de klacht.

4.2 De Commissie is van oordeel dat het standpunt van de Bank rechtens juist is. De beschikking van de rechtbank die tussen de voormalige echtelieden is gewezen bindt derden, zoals de Bank, niet.
De beschikking heeft slecht werking tussen de voormalige echtelieden. De Bank heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat de rekeningen slechts met medewerking van beide voormalige echtelieden op naam van Consument kunnen worden gesteld.

4.3 Aangezien de rekeningen [X] en [Y] op naam van Consument zijn gezet, is de klacht van Consument tegemoet gekomen en heeft Consument geen belang meer bij de klacht.

4.4 Ten aanzien van rekening-086 stelt Consument deze eerst op beider naam stonden en hij er nooit mee heeft ingestemd om rekening-086 uitsluitend op naam van zijn ex-echtgenote te zetten. De huidige tenaamstelling is dus onjuist. Nu de Bank weigert aan te tonen hoe de wijziging van de tenaamstelling is tot stand gekomen, wil hij eerst duidelijkheid van de Bank voordat hij de formulieren ondertekent en terugstuurt.

4.5 De Bank kan niet meer achterhalen op welk moment de rekening-086 op naam van de ex-echtgenote is gesteld maar stelt dat de wijziging conform het beleid van de Bank is gegaan en dat dat met akkoord van beide rekeninghouders is gegaan. De Bank kan daar ook geen stukken van overleggen. Bovendien is dit onderwerp in een gesprek in 2013 aan bod geweest en had Consument daar dan eerder over moeten klagen.

4.6 De Commissie is van oordeel dat nu de Bank zich op de gevolgen van haar stellingen beroept, het aan de Bank is om aannemelijk te maken dat Consument akkoord is gegaan met de wijziging van de tenaamstelling van rekening-086 op die van zijn ex-echtgenote. Nu zij daar niet in is geslaagd is dat onderdeel van de klacht van Consument terecht en heeft de Bank verwijtbaar gehandeld. Niettemin kan dat niet leiden tot toewijzing van de vordering dat de Bank moet aantonen hoe de wijziging van de tenaamstelling is gegaan omdat die documenten er eenvoudigweg niet of niet meer zijn.

4.7 Voorts heeft de Bank een praktische oplossing geboden door formulieren aan Consument toe te zenden waarmee de rekening-086 op zijn naam kan worden gezet. Consument weigert medewerking te verlenen. De Commissie is van oordeel dat, ook nadat hem daarom is gevraagd, hij geen redelijk belang aannemelijk heeft gemaakt dat zich tegen zijn medewerking verzet.
4.8 Consument stelt dat hij schade heeft geleden of lijdt omdat hij niet over de rekeningen over de rekeningen heeft kunnen beschikken. Consument heeft evenwel nagelaten deze vordering voldoende te onderbouwen of voldoende aannemelijk te maken. De Commissie wijst de vordering tot schadevergoeding dan ook af.

4.9 Resumerend is de Commissie dan ook van oordeel dat alhoewel de Bank verwijtbaar heeft gehandeld, de Bank wel al het redelijke heeft gedaan om aan de klacht van Consument tegemoet te komen en dat Consument bij zijn vordering geen gerechtvaardigd belang meer heeft.


5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak