Mijn Kifid

Uitspraak 2017-504 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-504
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Klacht ontvangen op : 28 juli 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : Melching Assuradeuren B.V., gevestigd te Drachten,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 31 juli 2017
Aard uitspraak : Bindend

Samenvatting

Consument heeft een autoverzekering bij Verzekeraar. De partner van Consument werd door een motorfiets aangereden tijdens het achteruit inparkeren van de auto van Consument. De verzekeraar van de motorfietser stelt de motorfietser schadeloos onder diens verzekering met volledig cascodekking. Deze verzekeraar spreekt vervolgens de WAM-verzekeraar van Consument aan. Deze WAM-verzekeraar erkent aansprakelijkheid en vergoedt de geclaimde schade omdat de partner van Consument bezig was met een bijzondere verrichting op het moment dat het voertuig door de motorfiets werd aangereden. Consument wordt vervolgens teruggeplaatst op de Bonus-/Malusladder. Consument vordert dat Verzekeraar dit terugdraait. Consument stelt dat er geen sprake is van een schuldschade en dat de motorfietser zelf de verkeersregels heeft geschonden door te hard te rijden. De Commissie oordeelt dat Verzekeraar afgaande op het ingevulde schadeformulier terecht aansprakelijkheid heeft erkend. De partner van Consument had voorrang moeten verlenen aan de motorfiets. Ook de door tegenpartij geclaimde schade is voldoende aannemelijk. Vordering afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier van 28 juli 2016;
• het verweerschrift van Verzekeraar van 23 september 2016;
• de repliek van Consument van 29 september 2016;
• de dupliek van Verzekeraar van 10 oktober 2016.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft per 1 juli 2016 een autoverzekering (hierna ‘de verzekering’) gesloten bij Verzekeraar met WA-dekking een beperkte casco-dekking. Op de verzekering zijn van toepassing de verzekeringsvoorwaarden ‘onna-onna auto december 2015’. Deze voorwaarden bepalen – voor zover relevant:
(…)
“1. De WA-verzekering
Wanneer ben je verzekerd?
Met deze verzekering ben je verzekerd tegen schade die jij hebt veroorzaakt bij een ander.
In de wet staat precies welke schade is verzekerd. Je bent verzekerd in de landen die op de groene kaart staan. Behalve in de landen die zijn doorgestreept.
(…)
Welke schade is verzekerd?
Met deze verzekering ben je verzekerd tegen schade die jij hebt veroorzaakt met je auto bij een ander. Wanneer je deze schade bij ons claimt, krijg je minder korting op jouw verzekering. Je korting blijft hetzelfde als wij de schade van een voetganger of fietser volgens de wet moeten uitbetalen maar jij geen schuld had aan het ongeluk.
(…)
Hoe berekenen wij de premie?
Hoeveel premie je betaalt, hangt af van welke auto je hebt. Ook kijken we naar je woonplaats, je leeftijd en het soort brandstof. En we kijken ook naar het aantal jaren dat je geen schade had. Veranderingen in je situatie moet je binnen 30 dagen aan ons melden. Wij berekenen dan de nieuwe premie.

Vroeger kon je kiezen voor een bonusbeschermer. Nu niet meer. Als je die hebt gekozen,
staat dit op je polis. Wij betalen dan één keer per jaar een schade zonder je premie te verhogen.
(…)
Aantal jaren zonder schade
Heb je een aantal jaren zonder schade gereden? Dan krijg je korting op je verzekering. Hieronder lees je hoeveel korting je krijgt. Ook zie je welke korting je krijgt als je wel een schade rijdt. Bij “Welke schade is verzekerd?” kun je precies zien welk soort schade invloed heeft op jouw korting.

Bij het afsluiten van een verzekering kijkt onna-onna in een landelijk systeem. Dat systeem heet Roy data. Jouw vorige verzekeraar zet hier jouw schadevrije jaren in.

De kortingstrede wordt na 1 verzekeringsjaar
BM-trede Schadevrije jaren korting zonder schade met 1 schade met 2 schaden met 3 schaden
3
20 15 80% 20 13 7 3
19 14 80% 20 12 7 3
18 13 80% 19 11 7 3
17 12 80% 18 10 7 3
16 11 80% 17 9 6 3
15 10 80% 16 8 6 3
14 9 80% 15 7 5 2
13 8 80% 14 6 5 2
12 7 80% 13 5 4 2
11 6 80% 12 5 3 2
10 5 77,5% 11 4 3 2
9 4 75% 10 4 3 2
8 3 72,5% 9 4 3 2
7 2 70% 8 3 2 1
6 1 65% 7 3 2 1
5 0 60% 6 3 2 1
4 -1 50% 5 2 2 1
3 -2 30% 4 2 2 1
2 -3 0% 3 1 1 1
1 -4 -30% 2 1 1 1
(…)
3. De WA-Cascoverzekering
Welke schade is verzekerd?
Met deze verzekering geldt ook de WA-Plusverzekering. Daarnaast ben je met deze verzekering ook verzekerd tegen schade aan je eigen auto die je zelf hebt veroorzaakt. Wanneer je deze schade bij ons claimt, krijg je minder korting op jouw verzekering. Ga je naar een van de herstelbedrijven die bij ons zijn aangesloten? Dan heb je geen eigen risico. Wil je naar een andere garage? Dan betaal je €150,- eigen risico.
Op onna-onna.nl vind je eenvoudig een bij onna-onna aangesloten herstelbedrijf bij jou in de
buurt. Je leest hier ook alle voordelen van herstel bij deze bedrijven.
Je bent verzekerd tegen de volgende schades:
• Schade door botsen, stoten, omslaan, slippen, in water rijden of van de weg af rijden, ook
wanneer dat je eigen schuld is.
• Schade door iedere andere oorzaak. Dat is dus schade die niet komt doordat de auto
kapot is.”

2.2 Op 12 juni 2016 raakte de auto van Consument betrokken bij een aanrijding. De partner van Consument was de auto achteruit aan het inparkeren toen de auto werd aangereden door een bestuurder van een motorfiets (hierna ‘de tegenpartij’). De betrokkenen bij het ongeluk hebben daarna een aanrijdingsformulier ingevuld en ondertekend. Op het aanrijdingsformulier staat de toedracht van het ongeluk als volgt aangekruist en ingevuld:
(…)
Voertuig van Consument
“ging parkeren
was bezig een parkeerplaats, een inrit, een onverharde weg op te rijden
reed achteruit”
(…)
Voertuig van [tegenpartij]
“botste op achterzijde, in dezelfde richting en op dezelfde rijstrook rijdend”
(…)
Zichtbare schade aan voertuig Consument
“Schade aan linkerachterdeur”
(…)
Zichtbare schade aan voertuig [tegenpartij]
“Rechterspiegel zit los”
(…)
Opmerkingen Consument
“Bij het inparkeren was er een botsing met motor”
(…)
Opmerkingen [tegenpartij]
“Ik leunde tegen de voertuig [Consument] aan”
(…)
2.3 Consument heeft dezelfde dag, 12 juni 2016, een ondertekend formulier met schademelding ingediend bij Verzekeraar. Daarin is door Consument onder meer verklaard:
(…)
“Met welke snelheid werd gereden: 5 km per uur
(…)
Wie is naar uw mening aansprakelijk? Waarom meent u dat?
De tegenpartij. Er werd erg langzaam gereden omdat er op zoek was naar een parkeerplek. Op het moment van het vinden van een parkeerplek, kwam de auto tot stilstand. Er was geen zichtbare verkeer op de weg te zien. Zodoende werd het parkeren ingezet. Al was de motor zichtbaar, dan had de motor geen voorrang kunnen krijgen omda het een 1richtingsverkeersweg is waarbij geen doorgang mogelijk is voor het overige verkeer bij fileparkeren.”
(…)
2.4 De tegenpartij heeft eveneens een schademelding ingediend bij zijn verzekeraar. Daarbij heeft hij onder meer ingevuld:
(…)
“Met welke snelheid werd gereden: 50 km per uur
(…)
Wie is naar uw mening aansprakelijk? Waarom meent u dat?
Naar mijn mening is voertuig [Consument] aansprakelijk. Zonder enige richting ineens achteruit proberen te parkeren op ons af”
(…)
2.5 Verzekeraar heeft de schademelding van Consument aangemerkt als schuldschade en de partner van Consument als bestuurder aangemerkt als de veroorzaker van het ongeluk. Er was volgens Verzekeraar sprake van een bijzondere verrichting bestaande uit het achteruit inparkeren. Op basis van artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) heeft Verzekeraar aansprakelijkheid erkend bij de assuradeur van de tegenpartij. De tegenpartij heeft bij Verzekeraar een schadebedrag van € 1.152,53 geclaimd onder verwijzing naar een schaderapport van expertisebureau CED. Volgens deze expert betreft het schade aan de rechter voorzijde van de motorfiets van de derde betrokkene, en te verrichten schadeherstel aan de rechter zijde van de voorvork en spuitwerk.

2.6 Verzekeraar heeft de tegenpartij schadeloos gesteld door vergoeding van het bedrag
van € 1.152,53. Vervolgens heeft Verzekeraar Consument met 1 jaar teruggeplaatst op de bonus-/malusladder naar -4 schadevrijejaren, met een corresponderende totale premie
van € 78,49 incl. BTW per maand (ten opzichte van € 55,19 incl. BTW per maand voor het ongeluk).

2.7 Consument heeft bezwaar ingediend tegen de erkenning van aansprakelijkheid door Verzekeraar alsmede tegen de terugplaatsing van Consument op de bonus-/malusladder. Verzekeraar heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar de toedracht van het ongeluk opnieuw beoordeelt. In dat verband verlangt Consument van Verzekeraar dat deze haar positie op de bonus-/malusladder weer herstelt conform de positie vóór het ongeluk van 12 juni 2016, zulks met vermindering van de premie van de verzekering met € 23,50 per maand.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar dient de verzekering correct na te komen en mag geen mindering op de Consument toekomende premiekorting toepassen, aangezien de partner van Consument het ongeluk niet had veroorzaakt. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• De partner van Consument is niet schuldig aan het ongeluk aangezien hij alle verkeersregels in acht heeft genomen. Op het moment van de bijzondere manoeuvre ten behoeve van het (achteruit) inparkeren was er geen rijdend verkeer zichtbaar op de weg. Het betrof ook een smalle weg zodat het niet mogelijk was om ander verkeer voor te laten gaan voorafgaand aan het inparkeren. Ander verkeer moet derhalve wachten tot de bijzondere manoeuvre is uitgevoerd.
• De partner van Consument stond nagenoeg stil op straat. Het klopt dus niet dat hij achteruit reed, waardoor de tegenpartij moest stoppen. Toen de tegenpartij niet het schadeformulier wilde invullen, werd de politie gebeld. Die wilde niet komen. Pas toen de tegenpartij doorhad dat de partner van Consument een bijzondere manoeuvre verrichtte, was hij wel bereid het schadeformulier in te vullen.
• Tegenpartij heeft op het schadeformulier ingevuld dat hij ‘tegen de auto aanleunde’ van Consument en dat zijn spiegel loszat. Echter, hij is volop met zijn band tegen het achterportier van de auto van Consument aangereden en spreekt hier dus niet de waarheid. Consument heeft een flinke deuk en lakschade opgelopen. Het was zichtbaar dat er met een band tegen het achterportier is aangereden.
• Verzekeraar dient ter plaatse de situatie te bekijken om een juiste beoordeling te maken van de toedracht van het ongeluk. Consument heeft haar auto ook nog beschikbaar voor onderzoek door een schade-expert. Een expert kan dan beoordelen dat met een band tegen de auto is aangereden en niet met een spiegel en handvat, zoals de tegenpartij beweert.
• De tegenpartij reed veel te hard waardoor de partner van Consument hem niet aan kon zien komen. Derhalve heeft hij zich niet als verantwoordelijk weggebruiker gedragen.
• De geclaimde schade staat niet in causaal verband met het ongeluk. Tegenpartij heeft alleen ingevuld dat de spiegel los zat. De partner van Consument heeft ook foto’s gemaakt van de motor, maar er was geen schade.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling
4.1 Het geschil van Consument en Verzekeraar in de onderhavige kwestie ziet op de toedracht van het door Consument gemelde verkeersongeluk in het licht van de verzekeringsvoorwaarden. De tegenpartij die ook betrokken was bij het ongeluk heeft bij de Verzekeraar van Consument schadevergoeding geclaimd voor schade aan de motor van de tegenpartij. Voor de vraag of Verzekeraar Consument terecht terug heeft geplaatst op de bonus-/malusladder, en de premiekorting heeft verlaagd, zijn van belang de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden van de WA-verzekering.

4.2 In deze procedure is niet in discussie de vraag of de dekking van de verzekering zich mede uitstrekt tot de partner van Consument, die in het onderhavige geval aansprakelijk is gesteld voor het veroorzaken van het ongeluk. De Commissie zal derhalve niet ingaan op die vraag en ervan uitgaan dat de dekking van de verzekering mede zag op de partner van Consument als bestuurder van de auto van Consument.

4.3 De verzekering bepaalt dat een verzekerde minder korting krijgt wanneer deze een schade meldt die deze bij een ander heeft veroorzaakt (zie artikel 1, onder het kopje ‘Welke schade is verzekerd?’). De Commissie stelt vast dat een redelijke uitleg van de woorden bij een ander … veroorzaakt meebrengt dat daarmee wordt bedoeld een verkeersschade waarvoor verzekerde op grond van de wettelijke verkeersregels aansprakelijk is. Partijen gaan in deze procedure van diezelfde lezing uit, gezien zij beiden verwijzen naar de verkeersregels. Partijen twisten echter over de relevante feiten in het licht van de wettelijke verkeersregels. De Commissie zal aan de hand van de vaststaande feiten beoordelen of de partner van Consument aansprakelijk kon worden gehouden voor het ongeluk, op basis waarvan Verzekeraar vervolgens gerechtigd was om minder premiekorting toe te passen op de verzekering.

4.4 De Commissie stelt voorop dat Verzekeraar zich ter zake rechtsgevolg inroept, namelijk de toepassing van een lagere premiekorting. Zodoende rust op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in beginsel op Verzekeraar de stelplicht en bewijslast. Verzekeraar zal derhalve moeten stellen en, bij voldoende gemotiveerde betwisting door Consument, bewijzen dat de partner van Consument op grond van de wet aansprakelijk was voor het ongeluk.

4.5 Verzekeraar heeft naar voren gebracht dat het ongeluk is gebeurd op het moment dat de partner van Consument een bijzondere verrichting deed zoals omschreven in artikel 54 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Dit is door Consument erkend. Uit de toepassing van dit artikel volgt dat de partner van Consument al het overige verkeer voor diende te laten gaan (voorrang diende te verlenen). De Commissie merkt in dat verband op dat voorrang verlenen betekent dat overige bestuurders ongehinderd hun weg moeten kunnen vervolgen (artikel 1 RVV 1990). Consument heeft naar voren gebracht dat haar voertuig ten tijde van het ongeluk langzaam achteruit reed hetgeen ook uit het ingevulde schadeformulier blijkt. De Commissie acht daarmee voorshands voldoende aannemelijk dat de partner van Consument het overige verkeer ten tijde van de bijzondere verrichting heeft gehinderd en dat hij derhalve aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade.

4.6 Onder omstandigheden kan een bestuurder ondanks toepassing van artikel 54 RVV 1990 toch niet aansprakelijk zijn, maar daarvoor moet er eerst sprake zijn van dermate bijzondere omstandigheden dat vast komt te staan dat de partner van Consument ten tijde van het ongeluk geen voorrang kon verlenen (bijvoorbeeld het veel te hard rijden door de andere bestuurder. Zie Rb. Amsterdam 15 januari 1997, VR 1997, 209). Consument heeft in dat verband gesteld dat haar partner geen rekening kon houden met overig verkeer omdat de tegenpartij niet zichtbaar was op het moment van het verrichten van de manoeuvre. De tegenpartij reed volgens Consument veel te hard en handelde derhalve zelf onverantwoordelijk.

4.7 Omdat voorshands vast staat dat de partner van Consument aansprakelijk is voor de geleden schade, is het aan Consument om voldoende gemotiveerd te stellen, en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen, dat er sprake is van dergelijke omstandigheden waaruit volgt dat de partner van Consument geen voorrang kon verlenen. De Commissie acht de enkele blote stelling dat de tegenpartij te hard reed en dat de weg smal was onvoldoende. Verzekeraar heeft onder meer het formulier met schademelding van de tegenpartij overgelegd, waarin de tegenpartij zelf heeft verklaard dat hij 50 kilometer per uur reed, dat hij het voertuig van Consument (wel) zag en dat het voertuig van Consument onverwacht achteruit reed. Consument heeft in deze procedure enkel genoemd dat er sprake is van een smal straatje en dat de tegenpartij te hard reed, zonder dat te motiveren met stukken zoals foto´s van de situering ter plaatse, specificatie van de ter plaatse toegestane snelheid, specificaties van de breedte van de weg, aanknopingspunten omtrent de overschrijding van de toegestane snelheid door de tegenpartij, et cetera. De Commissie acht zodoende onvoldoende aangetoond dat de partner van Consument geen voorrang kon verlenen.

4.8 Bovendien overweegt de Commissie, dat gezien de toepasselijkheid van de voorrangsregel van artikel 54 RVV 1990, de bijzondere omstandigheden die Consument zouden kunnen leiden tot een verdeling van schuld van de bij het ongeluk betrokkenen bestuurders. Gezien de op de bestuurder die bijzondere verrichting pleegt rustende plicht tot voorzichtigheid kunnen slechts zeer uitzonderlijke omstandigheden volledig in de weg staan aan diens aansprakelijkheid. Indien de tegenpartij van Consument zich mede onverantwoordelijk heeft gedragen – wat evenwel niet is komen vast te staan – zal dat in de regel leiden tot een gedeelde verantwoordelijkheid en derhalve een percentage eigen schuld (zie artikel 6:101 Burgerlijk Wetboek). In een dergelijk geval zal Verzekeraar alsnog een bonus-/maluscorrectie kunnen toepassen omdat (de partner van) Consument dan nog steeds (mede) het ongeval heeft veroorzaakt.

4.9 De Commissie komt daarom tot de conclusie dat de partner van Consument aansprakelijk is voor het ongeluk. Consument heeft verder nog gesteld dat de door de tegenpartij geclaimde schade niet aannemelijk is. De Commissie is echter van oordeel dat uit moet worden gegaan van de schade zoals deze is vastgesteld door de expert van de assuradeur van de tegenpartij. Consument stelt wel dat ten tijde van het ongeluk geen schade zichtbaar was, maar heeft in deze procedure tevens verklaard dat op haar auto zichtbaar was dat de tegenpartij met een band tegen de auto is aangereden. Dit maakt juist aannemelijk dat de tegenpartij met zijn motor met enige kracht tegen het voertuig van Consument is aangereden.
Consument stelt immers dat zij een flinke deuk heeft in het achterportier van haar auto. Naar ervaringsregels is het dan ook goed voor te stellen dat de voorvork van de motor van de tegenpartij ten gevolge van het ongeluk is ontzet, ondanks dat dit op het blote oog niet zichtbaar was. Een dergelijke lezing wordt ook ondersteund door het expertiserapport van de expert. Nu Consument verder ook geen concrete stellingen heeft aangevoerd waarom het expertiserapport desondanks een onjuiste weergave geeft, gaat de Commissie uit van de juistheid van de vastgestelde schade.

4.10 Consument heeft ten slotte in deze procedure nog gevorderd dat Verzekeraar wordt verplicht om ter plaatse van het ongeluk nader onderzoek te verrichten en een expertiseonderzoek te laten verrichten aan de auto van Consument. Uit de stellingen van Consument kan echter niet worden afgeleid wat daarmee, in het licht van het vorenstaande, nog zou kunnen worden vastgesteld in het voordeel van Consument. De Commissie kan niet opmaken in hoeverre daarmee (nog) zou kunnen worden achterhaald dat de partner van Consument ten tijde van het ongeluk geen rekening kon houden met de tegenpartij.

4.11 De Commissie komt daarom tot de conclusie dat voldoende aannemelijk is geworden dat de partner van Consument het ongeluk heeft veroorzaakt. Dit betekent dat Verzekeraar op goede gronden de tegenpartij schadeloos heeft gesteld en overeenkomstig, op grond van de verzekering, een vermindering van de premiekorting heeft toegepast.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vorderingen af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak