Mijn Kifid

Uitspraak 2017-513

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-513
(mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Klacht ontvangen op : 13 juli 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : ABN AMRO Schadeverzekering N.V., gevestigd te Zwolle,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 4 augustus 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Consument heeft een beroep op zijn woonhuisverzekering gedaan voor schade aan de vloer van zijn woning. De schade bestaat uit degeneratie van de begane grondvloer die is veroorzaakt door een kelderzwam. De verzekering biedt alleen dekking als de schade het gevolg is van een gebeurtenis die zich tijdens de looptijd van de verzekering heeft voorgedaan. De Commissie stelt vast dat in deze omschrijving van de dekking in artikel 1.A van de voorwaarden geen criterium voor het causaal verband tussen de schade en de gebeurtenis is gegeven. Dit brengt mee dat de gebeurtenis de dominant cause van de schade dient te zijn. De effectieve oorzaak van de schade aan de vloer is de schoorsteen die hemelwater naar de begane grondvloer heeft getransporteerd. Bij de voet van de verwijderde schoorsteen heeft zich vocht opgehoopt waardoor een kelderzwam is ontstaan die uiteindelijk tot sterkteverlies van de begane grondvloer heeft geleid. Het bouwtechnisch rapport van de woning, dat voor de looptijd van Woonhuisverzekering is opgesteld, vermeldt dat de schoorsteen doorslagplekken vertoonde en waterafstotend diende te worden behandeld waaruit de Commissie afleidt dat de lekkage aan de schoorsteen zich voor de looptijd van de Woonhuisverzekering heeft voorgedaan. De schade aan de vloer is derhalve niet gedekt. Vordering afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• het verweerschrift van Verzekeraar van 28 oktober 2016;
• de repliek van Consument van 23 november 2016 en zijn aanvullingen daarop van 30 november 2016 en 18 januari 2017;
• de dupliek van Verzekeraar van 23 februari 2017.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft een bouwtechnisch rapport op laten stellen voor zijn woning. Dat rapport van 23 december 2010 vermeldt onder andere het volgende:

“In de prognose onderhoudskosten zijn de voornaamste punten:

– De loodstroken van de beide schoorstenen vervangen en de schoorsteen waterafstotend behandelen.
– Het verwijderen en/of vervangen van het klompenhok.
– Het vervangen van de deels aangetaste begane grondvloer.
– Het bestrijden van optrekkend vocht.
– Het uitvoeren van het buitenschilderwerk.
[…]
Schoorsteen De loodaansluitingen van de schoorstenen vervangen. Aan de binnenzijde ter plaatse van de overgang naar het dakbeschot zijn vochtige doorslag plekken zichtbaar. Tevens het voegwerk repareren en de schoorstenen waterafstotend behandelen.
[…]
Houten vloerbalklagen Het vloergedeelte ter plaatse van de kelderkast, licht op twee zwaar verroeste metalen liggers, deze in ieder geval vervangen. De onderzijde van de houten vloer ter plaatse van de woonkamer (het overige deel van de woning is beton, was niet zichtbaar. Gezien de hoge vochtigheid zijn aantastingen niet uitgesloten. De kosten kunnen hoger uitvallen. In ieder geval rekenen met het vervangen van het gedeelte rond de kelderkast.
[…]
[…]
Constructie muren Steenachtige muren.
Er is geen noemenswaardige scheurvorming aangetroffen. In de muren van de begane grond is op verschillende locaties (plinthoogte) een verhoogde vochtigheid meetbaar (=optrekkend vocht).
[…]
Rond de schoorstenen op zolder zijn doorslagplekken zichtbaar.
[…]
[…]”

2.2 Consument heeft bij Verzekeraar een Woonhuisverzekering gesloten. De ingangsdatum van de Woonhuisverzekering is 13 juli 2011.

2.3 In de Gemeenschappelijke voorwaarden Pakket 2006 (verder: de Voorwaarden) is – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:

“1.A Verzekeringsovereenkomst
Deze verzekering biedt alleen dekking als de schade het gevolg is van een gebeurtenis die zich tijdens de looptijd van de verzekering heeft voorgedaan en waarvan het voor de verzekerde ten tijde van het sluiten van de overeenkomst onzeker was dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitgebreid, geldt voor de uitgebreidere dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.”

Speciale voorwaarden Pakket 2006 Woonhuisverzekering 1-01:

“2.A Omvang van de dekking
De verzekering dekt de schade aan het woonhuis ontstaan door:
[…]
2.A.8 Neerslag (regen, sneeuw, hagel en smeltwater)
onvoorzien in het woonhuis binnengedrongen.

Niet verzekerd is schade ontstaan door:
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken;
– vochtdoorlating van muren;
– constructiefouten of slecht onderhoud van het woonhuis;
– grondwater, tenzij binnengedrongen via afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire of andere toestellen;
– instorting van het woonhuis als gevolg van overdruk door neerslag.
Bovendien zijn uitgesloten de kosten van herstel aan daken, dakgoten en afvoerpijpen.”

2.4 Op 26 februari 2016 heeft Consument bij Verzekeraar schade aan zijn vloer gemeld.

2.5 In opdracht van Consument heeft een expert op 2 en 9 maart 2016 de oorzaak van de degeneratie van de begane grondvloer van de woning van Consument onderzocht. Het rapport naar aanleiding van die inspectie vermeldt onder andere het volgende:

“2.1 Eerste onderzoek

Uit het onderzoek van 2 maart 2016 bleek dat ter hoogte van de oude schoorsteen – inmiddels verwijderd – er een vochtophoping in de begane grondvloer aanwezig was onder het laminaat en de aangebrachte isolatie. Het bleek dat de oude schoorsteen hemelwater heeft getransporteerd naar de begane grond. Daar de fundering van de schoorsteen achter is gebleven heeft het vocht zich hierin opgehoopt.

Met behulp van de Protimeter Surveymaster III is hier een vochtgehalte van >40% WME (op hout gebaseerde vochtigheid) aangetoond. Dit duidt op een oude lekkage.
Aanbevolen is het laminaat en de isolatie, over de breedte van de woonkamer ter hoogte van de woning scheidende wand, te verwijderen voor een nadere inspectie. Dit om de oorzaak van de degeneratie van de vloer te kunnen inspecteren.

2.2 Tweede onderzoek

Op 9 maart 2016 heeft specifiek onderzoek plaatsgevonden van de begane grond vloer in de woonkamer. Deze is inmiddels voor een strook ontdaan van laminaat en isolatie. De voet van de schoorsteen is duidelijk waarneembaar. Er bevindt zich een vruchtlichaam van de kelderzwam (. Serpula Lacrymans) op het vochtige oppervlak. Een groot deel van de houten vloer is aangetast door deze hout aantastende schimmel, ook wel dry rot of kubische rot genoemd. De oorzaak van het ontstaan van deze vorm van aantasting van het hout is altijd een (verborgen) vochtbron. De hyfen draden verspreiden zich vanaf het vruchtlichaam op zoek naar voedsel -de cellulose uit het hout. Wat overblijft is de lignine. De lignine vormt alleen de celwand. Deze heeft geen sterkte meer en veroozaakt het strekte verlies van het hout. Wat achterblijft is een zeer brosse, droge substantie, die zichtbaar wordt door kerven haaks op de nerf van het hout. Vandaar de naam kubische rot.
De hyfen draden zijn zichtbaar aan de onderzijde van het laminaat, op de isolatie platen en op de bovenzijde van de houtendelen die de begane grond vormen. De bovenzijde van de gemeniede balken zijn tevens licht aangetast. Ook zijn draden zichtbaar achter de afwerking van de woning scheidende wand.

3. conclusie en aanbevelingen

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat het sterkte verlies van de begane grondvloer te wijten is aan een oude lekkage, met als gevolg het ontstaan en voortwoekeren van de kelderzwam- serpula lacrymans). De voort woekering is onzichtbaar gebleven tot er op grote schaal sterkte verlies aan de vloer is ontstaan. De oorsprong ligt ter hoogte van de woning scheidende wand bij de voet van de verwijderde schoorsteen.
[…]”

2.6 Vervolgens heeft Verzekeraar op 17 maart 2016 aan [naam expertisebureau] opdracht gegeven de schademelding van Consument te onderzoeken. Het rapport van [naam expertisebureau] van 25 april 2016 beschrijft dat Consument na aankoop van de woning de oude schoorsteen heeft gesloopt. Verder citeert het rapport de bevindingen uit de
onder 2.4 geciteerde onderzoeken. De conclusie van het expertiserapport luidt als volgt:

“Geconcludeerd kan worden dat het sterkte verlies van de begane grondvloer te wijten is aan een oude lekkage, met als gevolg het ontstaan en voortwoekeren van de kelderzwam. De voort woekering is onzichtbaar gebleven tot er op grote schaal sterkte verlies van de vloer is ontstaan. De oorsprong ligt ter hoogte van de woning scheidende wand bij de voet van de verwijderde schoorsteen.

Gezien bovenstaande zijn wij van mening dat de oorsprong van het vochtprobleem al aanwezig was bij de aankoop van de woning van verzekerde. (oude schoorsteen heeft hemelwater getransporteerd en deze is na aankoop van de woning door verzekerde verwijderd) Gezien er mogelijk geen dekking onder de polis is voor deze schade, vernemen wij graag van u verder instructies.”

2.7 Verzekeraar heeft met een verwijzing naar artikel 1.A van de Voorwaarden de schade van Consument niet vergoed omdat de door Consument geclaimde schade al bestond bij het aangaan van de Woonhuisverzekering.

3 Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert een bedrag van € 14.000,00 voor schade aan zijn woning.

Grondslagen en argumenten daarvoor
• Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit de Woonhuisverzekering. De onderhavige schade is ontstaan doordat de vloer door schimmel is verrot. Bij de aankoop van de woning in 2011 was sprake van lekkage aan de schoorsteen. De problemen met de schoorsteen zijn destijds verholpen door verwijdering van de schoorsteen en reparatie van het dak. Verzekeraar verwijst ten onrechte naar de oude lekkage aan de schoorsteen. Die is immers verwijderd. Tijdens de werkzaamheden aan de schoorsteen in 2011 waren de vloeren niet beschadigd.

Verweer Verzekeraar
3.2 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Op grond van artikel 1.A van de Voorwaarden biedt de Woonhuisverzekering alleen dekking als de schade het gevolg is van een gebeurtenis die zich tijdens de looptijd van de verzekering heeft voorgedaan. Het expertiserapport vermeldt uitdrukkelijk dat het sterkteverlies van de vloer te wijten is aan een oude lekkage, met als gevolg het ontstaan en voortwoekeren van de kelderzwam. De oorzaak en het ontstaan van deze vorm van aantasting van het hout is altijd een (verborgen) vochtbron, in dit geval een vochtophoping in de begane-grondvloer onder het laminaat en de aangebrachte isolatie. De oude schoorsteen heeft indertijd hemelwater getransporteerd naar de begane grond. Het vocht heeft zich opgehoopt in de fundering van de oude schoorsteen. Deze gebeurtenis heeft zich niet tijdens de looptijd van de Woonhuisverzekering voorgedaan.
• De schade van Consument komt onder de Woonhuisverzekering ook niet voor vergoeding in aanmerking omdat de geleidelijke inwerking van schimmel en houtrot geen verzekerd evenement is en daarom van dekking is uitgesloten.
• Het feit dat Consument bij de verbouwing en het verwijderen van de schoorsteen geen natte vloer of lekkage heeft opgemerkt is in lijn met de bevindingen van de expert. Consument heeft immers geen waterschade gehad. Dit laat onverlet dat de vochtige fundatie van de inmiddels verwijderde schoorsteen de bron is geweest voor het ontstaan van de schimmel.

4 Beoordeling

4.1 Voor beantwoording van de vraag of de door Consument gemelde schade aan zijn woonhuis is gedekt onder de Woonhuisverzekering is in de eerste plaats van belang een antwoord op de vraag wat als gebeurtenis moet worden aangemerkt als gevolg waarvan de schade is ontstaan. De Woonhuisverzekering biedt dekking als de schade het gevolg is van een tijdens de looptijd van de Woonhuisverzekering voorgevallen gebeurtenis voor zover het voor Consument ten tijde van het sluiten van de overeenkomst onzeker was dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. De Commissie stelt vast dat in deze omschrijving van de dekking
in art. 1.A van de Voorwaarden geen criterium voor het vereiste causaal verband tussen de schade en de gebeurtenis is gegeven. Dit brengt mee dat een gebeurtenis als oorzaak van de schade kan worden aangemerkt voor zover deze gebeurtenis als de dominant cause van de schade kan worden gezien. Zie ook GC Kifid 2017-017, GC Kifid 2016-081 en GC Kifid 2013-125.

4.2 De Commissie zal allereerst vaststellen wat de dominant cause van de onderhavige schade is. Zij stelt op grond van het procesdossier vast dat de schade de degeneratie van de begane grondvloer betreft die is veroorzaakt door de kelderzwam (Serpula Lacrymans). De kelderzwam is aan te merken als de causa proxima van de schade. De causaliteitsmaatstaf van de dominant cause-leer houdt in dat vastgesteld moet worden welke oorzaak of welke oorzaken als effectieve oorzaak of oorzaken van de schade kunnen worden gezien. Zie onder andere r.o. 4.4 van GC Kifid 2017-455. Als effectieve oorzaak van de schade kan worden aangemerkt een oorzaak die van beslissende invloed is geweest voor de schade die Consument heeft geleden. Zie r.o. 5.2 van GC Kifid 2013-125. Een dergelijke oorzaak wordt uit het feitencomplex afgeleid door toepassing van regels van gezond verstand. Zie r.o. 5.2 van GC Kifid 2013-125. In het onderhavige geval is de effectieve oorzaak van de door Consument geleden schade de schoorsteen die hemelwater heeft getransporteerd naar de begane grondvloer. Bij de voet van de verwijderde schoorsteen heeft zich vocht opgehoopt waardoor een kelderzwam is ontstaan die uiteindelijk tot sterkteverlies van de begane grondvloer heeft geleid. De schoorsteen die Consument destijds al heeft verwijderd vertoonde lekkage. Verzekeraar stelt dat de lekkage aan de schoorsteen al voor de looptijd van de Woonhuisverzekering bekend was en heeft hiervoor verwezen naar het onder 2.5 geciteerde expertiserapport. Consument heeft nagelaten verweer te voeren tegen de stelling dat de schoorsteen lekkage vertoonde voor de looptijd van de Woonhuisverzekering en dit is de Commissie ook niet uit het procesdossier gebleken. Het bouwtechnisch rapport onder 2.1, dat voor de looptijd van Woonhuisverzekering is opgesteld, vermeldt immers dat de schoorsteen doorslagplekken vertoonde en waterafstotend diende te worden behandeld waaruit de Commissie afleidt dat de lekkage aan de schoorsteen reeds voor de looptijd van de Woonhuisverzekering bekend was. Dientengevolge biedt de Woonhuisverzekering geen dekking voor de onderhavige schade.

4.3 Uit de stelling van Consument dat tijdens de verbouwing aan de schoorsteen de begane grondvloer geen schade vertoonde leidt de Commissie af dat de schade aan de begane grondvloer voor Consument onvoorzien was. Dit kan echter niet tot een ander oordeel over de dominant cause van de onderhavige schade leiden.

Art. 1.A vereist dat de gebeurtenis die de schade heeft veroorzaakt zich heeft voorgedaan tijdens de looptijd van de verzekeringsovereenkomst en in r.o. 4.2 heeft de Commissie vastgesteld dat in het onderhavige geval niet aan die voorwaarde is voldaan. Het bovenstaande brengt mee dat de vordering van Consument zal worden afgewezen.

5 Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak