Mijn Kifid

Uitspraak 2017-531 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-531
(mr. B.F. Keulen, voorzitter en M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Klacht ontvangen op : 24 maart 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : Volmachtkantoor Nederland B.V. handelend onder de naam SNS Verzekeringen,
gevestigd te Assen, verder te noemen Gevolmachtigde
Datum uitspraak : 7 augustus 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument heeft telefoon verkocht via marktplaats. Bij hem thuis wordt de telefoon weggenomen door de wederpartij, terwijl de consument de aan hem gegeven biljetten nog controleerde. Verzekeraar meent dat geen sprake is van diefstal maar van oplichting.

De Commissie stelt vast dat diefstal het wederrechtelijk wegnemen van een goed is dat aan een ander toebehoort. Op basis van het goederenrecht heeft nog geen geldige levering plaatsgevonden en is daardoor nog geen overdracht geweest, waardoor de telefoon op het moment van de wegname nog eigendom was van consument. De Commissie komt tot de conclusie dat sprake is van diefstal en wijst de klacht toe.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met de daarbij behorende bijlagen:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de door Consument aangeleverde aanvullende stukken; en
• de brief van Gevolmachtigde van 11 juli 2017, waarin hij verwijst naar het standpunt dat hij eerder in zijn interne klachtprocedure heeft ingenomen.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft een inboedelverzekering gesloten. Op die verzekering zijn de ‘Voorwaarden SNS Inboedelverzekering’ van toepassing (hierna te noemen: de Verzekeringsvoorwaarden). De Verzekeringsvoorwaarden bevatten de volgende relevante bepaling:

“VOORWAARDEN SNS INBOEDELVERZEKERING
(…)
2.2 Welke schade is verzekerd?
Met onze Inboedelverzekering verzeker je beschadiging of diefstal van je losse bezittingen.
(…)

2.2 Consument heeft online een overeenkomst gesloten met een derde (hierna: de Wederpartij) voor de verkoop van zijn telefoon voor een bedrag van € 500,-.

2.3 Op 21 februari 2017 heeft Consument de Wederpartij bij hem thuis ontvangen met het doel de telefoon te overhandigen en de betaling te ontvangen. Toen Consument met de Wederpartij in zijn woning stond heeft hij een bedrag in de vorm van 10 geldbiljetten van € 50,- van de Wederpartij ontvangen. Terwijl Consument deze geldbiljetten controleerde onder een lamp, heeft de Wederpartij de telefoon gepakt en is hij weggerend.

2.4 Op 28 februari 2017 heeft Consument aangifte gedaan bij de politie. Op het online aangifteformulier staat onder meer het volgende:

“Omschrijving voorval
heeft betaald met vals geld en is er als een haas van door gegaan vanuit onze woning, dit betreft onze 2e aangifte poging we hebben op de 1e nog steeds geen reactie.
(…)
Ik doe aangifte van oplichting. Doordat de verdachte een valse naam en/of valse hoedanigheid aannam dan wel gebruik maakte van listige kunstgrepen/samenweefsel van verdichtsels, werd ik bewogen tot de afgifte van geld en/of een goed. Als ik zou hebben geweten, dat de verdachte een valse naam/valse hoedanigheid had aangenomen/dan wel gebruik maakte van listige kunstgrepen/samenweefsel van verdichtsels, dan zou ik niet tot afgifte van geld/goed zijn overgegaan. (…)”

2.5 Diezelfde dag heeft Consument een claim ingediend bij Gevolmachtigde. Daarin valt onder meer het volgende te vinden:

“Telefoon betaald binnenshuis met valsgeld [sic], toen we dit controleerde ging de dief er met de telefoon vandoor, 2x politie aangifte online gedaan (…).”

2.6 Gevolmachtigde heeft de claim van Consument afgewezen. Consument kan zich hiermee niet verenigen.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert een vergoeding van € 500,- voor de telefoon.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Uit hoofde van de inboedelverzekering is Gevolmachtigde gehouden de door Consument geleden schade te vergoeden. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Er is nooit sprake geweest van een koopovereenkomst, want terwijl hij de door de derde gegeven biljetten controleerde is de dief er vandoor gegaan met te telefoon.
• Hij heeft het aangifteformulier ‘fraude met online handel’ gekozen omdat dit formulier van alle beschikbare het best aansloot bij de gebeurtenissen.

Verweer Gevolmachtigde
3.3 Gevolmachtigde heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Er is reeds een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Consument en de Wederpartij.
• Consument heeft aangifte gedaan van oplichting, hetgeen niet is gedekt onder de verzekering.
• Er is dus sprake van oplichting, niet van diefstal. Omdat oplichting niet is gedekt onder de Verzekeringsvoorwaarden is dit voorval niet gedekt onder de inboedelverzekering.

4. Beoordeling

4.1 De Verzekeringsvoorwaarden bepalen dat diefstal een gedekte gebeurtenis is. Voor de uitleg van het begrip diefstal sluit de Commissie aan bij het wetboek van Strafrecht, te weten het wederrechtelijk wegnemen van een goed dat aan een ander toebehoort.

4.2 De Commissie stelt voorts vast dat het kernpunt in dit geschil is wie eigenaar was van de telefoon op het moment waarop de Wederpartij de telefoon heeft genomen. Deze vraag dient te worden beantwoord aan de hand van het vermogensrecht. Zie in dit licht ook HR 2 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5952.

4.3 Artikel 3:84 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat voor de overdracht van een goed een levering krachtens geldige titel is benodigd. Deze levering vereist bezitsverschaffing door de vervreemder aan de verkrijger. Zie hiervoor artikel 3:90 Burgerlijk Wetboek.

4.4 Naar het oordeel van de Commissie heeft in het onderhavige geval geen bezitsverschaffing plaatsgevonden. Consument namelijk nimmer het bezit aan de Wederpartij verschaft, daar de Wederpartij de telefoon zonder toestemming van Consument heeft weggenomen. Consument heeft ter onderbouwing hiervan onweersproken gesteld dat hij de door de Wederpartij ontvangen biljetten nog controleerde toen de Wederpartij de telefoon pakte en uit het huis van Consument is gerend. Deze stelling blijkt zowel uit het aangifte- als het schadeformulier. Dat Consument een aangifteformulier heeft gebruikt voor fraude met online handel kan hieraan niet afdoen. Bovendien heeft Consument in dit licht gesteld dat geen beter passend aangifteformulier tot zijn beschikking stond, hetgeen Gevolmachtigde niet heeft weersproken. De conclusie is dat Consument eigenaar was van de telefoon en dat sprake is van diefstal door de Wederpartij in de zin van artikel 2.2 van de Verzekeringsvoorwaarden.

4.5 Ten overvloede merkt de Commissie op dat de koopovereenkomst kan worden vernietigd door Consument wegens bedrog. Uit de houding van Consument tijdens het proces veronderstelt de Commissie dat Consument dit inderdaad wenst te doen. Omdat de vernietiging van de koopovereenkomst terugwerkende kracht heeft, zou nimmer sprake zijn geweest van een geldige titel en zou de eigendom van de telefoon nooit zijn overgegaan.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat Gevolmachtigde binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van € 500,-.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak