Mijn Kifid

Uitspraak 2017-597 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-597
(mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en mr. drs. S.F. van Merwijk, leden en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)

Klacht ontvangen op : 25 augustus 2015
Ingediend door : Consument
Tegen : AEGON Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 8 september 2017
Aard uitspraak : Bindend

Samenvatting

Opstalverzekering. Eigen gebrek. Consument heeft een drainagesysteem in zijn tuin om duinwater af te voeren. Na het installeren van een nieuwe pomp blijkt het systeem niet langer luchtdicht te zijn waardoor Consument waterschade lijdt. Consument stelt dat sprake is van een van buiten komend onheil, namelijk werkzaamheden van een loodgieter en/of een hovenier. Hij vordert dat verzekeraar de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem moet vergoeden. Volgens verzekeraar is sprake van een eigen gebrek. Verzekeraar beroept zich daarbij op rapportages van deskundigen. De Commissie stelt vast dat uit die rapportages blijkt dat aannemelijk is dat sprake is van een eigen gebrek. De stelling dat sprake is van een van buiten komend onheil is niet onderbouwd. De vordering wordt afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier d.d. 25 augustus 2015 met bijlagen;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar met bijlagen;
• de verklaring van Consument dat hij bindend advies aanvaardt;
• de ter zitting door Consument overgelegde foto’s.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 1 september 2016 en zijn aldaar verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument had een opstalverzekering (hierna: de “Verzekering”) gesloten bij Verzekeraar.

2.2 Rondom het huis van Consument is een drainagesysteem aanwezig om het duinwater weg te pompen. In het kader van de aanleg van een nieuwe tuin heeft Consument het drainagesysteem laten inspecteren door een loodgietersbedrijf (hierna: de “loodgieter”).
De loodgieter heeft onder meer de pomp gereviseerd. Na de revisie is de pomp, die in een betonnen bak was geplaatst, in die bak onder water komen te staan en stuk gegaan. Verzekeraar heeft na inschakeling van een expert, de schade aan de pomp vergoed. De expert heeft in zijn rapport van 17 december 2012 onder meer het volgende verklaard: “Een pomp is geplaatst in een betonnen bak in de tuin is onder water komen staan en hierdoor defect geraakt. Bak is volgelopen met hemelwater.”

2.3 Na het installeren van een nieuwe pomp bleek het drainagesysteem niet meer luchtdicht te zijn waardoor het duinwater niet meer kon worden afgevoerd en waterschade in de woning van Consument is ontstaan.

2.4 Het oude drainagesysteem is voor een deel onderzocht door een medewerker van [..grondboortechniek bedrijf..]. In het door hem op 12 december 2012 opgemaakte verslag staat onder meer:
“(….)
Ik kan vaststellen dat het systeem met een membraanpomp naar behoren functioneert en met een centrifugaalpomp niet. Een centrifugaalpomp kan slecht lucht verpompen, een membraanpomp kan dat veel beter. Omdat vroeger het systeem met een centrifugaalpomp heeft gefunctioneerd en nu niet meer, is het waarschijnlijk dat er een of meerdere luchtlekkages zijn ontstaan. Bovendien heb ik geconstateerd dat de aanzuigleiding vlak bij de pomp zowel stuk was als ook slecht gemonteerd was. Middels niet goed vastzittende slangenklemmen waren de leidingen gemonteerd. Wanneer dit met snelkoppelingen of verlijmde PVC koppelingen was gebeurt, was dit veel beter geweest. Ook de gebruikte PVC soort (riool PVC i.p.v. druk PVC) had beter gekund. Dat mij dit niet veel vertrouwen voor de werkzaamheden aan de rest van het systeem geeft spreekt voor zich, maar kan ik niet beoordelen zolang niet het hele systeem is opgegraven. (….)”

2.5 Consument heeft de loodgieter aansprakelijk gesteld. Volgens de loodgieter was het drainagesysteem niet meer luchtdicht doordat de hovenier met zware machines de ondergrondse leidingen zou hebben beschadigd. Consument heeft vervolgens een procedure tegen de loodgieter aangespannen bij de Kantonrechter. Na diverse (tussen)vonnissen heeft de Kantonrechter de vordering die op de drainageschade zag afgewezen. Gedurende de procedure bij de rechter heeft Consument een nieuw drainagesysteem laten aanleggen, in het kader hiervan werd de tuin beschadigd.

2.6 In de procedure tussen Consument en de loodgieter heeft de Kantonrechter een deskundige benoemd. De aan deze deskundige gestelde vragen en de door hem daarop gegeven antwoorden zijn onder meer:
”(….)
b. Had [de loodgieter] in plaats van een centrifugaalpomp een membraanpomp moeten installeren, zo ja waarom en zijn er in dat geval meerdere luchtlekkages ontstaan die daaraan toerekenbaar zijn.
Antwoord: Nee, de pomp heeft jaren goed gefunctioneerd totdat er renovatie aan de woning en veranderingen in de tuin zijn gebeurd.

c. Maakt de aanzuigleiding van de pomp onderdeel uit van het bestaande systeem of is die later aangebracht.
Antwoord: Gezien het materiaal is de aanzuigleiding van het bestaande systeem. Wat trouwens een slechte kwaliteit betreft.

d. Is de aanzuigleiding van de pomp stuk en/of is deze op ondeugdelijke wijze gemonteerd door het gebruik van niet goed vastzittende klemmen.
Antwoord: De aanzuigleiding is inderdaad slecht bevestigd, maar is niet door [de loodgieter] geïnspecteerd en niet door [de loodgieter] aangelegd.

e. Indien u de voorgaande vraag bevestigend beantwoordt: heeft dit schade voor [Consument] tot gevolg gehad, zo ja welke.
Antwoord: Nee de schade vloeit voort uit werkzaamheden in de tuin en rondom de woning.

f. Heeft [de loodgieter] bij zijn (reinigings)werkzaamheden aan het drainagesysteem (inclusief pomp) redelijkerwijs de staat van de aanzuigleiding en de pomp kunnen beoordelen.
Antwoord: Op de plaatsen waar [de loodgieter] heeft gerepareerd en heeft afgekoppeld kon [de loodgieter] dat doen.

g. Met welk type PVC zijn de leidingen gemonteerd.
Antwoord: Dit is gebeurd met Komo M-739; BRL 2023. Dit zijn lichtgewicht dun-wandige buizen, wanddikte 1,5 mm en zeker niet geschikt voor ondergrondse installaties.

h. Tot welke bevindingen komt u bij inspectie van het drainagesysteem met betrekking tot de overige onderdelen van het door [de loodgieter] uitgevoerde werk. Indien u daarbij enig gebrek constateert wilt u dat dan beschrijven en aangeven of (mede) daardoor de door [Consument] gemelde schade is veroorzaakt.
Antwoord: [naam deskundige], heeft de ondergrondse installatie niet geïnspecteerd, maar gezien de foto’s die door [Consument] zijn toegezonden, kan [naam deskundige] opmaken dat de installatie van slechte kwaliteit is en als er in de omgeving met machines wordt gewerkt, schade zeker zal ontstaan.

i. Hebt u overigens nog opmerkingen die van belang kunnen zijn voor de beslissing van het geschil.
Antwoord: (….) Voorts is de installatie in ieder geval gepasseerd met machines. De locatie van de pomp-put en de woning zijn zo gesitueerd dat er geen andere route mogelijk is.

2.7 Verzekeraar heeft het herstel van de tuin vergoed. Verzekeraar heeft geweigerd de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden.

3. Vordering, klacht en verweer
Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar gehouden wordt de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te betalen. Dit is een bedrag van € 3.841,-.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Verzekeraar is jegens Consument toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de Verzekering door te weigeren de kosten van het nieuwe drainagesysteem te betalen. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Verzekeraar heeft de schade aan de pomp en het herstel van de nieuwe tuin vergoed. Hij weigert de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden omdat bij het oude systeem sprake zou zijn van een eigen gebrek in de zin van de Algemene Voorwaarden (“AV”). Volgens Consument is geen sprake van een eigen gebrek maar waren de ondergrondse buizen van het oude drainagesysteem niet langer luchtdicht door een oorzaak van buitenaf waardoor de pomp onder water is komen te staan. Dat sprake was van beschadiging van de buizen door een externe factor (de loodgieter en/of de hovenier) blijkt volgens Consument uit de drie vonnissen van de rechter en de bevindingen van de door Verzekeraar ingeschakelde deskundige.
• Consument begrijpt niet dat Verzekeraar wel de kosten van de pomp en het herstel van een nieuwe tuin heeft vergoed maar weigert de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden met de stelling dat bij het oude drainagesysteem sprake was van een eigen gebrek.
• Consument heeft het verzoek om vergoeding van het herstel van de tuin in 2015 tezamen ingediend met het verzoek om de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden. Het beroep door Verzekeraar op artikel 4.1 Polisvoorwaarden nr. 3002 is daarom ongegrond. Verzekeraar heeft zich ook nooit eerder op dit artikel beroepen.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
Verzekeraar stelt dat geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van hem jegens Consument. Hij voert in dit kader de volgende argumenten aan.
• Verzekeraar wijst op artikel 1.3 van de AV bij de Polisvoorwaarden nr. 3002. Ingevolge artikel 1.3 AV biedt de Verzekering geen dekking voor schade “aan een verzekerde zelfstandige zaak -anders dan door brand of ontploffing- indien die schade is veroorzaakt door de aard of een gebrek van die zelfstandige zaak”. Consument heeft niet aangetoond dat de leidingen van het oude drainagesysteem zijn beschadigd door een van buiten komend onheil. Het is niet uitgesloten dat de gebreken aan de leidingen zijn veroorzaakt door “de aard of een gebrek van die zelfstandige zaak”. Verzekeraar wijst in dit kader naar rechtsoverweging 2.9 van het vonnis van de Kantonrechter van 8 april 2015 en de bevindingen van de door de Kantonrechter ingeschakelde deskundige respectievelijk van [..grondboortechniek bedrijf..]. De omstandigheid dat de kennelijk te dunne leidingen niet bestand waren tegen water en/of graafwerkzaamheden is geen omstandigheid die op grond van de voorwaarden voor rekening van Verzekeraar komt.
• Onderscheid moet worden gemaakt tussen de oorzaak van de schade aan de pomp (hemelwater) en de oorzaak van de schade aan de leidingen (volgens Aangeslotene: eigen gebrek);
• Van leidingen die onder de grond liggen en die bedoeld zijn voor het afvoeren van water mag worden verwacht dat zij bestand zijn tegen water
• Verzekeraar merkt op dat de schade aan de leidingen ruim drie jaar na de eerste schademelding bij hem is gemeld. Consument heeft hierdoor niet voldaan aan de verplichting uit artikel 4.1 Polisvoorwaarden nr. 3002 om de gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden zodat Verzekeraar ook op grond van dit artikel uitkering weigert.

4. Beoordeling

4.1 De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of Verzekeraar jegens Consument toerekenbaar tekort is geschoten door te weigeren de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden. Bij de beantwoording van deze vraag gaat de Commissie uit van de onder 2 weergegeven feiten.

4.2 De vervanging van het oude drainagesysteem door een nieuw drainagesysteem is gebeurd omdat het oude drainagesysteem niet langer luchtdicht was en daardoor niet meer in staat het duinwater af te voeren. Partijen zijn het oneens over de oorzaak van het niet meer luchtdicht zijn van het oude drainagesysteem. Verzekeraar heeft zijn afwijzing gebaseerd op artikel 1.3 AV.: de Verzekering biedt geen dekking voor schade “aan een verzekerde zelfstandige zaak -anders dan door brand of ontploffing- indien die schade is veroorzaakt door de aard of een gebrek van die zelfstandige zaak”. Op grond van het bepaalde in artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rust op Verzekeraar de bewijslast dat de schade aan het oude drainagesysteem is veroorzaakt door de aard of een gebrek daarvan.

4.3 Verzekeraar beroept zich in dit kader op de bevindingen van de door de Kantonrechter ingeschakelde deskundige respectievelijk van [..grondboortechniek bedrijf..]. Verder wijst Verzekeraar op rechtsoverweging 2.9 van het vonnis van de Kantonrechter van 8 april 2015.

4.4 De Commissie stelt vast dat [..grondboortechniek bedrijf..] in het op 12 december 2012 opgestelde verslag (2.4) schrijft te hebben geconstateerd dat de aanzuigleiding vlak bij de pomp zowel stuk was als slecht gemonteerd. Verder waren de leidingen door middel van niet goed vastzittende slangenklemmen gemonteerd en had de gebruikte PVC soort beter gekund. De door de Kantonrechter ingeschakelde deskundige (2.6) bevestigt onder meer dat de aanzuigleiding inderdaad slecht bevestigd is (antwoord d). Over de gebruikte PVC soort zegt de deskundige stellig dat het om lichtgewicht dunwandige buizen gaat die zeker niet geschikt zijn voor ondergrondse installaties (antwoord g). In zijn antwoord op vraag h zegt de deskundige dat hij uit de door Consument toegezonden foto’s kan opmaken dat de installatie van slechte kwaliteit is en als er in die omgeving met machines wordt gewerkt, schade zeker zal ontstaan.

4.5 Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit het verslag van [..grondboortechniek bedrijf..] en de antwoorden van de door de Kantonrechter ingeschakelde deskundige onmiskenbaar dat de aanzuigleiding slecht was bevestigd, dat de leidingen door middel van niet goed vastzittende slangenklemmen waren gemonteerd en dat de gebruikte buizen van een ongeschikte PVC soort waren en zo lichtgewicht en dunwandig dat zij niet geschikt waren voor een ondergrondse installatie. Aldus is de stelling van Verzekeraar dat de schade aan het oude drainagesysteem is veroorzaakt door de aard of een gebrek daarvan van voldoende aannemelijk geworden.

4.6 Consument heeft hiertegenover gesteld dat sprake is van een externe factor. Naar de Commissie aanneemt doelt Consument hiermee op de werkzaamheden van de loodgieter en/of de hovenier. Consument heeft zijn stelling echter niet nader onderbouwd. Ook de door hem ter zitting overgelegde foto’s en de door Consument ingebrachte vonnissen bieden voor die stelling geen steun. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat de werkzaamheden van de loodgieter en/of de hovenier, met name door het gebruik van zware machines wel ertoe hebben bijgedragen dat het oude drainagesysteem sneller is bezweken en niet langer luchtdicht was, is zo door Consument niet aannemelijk gemaakt dat sprake is geweest van een van buiten komend onheil dat verantwoordelijk was voor het niet langer luchtdicht zijn van het oude drainagesysteem. Ook de antwoorden onder e en i van de door de Kantonrechter ingeschakelde deskundige kunnen Consument niet baten. De deskundige zegt weliswaar dat de schade voortvloeit uit werkzaamheden in de tuin en rondom de woning en dat de installatie gepasseerd moet zijn met zware machines maar concretiseert die stelling op geen enkele wijze zodat de Commissie daaraan voorbij gaat.

4.7 Consument heeft tevens aangegeven niet te begrijpen dat Verzekeraar de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem niet vergoedt terwijl Verzekeraar wel de kosten van de nieuwe pomp heeft betaald. De Commissie wijst er in dit kader op dat de ingebrachte stukken blijkt dat de pomp destijds in de pompput onder water is komen te staan door hemelwater en daardoor defect is geraakt. Daar was derhalve, anders dan bij het oude drainagesysteem, wel sprake van een van buiten komend onheil zodat Verzekeraar op grond van de AV daar wel tot betaling gehouden was.

4.8 Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat aannemelijk is geworden dat het niet langer luchtdicht zijn van het oude drainagesysteem is veroorzaakt door de aard of een gebrek daaraan in de zin van artikel 1.3 AV en dat Verzekeraar terecht heeft geweigerd de kosten van aanleg van het nieuwe drainagesysteem te vergoeden.

5. Beslissing

De Commissie beslist bij bindend advies dat de vordering van Consument wordt afgewezen.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak