Mijn Kifid

Uitspraak 2017-654

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-654
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. T. Boerman, secretaris)

Klacht ontvangen op : 20 februari 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : Delta Lloyd Schadeverzekering N.V., h.o.d.n. Ohra schadeverzekeringen,
gevestigd te Arnhem, verder te noemen “Verzekeraar”
Datum uitspraak : 4 oktober 2017
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Consument stelt dat Verzekeraar zijn verzekeringsaanvraag ten onrechte op grond van diens strafrechtelijk verleden (een veroordeling wegens een levensdelict, waarvan hij de straf nog niet geheel heeft uitgezeten) heeft afgewezen en vordert dat Verzekeraar de verzekeringsaanvraag voor onder meer een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering accepteert.
De Commissie oordeelt dat van een ongerechtvaardigd onderscheid geen sprake is. Het is de Commissie evenmin gebleken dat Verzekeraar misbruik heeft gemaakt van de hem toekomende beleids- en contractsvrijheid. De Commissie concludeert dat Verzekeraar niet gehouden is de verzekeringsaanvraag van Consument voor een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering te accepteren. De vordering wordt afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de aanvullende stukken van Consument;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Verzekeraar.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft op 14 februari 2017 bij Verzekeraar telefonisch geïnformeerd naar de mogelijkheden voor het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering. Verzekeraar heeft Consument medegedeeld de verzekeringsaanvraag, gelet op zijn strafrechtelijk verleden, niet te accepteren.

2.2 Consument heeft op 14 februari 2017 een klacht bij Verzekeraar ingediend.

2.3 Op 15 februari 2017 heeft Verzekeraar Consument telefonisch herhaald het verzoek van Consument tot het afsluiten van bovengenoemde verzekeringen niet in te willigen.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar de verzekeringsaanvraag voor onder meer een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering accepteert.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Verzekeraar de verzekeringsaanvraag van Consument ten onrechte op grond van diens strafrechtelijk verleden (een veroordeling wegens een levensdelict, waarvan hij de straf nog niet geheel heeft uitgezeten) heeft afgewezen. Consument voert hiertoe het volgende aan.
Er is sprake van discriminatie. Verzekeraar dient de risicobeoordeling op basis van het individu te maken en niet op basis van het risicoprofiel van gedetineerden en ex-gedetineerden in het algemeen. Het is onredelijk en oneerlijk dat Consument de dupe wordt van het feit dat een aantal individuen binnen de groep van gedetineerden blijkbaar voor Verzekeraar een te hoog risicoprofiel heeft. Het door Consument gepleegde delict heeft niets te maken met fraude, wanbetaling en andere aan de verzekering gerelateerde risico’s. Verzekeraar heeft niet onderbouwd in hoeverre het risicoprofiel van Consument in vergelijking met zes jaar geleden is gewijzigd. Consument is altijd zijn verplichtingen jegens verschillende verzekeringsmaatschappijen nagekomen. Verzekeraar gaat hier ten onrechte aan voorbij. Consument heeft niet de financiële middelen om een verzekering af te sluiten bij Rialto.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Verzekeraar beoordeelt op basis van alle relevante informatie of de verzekeringsaanvraag al dan niet akkoord is. Iedere klant krijgt bij de aanvraag dezelfde algemene vragen ter beantwoording voorgelegd. Het staat iedere verzekeringsmaatschappij vrij om op basis van alle relevante gevraagde informatie te beoordelen of hij het aangeboden risico al dan niet wenst te accepteren. In dit geval is er sprake van een verhoogd of afwijkend risico. Er is geen sprake van discriminatie.
• De schadeproducten van Verzekeraar zijn gebaseerd op standaard risico’s. Zodra er sprake is van een afwijkend of verhoogd risico, zal Verzekeraar de verzekeringsaanvraag afwijzen. Consument heeft de mogelijkheid om zijn verzekeringen bij Rialto af te sluiten.

4. Beoordeling

4.1 Ter beoordeling ligt de vraag voor of Verzekeraar gehouden is de verzekeringsaanvraag van Consument voor een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering te accepteren. De Commissie is van oordeel dat deze vraag ontkennend dient te worden beantwoord en overweegt hiertoe als volgt.

4.2 Voorop staat dat het Verzekeraar op grond van zijn beleids- en contractsvrijheid vrij staat om de grenzen te bepalen van de risico’s waartegen hij wel en waartegen hij geen dekking wenst te verlenen. Een verzekeraar moet alvorens hij tot acceptatie van het aangeboden risico overgaat, beschikken over alle gegevens die hem in staat stellen om het risico te beoordelen. Dat risico betreft niet alleen het materiële risico, maar ook het morele risico. Vgl. HR 8 juni 1962, NJ 1962, 366. Op grond van het voorgaande staat het Verzekeraar vrij (algemene) acceptatiecriteria te hanteren waarbij een strafrechtelijk verleden van een aspirant-verzekeringnemer – in dit geval wegens een misdrijf tegen het leven gericht, waarnaar in de acceptatieprocedure expliciet naar wordt gevraagd – wordt meegewogen in de beoordeling van het te bepalen risico en derhalve ook om een aspirant-verzekeringsnemer te weigeren indien Verzekeraar een verhoogd risico aanwezig acht. Van een ongerechtvaardigd onderscheid is derhalve naar het oordeel van de Commissie geen sprake. Het is de Commissie evenmin gebleken dat Verzekeraar misbruik heeft gemaakt van de hem toekomende beleids- en contractsvrijheid. De stellingen van Consument dat het delict waarvoor hij is veroordeeld niet in relatie staat met de aangevraagde verzekeringen en dat hij altijd zijn verplichtingen jegens verschillende verzekeringsmaatschappijen is nagekomen maken dit niet anders. Dat Consument geen financiële middelen heeft om een verzekering af te sluiten bij Rialto is evenmin een omstandigheid die aan Verzekeraar toe te rekenen is.

4.3 Gelet op het voorgaande concludeert de Commissie dat Verzekeraar niet gehouden is de verzekeringsaanvraag van Consument voor een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een autoverzekering te accepteren.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak