Mijn Kifid

Uitspraak 2017-803 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-803
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Klacht ontvangen op : 20 juni 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : DeltaLloyd Schadeverzekering N.V, h.o.d.n. OHRA Schadeverzekeringen,
gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 30 november 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument heeft een nieuwe uitlaat en luchtfilter gemonteerd aan de motor van een vriend. Consument heeft de bouten van een beugel van het luchtfilter te strak aangedraaid waardoor er een scheurtje in het gasklephuis en beugel is ontstaan. Verzekeraar heeft de claim van Consument afgewezen onder verwijzing naar de Voorwaarden waarin opzicht van een motorrijtuig is uitgesloten van de dekking. Verzekeraar stelt dat er sprake was van bewerking. De Commissie stelt voorop dat Verzekeraar door middel van de dekkingsomschrijving en de uitsluitingen de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te verlenen, hetgeen hem vrijstond (HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326, r.o. 3.4.2). Bij het monteren van een nieuwe uitlaat en luchtfilter komen dusdanig veel handelingen kijken, dat er naar het oordeel van de Commissie geen sprake is van een zodanig incidentele en kortstondige handeling dat geen beroep mag worden gedaan op de opzichtclausule. Het begrip bewerking moet worden gekwalificeerd als ‘werk aan iets verrichten om het voor een zeker doel geschikt te maken’. Consument verricht werk aan de motor (het vervangen van de uitlaat en luchtfilter) met als aannemelijk doel om deze weer goed te laten functioneren. De Commissie is dan ook van oordeel dat er wel degelijk sprake is van bewerking aan de motor van een ander. Vordering van Consument wordt afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument ingediende klachtformulier;
• aanvullende stukken van Consument d.d. 27 juni 2017;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• repliek van Consument;
• dupliek van Verzekeraar.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft een aansprakelijkheidsverzekering (hierna Verzekering) gesloten bij Verzekeraar. Op de overeenkomst zijn de Voorwaarden AVP1503 (hierna Voorwaarden) van toepassing. In de Voorwaarden is voor zover relevant het volgende opgenomen:

2.2 Op 5 maart 2017 heeft Consument een nieuwe uitlaat en luchtfilter gemonteerd aan de motor van een vriend. Consument heeft de bouten van een beugel van het luchtfilter te strak aangedraaid waardoor er een scheurtje in het gasklephuis en beugel is ontstaan. Consument heeft voor deze ontstane schade een beroep gedaan op zijn Verzekering.

2.3 Verzekeraar heeft de claim van Consument afgewezen onder verwijzing naar de Voorwaarden. Verzekeraar heeft onder andere bij e-mail van 20 maart 2017 het volgende vermeld:

2.4 Verzekeraar heeft per e-mail d.d. 3 april 2017 onder meer het volgende medegedeeld:

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument klaagt dat Verzekeraar weigert dekking te verlenen onder zijn aansprakelijkheidsverzekering en vraagt Verzekeraar alsnog dekking te bieden voor de schade ter hoogte van €860,49,-.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag.
• Consument voerde in het bijzijn van zijn vriend, als aangeboden onbetaalde vriendendienst, een incidentele en kortstondige handeling uit, te weten het losschroeven van het bestaande luchtfilter gevolgd door het plaatsen van het nieuwe luchtfilter waarbij de schade ontstond bij het vastdraaien van de bouten.
• Er is geen sprake van opzicht. Consument heeft de motor niet in bezit gehad, niet geleend of gehuurd. Er is geen duurzame relatie en de intentie van Consument was om te helpen, niet gebruiken. Consument heeft de motor ook niet meegenomen naar eigen huis/schuur om te bewerken of voor eigen gebruik.
• Er is geen sprake van bewerking. Bewerking is een verandering om iets ergens voor geschikt te maken, aan te passen en/of wijziging van materiaal. Een motor kun je niet in bewerking hebben.
• Er is sprake van schade door een vriendendienst en deze schade is wel gedekt op de Verzekering.
• Verzekeraar beweert dat Consument door de vriend gevraagd is voor de dienst. Dit is niet het geval, Consument heeft zijn dienst uit eigen initiatief aangeboden.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Er is sprake van opzicht van een motorrijtuig, hetgeen uitgesloten is van dekking volgens de Voorwaarden. Consument was namelijk met de motor bezig (in bewerking).
• Ook bij een vriendendienst blijven de genoemde uitsluitingen, in dit geval opzicht, van toepassing.
• Het losschroeven is uiteraard onderdeel van een veel langere tijdspanne van het onder zich hebben (ter reparatie) van de motor.
• Mocht er al dekking op de Verzekering zijn, hetgeen niet zo is, dan is het nog de vraag of Consument volledig voor de schade aansprakelijk is. De andere partij vraagt aan Consument een dient met alle gevolgen van dien en accepteert stilzwijgend dat een schade als deze zou kunnen gebeuren.

4. Beoordeling

4.1 De vraag die partijen verdeeld houdt, is of Verzekeraar gehouden is dekking te verlenen en dientengevolge de schade dient te vergoeden.

4.2 De Commissie stelt voorop dat Verzekeraar door middel van de dekkingsomschrijving en de uitsluitingen de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te
verlenen, hetgeen hem vrijstond (HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326, r.o. 3.4.2). Weliswaar is een vriendendienst onder bepaalde omstandigheden gedekt op de Verzekering, maar dit neemt niet weg dat het opzicht risico expliciet is uitgesloten bij motorrijtuigen in de Voorwaarden. Op pagina 5 in de Voorwaarden wordt vermeld dat de regels voor deze bijzondere situatie ook gelden voor de andere bijzondere situaties die in dit hoofdstuk staan. Dit brengt mee dat ook in het geval van een vriendendienst, het opzicht risico bij motorrijtuigen is uitgesloten van de dekking. Vergelijk Kifid GC nr. 2015-176.

4.3 Consument heeft betoogd dat het ging om een incidentele en kortstondige handeling, er geen duurzame relatie is en de intentie niet was om de motor te gebruiken. Bij het monteren van een nieuwe uitlaat en luchtfilter komen dusdanig veel handelingen kijken, dat er naar het oordeel van de Commissie geen sprake is van een zodanig incidentele en kortstondige handeling dat geen beroep mag worden gedaan op de opzichtclausule.

4.4 De Commissie volgt Consument ook niet in zijn stelling dat er geen sprake is van bewerken van de motor. Het begrip bewerking moet worden gekwalificeerd als ‘werk aan iets verrichten om het voor een zeker doel geschikt te maken’. Consument verricht werk aan de motor (het vervangen van de uitlaat en luchtfilter) met als aannemelijk doel om deze weer goed te laten functioneren. De Commissie is dan ook van oordeel dat er wel degelijk sprake is van bewerking aan de motor van een ander. De Verzekeraar heeft zich terecht beroepen op de uitsluiting voor opzicht bij motorrijtuigen.

4.5 Gelet op het voorgaande komt de Commissie tot de conclusie dat Verzekeraar niet gehouden is om dekking te verlenen en niet gehouden is de schade ter hoogte van €860,49,- te vergoeden.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak