Mijn Kifid

Uitspraak 2018-054 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-054
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Klacht ontvangen op : 18 juli 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : International Card Services B.V., gevestigd te Diemen, verder te noemen ICS
Datum uitspraak : 22 januari 2018
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument is houder van een creditcard. ICS heeft toegestaan dat Consument uitgaven doet boven de bestedingslimiet en heeft de gegevens van Consument geregistreerd bij het BKR wegens betalingsachterstanden. Consument stelt dat ICS in strijd heeft gehandeld met de tussen partijen geldende overeenkomst door uitgaven boven het bestedingslimiet toe te staan en dat dit niet passend is geweest gelet op de financiële situatie van Consument (overkreditering). Consument vordert de aan ICS betaalde rente terug en vordert verwijdering van de registraties bij het BKR. De Commissie oordeelt in onderhavig geval dat ICS niet in strijd heeft gehandeld met de tussen partijen geldende overeenkomst. Gelet op de aan ICS ter beschikking staande gegevens en de gevolgde behandelingsprocedure mocht ICS besluiten Consument als voldoende kredietwaardig te beschouwen. Het is de Commissie niet gebleken dat sprake is van overkreditering. Voorts oordeelt de Commissie dat de registraties bij het BKR conform de geldende regelgeving (technisch) correct zijn. De vorderingen van Consument worden afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met bijlagen:

• het door Consument digitaal ingediende klachtformulier;
• de door Consument ingediende aanvullende stukken;
• het verweerschrift van ICS;
• de repliek van Consument en
• de dupliek van ICS.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument beschikt sinds 16 juli 2010 over een ANWB Visa Card (hierna: ‘de creditcard’) met een bestedingslimiet van € 2.500,-.
Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden ANWB Visa Card 2009 van toepassing.

2.2 Op 13 december 2010 heeft Consument een overeenkomst getekend voor een Gespreid Betalen Faciliteit. Op het aanvraagformulier heeft Consument het volgende ingevuld:
Inkomsten netto per maand: € 1.300,-
Lopende krediet(en): Rabobank € 0,-
ABN AMRO € 900,-
Huur: € 0,-.

2.3 Op 14 maart 2011 is de Gespreid Betalen Faciliteit door ICS verleend.

2.4 In 2011 heeft ICS een capaciteitsberekening gemaakt op basis van het door Consument ingediende aanvraagformulier van 13 december 2010; de ingediende salarisstrook van februari 2011 en de door ICS bij BKR opgevraagde informatie. Uit deze berekening blijkt dat de maximaal te verstrekken kredietlimiet aan Consument € 7.150,- bedraagt.
De door ICS overgelegde berekening vermeldt het volgende:
(…)
Inkomen € 1.300,-
Netto woon/hypotheeklasten € 250,-
Norm levensonderhoud € 779,-
Lopende BKR verplichtingen € 128,- (2% van de uitstaande leningen, die
bedroegen ten tijde van de aanvraag € 6.400,-)
Bestedingsruimte € 922,- (netto loon, minus woonlasten, minus
lopende BKR verplichtingen).

(Bestedingsruimte -/- norm levensonderhoud) * 50 = € 7.150,-.

2.5 Vanaf september 2011 is de creditcard meerdere keren tijdelijk geblokkeerd geweest vanwege een betalingsachterstand.

2.6 Op het rekenafschrift van 12 oktober 2014 staat een uitstaand saldo van het krediet inclusief rente van € 2.994,57.

2.7 In januari 2015 heeft Consument bij ICS aangegeven betalingsproblemen te hebben en sindsdien hebben partijen meerdere betalingsregelingen getroffen.

2.8 In december 2016 heeft ICS besloten dat Consument het openstaande saldo renteloos kan aflossen en hebben partijen een betalingsregeling getroffen welke inhoudt dat Consument
€ 25,- per maand betaalt ten behoeve van de openstaande som van het krediet. Consument heeft zich niet consistent gehouden aan deze betalingsregeling.

2.9 ICS heeft Consument gemeld bij het BKR. Uit het overzicht van het BKR van
25 september 2017 blijkt dat met ingang van 9 februari 2015 door ICS een achterstandscodering (A-codering) is geplaatst. Met ingangsdatum van 19 mei 2015 is een
1-codering geplaatst.
2.10 ICS heeft op 10 januari 2018 berekend dat Consument een achterstand heeft ten aanzien van zijn betalingsverplichtingen van € 1.768,65.

2.11 In de Algemene Voorwaarden ANWB Card 2009 staat het volgende:

(…)
Artikel 9. Persoonsgegevens
9.2 ICS is aangesloten bij het kredietregistratiesysteem van BKR. BKR registreert
centraal alle kredieten die worden afgesloten. ICS meldt alle door haar verleende
kredieten aan bij BKR. Tevens zal melding worden gemaakt van ongeoorloofde
achterstanden en andere onregelmatigheden.
(…)

Artikel 13. Bestedingslimiet
13.1 ICS stelt de bestedingslimiet vast, welke limiet de Card-houder niet mag
overschrijden. ICS is te allen tijde gerechtigd de bestedingslimiet te wijzigen,
bijvoorbeeld indien de financiële toestand van de Card-houder daar aanleiding toe
geeft.
(…)

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat ICS wordt veroordeeld tot het terugbetalen van alle door ICS ten aanzien van het krediet in rekening gebrachte rente. Daarnaast vordert Consument dat de achterstandscodering bij BKR wordt verwijderd door ICS ofwel wordt vervangen door een herstelcodering.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag.
ICS heeft jegens Consument onrechtmatig gehandeld door in strijd te handelen met de overeenkomst en de daarbij behorende algemene voorwaarden. ICS heeft wanprestatie gepleegd en als gevolg hiervan vordert Consument compensatie.

3.3 Consument draagt hiertoe het volgende aan. ICS had uitgaven boven de bestedingslimiet niet toe mogen staan omdat ze daarmee in strijd handelt met de overeenkomst en de daarbij behorende algemene voorwaarden. ICS heeft zich door het toestaan van de overschrijding schuldig gemaakt aan overkreditering. ICS heeft ten onrechte een eenmalige draagkrachttoetsing boven de overeenkomst tussen partijen gesteld en bijgedragen aan de betalingsproblemen die zijn ontstaan bij Consument.

Verweer van ICS
3.4 ICS heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De Commissie ziet zich gesteld voor de volgende drie vragen: is ICS toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen uit de kredietovereenkomst met Consument door besteding toe te staan boven de bestedingslimiet van € 2.500,-; is er sprake van overkreditering door ICS en dient ICS te worden veroordeeld tot het verwijderen van de BKR-codering?

Uitgaven boven de bestedingslimiet.
4.2 In de Algemene Voorwaarden ANWB Card staat dat niet meer mag worden opgenomen dan de bestedingslimiet. De stelling van Consument dat de mogelijkheid om bestedingen te doen boven de bestedingslimiet niet expliciet met ICS is overeengekomen is juist.
De door Consument gestelde weigeringsplicht zijn partijen echter ook niet met elkaar overeengekomen. ICS heeft aangevoerd dat zij bestedingen tot 15% boven de bestedingslimiet heeft toegestaan om op deze manier te voorkomen dat door geldblokkades op de creditcard van autoverhuurbedrijven, klanten hinder zouden ondervinden bij het gebruik van de creditcard. De Commissie acht het toestaan dat bestedingen worden gedaan boven het bestedingslimiet niet in strijd met de overeenkomst en de daarop van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden. Daarnaast merkt de Commissie op dat Consument, door zijn transactieoverzicht van de creditcard te controleren zelf had kunnen vaststellen dat de bestedingslimiet is overschreden en daar tijdig op had kunnen reageren.

Overkreditering.
4.3 Consument heeft gesteld dat de Bank zich schuldig heeft gemaakt aan overkreditering door overschrijding van de bestedingslimiet van de creditcard toe te staan. Allereerst merkt de Commissie op dat het begrip bestedingslimiet ziet op het geldbedrag dat Consument maandelijks kan spenderen met de creditcard. De bestedingslimiet in onderhavig geval is
€ 2.500,-. Het begrip kredietlimiet daarentegen ziet op het maximale bedrag dat Consument kan lenen van een kredietverstrekker. De kredietlimiet is in onderhavig geval vastgesteld op € 7.150,-. Uit het dossier blijkt dat het hoogste uitstaande bedrag (inclusief rente) € 2.994,57 bedroeg. De kredietlimiet wordt onder andere beoordeeld aan de hand van de kredietwaardigheid van Consument. Het overschrijden van de bestedingslimiet betekent niet dat de kredietlimiet is overschreden. Voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van overkreditering wordt gekeken naar de kredietlimiet. Op basis van de stukken die door partijen zijn overgelegd stelt de Commissie vast dat Consument ICS heeft geïnformeerd over zijn inkomen en zijn reguliere maandelijkse woonlasten. ICS heeft aangegeven bij de beoordeling van de aflossingscapaciteit van Consument conform de Gedragscode Consumptief Krediet te hebben gehandeld. Gelet op de aan ICS ter beschikking staande gegevens en de gevolgde behandelingsprocedure mocht ICS besluiten Consument als voldoende kredietwaardig te beschouwen. Niet is gesteld of gebleken dat het uitstaande saldo van het krediet de berekende kredietlimiet van Consument heeft overschreden.
Voorts is door Consument onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de overschrijding van de bestedingslimiet op onzorgvuldige gronden mogelijk is gemaakt door ICS. De klacht van Consument is met name gebaseerd op het in strijd handelen van ICS met de overeenkomst en de algemene voorwaarden. Daarmee is niet komen vast te staan dat ICS zich ten aanzien van Consument schuldig heeft gemaakt aan overkreditering.

BKR-registraties.
4.4 ICS is als deelnemende kredietaanbieder gebonden aan het Algemeen Reglement CKI van het KBR (hierna: ‘BKR Reglement’). Op grond van artikel 12 van het BKR Reglement is ICS gehouden om betalingsachterstanden van een doorlopend krediet te melden bij het BKR. Een A-codering wordt geplaatst bij een betalingsachterstand. ICS heeft ten aanzien van Consument een A1-codering geplaatst wat inhoudt dat Consument achterloopt met de betalingsverplichtingen en dat er een betalingsregeling is getroffen.

4.5 De registratie van persoonsgegevens en latere handhaving in het CKI van het BKR valt onder de werking van de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit houdt in dat bij een dergelijke registratie en ook de handhaving daarvan bij latere wijziging van de omstandigheden, voldaan dient te zijn aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit en wel zo dat de inbreuk op de belangen van de bij de verwerking van de persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel (het proportionaliteitsbeginsel) en dat het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt in redelijkheid en niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokken minder nadelige wijze kan worden verwezenlijkt (het subsidiariteitsbeginsel). Zie Hoge Raad 9 september 2011, ECLI:NL:HR:2011: BQ8097.

4.6 Vast staat dat vanaf 2011 sprake is van betalingsachterstanden en dat er sindsdien meerdere betalingsregelingen zijn overeengekomen met Consument. De geregistreerde A1-codering is daarmee conform de feiten en (technisch) correct. Een herstelcodering (H-codering) wordt vermeld als het krediet doorloopt maar de achterstand is ingelopen. Het belang van Consument is op dit moment gelegen in het feit dat hij zich door registratie belemmerd ziet in het oppakken van zijn leven. Consument heeft verder geen argumenten aangevoegd op grond waarvan zijn belang prevaleert boven het algemene belang ter zake het beperken van krediet- en betalingsrisico’s voor kredietverstrekkers. Er is niet gebleken dat de Bank een verkeerde belangenafweging heeft gemaakt. De Commissie is dan ook van oordeel dat de Bank niet gehouden is de BKR-registraties van Consument te laten verwijderen.

Slotsom
4.7 De Commissie oordeelt dat ICS niet in strijd heeft gehandeld met de overeenkomst en de algemene voorwaarden die gelden tussen partijen ten aanzien van het krediet. Niet is gebleken dat ICS zich schuldig heeft gemaakt aan overkreditering ten aanzien van Consument. De registraties bij BKR zijn conform de geldende regelgeving (technisch) correct.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak