Mijn Kifid

Uitspraak 2018-059 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-059
(mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. A. Westerveld, secretaris)

Klacht ontvangen op : 12 juni 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : Achmea Schadeverzekeringen N.V., h.o.d.n. Interpolis, gevestigd te Apeldoorn,
verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 24 januari 2018
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument ontvangt van het UWV een WAO-uitkering met daar bovenop een toeslag omdat zijn inkomsten beneden een bepaalde grens blijven. Van Verzekeraar ontvangt Consument een aanvullende uitkering op grond van een WAO Hiaatverzekering. Vanwege deze aanvullende uitkering wordt Consument door het UWV gekort op zijn toeslag. Consument wijt dit aan een door Verzekeraar gemaakte fout. De Commissie heeft geoordeeld dat een grondslag voor een vordering jegens Verzekeraar ontbreekt. Vordering afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met de daarbij behorende bijlagen:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de door Consument nagezonden stukken;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de repliek van Consument;
• de door Consument nagezonden stukken;
• de dupliek van Verzekeraar.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie is van oordeel dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument ontvangt van het UWV een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit hoofde van de WAO. Bovenop die uitkering ontvangt hij van het UWV een toeslag omdat zijn inkomsten beneden een bepaalde grens blijven.

2.2 Van Verzekeraar ontvangt Consument een aanvullende uitkering op grond van een WAO Hiaatverzekering. Vanwege deze aanvullende uitkering wordt Consument door het UWV gekort op zijn toeslag, waardoor hij minder dan het sociaal minimum ontvangt.
3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert vergoeding van proceskosten, van nakosten en van materiële en immateriële schade, door hem bij repliek bij wijze van voorstel gesteld op in totaal
€ 3.500,- netto.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Consument door het UWV gekort wordt op zijn toeslag als gevolg van een door Verzekeraar gemaakte fout. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
• Consument is niet bekend met een bij Verzekeraar lopende verzekering. Op vragen aan Verzekeraar dienaangaande heeft hij geen antwoord gekregen. Een polisblad heeft Consument in ieder geval nooit ontvangen.
• Verzekeraar heeft contact gehad met het UWV en het UWV daarbij fout geïnformeerd. Welke informatie precies is verstrekt, is Consument niet duidelijk geworden.
• Onduidelijk is of Verzekeraar contact heeft gehad met de brancheorganisatie waarvan de
ex-werkgever van Consument lid was.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• In 1993 is door [naam bedrijf] namens een aantal ondernemingen, waaronder de
ex-werkgever van Consument, een mantelovereenkomst met een verzekeraar afgesloten over het bij die verzekeraar onderbrengen van een collectieve reparatie van het WAO-gat, welke mantelovereenkomst later door Verzekeraar is overgenomen. De werkgevers zijn verzekeringnemer, de werknemers zijn de tot uitkering gerechtigden. De polisbladen zijn aan de werkgevers gestuurd.
• Consument ontvangt vanaf 18 april 1987 van Verzekeraar een uitkering onder de aanvullende WAO Hiaatverzekering. Aan hem zijn uitkeringsspecificaties en jaaropgaven verstrekt. Verzekeraar is wettelijk verplicht om het UWV desverzocht informatie over de hoogte van de uitkering te verstrekken. In 2011, 2012 en 2013 is op een daartoe bestemd UWV-formulier de hoogte van de maandelijkse bruto-uitkering onder de aanvullende WAO Hiaatverzekering opgegeven. In 2015 heeft het UWV telefonisch contact opgenomen. Door Verzekeraar is toen desgevraagd meegedeeld dat de uitkering inclusief vakantietoeslag is.
• Met de secretaris van de brancheorganisatie waarvan de ex-werkgever van Consument lid was, is contact geweest. Afgesproken is daarbij dat Consument met vragen bij deze secretaris terecht kan.
• Het UWV doet de inkomenstoets en beoordeelt of de uitkering onder de aanvullende WAO Hiaatverzekering als inkomen wordt meegerekend voor de toeslag van het UWV. Verzekeraar staat daar buiten. Hij kan dan ook niet tekort geschoten zijn richting Consument.

4. Beoordeling

4.1 Aan de orde is de vraag of Verzekeraar een fout heeft gemaakt als gevolg waarvan Consument op zijn toeslag wordt gekort. De Commissie overweegt dienaangaande het volgende.

4.2 Het UWV kan als uitvoerder van de Toeslagenwet aan uitkeringsgerechtigden op grond van onder meer de WAO een toeslag verlenen tot het relevante sociaal minimum. Recht op een toeslag kan ontstaan als een uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon. Een uitkering onder een particuliere, collectieve WAO Hiaatverzekering kan leiden tot een korting op de toeslag, zoals in het geval van Consument. Het is het UWV die dit beslist. Het UWV heeft teneinde die beslissing te kunnen nemen bij Verzekeraar een aantal malen navraag gedaan naar de hoogte van de uitkering. Verzekeraar heeft daarop het bruto-uitkeringsbedrag per maand verstrekt. Op grond daarvan heeft het UWV de toeslag (her)berekend. Als Consument daarover vragen heeft of bezwaar wil indienen tegen de korting dient hij zich tot het UWV te wenden.

4.3 Verzekeraar heeft aan Consument vanaf 18 april 1987 uitkering verstrekt onder de particuliere, collectieve WAO Hiaatverzekering. Dat daarbij fouten zijn gemaakt, bijvoorbeeld bij de berekening van de hoogte van de uitkering, is de Commissie niet gebleken.

4.4 De conclusie is dan ook dat een grondslag voor de vordering van Consument jegens Verzekeraar ontbreekt. De Commissie wijst de vordering van Consument daarom af.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak