Mijn Kifid

Uitspraak 2018-084 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-084
(mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Klacht ontvangen op : 28 augustus 2017
Ingediend door : Consument
Tegen : AEGON Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen
Verzekeraar
Datum uitspraak : 2 februari 2018
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Woonhuisverzekering. Uitleg voorwaarden. Consument heeft een gedeelte van zijn woning als gevolg van waterschade tijdelijk niet kunnen gebruiken en verzoekt een vergoeding voor huurderving. Consument heeft geen huur misgelopen als gevolg van de schade en evenmin kosten moeten maken doordat hij tijdelijk elders heeft moeten verblijven. Dat betekent dat geen sprake is van huurderving en Verzekeraar niet is gehouden tot het betalen ven een vergoeding. Vordering afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de brief met bijlagen van 28 augustus 2017 van de gemachtigde van Consument;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de reactie van Consument.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft een verzekeringspakket bij Verzekeraar met onder meer een woonhuisverzekering met allrisk dekking. In toepasselijke voorwaarden is de volgende bepaling opgenomen:

“2.4 Wat is verzekerd boven het verzekerde bedrag?
(…)
Is uw schade gedekt op deze verzekering? Dan vergoeden wij ook de volgende zaken:
(…)
de huur die u misloopt (huurderving) op basis van de huurwaarde van het verzekerde woonhuis:
– tijdens de tijd die technisch gezien nodig is om uw huis te herstellen of te herbouwen tot maximaal 52 weken;
– Als het huis niet wordt hersteld of herbouwd: gedurende maximaal 12 weken;
– Als u het woonhuis zelf gebruikt, dan vergoeden wij maximaal de huurwaarde van het woonhuis.
De maximale vergoeding is € 20.000,- per kalenderjaar.”

2.2 Op 7 juli 2016 heeft Consument waterschade aan de muur van zijn woning geconstateerd. Na verschillende onderzoeken is vastgesteld dat de oorzaak van de schade was gelegen in een lekkage in de naastgelegen woning. Vanaf het ontdekken van de schade tot
3 januari 2017 hebben bouwdrogers in een gedeelte van de woning van Consument gestaan. Hierdoor heeft Consument de helft van de begane grond gedurende die periode niet kunnen gebruiken.

2.3 Consument heeft Verzekeraar met een beroep op artikel 2.4 van de voorwaarden verzocht tot een vergoeding van huurderving. Verzekeraar heeft dit verzoek afgewezen.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert betaling van een bedrag van € 1.000.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Ter onderbouwing van zijn vordering heeft Consument de volgende argumenten aangevoerd.
• Consument heeft gedurende een periode van ongeveer zes maanden de helft van de begane grond niet kunnen gebruiken in verband met vochtproblemen, schimmelvorming en plaatsing van blowers en droogapparatuur.
• Volgens artikel 2.4 van de voorwaarden komt huurderving voor vergoeding in aanmerking. Indien de woning zelf gebruikt wordt, wordt de huurwaarde van het woonhuis vergoed. Omdat de woning gedeeltelijk niet kon worden gebruikt, bestaat recht op uitkering voor partiële huurderving.
• De voorwaarden geven geen duidelijke omschrijving van het begrip huurderving, met name in die gevallen waarin de woning gedeeltelijk niet kan worden gebruikt.
• De vergoeding dient als volgt te worden berekend. De woning heeft twee en een halve woonlaag. De maximale vergoeding voor huurderving is € 10.000. De huurderving is dus:
(6 maanden / 12 maanden) x (0,5 woonlaag/2,5 woonlaag) x € 10.000 = € 1.000.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Bij huurderving gaat het om schade waarbij het mislopen van huuropbrengsten als maatstaf wordt gebruikt voor de berekening van de schade. Dit is van toepassing wanneer de verzekerde tijdelijk elders woont als gevolg van de schade of de woning als gevolg van de schade niet kan verhuren.
• Consument is in het woonhuis blijven wonen en heeft geen extra kosten moeten maken voor verblijf elders. Hij heeft ook geen doorlopende woonlasten gehad zonder dat hij in het woonhuis verbleef, bijvoorbeeld doordat hij tijdelijk bij vrienden of familie woonde.
• Verzekeraar heeft coulancehalve een bedrag van € 250 betaald.

4. Beoordeling

4.1 Aan de orde is de vraag of Consument recht heeft op een vergoeding op basis van artikel 2.4 van de voorwaarden omdat hij gedurende een periode van zes maanden een gedeelte van de begane grond van zijn woning niet heeft kunnen gebruiken als gevolg van waterschade.

4.2 In artikel 2.4 is bepaald dat Verzekeraar de huur die de verzekerde misloopt, de huurderving, vergoedt, op basis van de huurwaarde van het verzekerde woonhuis. In de bepaling zijn vervolgens drie omstandigheden genoemd waaronder de huurderving wordt vergoed. Eén van die omstandigheden is wanneer de verzekerde het woonhuis zelf gebruikt.

4.3 Consument heeft geen huur misgelopen als gevolg van de schade. Hij heeft evenmin kosten moeten maken doordat hij tijdelijk elders heeft moeten verblijven. Dat betekent dat geen sprake is van huurderving. Anders dan Consument betoogt, bepaalt artikel 2.4 niet dat een vergoeding wordt betaald indien de verzekerde gedurende de schade of het herstel van de schade het woonhuis zelf gebruikt maar een deel van de woning door de schade niet kan gebruiken.

4.4 De Commissie is daarom van oordeel dat Consument geen recht heeft op een vergoeding op grond van artikel 2.4 van de voorwaarden en wijst de vordering van Consument af.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak