Mijn Kifid

Uitspraak 2018-220 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-220
(mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)

Klacht ontvangen op : 27 juni 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den
Haag, verder te noemen Verzekeraar, waarbij de uitvoering van rechtsbijstand is
overgedragen aan SRK Rechtsbijstand, gevestigd te Zoetermeer, verder te
noemen Rechtsbijstanduitvoerder
Datum uitspraak : 5 april 2018
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Partijen verschillen van mening of de door Consument aangemelde geschillen gedekt zijn onder de rechtsbijstandsverzekering. Het geschil tussen Consument en zijn advocaat valt naar het oordeel van de Commissie niet onder de dekking. Het initiële geschil waarvoor de advocaat rechtsbijstand heeft verleend, valt immers ook niet onder de dekking van de rechtsbijstandverzekering. Het tweede geschil van Consument biedt geen dekking omdat het een geschil van zijn echtgenote betreft. Ten tijde van het ontstaan van haar geschil behoorde zij niet tot de kring van verzekerden. De Commissie oordeelt dat op grond van de polisvoorwaarden geen dekking bestaat voor de door Consument aangemelde geschillen. Vordering afgewezen.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument digitaal ingediende klachtformulier met aanvullende stukken van
27 januari 2016;
• het door Consument digitaal ingediende klachtformulier met aanvullende stukken van
26 juni 2016;
• het verweerschrift van Rechtsbijstanduitvoerder;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Rechtsbijstanduitvoerder.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft per 1 april 2013 bij Verzekeraar een rechtsbijstandverzekering afgesloten waarbij de modules ‘eigen woning’, ‘motorrijtuigen’ en ‘arbeid’ zijn verzekerd. Tot
22 oktober 2015 bestond er ‘alleenstaande zonder kinderen dekking’.
Hierna is sprake geweest van een ‘echtpaar/samenwonenden zonder kinderen’ dekking. De verzekerde rechtsbijstand is uitbesteed aan Rechtsbijstanduitvoerder, die mede namens Verzekeraar verweer heeft gevoerd.

2.2 In de toepasselijke polisvoorwaarden is – voor zover relevant – het volgende opgenomen:

“(….)
1.9 Verzekerde (alleenstaande zonder kind(eren))
a De verzekeringnemer;
b De gemachtigde bestuurder of passagier van een voer- of (lucht)vaartuig dat aan de verzekerde toebehoort, uitsluitend voor verhaal van schade ten gevolge van een verkeersongeval;
c Het huispersoneel in dienst van verzekeringnemer en de – vanuit Nederland in het persoonlijke reisgezelschap van verzekeringnemer op een (vakantie)reis meereizende – reisgenoot, gedurende deze reis. Voor beiden geldt dekking uitsluitend voor het verhalen van schade ontstaan door beschadiging van eigen lijf of goed (niet zijnde voer- of (lucht)vaartuigen);
d De nagelaten betrekkingen van de verzekerden, indien en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarbij de verzekerde is betrokken en waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
(….)
1.10 Verzekerde (echtpaar/samenwonenden zonder kind(eren))
a De verzekeringnemer;
b De met hem/haar samenwonende echtgeno(o)t(e) of een ander persoon, waarmee hij/zij duurzaam in gezinsverband samenwoont of die in een door de overheid erkende verpleeginrichting verblijft;
c Hun grootouders, (schoon)ouders en ongehuwde bloed- en aanverwanten, die met hen een huishouden vormen;
d De gemachtigde bestuurder of passagier van een voer- of (lucht)vaartuig dat aan de verzekerde toebehoort, uitsluitend voor verhaal van schade ten gevolge van een verkeersongeval;
e Het huispersoneel in dienst van verzekeringnemer en de – vanuit Nederland in het persoonlijke reisgezelschap van verzekeringnemer op een (vakantie)reis meereizende – reisgenoot, gedurende deze reis. Voor beiden geldt dekking uitsluitend voor het verhalen van schade ontstaan door beschadiging van eigen lijf of goed (niet zijnde voer- of (lucht)vaartuigen);
f De nagelaten betrekkingen van de verzekerden, indien en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarbij de verzekerde is betrokken en waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
(….)
Artikel 2 Gebeurtenis en behoefte aan rechtsbijstand
2.1 Onder gebeurtenis wordt verstaan het voorval dat aanleiding is voor een juridisch geschil waardoor voor verzekerde behoefte aan rechtsbijstand ontstaan. Een juridisch geschil wordt geacht te zijn ontstaan op het moment dat voor het eerst een belangentegenstelling met de wederpartij bestaat.
(….)
2.3 De gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand moet zich hebben voorgedaan gedurende de looptijd van de verzekering en buiten de wachttermijn voor zover deze van toepassing is.
(….)
2.5 Indien ter zake van een gebeurtenis geen rechten aan deze verzekering kunnen worden ontleend zijn ook de hieruit voortvloeiende en/of daarmee samenhangende juridische geschillen uitgesloten van dekking.
van een aanvullende dekking, indien deze aanvullende dekking later wordt bijgesloten.
(….)
12.2 Uitsluitingen – algemeen
(….)
12.2.5 Bij juridische problemen/geschillen die voortvloeien uit of verband houden met
(….)
c fiscaal recht, (….)

Artikel 13 Uitsluitingen behoudens juridisch advies
Geen rechten aan deze verzekering, behoudens juridisch advies, kunnen worden ontleend bij
(….)
b juridische geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met het huwelijksvermogensrecht,
echtscheidingsrecht, beëindiging van een samenleving buiten huwelijk en verplichtingen tot levensonderhoud.
(….)”

2.3 Op 18 augustus 2015 heeft Consument een beroep gedaan op zijn rechtsbijstandverzekering in verband met een geschil met mr. [Naam advocaat], zijn voormalige advocaat, verder te noemen de advocaat. Consument is niet tevreden over de kwaliteit van de door de advocaat geleverd rechtsbijstand in zaken die betrekking hadden op echtscheiding, alimentatie en fiscaal recht.

2.4 In zijn brief van 21 augustus 2015 heeft Rechtsbijstanduitvoerder Consument bericht dat geen dekking voor dit geschil wordt verleend:

“(….)
Het dekkingsstandpunt
In de door u afgesloten rechtsbijstandverzekering staat omschreven dat u niet zonder toestemming van SRK een advocaat of deskundige mag inschakelen. Doet u dat wel dan vervalt de dekking op uw verzekering en blijven de kosten voor uw eigen rekening.

Geen echtscheiding
U heeft de module Echtscheiding niet meeverzekerd op uw rechtsbijstandverzekering. Een geschil met een (ex)partner over de afwikkeling van een scheiding en alimentatie valt om die reden niet onder de dekking van uw rechtsbijstandsverzekering.

Voortvloeien
Als een gebeurtenis niet onder de dekking van de verzekering valt, dan zijn ook alle geschillen die te maken hebben met deze gebeurtenis niet gedekt.

Bovenstaande beperkingen brengen met zich mee dat SRK u niet kan helpen met een verhaalsactie op de door u ingeschakelde advocaat. Een advocaat die u bovendien wegens niet-verzekerde echtscheidingsproblematiek had ingeschakeld.

Voorbehoud
Wellicht ten overvloede merken wij op dat SRK Rechtsbijstand zich het recht voorbehoudt om zich op alle overige uitsluitingen te beroepen, mocht dit aan de orde zijn.
(….)”

2.5 Hierop heeft Consument op 27 oktober 2015 aangekondigd dat hij een klacht zal indienen over het ingenomen dekkingsstandpunt.

2.6 Vervolgens hebben er tussen Rechtsbijstanduitvoerder en Consument diverse (telefonische) contacten plaatsgevonden. Deze hebben er niet toe geleid dat Rechtsbijstanduitvoerder terug is gekomen op het ingenomen dekkingsstandpunt.

2.7 Daarnaast heeft Consument op 4 november 2015 een beroep gedaan op zijn rechtsbijstandverzekering in verband met een geschil tussen mevrouw [X], zijn echtgenote, verder te noemen de echtgenote, en Achmea Zorgkantoor N.V., verder te noemen Achmea.

Achmea heeft in een gerechtelijke procedure tegen de echtgenote terugbetaling van een aan haar toegekend Persoonsgebonden Budget gevorderd. In eerste aanleg is deze vordering toegewezen waarna Consument hoger beroep wenste in te stellen.

2.8 Bij brief van 6 november 2015 heeft Rechtsbijstanduitvoerder dit verzoek om rechtsbijstand eveneens afgewezen:

“(….)
Te late melding/belangenschade SRK
U moet een geschil zo snel mogelijk melden bij SRK. Dit om te voorkomen dat SRK wordt geconfronteerd met een geschil dat niet meer zonder rechtszaak kan worden opgelost, of om te voorkomen dat SRK extra kosten moet maken die bij een eerdere melding voorkomen hadden kunnen worden. Uw melding voldoet niet aan de vereisten van een spoedige melding, waardoor SRK in zijn belangen geschaad is. Daarom valt dit geschil niet onder uw polis.

Voortvloeien uit
In de voorwaarden van uw rechtsbijstandverzekering staat (ook) dat als een geschil niet valt onder uw polis, alle geschillen die uit dit geschil voortvloeien of daarmee verband houden, ook niet onder uw polis vallen. Alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met de hierboven beschreven problematiek vallen om die reden niet onder uw rechtsbijstandverzekering.

Aangezien het voorgaande een behandeling van deze zaak reeds uitsluit, heeft SRK niet beoordeeld in hoeverre er nog meerdere beletsels aangaande de dekking bestaan. SRK behoudt zich op dit punt dan ook uitdrukkelijk het recht voor om deze gronden eventueel aan te mogen vullen indien zulks aan de orde is.
(….)”

2.9 Consument heeft zich bij Rechtsbijstanduitvoerder eveneens over deze beslissing beklaagd.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar voor het juridisch geschil met de advocaat en het geschil met Achmea dekking verleent. Daarnaast vordert Consument een vergoeding ter hoogte van € 18.000, –, zijnde de door hem vermeend geleden schade.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de verzekeringsovereenkomst door voor de twee geschillen geen dekking te verlenen en de zaken niet in behandeling te nemen. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan:
• Het geschil met de advocaat houdt geen verband met echtscheiding, alimentatie dan wel fiscaal recht maar ziet op de gebrekkige wijze waarop aan Consument juridische bijstand is verleend. Verzekeraar beroep zich derhalve ten onrechte op de uitsluiting opgenomen in artikel 2.5 van de polisvoorwaarden.
• Op het moment dat Consument rechtsbijstand wenste in het geschil tussen Achmea en zijn echtgenote was reeds sprake van ‘echtpaar/samenwonenden zonder kinderen’ dekking op de rechtsbijstandverzekering, waren Consument en zijn echtgenote reeds gehuwd en woonden zijn samen. Voor het instellen van het hoger beroep bestond derhalve wel degelijk aanspraak op rechtsbijstand.
Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 Het eerste klachtonderdeel van Consument ziet op het niet verlenen van rechtsbijstand in het geschil dat hij met de advocaat heeft.

4.2 Consument is door de advocaat bijgestaan in diverse geschillen die verband hielden met echtscheiding, alimentatie en/of fiscaal recht. Op grond van 12.2.5 sub c van de polisvoorwaarden zijn geschillen die verband houden met fiscaal recht uitgesloten van dekking. Evenmin bestaat, er gelet op de in artikel 13 sub b van de polisvoorwaarden opgenomen uitsluiting, aanspraak op rechtsbijstand voor juridische geschillen die voortvloeiende uit of verband houden met huwelijksvermogensrecht, echtscheiding en verplichtingen tot levensonderhoud. Dit betekent dat voor de geschillen waarin de advocaat juridische bijstand verleende zelf geen dekking op de rechtsbijstandverzekering bestond.

4.3 Uit artikel 2.5 van de polisvoorwaarden vloeit voort dat voor geschillen die voortvloeien en/of samenhangen met een gebeurtenis ter zake waarvan geen rechten aan de rechtsbijstandverzekering kan worden ontleend, eveneens geen aanspraak kan worden gemaakt op rechtsbijstand. De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of het geschil met de advocaat voortvloeit en/of samenhangt met de juridische geschillen waarin hij Consument van juridische bijstand heeft voorzien. Indien deze vraag bevestigd beantwoord moet worden, leidt dit ertoe dat Consument ook voor het geschil met de advocaat geen aanspraak kan maken op rechtsbijstand.

4.4 De Commissie overweegt dat tussen de niet gedekte geschillen waarvoor de advocaat bijstand verleende en het verwijt van Consument aan het adres van de advocaat, inhoudende dat hij onvoldoende zorg heeft betracht bij de inhoudelijk behandeling van die geschillen, zodanige samenhang bestaat, dat niet van Verzekeraar verlangd kan worden dat hij voor het geschil rechtsbijstand verleent. Teneinde een vordering tegen de advocaat te kunnen instellen, alsmede om de haalbaarheid van een dergelijke vordering te kunnen beoordelen, is het noodzakelijk om kennis te nemen van de onderliggende problematiek en zich over de wijze van behandeling van de juridische geschillen door de advocaat een oordeel te vormen. Dit zou als consequentie hebben dat Verzekeraar, weliswaar via een omweg, alsnog rechtsbijstand dient te verlenen in een geschil dat verband houdt met fiscaal recht, huwelijksvermogensrecht, echtscheiding en/of verplichtingen tot levensonderhoud. Die rechtsbijstand heeft Verzekeraar met de uitsluitingen in de artikelen 12.2.5 sub c en 13 sub b van de polisvoorwaarden willen voorkomen.

4.5 Verzekeraar heeft zich dan ook onder verwijzing naar artikel 2.5 van de polisvoorwaarden op het standpunt mogen stellen dat het geschil met de advocaat niet gedekt is onder de rechtsbijstandverzekering van Consument.

4.6 Vervolgens is de vraag aan de orde of voor het geschil tussen de echtgenote en Achmea dekking op de rechtsbijstandverzekering bestaat.

4.7 Gelet op artikel 2.1 van de polisvoorwaarden wordt een juridisch geschil geacht te zijn ontstaan op het moment dat voor het eerst een belangentegenstelling met de wederpartij bestaat. Voor wat betreft het geschil tussen de echtgenote en Achmea is dit moment op
5 juni 2013, de datum waarop Achmea het verstrekte persoonsgebonden budget heeft teruggevorderd. Tot 22 oktober 2015 was er slechts sprake “alleenstaande zonder kinderen dekking”. Artikel 1.9 van de polisvoorwaarden bepaalt in dat geval wie er tot de kring van verzekerden behoort. De echtgenote is niet aan te merken als één van de onder a tot met d bedoelde personen. Ten tijde van het ontstaan van het geschil behoorde de echtgenote derhalve niet tot de kring van verzekerden en kan zij noch Consument voor dit geschil aanspraken aan de verzekeringsovereenkomst ontlenen. Dat de echtgenote nadien wel tot de kring van verzekerde is gaan behoren, maakt dit niet anders. Een geschil dat niet onder de dekking van de rechtsbijstandverzekering valt, komt later niet alsnog onder de dekking te vallen indien een partij in het juridische geschil alsnog tot de kring van verzekerden is gaan behoren. Niet het moment waarop Consument hoger beroep in wilde stellen, maar de feitelijke situatie op het moment waarop het juridisch geschil is ontstaan, is bepalend voor de beantwoording van de vraag of Verzekeraar op grond van de polisvoorwaarden gehouden is rechtsbijstand te verlenen.

4.8 Consument heeft nog aangevoerd dat Verzekeraar zich aanvankelijk alleen op andere afwijzingsgronden heeft beroepen, en zich pas voor het eerst in deze klachtenprocedure op het standpunt heeft gesteld dat de echtgenote niet tot de kring van verzekeren behoorde en dat dit verweer daarom moet worden gepasseerd. De Commissie oordeelt hierover als volgt. Of een verzekeraar een aanvankelijk niet genoemde afwijzingsgrond in een later stadium alsnog mag aanvoeren, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij zullen onder meer van belang zijn de mate van precisie van de aanvankelijk aangevoerde grond(en). vgl. Geschillencommissie Kifid nummer 2017-657. In de afwijzingsbrief van 6 november 2015 heeft Verzekeraar de afwijzingsgronden vrij algemeen verwoord en daarnaast een voorbehoud gemaakt zich in de toekomst op niet genoemde uitsluitingsgronden te kunnen beroepen. Het stond hem naar het oordeel van de Commissie derhalve vrij zich in deze procedure op een andere afwijzingsgrond te beroepen. Deze afwijzingsgrond is bovendien voor een deel gebaseerd op informatie die Verzekeraar voorafgaand aan deze klachtenprocedure nog niet bekend was. Uit de door Consument ingediende klachtenformulier kon Verzekeraar voor het eerst afleiden dat Consument nog niet gehuwd was, althans niet met zijn huidige echtgenote, ten tijde van het ontstaan van het juridische

4.9 De Commissie concludeert derhalve dat eveneens met betrekking tot het geschil tussen de echtgenote en Achmea geen aanspraak kan worde gemaakt op het verlenen van rechtsbijstand.

4.10 De conclusie is dat Verzekeraar niet tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de verzekeringsovereenkomst door voor de geschillen geen dekking te verlenen. De vordering van Consument wordt daarom afgewezen.
5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak