Mijn Kifid

Uitspraak 2018-385 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-385
(mr. dr. H.O. Kerkmeester, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac RA en J.C. Buiter, leden
en  mr. T.R.G. Leyh, secretaris)

Klacht ontvangen op        : 8 oktober 2015

Ingediend door               : Maatschap
Tegen                            : ABN AMRO Bank N.V., mede handelend onder de naam MeesPierson, gevestigd te
Amsterdam, verder te noemen MeesPierson dan wel de Bank

Datum uitspraak             : 25 juni 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

Samenvatting

Adviesrelatie. Behoudend risicoprofiel. Bijna het volledige belegde vermogen van de Maatschap is op instigatie van de beleggingsadviseur buiten de Eurozone belegd. Dergelijke advisering is naar het oordeel van de Commissie niet in lijn met wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur verwacht mag worden, zeker niet nu een nadrukkelijke waarschuwing voor de mogelijk negatieve gevolgen van het volledig beleggen in assets welke buiten de eurozone liggen klaarblijkelijk niet is gegeven. De Commissie acht het voorts aannemelijk dat uit vorenbedoelde advisering schade is voortgekomen en berekent die vervolgens. Deels eigen schuld.

     
  • Procesverloop

     

 

  1. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken, vergezeld van bijlagen:
  • het door de Maatschap ingediende klachtformulier met bijlagen;
  • de op verzoek van Kifid overgelegde aanvullende informatie;
  • het verweerschrift van de Bank;
  • de repliek van de Maatschap;
  • de dupliek van de Bank;
  • het e-mailbericht van 17 november 2016 waarin [naam B.V. 1] haar klacht intrekt. De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 17 november 2016, en zijn aldaar verschenen.
  • Feiten

    1. Tussen de Maatschap, welke uit twee constituerende B.V.’s bestaat, te weten [B.V.1] en [B.V.2], en MeesPierson is na ondertekening van een Mantelovereenkomst begin 2009 een relatie van financiële dienstverlening tot stand gekomen.
    2. [B.V.1], met als enig aandeelhouder de heer [Naam aandeelhouder B.V.1], ontplooit volgens een in onderhavige procedure overgelegd uittreksel van de Kamer van Koophandel als activiteiten:
      SBI-code 64303 -Beleggingsinstellingen met beperkte toetreding
      Uitsluitend activiteiten ter uitvoering van een pensioen- of stamrechtovereenkomst

      Een door haar accountant opgemaakt jaarrapport over 2013 vermeldt onder de activa per 31 december 2013 een bedrag van bijna twee miljoen euro en onder de passiva onder meer een pensioenverplichting van € 204.220.
    3. [B.V.2]., met als enig aandeelhouder de heer [Naam aandeelhouder B.V. 2], ontplooit volgens een in onderhavige procedure overgelegd uittreksel van de Kamer van Koophandel als activiteiten:
    4. SBI-code: 70102 – Holdings (geen financiële)
      SBI-code: 64303 -Beleggingsinstellingen met beperkte toetreding
      Een door haar accountant opgemaakt jaarrapport over 2013 vermeldt onder de activa per 31 december 2013 een bedrag van ruim vier miljoen euro en onder de passiva onder meer een pensioenverplichting van € 425.900.
    5. De voornoemde enig aandeelhouders worden hierna tevens aangeduid als de heren [Namen aandeelhouders].
    6. De Mantelovereenkomst vermeldt dat MeesPierson beleggings- en nevendiensten aan haar cliënten mag aanbieden. Een door de heren [Namen aandeelhouders] in februari 2009 ingevulde ‘VermogensPlanner’ vermeldt bij depot [nummer] bij naam cliënt ‘[B.V1 en B.V2]’. Onder de naam van het document staat vermeld: Rechtspersoon Advies en Beheer, waarbij ‘Rechtspersoon’ is doorgehaald en is bijgeschreven ‘lees: maatschap’. Verder is erin opgenomen dat de omvang van het te beleggen vermogen € 3.800.000 bedraagt, dat dit bedrag afkomstig is uit ‘verkoop onderneming’, ‘verkoop onroerend goed’ en ‘beleggingsresultaat’ en voorts dat de statutaire doelstelling van de rechtspersoon onder andere beleggen betreft en dat de beleggingshorizon meer dan 10 jaar is.

      Aan de antwoorden op de verschillende op dit formulier opgenomen vragen zijn punten gekoppeld, het totaal waarvan in dit geval correspondeert met een neutraal risicoprofiel. Er is gekozen voor een behoudend risicoprofiel.

    7. In december 2009 hebben de Maatschap en MeesPierson een Deelovereenkomst van beleggingsadvies Fixplus, ‘Garantieproduct op maat’, afgesloten. In de bijlage inzake het profiel is onder meer opgenomen:
      o         Financiële positie (inkomensbehoefte)
      o         De huidige inkomsten (bijvoorbeeld stortingen, vermogen, schenkingen en nalatenschappen) van Cliënt zijn: Ruim meer dan de uitgaven. Hierdoor kan de rechtspersoon jaarlijks een bedrag opzij zetten.
      Beleggingsdoelstelling
      Doel van de belegging van de Client bij MeesPierson is:
      o         Langetermijngroei: de rechtspersoon belegt met als doel hoge beleggingswinsten te bereiken en is bereid daarbij een aanzienlijk risico te lopen. Inkomen uit het vermogen speelt alleen op lange termijn een rol
      o         Beleggingshorizon
      Cliënt heeft een beleggingshorizon van 6-10 jaar. Dit betekent dat de maximale Looptijd van een Financieel Instrument MeesPierson Private Guaranteed/Fixplus 6 jaar bedraagt.
      o         Risico-bereidheid
      Cliënt wil zijn neerwaartse risico afdekken en realiseert zich dat dit mogelijk ten koste van het verwachte rendement gaat. Cliënt is bereid het risico te nemen dat de waarde van het Vermogen op Expiratiedatum daalt met 20%.
    8. [B.V.2] heeft op 31 juli 2009 een deelovereenkomst van beleggingsadvies ondertekend. [B.V.2] heeft een eigen Vermogensplanner ingevuld en een gewenst risicoprofiel ‘defensief’ opgegeven.
    9. Een brief van MeesPierson van 17 december 2009 aan [B.V.2] vermeldt onder meer:
      Graag bevestigen wij u de transactie in Fixplus (een Garantieproduct op Maat), die u met Barclays Bank PLC als de uitgevende instelling bent overeengekomen.
      Nominale Waarde         EUR 200.000,-
      Garantiebedrag             EUR 180.000,-
    10. Een brief van MeesPierson van 17 december 2009 aan de Maatschap vermeldt onder meer:
      Graag bevestigen wij u de transactie in Fixplus (een Garantieproduct op Maat), die u met Barclays Bank PLC als de uitgevende instelling bent overeengekomen.
      Nominale Waarde         EUR 500.000,-
      Garantiebedrag             EUR 450.000,-
    11. In april 2010 is voor de Maatschap een effectenrekening geopend onder de beleggingsvorm ‘Comfort Advies’. Namens de Maatschap is opnieuw een Vermogensplanner ingevuld en is gekozen voor een defensief risicoprofiel.
    12. In de bijlage bij een brief van MeesPierson van 4 mei 2010 aan de Maatschap met als onderwerp ‘Bijlage I bij de deelovereenkomst van Beleggingsadvies’ is opgenomen:
      Cliënt stelt vast dat ten aanzien van het in artikel 1.1 van deze overeenkomst genoemde Vermogen het volgend MeesPierson RisieoProfiel van toepassing is:
      Defensief (Defensive)
      •        Een stabiele inkomstenstroom uit het vermogen is uw belangrijkste beleggingsdoelstelling. Wel bent u bereid een laag risico met uw vermogen te lopen om op lange termijn enige vermogensgroei te kunnen realiseren.
      •        Uw voorkeur gaat uit naar beleggingen in obligaties, aandelen, liquiditeiten en alternatieve beleggingen zoals onroerend goed en hedgefunds.
      •        U beseft dat uw vermogen in een jaar in waarde kan dalen.
    13. Op 1 juli 2010 zijn ABN AMRO en Fortis Bank in Nederland gefuseerd. ABN AMRO Private Banking en MeesPierson zijn vanaf die datum samen verder gegaan onder de naam ABN AMRO MeesPierson.
    14. Een brief van MeesPierson van 14 november 2010 aan de Maatschap vermeldt:

      Zoals u weet baseren wij de dienstverlening voor uw beleggingsportefeuille op uw MeesPierson RisicoProfiel Defensief. Dit profiel geeft onder meer weer welke doelstellingen u met uw beleggingsportefeuille wilt bereiken en wat uw houding tegenover het risico van beleggen is.
      U hebt momenteel een relatief groot belang in aandelen en een relatief klein belang in obligaties, waardoor uw assetallocatie afwijkt van de assetallocatie die past bij uw risicoprofiel.
      Met deze brief bevestigen wij deze (tijdelijke) afwijking voor een periode van 6 maanden.

      In 2012 zijn de beleggingen van de Maatschap verkocht. Vervolgens is er belegd in staatsleningen en aandelen van buiten de Eurozone gelegen landen.

    15. In september 2013 is de deelovereenkomst Comfort Advies herbevestigd.
    16. De vaste adviseur van de Maatschap heeft MeesPierson in 2013 verlaten.
    17. In 2014 zijn de bestuurders van de beide B.V.’s overleden. Hun erfgenamen hebben de relatie nadien voortgezet.
    18. Tijdens de relatie heeft MeesPierson van bezoeken en telefoongesprekken notities opgemaakt. Deze verslagen vermelden onder meer, in 2012:Wij zijn huisbankier. Op mijn vraag of wijlen [maten] betrokken waren/zijn bij hun portefeuilles antwoordt [zoon maat] dat ze de beurs niet volgden en [adviseur MeesPierson E] volledig volgden.
    19. BELEGGINGSDOEL/RISICOBEREIDHEID:
      kapitaalbehoud is al mooi in huidige situatie. [maat 1] ziet EUR-crisis als onoplosbaar en wenst daarom zijn financiële beleggingen bij ons buiten zijn thuismunt te beleggen.
      Dat ziet hij als een lager risico dan te blijven zitten en af te wachten totdat de EMU uit elkaar valt. Dit proces is onvoorspelbaar en risicovoller dan in bepaalde stabiele landen daarbuiten
      ADVIESBELEID AAN/ AFWIJKINGEN:
      Presentatie [medewerker MeesPierson] doorgenomen. Uitgelegd dat onze bank tevens oog heeft voor de mogelijke gevolgen van de Griekenland/Spanje-crisis.
      Dit leidt ertoe dat de heren besluiten de huidige portefeuille, incl. Fixplus in zijn geheel te verkopen. Herbelegging in lange staatsleningen (2022) van de, naar verwachting, veiligste landen in lokale valuta. Uitgedrukt in EUR de volgende bedragen:
      TEGENPARTIJRISICO:
      M.n. geen banken (om die reden wordt Fixplus verkocht). Verder alleen AAA-partijen die ook niet op negatieve outlook staan.
      KLANTREACTIE:
      Tevreden over het contact. het zijn moeilijke tijden maar ze hebben wel het gevoel dat we die op deze manier zo goed mogelijk doorkomen.
      En in 2013:
      – Ze willen nadrukkelijk buiten de EUR blijven met dit deel van hun vermogen, omdat ze niets zien dat erop duidt dat de EUR-crisis minder wordt.
      -Actie:
      +      Verkoop voor tegenwaarde ad E 0,8 mln de C$-lening en ad E 0,5 mln van A$-lening.
      +       De opbrengst ad E 1,3 mln wordt herbelegd in 10 defensieve aandelen voor tegenwaarde ad EUR 130.000 elk
      (…)
      – EUR-crisis is volgens beide heren niet voorbij en ze accepteren het negatieve rendement dat dit thans impliceert. daarom willen ze een deel van hun financiële vermogen buiten EUR houden. (…)
      – beleggingspropositie: Comfort Advies

      In Mei 2013 kwam er “meer rust in de tent”, waarom is er destijds niet door [adviseur MeesPierson E] geadviseerd om weer in de Euro te stappen?
      Wij antwoorden dat [adviseur MeesPierson E] tot zijn vertrek bij onze bank, niet in de EURO geloofde.

      [dochter van maat] vraagt om de rendementen vanaf 2008. [adviseur MeesPierson M] zal deze opsturen. [dochter van maat] merkt de twee uiteenlopende lijnen in de grafiek op tussen de performance van de modelportefeuille en die van de klanten. Waarom is er toen niet een andere keuze gemaakt, dat is haar vraag. [adviseur MeesPierson M] antwoordde dat beide klanten niet bereikbaar waren , omdat [maat 1] in het ziekenhuis lag en [maat 2] terminaal was.

    20. De nabestaanden van de heren [Namen aandeelhouders] hebben zich in 2014 tot MeesPierson gewend met een klacht.

 

  1. De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

 

 

  • Vordering, klacht en verweer     Vordering van de Maatschap en [B.V.2]
    1. De Maatschap en [B.V.2] vorderen vergoeding van de geleden schade, begroot op een totaal bedrag van € 1.259.175 (respectievelijk € 795.508 en € 463.667), welke ten behoeve van de behandelbaarheid bij Kifid is gesteld op € 1.000.000.
    2.      Grondslagen en argumenten daarvoor
    3. De Maatschap en [B.V.2] voeren hiertoe aan dat de adviseurs van Mees Pierson niet hebben gehandeld zoals van een redelijk bekwaam adviseur verwacht mag worden. Meer concreet gaat het om:     Verweer van MeesPierson
    4. (i) de rigoureuze koerswijziging met het gehele bij MeesPierson belegde vermogen en de evident foute (zeer dringende) adviezen die zijn gegeven in het jaar 2012, waardoor er volledig tegen het algemene beleid van MeesPierson met het volledige (pensioen) vermogen van gespeculeerd is op een val van de Euro en er van defensieve spreiding geen sprake was.
      (ii) het nalaten te waarschuwen voor de risico’s die onvermijdelijk gepaard gingen met de risicovolle koerswijziging,
      (iii) alsmede het niet tussentijds waarschuwen dan wel adequaat ingrijpen om de schade te beperken toen bleek dat de keuze verkeerd uitpakte, dit terwijl MeesPierson meerdere keren heeft erkend dat er in de loop van 2013 toen de markten veranderen ingegrepen had moeten worden.
    5. MeesPierson heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

 

  • Beoordeling

 

      Behandelbaarheid

    1. De Commissie stelt vast dat de klacht ook namens de vennootschap [B.V.2] aan Kifid is voorgelegd, althans is dat, zo blijkt met zoveel woorden, de bedoeling geweest. Na de mondelinge behandeling is in de e-mail van 17 november 2016 namens de vennootschap [B.V.2] de klacht ingetrokken zodat de Commissie enkel uitspraak doet inzake de klacht van de Maatschap.
    2. Het intrekken van de klacht namens de vennootschap [B.V.2] heeft voorts als consequentie dat de gevorderde schade ruim binnen het reglementaire maximum van
      € 1.000.000,- blijft. Overigens is de Commissie van oordeel dat aan dit behandelbaar-heidsvereiste reeds was voldaan door de brief aan Kifid namens de Maatschap en [B.V.2]. van 2 oktober 2015 waarin de vordering (van op dat moment beide rechtspersonen) werd gelimiteerd tot voornoemd reglementair maximum.
    3. Ten aanzien van de vraag of de Maatschap als zodanig kan kwalificeren als consument in de zin van het reglement (zoals dat gold ten tijde van het indienen van de klacht, de versie van 1 oktober 2014 derhalve, dat op dit punt overigens niet afwijkt van het huidige reglement) is van belang dat onder het begrip “Consument” mede wordt begrepen een rechtspersoon waarvan de doelstelling zozeer is gericht op het particuliere belang van één of meer natuurlijke personen die aandeelhouder(s) of bestuurder(s) of lid van deze rechtspersoon zijn, dat deze als een verlengstuk van die natuurlijke persoon of personen kan worden beschouwd. In het reglement zelf worden als voorbeelden persoonlijke pensioenvennootschappen en verenigingen van eigenaars genoemd. Dit betreffen slechts voorbeelden (zie Commissie van Beroep 2018-028 d.d. 19 april 2018), beslissend is of de rechtspersoon in wezen een verlengstuk is van de betreffende persoon in diens hoedanigheid van consument.
      Ter adstructie wijst de Commissie nog op de toelichting in het Reglement Klachtencommissie Dutch Securities Institute, versie 1 mei 2006, een van de voorgangers van de huidige Commissie, waarin staat ‘(…) De Klachtencommissie beoogt van oudsher een eenvoudige laagdrempelige rechtsgang te bieden voor de “niet-professionele” klager. (…) De gekozen formulering biedt de Klachtencommissie onder meer ruimte om bijvoorbeeld klachten van een directeur/enig aandeelhouder van een “eigen” pensioen-B.V. in behandeling te nemen en derhalve niet te kwalificeren als “beroepshalve uitgeoefende activiteiten”.

    4. Gelet op de in onderhavige procedure overgelegde bescheiden waarin de doelstellingen en financiële verplichtingen van de maten van de maatschap zijn opgenomen, is de Commissie van oordeel dat klacht van de Maatschap door haar kan worden behandeld.
    5.      ‘Garantieproduct op maat’, Barclays notes
    6. Ter zitting heeft de Maatschap desgevraagd meegedeeld dat enige in de schriftelijke procedure aan de orde gekomen verwijten aan MeesPierson ten aanzien van onder de ‘Deelovereenkomst van beleggingsadvies Fixplus’ aangeschafte garantieproducten, de Barclays notes, daarin slechts zijn genoemd ter illustratie van de wijze van advisering door de bank, en dat deze verwijten geen deel uitmaken van de klacht als door de Commissie te beoordelen, reden waarom de Commissie daar in het navolgende niet meer op terugkomt.
    7. Advisering
    8. De Commissie stelt vast dat de Maatschap vanaf de aanvang van de relatie met MeesPierson een behoudend risicoprofiel wenste, en dat dit risicoprofiel gedurende de relatie gelijk is gebleven, al dan niet onder de aan de terminologie van het rechtsopvolgende moederbedrijf van MeesPierson aangepaste noemer ‘gematigd defensief’.
    9. Verder stelt de Commissie vast dat de geadviseerde beleggingen aan de Maatschap zijn voorgesteld onder de Deelovereenkomst van beleggingsadvies – naderhand ook wel ‘comfort advies’ genoemd, waarvoor een assetallocatie gold als onder 2.11 vermeld. Deze assetallocatie is gedurende de periode van advisering enigszins gewijzigd.

    10. Voorts stelt de Commissie vast dat bijna het volledige onder de deelovereenkomst van beleggingsadvies belegde vermogen in de jaren 2012 en 2013 buiten de Eurozone is belegd. De Commissie acht het aannemelijk dat dit geschied is op instigatie van de toenmalige beleggingsadviseur van de Maatschap. Niet enkel vanwege de stellingen van de Maatschap die daarop duiden, maar ook uit de door MeesPierson overgelegde bescheiden zoals de onder 2.17 vermelde gespreksverslagen. Daarin vermeldt MeesPierson dat het de betreffende adviseur was die niet in de euro geloofde en daarom nadat de onrust op de markten was afgenomen niet heeft geadviseerd om wederom beleggingen te verrichten in in euro genoteerde fondsen en obligaties hetgeen mede in het licht van de bestaande pensioenverplichtingen van de maten, welke in euro’s zullen moeten uitkeren, in elk geval voor een deel voor de hand had gelegen en overigens ook beter aansloot bij het algemene beleid van MeesPierson om de nodige spreiding aan te brengen.
    11. Dergelijke advisering is naar het oordeel van de Commissie niet in lijn met wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur verwacht mag worden, zeker niet nu een nadrukkelijke waarschuwing voor de mogelijk negatieve gevolgen van het volledig beleggen in assets welke buiten de eurozone liggen klaarblijkelijk niet is gegeven. Daarmee acht de Commissie de klachten van de Maatschap als samengevat onder 3.2 goeddeels gegrond.
    12. De Commissie acht het voorts aannemelijk dat uit vorenbedoelde advisering gedurende de periode 2012 en 2013 schade is voortgekomen voor de Maatschap. Om tot de vaststelling van de hoogte ervan te kunnen komen zal de Commissie de werkelijke situatie vergelijken met de situatie waarin de Maatschap zou hebben verkeerd indien de advisering wel aan de juiste maatstaven had voldaan.
    13. MeesPierson heeft aangevoerd dat het enkel beoordelen van de periode aanvang 2012 tot einde 2013 geen recht doet aan de premisse dat dient te worden gekeken naar de gehele periode waarin is belegd en dat in die gehele periode ook positieve resultaten zijn geboekt. Naar het oordeel van de Commissie bestaat er geen (rechts)regel welke inhoudt hetgeen MeesPierson op dit punt betoogt. Integendeel, een adviseur kan op een specifiek gegeven advies en de gevolgen daarvan worden aangesproken, zo ook op de opvallende koerswijziging binnen het beleggingsbeleid in de jaren 2012 en 2013, die MeesPierson niet heeft betwist. De adviesrelatie is op dit punt, zoals MeesPierson ook aan de Maatschap heeft tegengeworpen, niet gelijk aan een relatie van vrije hand vermogensbeheer.
    14. De Commissie vergelijkt het resultaat van het obligatiegedeelte van de portefeuille met een Eurobond fund van BlackRock en het resultaat van het aandelengedeelte van de portefeuille (gelet op de ontstane onbalans nadat eerst volledig in obligaties was belegd) met het Robeco Global Conservative Equities fund. De werkelijke rendementen als door de Maatschap in haar schadeberekening gebruikt zijn niet betwist door MeesPierson. Het voorgaande leidt tot de volgende rendementen:
  BlackRock Robeco Werkelijk
2012 11,8% 10,7 %     1,7%
2013 2,7% 10,8 % -/- 7,1 %

 

      1. Het aanvangsvermogen per 1 januari 2012 is € 3.400.000,- en het behaald resultaat circa € -/- 184.000,00. Beleggingen welke passend zijn bij het behoudende profiel (dat overigens in de periode 2012-2013 zeer ruime bandbreedtes kende en waarbinnen ook voor 50% in zakelijke waarden mocht worden belegd, reden waarom de Commissie een verdeling aanhoudt van 50% vastrentende waarden en 50% zakelijke waarden bij haar berekening) hebben, gelet op de voornoemde fondsen, een positief resultaat behaald van € 302.500,00. Het saldo van het werkelijk behaald resultaat en het resultaat wat berekend is op basis van passende beleggingen bedraagt € 486.500,00, hetwelk als schade kwalificeert.
  • MeesPierson heeft te berde gebracht dat het beleggingsverlies op basis van eigen schuld volledig voor rekening van de Maatschap dient te blijven. MeesPierson stelt niet verantwoordelijk te kunnen worden gehouden voor de beleggingsbeslissingen van de Maatschap gelet op de aard van de relatie. Daarmee miskent MeesPierson naar het oordeel van de Commissie dat zij is tekortgeschoten en de Maatschap daarmee de eigen verantwoordelijkheid niet op de juiste wijze invulling heeft kunnen geven. De Commissie weegt wel mee dat de Maatschap, althans de uiteindelijk rechthebbenden, ervaren beleggers waren en dat bovendien sprake was van een alleszins opvallende kentering in de advisering.

    Gelet hierop overweegt de Commissie dat de schade naast de tekortkoming van MeesPierson ook deels is veroorzaakt dan wel niet tijdig is beperkt door de Maatschap, reden waarom de schade gelijkelijk over partijen dient te worden verdeeld. De Commissie ziet geen reden deze verdeling op grond van de billijkheid nader te corrigeren. Van de te vergoeden schade dient dan ook de helft voor rekening van de Maatschap te blijven.

 

 

  • Beslissing

 

De Commissie beslist dat MeesPierson binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan de Maatschap vergoedt een bedrag van € 243.250,00.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak