Mijn Kifid

Uitspraak 2018-495 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-495

(mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)

Klacht ontvangen op        : 20 september 2016

Ingediend door               : Consument

Tegen                           : AEGON Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 9 augustus 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

 

Consument wenst de volledige uitkering uit de verzekering voor de schade van zijn gestolen horloge. De Commissie overweegt dat de dagwaarde van het horloge moet worden vergoed. Deze is volgens de expert vastgesteld op een waarde tussen de € 4.000,- en € 5.000,-. Door Consument wordt de hoogte van deze waarde niet bestreden. De Commissie oordeelt dat Verzekeraar met de betaling van € 4.500,- aan zijn uitkeringsplicht heeft voldaan. Vordering afgewezen.

 

  • Procesverloop

 

  1. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
  • het door Consument ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek;
  • de dupliek.De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.
  • Het geschilConsument eist uit hoofde van de door hem afgesloten inboedelverzekering de vergoeding van de schade van zijn gestolen horloge. De Verzekeraar heeft de claim afgewezen, hetgeen heeft geleid tot onderhavig geschil.

 

  • Beoordeling
    1. Tussen partijen wordt als vaststaand aangenomen dat Consument op 13 februari 2016 is beroofd van onder andere zijn [merk]horloge, type [type 1]. Ter uitvoering van de tussen partijen geldende schadeverzekering heeft Verzekeraar in totaal een bedrag van
      € 4.500,– uitgekeerd. Consument maakt aanspraak op een aanvullend bedrag van
      € 1.500,–., het maximumbedrag dat hem ingevolge de polisvoorwaarden zou toekomen, stellende dat de nieuwwaarde van een soortgelijk horloge zelfs hoger, te weten € 7.850,–, is.
    2. Tussen partijen is niet in geschil dat het horloge op de dag van beroving 151 maanden oud was. Om die reden stelt Verzekeraar met toepassing van een afschrijvingslijst (5% per jaar) de dagwaarde hier op 37% van de nieuwwaarde van het horloge te hebben berekend zodat zij niet gehouden is tot vergoeding van de volgens Consument bestaande nieuwwaarde.
    3. Het betreft hier dus een geschil over de vraag, hoe ver de uitkeringsplicht van Verzekeraar strekt. Consument heeft bij repliek bezwaar gemaakt tegen het gebruik door Verzekeraar van een afschrijvingslijst, met het bestaan waarvan hij tijdens het sluiten van de overeenkomst niet bekend was. Hij betwist echter niet, althans niet gemotiveerd, dat volgens de verzekeringsvoorwaarden slechts een dagwaarde wordt vergoed indien de waarde direct voor de gebeurtenis op minder dan 40% van de nieuwwaarde moet worden berekend. Hij heeft ook niet de door DEKRA Experts in het rapport van 2 mei 2016 geschatte dagwaarde van dit type horloge, gekocht in 2003, van € 4.000,– tot € 5.000,– bestreden. Bij die stand van zaken volgt de Commissie Verzekeraar in haar stelling dat hij met betaling voor het horloge van 4.500,– aan haar uitkeringsplicht heeft voldaan.
    4. Op basis van het bovenstaande komt de Commissie tot de conclusie dat de vordering van Consument wordt afgewezen.

 

  • BeslissingDe Commissie wijst de vordering af.In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak.
    U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel
    46 van het Reglement.

 

  1.  
  2.  
Bekijk de volledige uitspraak