Mijn Kifid

Uitspraak 2018-581

Einduitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-581
(mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Klacht ontvangen op        : 18 oktober 2016

Ingediend door               : Consument

Tegen                           : Arthur Kamp Holding B.V., gevestigd te Borne, verder te noemen de Adviseur

Datum uitspraak             : 13 september 2018

Aard uitspraak                : Niet-bindend advies

 

Samenvatting

In de Tussenuitspraak heeft de Commissie geoordeeld dat de Adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden, maar dat de vordering tot betaling van schadevergoeding, behoudens hetgeen ten aanzien van de navorderingsaanslag is overwogen, dient te worden afgewezen. Ten aanzien van de schade geleden ten gevolge van de navorderingsaanslag van de Belastingdienst is Consument in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat de navorderingsaanslag ook daadwerkelijk aan hem is opgelegd. Nu Consument dit niet heeft kunnen aantonen kan deze schade niet worden toegewezen.

 

  • Procesverloop

 

  1. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
  • De tussenuitspraak van 16 maart 2018 (hierna: ‘de Tussenuitspraak’) en de daarin genoemde stukken;
  • De reacties van Consument van 6 juni 2018, 26 juni 2018 en 6 juli 2018.
  • Beoordeling
    1. In de Tussenuitspraak heeft de Commissie geoordeeld dat de Adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden nu uit de stukken niet is gebleken dat de Adviseur Consument heeft geïnformeerd over de fiscale aspecten die waren verbonden aan de keuze tussen de plaatsing van de kapitaalverzekering in box 1 of box 3. Daarnaast heeft de Commissie geoordeeld dat van de Adviseur verwacht mocht worden dat hij zorg zou dragen voor een juiste afhandeling van de schenking van de ouders van Consument.
    2. Met betrekking tot de door Consument gevorderde schade heeft de Commissie overwogen dat nu er onvoldoende aanknopingspunten zijn om tot een schadevaststelling te komen, de vordering tot betaling van schadevergoeding, behoudens hetgeen ten aanzien van de navorderingsaanslag is overwogen, dient te worden afgewezen.

      Ten aanzien van de schade geleden ten gevolge van de navorderingsaanslag van de Belastingdienst is Consument in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat de navorderingsaanslag ook daadwerkelijk aan hem en niet aan zijn ouders is opgelegd.

    3. Consument heeft aangegeven dat uit de brief van de Belastingdienst van 10 maart 2017 aan de ouders van Consument reeds blijkt dat de schenking niet op de juiste wijze is aangewend en er derhalve een navorderingsaanslag zal worden opgelegd. Consument heeft, zonder aanvullende stukken in te dienen, de Commissie derhalve verzocht einduitspraak te doen.
    4. Nu uit de brief van 10 maart 2017 onvoldoende blijkt dat de navorderingsaanslag aan Consument zal worden opgelegd kan de vordering ter zake van deze schade niet worden toegewezen.

      Kosten voor rechtsbijstand

    5. Consument vordert tevens de door hem tijdens deze klachtprocedure gemaakte kosten voor rechtsbijstand, door hem begroot op € 6.000,-. Nu Consument, ondanks dat zijn vorderingen niet zijn toegewezen, deels in het gelijk is gesteld wordt de Adviseur veroordeeld in de juridische kosten conform het Liquidatietarief Kifid (kostenvergoeding voor rechtsbijstand) behorende bij artikel 4.11 van het Reglement Ombudsman en Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (zie www.kifid.nl – Reglementen en statuten’). Voor dit onderdeel wijst de Commissie – op basis van Tarief I, één procespunt voor de (gehele) schriftelijke fase en één procespunt voor de mondelinge behandeling – een bedrag toe van € 100,00.
  • BeslissingDe Commissie beslist dat de Adviseur binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd een bedrag van € 100,00 voor juridische kosten in de procedure bij Kifid aan Consument vergoedt.

 

  1. U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

  2. De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.
Bekijk de volledige uitspraak