Mijn Kifid

Uitspraak 2018-609

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-609
(mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 21 februari 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, h.o.d.n. Interpolis, verder te
noemen Verzekeraar, waarbij de uitvoering van rechtsbijstand is overgedragen aan
Stichting Achmea Rechtsbijstand, verder te noemen Rechtsbijstanduitvoerder

Datum uitspraak             : 28 september 2018

Aard uitspraak                : Niet-bindend advies

 

Samenvatting

 

Consument doet een beroep op het recht van vrije advocaatkeuze. Verzekeraar erkent dat Consument in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure een externe advocaat mag inschakelen. Er dient echter wel sprake te zijn van dekking onder de rechtsbijstandverzekering. In de verzekeringsvoorwaarden is bepaald dat er geen dekking is, als geen sprake is van een haalbare zaak. In het onderhavige geval is niet gebleken dat de zaak een redelijke kans van succes heeft. Aangezien Consument het standpunt van Verzekeraar betwist, heeft Verzekeraar haar het gebruik van de geschillenregeling aangeboden. Consument heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Verzekeraar heeft het standpunt mogen innemen dat verdere rechtsbijstand niet hoeft te worden verleend, omdat de dekking ontbreekt. De vordering wordt afgewezen.

  1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met alle daarbij behorende bijlagen:

 

  • het e-mailbericht van Consument van 18 januari 2017;
  • het door Consument op 2 maart 2017 ingediende klachtformulier;
  • de e-mailberichten van Consument van 8 en 14 maart 2017;
  • de brief van Consument van 20 maart 2017;
  • het verweerschrift van Rechtsbijstanduitvoerder;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Rechtsbijstanduitvoerder;
  • de brief van Consument van 28 augustus 2017;
  • en na de zitting van 10 april 2018:

de brief van Rechtsbijstanduitvoerder van 24 april 2018;

  • de brief van Consument van 5 mei 2018.

 

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

 

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 10 april 2018 en zijn aldaar verschenen.

 

  1. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

  • Consument heeft bij Verzekeraar een rechtsbijstandverzekering gesloten, waarbij de uitvoering van rechtsbijstand op grond van de verzekeringsvoorwaarden aan Rechtsbijstanduitvoerder is overgedragen.
  • In de van toepassing zijnde Bijzondere voorwaarden Rechtsbijstandverzekering Model 2012I3 versie 2 is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:

Redelijke kans op succes

De verzekerde heeft geen recht (meer) op rechtsbijstand als er geen redelijke kans (meer) is om het door de verzekerde gewenste resultaat te bereiken. Zie in dit verband ook artikel 10 van deze bijzondere voorwaarden.

(…)

Artikel 10 Verschil van mening over de haalbaarheid van de vordering

(…) Toch kan het voorkomen dat de verzekerde met de Stichting Achmea Rechtsbijstand van mening verschilt over de vraag of het door de verzekerde beoogde resultaat met een redelijke kans van slagen bereikt kan worden. In dat geval kan de verzekerde de Stichting Achmea Rechtsbijstand verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een Nederlandse advocaat naar keuze van de verzekerde. (…) Als de advocaat de mening van de verzekerde deelt en wel een redelijke kans op succes ziet, dan mag hij op kosten van de Stichting Achmea Rechtsbijstand de behandeling overnemen. Als de verzekerde het niet eens is met het oordeel van de advocaat, dan kan de verzekerde zelf de zaak afhandelen of laten afhandelen. Bereikt de verzekerde het beoogde resultaat, dan vergoedt de Stichting Achmea Rechtsbijstand alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.

 

Artikel 11 Aanvullende verplichtingen van de verzekerde

In artikel 2 van de algemene voorwaarden staan verplichtingen van de verzekerde bij schade. Die verplichtingen gelden ook voor deze verzekering. Dat betekent bijvoorbeeld dat de verzekerde verplicht is een (dreigend) geschil zo spoedig mogelijk bij ons te melden, alle gegevens te verstrekken en stukken door te zenden. Doet hij dat niet, dan hoeft de Stichting Achmea Rechtsbijstand geen rechtshulp te verlenen. Als de verzekerde onjuiste of onvolledige informatie geeft of niet de vereiste medewerking verleent, vervalt ook zijn aanspraak op rechtsbijstand.”

 

  • Consument heeft in september 2015 een beroep op de dekking van haar rechtsbijstand-verzekering gedaan en Rechtsbijstanduitvoerder om rechtsbijstand verzocht in een geschil met de gemeente [Naam gemeente].
    Het onderliggende geschil betrof een aantal bouwactiviteiten van de buurman van Consument, die op zijn perceel een carport, een aanbouw en een zwembad had gerealiseerd. Consument stelde zich op het standpunt dat de aanwezigheid van de carport, de aanbouw en het zwembad tot onder meer een waardedaling van haar eigen woning, inbreuk op haar privacy, en overlast hebben gezorgd. Consument wenste dat Rechtsbijstanduitvoerder haar zou bijstaan tegen het besluit van de gemeente [Naam gemeente] om aan de buurman vergunningen voor de bouwactiviteiten te verlenen.
  • De behandelaar bij Rechtsbijstanduitvoerder heeft Consument per e-mailbericht van
    9 oktober 2015 medegedeeld dat het indienen van een bezwaarschrift en een eventueel verzoek om een voorlopige voorziening inzake de bouw van de carport geen kans van slagen zou hebben. Consument kon zich niet vinden in het standpunt van de behandelaar en deed per e-mailbericht van 12 oktober 2015 het verzoek de behandeling van de zaak aan een andere behandelaar over te dragen.
  • Bij brief van 16 oktober 2015 heeft de nieuwe behandelaar zijn zienswijze gegeven over de kans van slagen van een bezwaarschrift of een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de door de buren verkregen vergunning voor het bouwen van de carport. Ook deze behandelaar was van mening dat het indienen van een bezwaarschrift geen kans van slagen had. Consument was het hier niet mee eens en verzocht Rechtsbijstanduitvoerder op 19 oktober 2015 alsnog actie te ondernemen en de behandeling van de zaak aan een externe advocaat over te dragen. Rechtsbijstand-uitvoerder heeft Consument hierop aangeboden gebruik te maken van de in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen geschillenregeling. Consument verkeerde in de veronderstelling dat het toepassen van de geschillenregeling betekende dat de verdere behandeling van de zaak aan een externe advocaat zou worden overgedragen. Rechtsbijstanduitvoerder heeft Consument per e-mailbericht van 23 oktober 2015 medegedeeld dat de zaak alleen voor een second opinion, en niet voor de behandeling, aan een advocaat zou worden voorgelegd. Consument was van mening dat Rechtsbijstand-uitvoerder de verdere behandeling van de zaak aan een externe advocaat moest overdragen, omdat sprake was van belangenverstrengeling. Rechtsbijstanduitvoerder deelde Consument hierop mede dat van belangenverstrengeling geen sprake was, aangezien de buren voor rechtshulp geen beroep op Rechtsbijstanduitvoerder konden doen en stelde Consument andermaal voor een second opinion te laten uitvoeren. In de maanden november en december 2015 en januari 2016 hebben Rechtsbijstanduitvoerder en Consument veelvuldig met elkaar gecorrespondeerd, waarbij Consument haar wens om een externe advocaat in te schakelen handhaafde en Rechtsbijstanduitvoerder op de mogelijkheid van de geschillenregeling wees.
  • Op 7 februari 2016 heeft Consument Rechtsbijstanduitvoerder medegedeeld dat zij toch gebruik wenste te maken van de geschillenregeling. De naam van de advocaat zou nog bekend worden gemaakt. In het kader van de second opinion heeft Consument Rechtsbijstanduitvoerder op 14 februari 2016 alvast de vraagstelling voor de advocaat kenbaar gemaakt. Echter, op 29 februari 2016 heeft Consument, onder verwijzing naar de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 7 november 2013 (C-442/12, Sneller/DAS), Rechtsbijstanduitvoerder opnieuw verzocht het recht op vrije advocaatkeuze te bevestigen. Rechtsbijstanduitvoerder bevestigde enerzijds dat Consument in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure recht op een advocaat van vrije keuze had, maar wees Consument er anderzijds op dat eerst diende te worden vastgesteld of sprake was van een redelijke kans van slagen. Hoewel Consument het niet eens was met het standpunt van Rechtsbijstanduitvoerder, heeft zij per
    e-mailbericht van 9 maart 2016 “onder protest” nogmaals de toepassing van de geschillenregeling bevestigd en Rechtsbijstanduitvoerder verzocht de kwestie aan
    [X] voor te leggen.
  • De advocaat heeft bij brief van 23 maart 2016 de vraag met betrekking tot de haalbaarheid van de zaak als volgt beantwoord: “Het antwoord op uw vraag of er (nog) een redelijke kans van slagen bestaat om het door verzekerde gewenste resultaat te bereiken in het geschil met haar buren over het zwembad, de carport en een raam dat zich op een meter van de erfgrens bevindt: ja, waarbij ik opmerk dat er juridisch veel meer aan de hand blijkt te zijn dan Achmea stelt. Reden te meer om een gespecialiseerd advocaat bij de behandeling van deze complexe kwestie te betrekken”.

  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft naar aanleiding van het advies van mr. [X] besloten de verdere behandeling van de zaak aan een door Consument aan te wijzen advocaat over te laten. Per e-mailbericht van 1 april 2016 heeft Consument Rechtsbijstanduitvoerder haar voorkeur voor mr. [Y] van [Naam advocatenkantoor] kenbaar gemaakt. Rechtsbijstand-uitvoerder heeft vervolgens de opdracht aan mr. [Y] verstrekt en daarbij het van toepassing zijnde kostenmaximum van € 50.000,00 bevestigd.
  • Bij brief van 8 juli 2016 heeft mr. [Y] Rechtsbijstanduitvoerder, onder toezending van het vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant van 7 juli 2016, medegedeeld dat het beroep tegen het besluit van de gemeente [Naam gemeente] inzake het bezwaar van Consument gegrond was verklaard. Onderdeel van de beslissing was dat de gemeente een nieuw besluit op het bezwaarschrift van Consument moest nemen met inachtneming van de uitspraak.
  • Consument heeft Rechtsbijstanduitvoerder in augustus 2016 medegedeeld dat zij de procedure wenste voort te zetten om “volledig rechtsherstel te bewerkstelligen”.
    Zij maakte daarbij kenbaar dat zij voor het vervolg mogelijk voor de diensten van een andere advocaat zou kiezen. Per e-mailbericht van 12 oktober 2016 heeft Consument Rechtsbijstanduitvoerder het volgende geschreven:

“Hierbij delen wij mede dat wij de contacten met adviseur mr. [Y] van [Naam advocatenkantoor] hebben verbroken vanwege onvoldoende/gebrekkige rechtsbijstand. Wij hebben Dhr [Y] meegedeeld dat wij gekozen hebben voor een andere advocaat waarmee wij momenteel in een oriënterende fase zijn; zodra wij hieruit zijn zullen wij U betr. advocaat doorgeven.

Uit onze eerdere mails hebt U begrepen dat wij een verdere betrokkenheid van Dhr. [Y] in deze casus ter discussie stelden; e.e.a. heeft geresulteerd in het beëindigen van de contacten met
Dhr. [Y]”.
De advocaat heeft Rechtsbijstanduitvoerder vervolgens bericht dat hij aan Consument advies over de juridische haalbaarheid had uitgebracht en zijn werkzaamheden voor Consument had beëindigd.

  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft het verzoek van Consument om een andere advocaat in te schakelen afgewezen, omdat verzekerden op basis van de verzekeringsvoorwaarden het recht hebben om eenmalig een voorkeursadvocaat te kiezen. Voor zover mr. [Y] zou oordelen dat een voortzetting voldoende kans van slagen had, zou Rechtsbijstand-uitvoerder bereid zijn om met de nieuwe advocaat tot afspraken te komen. Rechtsbijstanduitvoerder heeft Consument als alternatief aangeboden de punten waarover zij met mr. [Y] van mening verschilde in het kader van de geschillenregeling aan een andere advocaat voor te leggen.
  • Consument kon zich niet vinden in het afwijzende standpunt van Rechtsbijstanduitvoerder en deed nogmaals het verzoek om de verdere behandeling van de zaak aan de nieuwe advocaat, mr. [Z], over te dragen.
  1. Vordering, klacht en verweer

Vordering van Consument

  • Consument vordert dat Rechtsbijstanduitvoerder de verlening van rechtsbijstand voortzet door de behandeling van de zaak aan mr. [Z] over te dragen, met inachtneming van het kostenmaximum van € 50.000,00.

 

Grondslagen en argumenten daarvoor

  • Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Rechtsbijstand-uitvoerder jegens Consument in de uitvoering van de verzochte rechtsbijstand toerekenbaar is tekortgeschoten. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
  • Gelet op het feit dat Consument al bijna 40 jaar voor rechtsbijstand bij Verzekeraar is
    verzekerd en niet eerder een beroep op de dekking van de verzekering heeft gedaan,
    mocht Consument van Verzekeraar/Rechtsbijstanduitvoerder een andere opstelling
  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft herhaaldelijk de zaak ten onrechte als “onhaalbaar”
    Slechts nadat mr. [X] haar second opinion had uitgebracht en de Rechtbank
    Oost-Brabant het beroep van Consument gegrond had verklaard, kon Rechtsbijstand-
    uitvoerder niet meer onder aanvaarding van de zaak uitkomen.
  • Door de pogingen van Rechtsbijstanduitvoerder de zaak te traineren, heeft Consument op
    het laatste moment voor het indienen van een beroepschrift een advocaat moeten kiezen
    die zij niet kende en van wie zij de kwaliteiten onvoldoende kon inschatten. In de ogen van
    Consument kan mr. [Y] daarom geen ‘voorkeursadvocaat’ worden genoemd. Gelet op
    het gebrek aan deskundigheid aan de zijde van mr. [Y], alsmede het feit dat hij niet bij
    machte was de zaak volledig bij de rechtbank aan te brengen, heeft Consument reeds voor
    de datum van de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant de opdracht aan mr.[Y]
    beëindigd. De vraag of mr. [Y] een verdere procedure haalbaar acht, is verder niet
  • Op grond van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 7 november 2013, heeft
    Consument recht op vrije advocaatkeuze. Het door Rechtsbijstanduitvoerder telkens
    genoemde criterium “kans van slagen” is niet relevant, aangezien Consument in geval van
    een gerechtelijke of administratieve procedure zelf een advocaat moet kunnen kiezen. Het
    staat Rechtsbijstanduitvoerder niet vrij hieraan voorwaarden te stellen en de verzekerings-
    voorwaarden op dit punt tussentijds aan te passen, zonder daarover te communiceren.
  • De van toepassing zijnde verzekeringsvoorwaarden zijn ten nadele van Consument
    gewijzigd, zonder dat de aanpassingen van een zorgvuldige toelichting zijn voorzien.
    Daarnaast heeft Consument deze voorwaarden niet tijdig ontvangen.

 

Verweer van Rechtsbijstanduitvoerder

  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft de verzochte rechtsbijstand op correcte wijze verleend.

De omstandigheid dat Consument reeds vele jaren verzekeringnemer is bij Verzekeraar,
brengt niet mee dat zij aanvullende rechten kan ontlenen aan de betreffende verzekering.

  • Na de uitspraak van de Rechtsbank Oost-Brabant heeft de gemeente [Naam gemeente]
    een nieuwe beslissing genomen met verbetering van de door de Rechtbank geconstateerde
    Mr. [Y] heeft hierop telefonisch contact met Rechtsbijstanduitvoerder
    opgenomen en laten doorschemeren dat hij met de verbeterde motivering geen
    mogelijkheden (meer) zag om in bezwaar/beroep te gaan tegen die verbeterde beslissing.
    Rechtsbijstanduitvoerder betwist de stelling van Consument dat zij al direct na het
    indienen van het beroepschrift het vertrouwen in mr. [Y] heeft opgezegd. Uit de
    declaratie van mr. [Y] blijkt dat (daarna) op 11 augustus 2016 nog een bespreking met
    Consument heeft plaatsgevonden en dat op die dag door de advocaat een memo is
    vervaardigd. Rechtsbijstanduitvoerder is evenwel niet bekend met de inhoud ervan.
    Consument weigert hierover informatie te verstrekken.
  • Aan het recht op vrije advocaatkeuze in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure wil Rechtsbijstanduitvoerder niet tornen. Het verzoek van Consument om de zaak aan een externe advocaat over te dragen is uiteindelijk ook gehonoreerd. Discussie is vervolgens ontstaan over de inschakeling van een nieuwe voorkeursadvocaat. Het staat Rechtsbijstanduitvoerder op basis van de verzekeringsvoorwaarden vrij een voortdurende redelijke kans op succes te verlangen. Op verzoek van de Commissie heeft Rechtsbijstand-uitvoerder bij brief van 24 april 2018 aangetoond dat in eerdere versies van de verzekeringsvoorwaarden de bepaling is opgenomen dat er geen recht (meer) op rechtsbijstand bestaat, als er geen redelijke kans (meer) is om het door de verzekerde gewenste resultaat te bereiken. Zeker in een geval als het onderhavige waarin een zelfgekozen advocaat de werkzaamheden neerlegt, mag Rechtsbijstanduitvoerder vragen naar de reden waarom een dergelijk besluit wordt genomen. Nu Consument hierover geen duidelijkheid heeft gegeven, heeft Rechtsbijstanduitvoerder een terecht standpunt ingenomen dat dekking is komen te vervallen wegens het ontbreken van een redelijke kans op succes.
  • Voor zover Consument kritiek op het verzekeringsproduct heeft, dient zij haar klacht daarover bij de verzekeraar in te dienen. Rechtsbijstanduitvoerder is op basis van de wettelijke bepalingen slechts uitvoerder van de rechtsbijstandverzekering.
  1. Beoordeling

 

  • Aan de orde is de vraag of Rechtsbijstanduitvoerder jegens Consument gehouden is rechtsbijstand te verlenen, in de vorm van het vergoeden van de door mr. [Z] in de verdere bestuursrechtelijke dan wel civiele procedures tegen de gemeente [Naam gemeente]/de buren gemaakte en te maken advocaatkosten, met inachtneming van het kostenmaximum van € 50.000,00.

 

Uitvoering van rechtsbijstand

  • Rechtsbijstanduitvoerder heeft de door Consument gemelde kwestie in september 2015 in behandeling genomen en over de haalbaarheid van de zaak een inschatting gemaakt. Duidelijk is dat Consument over de kans van slagen een andere mening was toegedaan. Hierop heeft Rechtsbijstanduitvoerder Consument aangeboden gebruik te maken van de in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen geschillenregeling. Hoewel Consument aanvankelijk de toepassing van de geschillenregeling afwees, heeft zij op 9 maart 2016 alsnog van de mogelijkheid gebruik gemaakt en voor de geschillenregeling de naam van de advocaat opgegeven. De advocaat heeft de vraag of een redelijke kans van slagen bestaat bevestigend beantwoord en Rechtsbijstanduitvoerder geadviseerd om een gespecialiseerd advocaat bij de behandeling van de kwestie te betrekken. Rechtsbijstanduitvoerder heeft aan dit advies gevolg gegeven en Consument in de gelegenheid gesteld een externe advocaat te kiezen voor de verdere behandeling van de zaak.
    Consument heeft van deze vrije advocaatkeuze gebruik gemaakt en een advocaat gekozen die namens Consument het beroepschrift heeft ingediend. De Commissie is van oordeel dat Rechtsbijstanduitvoerder correct heeft gehandeld door, bij constatering van een verschil van mening over de haalbaarheid van de zaak, Consument de mogelijkheid van de geschillenregeling aan te bieden. Rechtsbijstanduitvoerder heeft vervolgens ook overeenkomstig het advies van de advocaat gehandeld. De Commissie is van oordeel dat Rechtsbijstanduitvoerder in de uitvoering van de verzochte rechtsbijstand op dit punt niet toerekenbaar is tekortgeschoten. Dat de behandelaren van Rechtsbijstanduitvoerder een ander standpunt inzake de kans van slagen hadden ingenomen, maakt niet dat hiermee vast staat dat Rechtsbijstanduitvoerder verwijtbaar heeft gehandeld. De geschillenregeling is immers juist bedoeld om in dit soort situaties een oplossing te bieden.

 

De vrije advocaatkeuze ten opzichte van het verlangen van een redelijke kans op succes

  • Consument stelt dat Rechtsbijstanduitvoerder ten onrechte herhaaldelijk verlangt dat sprake moet zijn van een redelijke kans op succes alvorens de behandeling van de zaak voort te zetten. Uit het Sneller/DAS-arrest van november 2013 volgt immers dat een verzekerde in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure recht op vrije advocaatkeuze heeft. Dit recht kan volgens Consument niet worden beperkt door later aangebrachte wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden die voor Consument nadelig zijn. Rechtsbijstanduitvoerder betwist de stelling van Consument dat de verzekerings-voorwaarden op dit punt zijn aangepast en handhaaft de voorwaarde met betrekking tot de haalbaarheid van de vordering. De Commissie overweegt op dit punt als volgt. In de verzekeringsvoorwaarden is bepaald dat een verzekerde geen recht (meer) op rechtsbijstand heeft als er geen redelijke kans (meer) is om het door de verzekerde gewenste resultaat te bereiken. Voor zover Consument zich op het standpunt stelt dat de verzekeringsvoorwaarden op dit punt in het nadeel van Consument zijn gewijzigd, heeft Rechtsbijstanduitvoerder met de brief van 24 april 2018 voldoende aangetoond dat de voorwaarde met betrekking tot de haalbaarheid van een zaak ook in eerdere verzekeringsvoorwaarden was opgenomen. Rechtsbijstanduitvoerder handelt conform deze bepaling met de wens om zich ervan te vergewissen dat sprake is van een redelijke kans van succes, alvorens afspraken te maken met een nieuwe externe advocaat. Dat Consument in geval van een gerechtelijke of een administratieve procedure op grond van het Sneller/DAS – arrest recht heeft op vrije advocaatkeuze, staat overigens niet ter discussie. Voorwaarde is evenwel dat de rechtsbijstandverzekering voor de gemelde kwestie dekking biedt. De omvang van de dekking wordt door de verzekerings-voorwaarden bepaald. Voor zover de dekking ontbreekt en Rechtsbijstanduitvoerder de zaak niet in behandeling neemt, kan van het overdragen van de behandeling aan een externe advocaat geen sprake zijn.

    In het onderhavige geval stelt Rechtsbijstanduitvoerder zich op het standpunt dat (vooralsnog) onvoldoende is gebleken dat een nieuwe procedure naar aanleiding van het nieuwe besluit van de gemeente [Naam gemeente] een redelijke kans op succes heeft. Consument kan zich hierin niet vinden. De systematiek van artikel 4:67 en 4:68 Wft, gebaseerd op de Europese richtlijn (87/344/EEG), brengt mee dat een meningsverschil over een gedragslijn aan een onafhankelijke adviseur kan worden voorgelegd. In het onderhavige geval is na de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant en vervolgens het nieuwe besluit van de gemeente [Naam gemeente] een nieuwe situatie ontstaan die ten aanzien van de haalbaarheid van een eventuele vordering opnieuw kan worden getoetst. Rechtsbijstanduitvoerder heeft Consument aangeboden om de punten waarover zij met mr. [Y] van mening verschilt in het kader van de geschillenregeling aan een advocaat voor te leggen. Nu Consument dit voorstel van de hand heeft gewezen, heeft Rechtsbijstand-uitvoerder naar het oordeel van de Commissie het verzoek van Consument om verdere rechtsbijstand terecht wegens het ontbreken van dekking afgewezen.

 

Het verzekeringsproduct

  • De Commissie begrijpt dat het ongenoegen van Consument mede ziet op de door de verzekeraar gehanteerde verzekeringsvoorwaarden. De klacht die Consument bij het Klachteninstituut heeft ingediend, is echter gericht tegen Rechtsbijstanduitvoerder in de hoedanigheid van rechtshulpverlener. Voor zover Consument een klacht heeft over het verzekeringsproduct, ligt het op haar weg zich daarvoor tot de verzekeraar te wenden.

 

  • Het hiervoor overwogene leidt tot de conclusie dat Rechtsbijstanduitvoerder niet gehouden is verdere rechtsbijstand te verlenen in de vorm van het vergoeden van de door mr. [Z] gemaakte en te maken advocaatkosten.
  1. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

 

De uitspraak heeft de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

 

 

 

 

 

Bekijk de volledige uitspraak