Mijn Kifid

Uitspraak 2018-621 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-621
(
prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 31 januari 2018

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Achmea Schadeverzekeringen N.V. gevestigd te Apeldoorn, in dezen handelende onder de

naam Centraal Beheer Achmea, verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 2 oktober 2018

Aard uitspraak                : bindend advies

 

Samenvatting

 

Consument heeft opstaldekking via de verzekering van de VvE. Hij doet een beroep op deze verzekering met betrekking tot schade bestaande uit houtrot aan de schuifpui. Volgens Consument is de schuifpui verzadigd geraakt door herhaaldelijke neerslag. Verzekeraar stelt onder meer dat geen sprake is van plotseling en onvoorzien binnendringen van neerslag in het gebouw, zoals omschreven in de primaire dekkingsomschrijving in de voorwaarden. Consument heeft niet concreet gemaak dat schade is ontstaan door het plotseling en onvoorzien binnendringen van de schuifpui. Onduidelijk is juist hoe regenwater in de schuifpui is gekomen. De vordering wordt afgewezen.

 

  1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met bijlagen:

 

  • het door Consument digitaal ingediende klachtformulier;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Verzekeraar.

 

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

 

  1. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

 

  • Consument is eigenaar van een appartement in een appartementencomplex. Via zijn vereniging van eigenaren (hierna: ‘VvE’) is hij meeverzekerd op de opstalverzekering (hierna: ‘Verzekering’). Op de Verzekering zijn onder meer van toepassing de verzekeringsvoorwaarden ‘Productvoorwaarden BGV 05’, (hierna: Voorwaarden’).

 

8. Welke schade is verzekerd?

Schade door neerslag

Schade door regen, sneeuw, of smeltwater dat plotseling en onvoorzien het gebouw binnenkomt.

(…)

Niet verzekerd: als de schade te maken heeft met een constructiefout in het gebouw.

(…)

  1. Welke oorzaken zijn niet verzekerd?

Schade door slecht onderhoud.”

 

  • Op 12 november 2017 heeft Consument bij de VvE melding gemaakt van het rotten van het hout van de schuifpui op de begane grond aan de buitenkant van zijn woning.
    Daarbij heeft Consument aangegeven dat in ieder geval sinds juni 2016 herhaaldelijk neerslag de schuifpui binnendringt. De VvE heeft daarop gereageerd dat dit een eigenaarsaangelegenheid van Consument betreft. Desondanks is deze schade op
    23 november 2017 bij Verzekeraar gemeld.

 

  • Op 19 december 2017 heeft Consument Verzekeraar aan de schademelding herinnerd. Nadat daarop geen reactie kwam, heeft Consument op 16 januari 2016 een klacht ingediend bij Verzekeraar. Op 30 januari 2018 heeft Consument een klacht ingediend bij Kifid.

 

  • Op 26 februari 2018 heeft Verzekeraar de schademelding van Consument afgewezen met een beroep op de afwijsgronden:

 

  • dat geen sprake is van schade van regenwater dat de woning binnentreedt, maar van schade aan de buitenzijde van de woning;
  • dat geen sprake is van plotseling en onvoorziene schade;
  • dat vermoedelijk sprake is van achterstallig onderhoud;
  • dat mogelijk sprake is van een constructiefout;
  • dat onduidelijk is over welke periodes de lekkages zich hebben voorgedaan.

 

  • Consument heeft Verzekeraar daarna verzocht om herziening van zijn dekkingstandpunt, wat Verzekeraar heeft geweigerd.

 

  1. Vordering, klacht en verweer

 

Vordering Consument

  • Consument vordert vergoeding van € 295,- met betrekking tot de schade aan zijn schuifpui.

 

Grondslagen en argumenten daarvoor

  • Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslag. Verzekeraar is op grond van de Voorwaarden gehouden om de schade aan de schuifpui te vergoeden. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
  • Verzekeraar stelt ten onrechte dat geen sprake is van regenwater dat het gebouw is binnengedrongen. De schuifpui vormt niet de buitenzijde van het gebouw, dat is de buitengevel. Daarnaast is wel degelijk sprake van het binnendringen van het gebouw nu de stoffelijke structuur van de schuifpui door het regenwater is aangetast, vergelijk het oordeel van de Hoge Raad van 14 oktober 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT6014. Bovendien beroept Consument zich op de uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid nr. 2016-362, waarin werd geoordeeld dat sprake is van ‘binnendringen’ wanneer hagel zich in een carport heeft geboord.
  • Consument vermoedt dat door hevige regenval herhaaldelijk sprake was van binnendringen in de schuifpui, waardoor het vocht er zich in kon opbouwen en deze is gaan rotten.
  • Ten onrechte beroept Verzekeraar zich op de afwijsgrond van achterstallig onderhoud. Consument heeft goed zorggedragen voor de schuifpui en van alles gedaan om schade te voorkomen.
  • Verzekeraar trekt voorbarige conclusies. Consument is niet gevraagd of de schade plotseling en onvoorzien is geweest.

 

Verweer Verzekeraar

  • Verzekeraar heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

 

  1. Beoordeling

    • Consument en Verzekeraar verschillen in deze zaak van mening over de vraag of de schade door neerslag bestaande uit houtrot in de schuifpui onder de Verzekering voor vergoeding in aanmerking komt. De Commissie dient die vraag aan de hand van de Voorwaarden te beantwoorden.
    • Verzekeraar heeft een aantal afwijsgronden ingeroepen (zie 2.4). In deze procedure heeft hij zich concreet erop beroepen dat:

 

  • geen sprake is van het binnendringen van de neerslag in het gebouw;
  • dit binnendringen in ieder geval niet plotseling en onvoorzien is, en
  • sprake is van achterstallig onderhoud.

 

  • Consument heeft deze ingeroepen afwijsgronden betwist.

 

  • De Commissie ziet aanleiding om de door Consument gestelde en door Verzekeraar betwiste voorwaarde van artikel 8 van de Voorwaarden (zie alinea 2.1), dat sprake is van het plotseling en onvoorzien binnendringen van neerslag in het gebouw, voorop te stellen. Waar Consument stelt dat hem niet is gevraagd of de ‘schade’ plotseling en onvoorzien is geweest, hanteert hij naar het oordeel van de Commissie een afwijkende definitie van deze bepaling. Het gaat er volgens de, niet onduidelijke, tekst van artikel 8 van de Voorwaarden namelijk niet om of de uiteindelijke schade plotseling en onvoorzien is ontstaan. Beslissend is of de neerslag die de schade heeft veroorzaakt plotseling en onvoorzien het gebouw is binnengekomen.

 

  • Deze voorwaarde, waar Consument een beroep op doet, is een voorwaarde voor het bestaan van dekking (insluiting). Een succesvol beroep op deze bepaling leidt tot het rechtsgevolg dat er in beginsel een recht op uitkering bestaat. Op grond van de regels van procesrecht van artikel 149 en 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de partij die een rechtsgevolg wil inroepen – in dit geval Consument – te stellen en zo nodig te bewijzen dat aan de betreffende voorwaarde is voldaan. Consument dient hier daarom te stellen en, bij voldoende betwisting van Verzekeraar, te bewijzen dat de neerslag plotseling en onvoorzien het gebouw is binnengedrongen.

 

  • Consument heeft geen concrete omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat neerslag plotseling en onvoorzien het gebouw is binnengedrongen. Daarbij kan in het midden worden gelaten of met het binnendringen van neerslag in de schuifpui ook sprake is van het ‘binnendringen van het gebouw’. Ook wanneer het binnendringen van de schuifpui tot uitgangspunt wordt genomen – zoals Consument wil – heeft Consument niet concreet gemaakt dat dit telkens plotseling en onvoorzien gebeurt. Anders dan in de uitspraken die Consument heeft genoemd, is in deze zaak juist niet duidelijk hoe neerslag in de schuifpui heeft kunnen komen, terwijl men van een schuifpui mag verwachten dat deze waterafstotend is. Consument heeft enkel een vermoeden uitgesproken dat door hevige regenval telkens water de schuifpui kon binnendringen. Verzekeraar heeft daarentegen gesteld dat dit evengoed het gevolg kan zijn van achterstallig onderhoud of van een constructiefout in de schuifpui. In dat licht lag het op de weg van Consument om zijn stellingen nader te onderbouwen. Nu hij daaraan niet heeft voldaan, ontbreekt dekking voor neerslag zoals omschreven in artikel 8 van de Voorwaarden.

 

  • Gezien het voorgaande is de conclusie dat Verzekeraar niet gehouden is de schade van Consument te vergoeden.

 

  1. Beslissing

 

De Commissie wijst de vordering af.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

 

 

Bekijk de volledige uitspraak