Mijn Kifid

Uitspraak 2018-775 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-775
(mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. C.E. Polak, mr. E.C. Ruinaard, leden en mr. 
D.G. Rosenquist, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        :12  juli 2017

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Equipe Verzekeringen B.V., gevestigd te Waspik, verder te noemen Volmacht

Datum uitspraak             : 13 december 2018

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

Paardenverzekering. Consument en volmacht verschillen van mening over de vraag of sprake was van “totale blijvende ongeschiktheid door aandoeningen aan het bewegingsapparaat” in de zin van de aanvullende voorwaarden. De Commissie oordeelt dat Consument in het licht van de bevindingen [Y] en in het licht van alle bevindingen van de door volmacht ingeschakelde deskundigen onvoldoende heeft aangetoond dat daarvan sprake is, zodat volmacht dekking mocht weigeren.

  • Procesverloop 

 

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken, inclusief bijlagen:

  • het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
  • de klachtbrief van Consument;
  • de aanvullende informatie van Consument van 11 juli 2017;
  • de aanvullende stukken van Consument, ingezonden op 21 juli 2017;
  • de aanvullende stukken van Consument, ingezonden op 9 augustus 2017;
  • de aanvullende stukken van Consument, ingezonden op 16 augustus 2017;
  • de aanvullende stukken van Consument, ingezonden op 29 oktober 2017;
  • het verweerschrift van Volmacht;
  • de repliek van Consument;
  • de dupliek van Volmacht;
  • de aanvullende stukken van Consument van 28 mei 2018; en
  • de aanvullende stukken van Volmacht van 4 juni 2018.

 

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 22 oktober 2018 en zijn aldaar verschenen.

  • Feiten 

 

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

 

    1. Op 31 juli 2016 heeft Consument bij Volmacht een verzekering aangevraagd voor het paard van Consument, [Naam paard] (hierna: ‘het paard’). Op het aanvraagformulier is als gebruiksdoel van het paard ingevuld “dressuur” en “recreatie”.

 

    1. Blijkens het aanvraagformulier is gekozen voor een ‘Equipe 4 Paardenverzekering’. Deze verzekering biedt, blijkens datzelfde aanvraagformulier, dekking voor “overlijden t.g.v. ziekte/ongeval + totale blijvende ongeschiktheid t.g.v. een ziekte/ongeval/aandoening bewegingsapparaat”.

 

    1. Ten aanzien van de medische toestand is in de aanvraag vermeld dat:
  • het paard op 31 mei 2016 röntgenologisch gekeurd is en op 15 juli 2016 klinisch;
  • het paard ocd heeft gehad, hetgeen in 2013 succesvol is verwijderd, waarna het paard volledig is goedgekeurd;
  • het paard niet onder behandeling is geweest van een dierenarts, fysiotherapeut of andere behandelaar;
  • het paard – voor zover de aanvrager bekend – geen andere ziekte, aandoening of ongeval heeft gehad; en
  • het paard geen afwijking, (stal)gebrek, verzet, steegsheid of staakgedrag heeft vertoond.

 

    1. De verzekering is naar aanleiding van de aanvraag tot stand gekomen. Op 4 augustus 2016 is het polisblad door Volmacht afgegeven. De verzekering werd geadministreerd onder polisnummer [nummer]. Ingangsdatum van de verzekering was 2 augustus 2016. Het paard werd verzekerd voor een waarde van EUR 11.000. Op het polisblad was vermeld:

 

De risicodrager verzekert uw paard op grond van een door haar ontvangen aanvraag, die geacht wordt een geheel uit te maken met deze polis.

 

    1. Op de verzekering zijn de voorwaarden ‘Aanvullende voorwaarden Equipe 4+ Ziektekostenverzekering’, ‘Aanvullende voorwaarden Equipe 4 Paardenverzekering’ en de ‘Equipe Algemene Voorwaarden’ van toepassing.

 

In de algemene voorwaarden is, voor zover relevant, bepaald:

Artikel 13. Uitsluitingen

13.1.4 Schade als gevolg van gebreken, aandoeningen of letsels waarvan de oorzaak voor aanvang van de verzekering ligt. Het maakt daarbij niet uit of u op de hoogte was van het bestaan van zo’n aandoening, letsel of gebrek.

 

Artikel 15. Duur en einde verzekering

15.2.5 De verzekering eindigt als wij, bijvoorbeeld naar aanleiding van het schadeverloop, uiterlijk twee maanden vóór de contractvervaldatum schriftelijk hebben aangegeven de verzekering te willen beëindigen, of willen verlengen op basis van gewijzigde condities, en als u vervolgens vóór de contractvervaldatum schriftelijk aangeeft niet akkoord te gaan met deze wijziging.

 

In de aanvullende voorwaarden is bovendien bepaald:

 

Artikel E4-2: totale blijvende ongeschiktheid

De verzekerde paarden zijn verzekerd tegen totale blijvende ongeschiktheid door:

  • Ziekte
  • Ongeval
  • Aandoeningen aan het bewegingsapparaat

Er moet zijn vastgesteld dat behandeling niet mogelijk is, dit in overleg met ons en eventueel met onze veterinair adviseur.

Voor paarden tot en met 16-jarige leeftijd bedraagt de schadevergoeding bij totale blijvende ongeschiktheid 90% van de verzekerde waarde. […]

 

    1. In verband met problemen met het paard, heeft Consument het paard begin januari 2017 laten onderzoeken bij Paardenpraktijk [X]. In haar overzicht van patiëntinformatie is het volgende vermeld:

 

“02-01-2017

Heeft de eerste weken ‘ok’ gelopen, maar is steeds vluchtiger geworden en vaak moeilijk te rijden. Is supervlug, wilt niet in basistempo lopen en je been kan je er echt niet om leggen want dan schiet hij weg. Werd steeds loperiger en gespannen. Soms loopt hij even ok, maar als er eenmaal spanning in komt, hervalt hij. […] advies/therapie: Plan rx bekijken van aankoop en kreupelheidsonderzoek”

“04-01-2017

Nu blijkt uit verhaal van [voornaam Consument] dat de klinische keuring niet langer dan een kwartier geduurd heeft. Rug niet onderzocht, geen hoeftesters gezien, ogen niet bekeken, oren niet bekeken etc. Zorgelijk… Was erg snel en erg vluchtig gedaan […] advies/therapie: overlegd dat we de foto’s met elkaar gaan bekijken en vergelijken met de keuringsfoto’s. Paard uitverdoven.”

“05-01-2017

[…] advies/therapie: nog verder uitverdoven: SI volgende stap. Echo SI en onderbeen.”

“09-01-2017

[…] SI li en re tegelijk uitverdoofd: loopt nu eindelijk rond en ontspannen. Duidelijk verbeterd op beide achterbenen: 80%. [voornaam Consument] kan nu haar been eromheen leggen en werken met hem. Geen spanning meer, vlucht niet meer.

Echo: SI links arthrose ++ re ok (voor jong paard zeker significant)

HS la lichte irritatie prox in aanhechting

Lv rv goed

Diagnose: SI pijn-arthrose links: klinisch, echografisch en na anesthesie

SI pijn rechts

Milde HS desmitis la

Advies/therapie: overleg met verzekering aangezien paard nooit te rijden is geweest voor [voornaam Consument] en deze pijn al langer aanwezig moet zijn geweest”

 

    1. Consument heeft middels een schadeformulier melding gemaakt bij Volmacht van een schade. Als omschrijving heeft zij daarbij gegeven:

Paard was al enige tijd moeilijk te rijden en liep niet 100% goed.

 

Op de vraag of er al langer sprake was van klachten, is geantwoord:

+- 3 weken na aankoopdatum begon hij drammerig te worden.

 

Op de vraag wat het behandelingsadvies van de dierenarts is, is ingevuld:

Niet geschikt voor sport.

 

Op de vraag wat het gebruiksdoel van het paard is, is ingevuld:

Hogere dressuur was het doel

 

Als slotopmerking is ingevuld:

Keurend arts (klinisch) heeft geen volledige keuring uitgevoerd blijkt achteraf

 

Bij het schadeformulier is een dierenarts verklaring gevoegd, waarop het volgende vermeld is:

Zie toegemaild patiëntendossier. Paard niet te rijden. Kreupel la (ra).

[…]

Significante pijn in linker en rechter SI-gebied. Arthrose rechter SI-gewricht. Milde HS-dermitis la.

[…]
Paard niet (meer) geschikt als sportpaard.

[…]

Aanvraag tot afkeuring. Paard vanaf aankoop niet goed geweest volgens eigenaar.

 

    1. Per e-mail van 17 januari 2017 heeft de Volmacht de ontvangst van het schadeformulier en de dierenartsverklaringen bevestigd. De Volmacht heeft op basis van onderzoek van de veterinair adviseur van Volmacht laten weten:

 

Hierbij bevestigen wij de ontvangst van het schadeformulier en de dierenartsverklaringen op
11 januari jl. […]

Zoals eerder telefonisch aan u uiteengezet is het schadedossier, inclusief de beeldvorming en de videofilmpjes, voorgelegd aan onze veterinair adviseur.

De videobeelden geven een beeld te zien van een paard dat op verschillende wijzen gereden wordt, waardoor de onderlinge vergelijking moeilijk is. […] Het paard is soms rechtsvoor  zeer gering onregelmatig,  er is geen  onregelmatigheid van de achterbenen zichtbaar. Op deze beelden is het paard trainbaar.

De aangeleverde röntgenbeelden tonen geen belangrijke bemerkingen. In de distale tibia van beide sprongen zijn OCD contour defecten aanwezig, rechts gering, links wat meer uitgesproken. Dit gaat bij een klinisch gezond paard tijdens de keuring met een normaal risico gepaard.

De echobeelden zijn moeilijk beoordeelbaar. Er zijn geen veranderingen van het linker SI gewricht zichtbaar en/of vastgelegd (de video’s van het linker SI gewricht gaan niet verder dan nerve root van waarschijnlijk L6). […]

Het causaal verband tussen de diagnose, de klachten en de beelden kan op basis van deze informatie niet aangetoond worden.

Bovenstaande overziend […] is het niet mogelijk om de schade aan het paard te antedateren en is er op dit moment geen sprake van totale blijvende ongeschiktheid van uw paard [Naam paard].

Desondanks is de risicodrager bereid gevonden de dierenartskosten m.b.t. de veterinaire onderzoeken aan u te vergoeden conform de voorwaarden van de Aanvullende Equipe 4+ Ziektekostenverzekering.

 

    1. Op 6 februari 2017 heeft de Volmacht contact opgenomen met de veterinair adviseur van de Volmacht. De veterinair adviseur heeft op 13 februari 2017 een e-mail aan Volmacht gestuurd:

 

Naar aanleiding van dossier, telefonisch overleg en video’s:

Dit paard heeft een rijprobleem. De video’s, met én zonder verdoving van het SI geven een zodanig verschil dat ik denk dat het SI een rol speelt in de klacht. De rijerij van de amazone helpt ook niet echt. Het staat voor mij niet vast dat het paard duurzaam onbruikbaar is als rijpaard. Een behandeling van het SI is de volgende stap, gevolgd door een revalidatie.

 

    1. Bij brief van 15 februari 2017 heeft Volmacht Consument een advies toegezonden van haar veterinair adviseur. In dit advies is het volgende gesteld:

 

Na beoordeling van de beschikbare informatie is het schadedossier voorgelegd aan onze veterinair adviseur. […] Er is sprake van een rij probleem waarin de pijnlijkheid van het SI gewricht waarschijnlijk een rol speelt. Tot op heden is niet vastgesteld of het aandoening behandelbaar is, er is uitsluitend diagnostisch onderzoek gedaan, waarbij de beeldvorming niet volledig kon worden geïnterpreteerd. Het advies van onze veterinair adviseur is overeengekomen met uw dierenarts en luidt als volgt: Veterinaire behandeling van het SI gewricht (zoals telefonisch besproken door beide dierenartsen), gevolgd door een stapprotocol en revalidatie.

 

De kosten van de veterinaire behandeling komen, conform de voorwaarden van de Aanvullende Equipe 4 Ziektekostenverzekering, voor vergoeding in aanmerking. Voorts is de verzekeraar bereid gevonden de kosten (in eerste instantie voor de periode van 1 maand) voor de revalidatie van [Naam paard] volledig te vergoeden. De bevindingen gedurende de trainingsperiode zullen aan ons gerapporteerd worden en aan de hand daarvan zal de voortgang van het dossier bepaald worden.

 

    1. Per e-mail van 7 maart 2017 heeft de Volmacht Consument geïnformeerd op basis van de bevindingen van de veterinair adviseur van Volmacht:

 

Eind maart 2017 staat uw paard ingepland om te starten met de revalidatie bij [Naam trainingsstal]. Dit is een gespecialiseerde trainingsstal voor paarden met (rij)problemen, waarbij paarden op basis van respect, vertrouwen, samenwerking en rust worden opgeleid. Gezien het tijdsbestek, verzoeken wij u vriendelijk de behandeling van het SI-gewricht van uw paard uiterlijk binnen 10 dagen na heden uit te laten voeren. Voor de goede orde attenderen wij u op artikel 10 van de Algemene voorwaarden waarin staat vermeld dat u volledige medewerking dient te verlenen aan het advies van ons of een door ons aangewezen deskundige. Indien de verplichtingen bij schade niet worden nagekomen wordt het schadedossier gesloten en vervalt het recht op een schadevergoeding.

 

    1. Op zondag 26 maart 2017 is het paard naar [Naam trainingsstal] gebracht. Op maandag
      27 maart 2017 heeft de Volmacht [Naam trainingsstal] van nadere informatie voorzien:

 

Onderstaand de beoordeling door onze veterinair adviseur. Kort samengevat is er door de eigen dierenarts een pijnlijkheid vastgesteld aan het SI gewricht. Daarvan zijn echobeelden gemaakt maar die echobeelden tonen niet het volledige si gewricht en onze dierenarts heeft geen artrose geconstateerd. Het paard was wel erg gevoelig op de rug, vandaar dat we hebben aangegeven dat het paard aan het SI gewricht behandeld moest worden, gevolgd door revalidatie. De eigenaar heeft bevestigd dat het SI gewricht afgelopen maandag is behandeld. Misschien kun je eens voelen hoe het paard nu reageert als je de rug nu afvoelt (spieren en doornuitsteeksels/wervels).

[…]

 

In reactie op de e-mail van Volmacht heeft [Naam trainingsstal] dezelfde avond laten weten:

 

Ik heb hem vandaag eens gevoeld aan zijn SI gewricht na zijn eerste training, en hij reageerde niet gevoelig in die regio. Hij laat wel veel onrust zien in zijn gedrag waar ik zeker wat mee kan en wat ik zo nog niet kan relateren aan pijn. Ik verwacht dan ook dat de training hem goed gaat doen.

 

    1. Op 28 april 2017 heeft de Volmacht Consument een trainingsverslag toegezonden van [Naam trainingsstal]. De Volmacht heeft daarbij gemeld:

 

Naar aanleiding van deze bevindingen is uw paard [Naam paard] trainbaar bevonden en is schadedossier [dossier nummer] gesloten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het rapport is vermeld:

 

    1. Bij brief van 1 juni 2017 heeft Consument bezwaar aangetekend tegen het afwijzend dekkingsstandpunt. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:

 

Uit het aan u verstrekte trainingsrapport, opgesteld door [Naam trainingsstal], blijkt dat er totaal geen aandacht is geweest voor het werkelijk fysieke probleem van het paard. U bent hiervan door mij volledig op de hoogte gebracht.

[Naam trainingsstal] heeft zich enkel bezig gehouden met de mentale gesteldheid van het paard, zoals uit het rapport blijkt. Ik mocht en mag toch verwachten van u als mijn verzekeraar, dat u aan [Naam trainingsstal] de opdracht heeft gegeven tot revalideren als gevolg van de fysieke schade, in plaats van naar nu blijkt, schijnbaar een opdracht tot een psychologisch onderzoek van het paard.

[…]

De fysieke gesteldheid van het paard is namelijk niet door de trainer onderzocht !!!!

Overigens is dit niet vreemd, want uit onder andere de website van [Naam trainingsstal] blijkt dat zij geen enkele ervaring heeft met onderzoek naar de fysieke gesteldheid van een paard. Er wordt door [Naam trainingsstal] enkel gewerkt aan de mentale gesteldheid van ruiter en paard.

 

    1. Bij brief van 16 juni 2017 heeft Volmacht gereageerd op het bezwaar van Consument:

 

De risicodrager heeft uw argumenten in overweging genomen en geconcludeerd dat met de revalidatie van uw paard [Naam paard] is aangetoond dat de rijproblemen juist werden veroorzaakt door de mentale gesteldheid van uw paard en niet door fysieke problemen. En mocht er een fysiek probleem hebben gespeeld dan werd na de revalidatie aangetoond dat dit werd veroorzaakt door de mentale problemen.

 

Na een maand begeleiding […] is uw paard [Naam paard] zeer goed trainbaar. […]Om die reden is er conform de voorwaarden van de Equipe 4 Paardenverzekering geen aanleiding om tot uitkering over te gaan. Er is namelijk geen sprake van totale blijvende ongeschiktheid van uw paard. De veterinaire kosten voor het onderzoek van uw paard en de training zijn reeds uitgekeerd aan u en voldaan aan [Naam trainingsstal].

 

De risicodrager heeft conform artikel 15.2.5 van de Algemene voorwaarden het recht een polis uiterlijk twee maanden vóór de contractvervaldatum schriftelijk op te zeggen. Van dit recht heeft de risicodrager gebruik gemaakt.

 

Gezien het vorenstaande hebben de schade-experts van de risicodrager besloten:

  1. uw bezwaarschrift ongegrond te verklaren en
  2. de bestreden afwijzing van de schade te handhaven.

 

    1. In reactie hierop heeft Consument bij brief van 22 juni 2017 laten weten:

 

  • Dat er bij aanvang van de verzekering geen dierenarts via Equipe is geweest, wat wel in uw polisvoorwaarden wordt vermeld.
  • Dat er bij het hele proces nooit een dierenarts via Equipe is geweest om de zaak [Naam paard] te beoordelen. Nu is de zaak afgedaan door niet medisch onderlegde personen. […]
  • Tevens wil ik nog toevoegen dat wij dit paard gekocht hebben voor het hogere segment in de paardensport, wat uitvoerig is besproken ten tijden van het aangaan van de verzekering.
  • Voor de training bij [Naam trainingsstal] hadden wij 16 liter zonnebloemolie meegeven en 25 kg slobber, echter er zijn 12 flessen olie en een hele zak slobber terug gekomen […] wij hebben een sterk vermagerd paard met verwaarloosde hoeven en een zeer schichtig, angstig paard terug gekregen.

 

Onze dierenarts (naam dierenarts) van Paardenpraktijk [X] heeft [Naam paard] op Novacam / pijnstilling gezet om uit te sluiten of het een mentaal of fysiek probleem is, zij heeft geconstateerd dat het een fysiek probleem is, na het afbouwen hiervan kreeg [Naam paard] weer dezelfde problemen […].

 

    1. Op 15 juli 2017 heeft [Y] (mobiel paardenonderzoek) op verzoek van Consument een rapport uitgebracht over de gezondheidstoestand van het paard. De conclusies van dit rapport luiden als volgt:

 

Conclusie:

Zoals hierboven beschreven is over het tijdsbestek juli 2016-april 2017 een min of meer continue kreupelheid LA waarneembaar. De mate van kreupelheid is wisselend en af en toe is er ook wisselen naar RA te zien. Tijdens het onderzoekstraject is voldoende aangetoond dat de kreupelheid (in ieder geval goeddeels) veroorzaakt wordt door pijnlijkheid vanuit het (/de) S1-gewricht(en).
Het wel of niet klinisch significant zijn van de echografische veranderingen ter hoogte van de HS LA lijkt niet direct relevant gezien de verbetering na verdoving SI. Het is eventueel wel mogelijk deze aanhechting specifiek uit te verdoven. Het opvallende verschil in bewegingspatroon tussen de filmpjes aan het eind van de revalidatie en de filmpjes direct erna (28-4) zijn mogelijk verklaarbaar door verschillende invloeden van buitenaf waaronder uiteraard de manier van rijden. Desalniettemin is zoals eerder beschreven de kreupelheid telkens aanwezig. Resumerend ben ik dan ook van mening dat, ondanks duidelijke verschillen in beeld, [Naam paard] in de huidige toestand niet geschikt is voor gebruik als sportpaard voor de hogere dressuur. De prognose voor toekomstig gebruik is m.i. gereserveerd en sterk afhankelijk van de respons op bandeling en het effect van de juiste begeleiding en training.

Ten slotte hieronder bondige antwoorden op uw vragen:

 

– Heeft het paard inderdaad artrose? Zo ja, hoelang is deze artrose reeds aanwezig? Was de artrose al aanwezig op het moment van aankoop van het paard? Wat zijn de gevolgen van de artrose?

De echobeelden maken de aanwezigheid van artrose aannemelijk. Antedateren langer dan drie maanden aan de hand van diagnostische beeldvorming is onmogelijk. Het klinisch beeld op de filmpjes van juli 2016 kan doen vermoeden dat het probleem al langer bestaat. Klinische gevolgen zijn onmogelijk in te schatten want kunnen wisselen van licht verminderd presteren tot duidelijke kreupelheid. Het maakt i.e.g. de prognose als sportpaard voor hogere dressuur gereserveerd.

 

– Is het mogelijk dat het paard herstelt van de artrose door middel van revalidatie of op andere wijze?

Het is bekend dat paarden met SI-problemen vaak baat hebben bij de juiste manier van trainen en begeleiding van veterinair en o.a. fysiotherapeut. De mate waarin dit succesvol is, is echter niet te voorspellen. Volledig herstel bij artrose is niet te verwachten.

 

-Zo ja, wat is de waarde van het paard bij herstel? Indien het paard niet herstelt, wat is dan het waardeverlies?

Hierop kan ik onmogelijk antwoorden aangezien dit vooral afhankelijk zal zijn van wat er nog met het paard gedaan kan worden. Feit is wel dat het in de categorie recreatiepaard over substantieel minder geld zal gaan dan het aankoopbedrag van dit paard.

 

  • Heeft het paard verder nog lichamelijke gebreken? Zie verslag hierboven.
  • Is het paard nog berijdbaar? Zo ja, is het paard ook nog berijdbaar voor hogere dressuur?
  • Uit de beelden tijdens de revalidatie blijkt dat, ondanks een lichte onregelmatigheid het paard op basisniveau berijdbaar is. In hoeverre dit wenselijk is, is vooral een vraag op ethisch vlak.
  • Had de dierenarts tijdens zijn onderzoeken op 31 mei 2016 en 15 juli 2016 de artrose en overige klachten kunnen constateren?
  • Op 31-05-2016 gaat het (volgens het verslag van 31-06-2016) enkel om een röntgenologische keuring. De huidige klachten kunnen hierbij mijns inziens niet zijn gesignaleerd. Tijdens de klinische keuring staan geen afwijkingen beschreven. Abnormale gevoeligheid en/of reflexen bij inspectie en palpatie van rug en bekken zoals aanwezig tijdens het onderzoek van (naam dierenarts Consument)worden niet genoemd. Hetzelfde geldt voor afwijkingen in het bewegingspatroon.

 

    1. Bij brief van 21 juli 2017 heeft Consument het rapport van [Y] doorgezonden naar Volmacht.

 

    1. Op 19 september 2017 is in opdracht van de risicodrager opnieuw onderzoek gedaan naar de toestand van het paard. Naar aanleiding daarvan is een gezondheidsverklaring van diezelfde datum afgegeven. In deze verklaring zijn alle vragen positief beantwoord in die zin dat de toestand van het paard als ‘normaal’ werd aangeduid en dat geen sprake is van afwijkingen. Bij de vraag of het paard eerder veterinair behandeld is, is aangetekend:

 

Is bij verzekering allemaal bekend. Paard heeft t/m 15/09/2017 Metacam gehad. Op dag van opgestelde gezondheidsverklaring heb ik bloed voor in bewaren bij het paard afgenomen, nl. 19 september 2017.

 

Partijen zijn er niet in geslaagd tot een vergelijk te komen. Consument heeft een klacht ingediend bij Kifid.

 

  • Klacht, vordering en verweer

 

 

Klacht, grondslag en vordering

    1. Consument klaagt dat Volmacht ten onrechte weigert dekking te verlenen. Consument stelt daartoe dat:
  • het paard gekocht is om deel te nemen aan dressuur wedstrijden in het hogere segment en dat dit uitvoerig besproken is ten tijde van het aangaan van de verzekering bij Volmacht, in juli 2016.
  • het paard, in overleg met Volmacht, voor het sluiten van de verzekering gekeurd zou worden. Dit is evenwel niet gebeurd.
  • na een aantal maanden na aanschaf problemen ontstonden met het rijden van het paard, waarvoor meerdere trainers geraadpleegd zijn en op basis waarvan uiteindelijk besloten is een dierenarts onderzoek te laten verrichten.
  • uit de onderzoeken gebleken is dat het paard (zware) artrose in het SI gewricht heeft, hetgeen onderzocht is door een erkend paardendierenarts (Paardenpraktijk [X]).
  • Volmacht ten onrechte stelt dat sprake zou zijn van een mentaal probleem, in plaats van een fysiek probleem.
  • alle bewijzen/echobeelden/onderzoeksrapporten geven aan dat sprake is van artrose aan het SI gewricht.
    1. Consument wijst erop dat Volmacht zelf geen dierenarts heeft langs gestuurd. [Naam trainingsstal] is gespecialiseerd in het zadelmak maken, training en gedragsproblemen van paarden. Bij [Naam trainingsstal] was men niet door Volmacht op de hoogte gebracht van de (behandeling voor) artrose. Dit heeft Consument moeten toelichten. Op 26 april 2017 moest het paard plotsklaps opgehaald worden, in verband met een verhuizing van [Naam trainingsstal]. Bij het ophalen van het paard werd een groot deel van de meegegeven voeding teruggegeven. Het paard was vermagerd en schrikkerig en de dierenarts schrok van zijn gesteldheid. Hij bleek nog altijd last te hebben van het SI-gewricht. Er was geen verbetering zichtbaar.

 

    1. Consument benadrukt dat het paard onberijdbaar is in verband met pijn. De dierenarts heeft (nogmaals) onderzoek gedaan door toediening van pijnstilling. Consument benadrukt tevens dat de kreupelheid, die in de filmpjes van 11, 14 en 19 juli 2016 te zien zou zijn, niet aangeeft dat (toen reeds) sprake was van artrose aan het SI-gewricht. Op de dag van aankoop is het paard klinisch gezond verklaard. In het rapport zijn geen afwijkingen beschreven en geen aanvullende opmerkingen geplaatst.

 

    1. Volmacht heeft onvoldoende onderzoek gedaan. De in opdracht van de risicodrager ingeschakelde dierenarts heeft niet naar het SI-gewricht gekeken, maar naar de algemene gesteldheid van het paard. Het paard had de dag voor dat onderzoek nog pijnstilling gekregen en dus heeft de arts het paard niet goed kunnen beoordelen.

 

    1. Consument stelt dat zij als gevolg van de weigering van Volmacht een bedrag aan schade heeft van EUR 20.000, bestaande uit (75% van) de kosten voor aanschaf van het paard en voor alle kosten die zij voor het paard heeft moeten maken (EUR 500 per maand vanaf januari 2017). Consument verlangt dat Volmacht dit bedrag vergoedt.

 

Verweer

    1. Volmacht heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
  • de beëindiging van de verzekering is verlopen conform artikel 15.2.5 van de Algemene Voorwaarden.
  • het verzoek om dekking is afgewezen omdat Volmacht na het aanbieden van een trainingsperiode bij [Naam trainingsstal] aangetoond heeft dat het paard trainbaar is en de klachten die door de ruiter ervaren worden, niet worden veroorzaakt door een veterinair probleem, maar door een rijtechnisch probleem.
  • het feit dat het paard geen passende combinatie is met de ruiter/eigenaar en niet voldoet aan de eisen, het gebruiksdoel of de ambities van de eigenaar is niet een gedekt risico, evenmin als een waardedaling van het paard.
  • op 19 september 2017 heeft een veterinair gezondheidsonderzoek plaatsgevonden in opdracht van de risicodrager door een onafhankelijke dierenarts van het [Huisdierenziekenhuis en Paardenkliniek Z].

 

    1. Volmacht stelt dat tijdens de inspectie van het paard uitvoerig stil gestaan is bij de fysieke problemen van het paard. Het beeld van het paard onder het zadel deed evenwel vermoeden dat deze fysieke problemen “heel wel mogelijk een rijtechnische oorzaak hadden”. Het paard is sensibel en vereist een ervaren en vakkundig ruiter.

 

    1. Een paard wordt niet verzekerd voor een bepaald gebruiksdoel. Het risico van totale blijvende ongeschiktheid is verzekerd, dit is niet gerelateerd aan het niveau van het paard. Een waardedaling van het paard is geen gedekt voorval. Indien een paard functioneel is, ongeacht het niveau, is geen sprake van totale blijvende ongeschiktheid.

 

    1. De bewering dat alle bewijzen/echobeelden/onderzoeksrapporten aangeven dat het paard artrose aan zijn SI gewricht heeft is onjuist. Uit de beoordeling van de veterinair adviseur blijkt dat de artrose van het SI gewricht niet in beeld is gebracht.

 

    1. De bewering van Consument dat het paard in verband met een plotselinge verhuizing van [Naam trainingsstal] moest worden opgehaald is onjuist. De kosten voor de eerste maand zijn door risicodrager vergoed. Na de eerste maand zouden de kosten voor rekening van de eigenaar komen. Die heeft aangegeven hiervan geen gebruik te willen maken. Het paard was niet vermagerd of schrikkerig na de training bij [Naam trainingsstal]. Het paard was in goede conditie, zoals ook te zien is op de filmbeelden die daags voor afloop van de training zijn gemaakt.

 

    1. Volmacht heeft ter zitting de verweren, dat de problemen met het paard reeds aanwezig waren voor de ingangsdatum én dat Consument haar meldingsplicht geschonden heeft, niet langer gehandhaafd.

 

  • Beoordeling 
    1. Consument vordert dekking op grond van de verzekering, stellende dat sprake is van “totale blijvende ongeschiktheid” in de zin van de aanvullende voorwaarden. Consument heeft op grond daarvan een bedrag van EUR 20.000 gevorderd. Ter zitting heeft Consument erkend dat zij op grond van de verzekeringsovereenkomst en bijbehorende voorwaarden slechts aanspraak kan maken op 90% van de verzekerde waarde van EUR 11.000. Volmacht heeft bestreden dat sprake is van “totale blijvende ongeschiktheid”.

 

 

    1. De Commissie velt in het hiernavolgende een oordeel. De Commissie merkt daarbij op dat zij oog heeft voor het belang van Consument, maar dat zij bij de beoordeling dient uit te gaan van wat er in de toepasselijke voorwaarden is opgenomen. Dan is het allereerst van belang te kijken naar wat verzekerd is. Daarover het volgende.

 

    1. In artikel E4-2 van de ‘Aanvullende Voorwaarden Equipe 4 Paardenverzekering’ is bepaald dat Volmacht gehouden is dekking te verlenen ingeval van “totale blijvende ongeschiktheid” als gevolg van ziekte, ongeval of aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Wat dit inhoudt is in hetzelfde artikel gespecificeerd: er moet zijn vastgesteld dat behandeling niet mogelijk is.

 

    1. Partijen zijn verdeeld over de vraag of bij het paard sprake was van “totale blijvende ongeschiktheid” in de zin van de aanvullende voorwaarden. Het is aan Consument, die een beroep doet op dekking onder de verzekering, aan te tonen dat hiervan sprake is. Consument dient dan ook aan te tonen dat behandeling niet mogelijk is en dat het paard daarom totaal en blijvend ongeschikt is.

 

    1. Consument heeft een rapportage van [Y] overgelegd. Uit dit rapport blijkt dat sprake is van continue kreupelheid en dat deze kreupelheid “in ieder geval goeddeels” wordt veroorzaakt door pijnlijkheid vanuit het (/de) SI-gewricht(en). [Y] concludeert evenwel ook dat “de prognose voor toekomstig gebruik gereserveerd [is] en sterk afhankelijk van de respons op behandeling en het effect van de juiste begeleiding en training”. [Y] stelt voorts dat “paarden met SI-problemen vaak baat hebben bij de juiste manier van trainen en begeleiding van veterinair en o.a. fysiotherapeut”. Deze conclusie van [Y] komt overeen met de bevindingen van de veterinair adviseur van Volmacht.

 

    1. De rapportage van [Y] kan naar het oordeel van de Commissie hooguit leiden tot de conclusie dat het paard niet geschikt is “als sportpaard voor de hogere dressuur”. Dit is evenwel onvoldoende om te concluderen dat sprake is van “totale blijvende ongeschiktheid” in de zin artikel E4-2 van de aanvullende voorwaarden.

 

Op basis van de rapportage van [Y] staat niet vast dat behandeling van het paard niet mogelijk is. Integendeel, hoewel de uitkomsten van behandeling onzeker zijn, benoemt [Y] expliciet dat het paard baat kan hebben bij behandeling.

 

    1. In het licht van de bevindingen van [Y] en in het licht van de bevindingen van alle door de Volmacht ingeschakelde deskundigen heeft Consument onvoldoende aangetoond dat sprake is van “totale blijvende ongeschiktheid door aandoeningen aan het bewegingsapparaat” in de zin van de verzekeringsovereenkomst, nu niet is komen vast te staan dat behandeling niet mogelijk is.

 

      1. De Commissie kan zich voorstellen dat de bevindingen van [Y] hebben geleid tot de conclusie van Consument dat het paard niet geschikt is voor het doel waarvoor zij het paard wilde gebruiken. Dit is echter geen criterium in de zin van de voorwaarden behorende bij de verzekeringsovereenkomst die tussen Consument en Volmacht bestond. De Commissie is dan ook van oordeel dat Volmacht met inachtneming van dit alles dekking heeft mogen weigeren.
  • Beslissing 

 

De Commissie wijst de vordering af.

 

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

 

Bekijk de volledige uitspraak