Mijn Kifid

Uitspraak 2019-020 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-020
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld, secretaris)

Klacht ontvangen op : 2 februari 2018
Ingediend door : Consument
Tegen : Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 11 januari 2019
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Consument heeft via zijn werkgever bij Verzekeraar een verzekering afgesloten die het inkomen bij arbeidsongeschiktheid aanvult tot 70% van het verzekerd jaarinkomen. Tussen Consument en Verzekeraar is discussie ontstaan over de vraag welke verzekeringsvoorwaarden van toepassing zijn en daarmee welke aanvullingsrente (5% of 10%) door Verzekeraar dient te worden uitgekeerd. De Commissie heeft geoordeeld dat Consument recht heeft op 5% aanvullingsrente.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken met de daarbij behorende bijlagen:

· het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
· het verweerschrift van Verzekeraar;
· de repliek van Consument;
· de dupliek van Verzekeraar.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie is van oordeel dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument, geboren op [datum] 1955, heeft in 1996 via zijn werkgever bij Verzekeraar een verzekering Loyalis IP Aanvullingsplan afgesloten. Deze verzekering vult bij arbeidsongeschiktheid het inkomen aan tot 70% van het verzekerd jaarinkomen.

Op de verzekering zijn de voorwaarden ‘ABP IP Aanvullingsplan via uw werkgever 1996’ van toepassing verklaard. Deze voorwaarden bepalen onder meer dat de uitkering bij volledige arbeidsongeschiktheid vanaf de 55-jarige leeftijd een procentuele daling van 10% naar 5% kent.

2.2 Bij brief van 22 maart 2006 is Consument door Verzekeraar geïnformeerd over een aanpassing van de voorwaarden:

“U ontvangt hierbij een nieuw certificaat en de nieuwe polisvoorwaarden voor uw IP Aanvullingsplan. Dit certificaat vervangt alle vorige certificaten. Vanaf 1 januari 2006 heeft de WIA de WAO vervangen. Om die reden hebben we het IP Aanvullingsplan aangepast. Met het IP Aanvullingsplan blijft u goed verzekerd. Bij arbeidsongeschiktheid krijgt u tenminste 70% van uw verzekerd inkomen.

Nieuwe polisvoorwaarden
In het kader van de WIA zijn de polisvoorwaarden voor het IP Aanvullingsplan aangepast. Globaal gaat het om de volgende wijzigingen ten opzichte van de oude voorwaarden:
. de dekking bij volledige arbeidsongeschiktheid is uitgebreid. U ontvangt een aanvulling van 10% van uw verzekerd inkomen tot uw 65ste jaar. In de oude voorwaarden was sprake van een aanvulling van 10% tot uw 55ste jaar en van 5% tot uw 65ste jaar.
(…)”

De met ingang van 1 januari 2006 van toepassing verklaarde nieuwe verzekerings-voorwaarden ‘IPAP Werkgever 01/01/ 2006’ bepalen in de inleiding:

“Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing op verzekerden die in het geval van arbeidsongeschiktheid aanspraak kunnen maken op een uitkering krachtens de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen).”

2.3 Consument is in 2000 arbeidsongeschikt geraakt. Het UWV heeft de eerste ziekte-verzuimdag vastgesteld op 4 november 2000 en heeft in 2002 een uitkeringsrecht op grond van de WAO (Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering) aan Consument toegekend. Na een herstelmelding in 2003 is Consument weer volledig aan het werk gegaan en heeft het UWV de WAO-uitkering beëindigd. Op 3 januari 2006 is Consument wederom ziek geworden. Omdat deze datum is gelegen binnen vijf jaar na het stopzetten van de WAO-uitkering is de oorspronkelijke WAO-uitkering gaan herleven. Na een periode afwisselend gedeeltelijk en volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest is Consument vanwege zijn arbeidsongeschiktheid op 1 augustus 2017 (Consument was toen 62 jaar oud) door zijn werkgever ontslagen.

Verzekeraar heeft op grond van de voorwaarden ‘ABP IP Aanvullingsplan via uw werkgever 1996’ per diezelfde datum 5% aanvullingsrente toegekend.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert een aanvulling op grond van 10% van het verzekerd inkomen tot zijn 65ste jaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2017.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de grondslag dat Verzekeraar de verkeerde verzekeringsvoorwaarden heeft toegepast. Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan.
· Met zijn brief van 22 maart 2006 heeft Verzekeraar Consument een nieuw polisblad en nieuwe verzekeringsvoorwaarden toegezonden. Dit suggereert dat Consument onder de nieuwe regeling valt. In de begeleidende brief staat ook uitdrukkelijk vermeld dat de dekking bij volledige arbeidsongeschiktheid is uitgebreid: “U ontvangt een aanvulling van 10% van uw verzekerd inkomen tot uw 65ste jaar.”
· In de inleiding van de nieuwe voorwaarden staat weliswaar vermeld dat de voorwaarden uitsluitend van toepassing zijn op verzekerden met een WIA-uitkering, nergens in de voorwaarden echter wordt de WAO expliciet uitgesloten. Mede gezien de brief van
22 maart 2006 is het Consument onvoldoende duidelijk geworden dat de voorwaarden van 2006 vanwege zijn WAO-uitkering niet op hem van toepassing waren. In 2009 zijn de voorwaarden ook aangepast en uitgebreid. Toen werd in de begeleidende brief evenwel expliciet vermeld dat de oude voorwaarden van kracht bleven omdat Consument reeds ziek was.
· De voorwaarden van 2006 dienen te worden toegepast.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
· In de brief van 22 maart 2006 is geen voorbehoud gemaakt. Reden hiervoor is dat het Verzekeraar op het moment van verzending van de brief niet bekend was dat Consument ziek was. Eerst op 8 mei 2007 heeft Verzekeraar de ziekmelding ontvangen. Consument heeft daarom de standaard begeleidende brief gekregen.
· Uit de brief van 22 maart 2006 blijkt duidelijk dat de wijzigingen zijn doorgevoerd naar aanleiding van de overgang van de WAO naar de WIA. In de inleiding van de nieuwe voorwaarden staat vermeld dat de voorwaarden alleen van toepassing zijn op verzekerde die aanspraak kunnen maken op een uitkering krachtens de WIA.
· De Geschillencommissie Kifid heeft reeds eerder geoordeeld (GC nr. 2014-445
d.d. 18 december 2014) dat een verzekerde met een WAO-uitkering geen beroep toekomt op de nieuwe verzekeringsvoorwaarden omdat deze uitsluitend van toepassing zijn op verzekerden die in het geval van arbeidsongeschiktheid aanspraak kunnen maken op een uitkering krachtens de WIA. De zaak waarover de Geschillencommissie Kifid toen heeft geoordeeld was niet identiek maar wel vergelijkbaar. Ook in die kwestie betrof het een verzekerde die een WAO-uitkering genoot en aanspraak wilde maken op een uitkering van 10% zoals vermeld in de latere, nieuwe verzekeringsvoorwaarden (in dat geval betrof het verzekeringsvoorwaarden uit 2007).
· Verzekeraar heeft Consument terecht een aanvulling van 5% toegekend.

4. Beoordeling

4.1 Aan de orde is de vraag welke verzekeringsvoorwaarden van toepassing zijn en daarmee welke aanvullingsrente door Verzekeraar dient te worden uitgekeerd. Consument stelt dat de voorwaarden uit 2006 van toepassing zijn en dat Verzekeraar op grond van die voorwaarden hem een aanvullingsrente van 10% dient toe te kennen totdat Consument de 65-jarige leeftijd heeft bereikt. Verzekeraar stelt dat de voorwaarden uit 1996 van toepassing zijn en dat Consument ingevolge het bepaalde in die voorwaarden recht heeft op een aanvullingsrente van 5%.

4.2 In de inleiding van de voorwaarden uit 2006 is bepaald dat deze voorwaarden uitsluitend van toepassing zijn op verzekerden die in het geval van arbeidsongeschiktheid aanspraak kunnen maken op een uitkering krachtens de WIA. Aan dit laatste vereiste is in dit geval niet voldaan. Consument ontvangt immers een uitkering uit hoofde van de WAO, de voorloper van de WIA. Daarbij komt dat in de brief van 22 maart 2006 expliciet staat vermeld: “In het kader van de WIA [cursivering van de GC] zijn de polisvoorwaarden voor het IP Aanvullingsplan aangepast.” Deze zin is niet in tegenspraak met het bepaalde in de verzekeringsvoorwaarden. Met Verzekeraar is de Commissie daarom van oordeel
dat de bepalingen in de voorwaarden uit 2006 niet van toepassing zijn op de arbeids-ongeschiktheidsclaim van Consument. Zie ook GC Kifid nr. 2014-445
d.d. 18 december 2014.

4.3 De Commissie merkt nog op dat het vorenstaande onverlet laat dat een verzekeraar uit oogpunt van service en informatie altijd zoveel mogelijk helderheid dient te betrachten. De Commissie is van oordeel dat de communicatie richting Consument duidelijker had kunnen zijn, maar dat deze gezien de omstandigheden van het geval toereikend was.

Daarbij overweegt de Commissie dat het Verzekeraar niet bekend was dat Consument in maart 2006 reeds ziek was en dat hij om die reden heeft volstaan met een standaard begeleidende brief. Toen de voorwaarden in 2009 wederom werden aangepast was het Verzekeraar wel bekend dat Consument ziek was.

4.4 De slotsom is dat Consument geen aanspraak kan maken op een aanvullingsrente van 10%. De Commissie wijst de vordering van Consument daarom af.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak