Mijn Kifid

Uitspraak 2019-163 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-163
(mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, mr. J.S.W. Holtrop, leden en
mr. J.E.M. Sünnen, secretaris)

Klacht ontvangen op : 30 mei 2018
Ingediend door : Consument
Tegen : ABN AMRO Levensverzekering N.V., gevestigd te Zwolle, verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 6 maart 2019
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Beleggingsverzekering. Consument stelt Verzekeraar aansprakelijk voor het in het verleden misgelopen rendement en het mogelijk in de toekomst nog mis te lopen rendement van zijn belegde geld. Consument meent dat er sprake is van een te duur en slecht presterend beleggings-product en Verzekeraar zijn zorgplicht schendt door het gevoerde beleggingsbeleid onaangepast. Verzekeraar ziet echter geen aanleiding de fondsbeheerder te vragen het beleggingsbeleid aan te passen. De Commissie oordeelt dat inherent aan dit product is dat de Verzekeraar kiest voor
zes fondsen, waaruit een klant kan kiezen. Een Verzekeraar heeft de beleidsvrijheid om de keuze van de fondsen niet verder uit te breiden. Consument heeft gekozen voor dit product en Verzekeraar heeft Consument gewezen op de mogelijkheid om deze, als de verzekering niet meer aansluit bij zijn wensen, te wijzigen. De Commissie komt tot de conclusie dat Verzekeraar niet verplicht is het beleggingsbeleid aan te passen. De klacht van Consument is ongegrond.

1. Procesverloop

De Commissie beslist op basis van haar Reglement en de door partijen aan Kifid ingediende documenten inclusief alle bijlagen: het klachtenformulier, het verweerschrift, de repliek van Consument en de dupliek van Verzekeraar.

De zaak is op grond van de stukken beslist.

2. Inleiding

Waar gaat het om?
2.1 Consument is ontevreden over het rendement in de afgelopen jaren van zijn in een verzekering belegde gelden. Consument vindt dat Verzekeraar zijn zorgplicht schendt door het gevoerde beleggingsbeleid onaangepast te laten. De verzekering van Consument is een “Meegroeiverzekering” (verder: Verzekering), een beleggingsverzekering. In de Verzekering wordt door middel van beleggen vermogen opgebouwd dat bestemd is om daarmee op de einddatum van de Verzekering de hypotheekschuld geheel of ten dele af te lossen.
Er is volgens Consument sprake van een te duur en slecht presterend beleggingsproduct. Consument stelt Verzekeraar aansprakelijk voor het in het verleden misgelopen rendement en het mogelijk in de toekomst nog mis te lopen rendement.
Verzekeraar stelt hier tegenover dat geen sprake is van een te duur en slecht presterend beleggingsproduct. Hij ziet geen aanleiding de fondsbeheerder te vragen het beleggingsbeleid aan te passen.

Wat is er gebeurd?
2.2 Consument heeft in September 2003 de Verzekering bij Verzekeraar afgesloten met een looptijd van 30 jaar. Bij deze Verzekering kan een verzekerde kiezen zijn geld te beleggen in één van de zes ABN AMRO Verzekeringen Beleggingsfondsen, variërend van zeer defensief tot zeer offensief. Vanaf december 2014 belegt Consument 100% in het ABN AMRO Verzekeringen Beleggingsfonds Matig Offensief.

2.3 De doelstellingen en het beleggingsbeleid is voor dit matig offensieve fonds vastgelegd in het document ‘essentiële beleggersinformatie’ (hierna: EBI-document). In dit document is onder andere opgenomen wie de beheerder is van het fonds, worden de historische rendementen van het fonds getoond en worden de kosten genoemd die verbonden zijn aan het fonds.

2.4 In januari en juni van elk jaar ontvangt Consument een portefeuille overzicht, eenmaal per jaar een Financieel Jaaroverzicht en de jaarlijkse overzichten van de kosten- en waarde-ontwikkelingen van de Verzekering. Vanaf het jaar 2013 en 2014 is Consument op het over-zicht erop geattendeerd dat het doelkapitaal mogelijk niet wordt gehaald en dat Consument de mogelijkheid heeft om zijn verzekering te wijzigen. Hierbij wordt Consument verwezen naar zijn adviseur.

2.5 In april 2018 heeft Consument een klacht ingediend bij Verzekeraar, omdat er sprake zou zijn van een structureel negatief rendement. Consument is van mening dat het gehanteerde beleggingsbeleid hiervan de oorzaak is. Hierdoor heeft Consument in het verleden rendement misgelopen en gaat hij in de toekomst rendement mislopen wanneer het beleid ongewijzigd blijft. Hij eist daarom dat het beleggingsbeleid wordt aangepast om zo het rendement van het product Meegroeiverzekering te verbeteren. Consument is zich bewust van de risico’s van beleggen en is verder tevreden over zijn keuze voor deze Verzekering. Hij wil alleen niet dat het gevoerde beleggingsbeleid de oorzaak ervan is dat met de beleggingen het doelkapitaal voor gehele of gedeeltelijke aflossing van de hypotheek niet wordt gehaald.

2.6 Tijdens de schriftelijke procedure bij Kifid heeft Verzekeraar de fondsbeheerder gevraagd zijn uitleg te geven over het product.

Voor zover relevant voor deze klacht is het volgende door de fondsbeheerder uitgelegd:

‘(…)
Dat de prestaties van het door de heer [Naam] gekozen ABN AMRO Verzekeringen Beleggingfonds Matig Offensief in het verleden soms zijn achtergebleven bij de referentieportefeuille, heeft verschillende oorzaken. Allereerst heeft het tactisch beleggingsbeleid van ABN AMRO niet altijd voordelig uitgepakt. Daarnaast heeft de strategische valutahedge, waar in het verleden sprake van is geweest, het relatief rendement negatief beïnvloed. En deels zijn de tegenvallende relatieve rendementen ook een gevolg geweest van de specifieke invulling.
(…) De prestaties van de [Verzekering] worden continu gemonitord en op kwartaalbasis worden deze uitgebreid besproken met AAV(…) Wij zijn van mening dat waar nodig passende maatregelen zijn genomen, waarbij het klantbelang steeds centraal heeft gestaan. Zo is bijvoorbeeld de te dure strategische valutahedge opgeheven per 31/07/2015, is er meermaals contact geweest met ABN AMRO over het effect van het tactische beleggingsbeleid en zijn eind Q3 2016 de referentieportefeuilles in lijn gebracht met die van de ABN AMRO Profielfondsen om de rendementsverschillen tussen beide fondsranges te verkleinen. Ook zijn eind Q3 2016 enkele onderliggende fondsen vervangen door mandaten welke meer transparantie en ruimte voor maatwerk bieden en waarbij tevens betere risicomonitoring mogelijk is.

(…) In het verleden hebben wij meerdere verzekeringsproducten gevoerd waarbij klanten ruime beleggingsmogelijkheden hadden. In de praktijk bleek echter dat de meerderheid van onze klanten weinig switchten en uit klantonderzoek volgde dat de behoefte aan ruime beleggingsmogelijkheden binnen een verzekering juist ook beperkt was. Wij hebben ons productbeleid daarop aangepast en onze producten in die zin vereenvoudigd. Dit is enkele jaren terug al gebeurd. Het is voor ons niet mogelijk om in individuele gevallen van ons productbeleid af te wijken.
(…)’

3. Beoordeling

3.1 De Commissie ziet zich gesteld voor de volgende vragen: 1) Is Verzekeraar gehouden om het beleggingsbeleid aan te passen en 2) Heeft Consument recht op een schadevergoeding bestaande uit rendement dat hij stelt te hebben misgelopen en in de toekomst mis te zullen lopen.

Dient Verzekeraar het gehanteerde beleggingsbeleid aan te passen?
3.2 De Commissie stelt bij beantwoording van deze vraag voorop dat de rechtsverhouding tussen Consument en Verzekeraar in de eerste plaats wordt bepaald door de inhoud van de tussen hen gesloten overeenkomst, de daarbij behorende voorwaarden en de toepasselijke wet- en regelgeving.

3.3 Verzekeraar is aanbieder van de beleggingsverzekering. Inherent aan dit product is dat de Verzekeraar kiest voor zes fondsen, waaruit een klant kan kiezen. De Commissie merkt hierbij op dat de Verzekeraar de beleidsvrijheid heeft om de keuze van de fondsen niet verder uit te breiden. Consument heeft gekozen voor dit product en bovendien heeft Verzekeraar Consument gewezen op de mogelijkheid om deze, als de verzekering niet meer aansluit bij zijn wensen, te wijzigen.

3.4 Voor de Verzekeraar is het als aanbieder van belang Consument te informeren over de kenmerken en werking van de verzekering en hem op reguliere tijden te informeren over de status van de beleggingen. Het beheer van de beleggingsfondsen heeft Verzekeraar uitbesteed aan de fondsbeheerder. De fondsbeheerder is verantwoordelijk voor het gevoerde en te voeren beleggingsbeleid waarbij de doelstellingen en het beleggingsbeleid in samenspraak tussen de beheerder en Verzekeraar zijn vastgelegd.

3.5 Consument heeft niet betwist dat Verzekeraar hem tweemaal per jaar heeft voorzien van een portefeuille overzicht, eenmaal per jaar van een Financieel Jaaroverzicht en van de jaarlijkse overzichten van de kosten- en waardeontwikkelingen van de Verzekering. Tevens heeft Consument een EBI-document ontvangen met daarin omschreven de aard en de risico’s van de Verzekering. Daarnaast is Consument er vanaf 2013 op gewezen dat het doelkapitaal mogelijk niet wordt gehaald, hetgeen hij met zijn adviseur had kunnen bespreken. Ten aanzien van de informatieverstrekking oordeelt de Commissie dat er in het onderhavige geval geen aanwijzingen zijn dat Verzekeraar niet voldoet aan de overeenkomst en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

3.6 De verantwoordelijkheid voor het beleggingsbeleid zelf ligt in handen van de fondsbeheerder. Hoewel de verplichting van Verzekeraar niet zo ver gaat dat hij Consument moet informeren hoe de fondsbeheerder het beleggingsbeleid gedetailleerd uitvoert, is door Verzekeraar in dit dossier aan de fondsbeheerder verzocht uitleg te geven over hoe het beleid is uitgevoerd, zoals geciteerd in alinea 2.6.
Bij de gegeven uitleg is duidelijk geworden dat het beleggingsbeleid op reguliere basis wordt bijgestuurd in het belang van alle deelnemers in het betreffende fonds. In de gegeven situatie is de Commissie niet gebleken en is ook niet door Consument aannemelijk gemaakt dat er aan-leiding is dat Verzekeraar in overleg moet treden met de fondsbeheerder teneinde het beleggingsbeleid te wijzigen.

3.7 Hoewel Consument aangeeft dat hij zich bewust is van de aard van het product en de risico’s ervan, gaat volgens hem de zorgplicht van de Verzekeraar verder. Hierbij verwijst Consument naar de aanbevelingen van de Autoriteit Financiële Markten, omschreven in het document: ‘leidraad actief en passief beleggen in het belang van de klant’.
De Commissie merkt op dat Verzekeraar niet gehouden is om deze leidraad te volgen en op andere wijze invulling kan geven aan het door de AFM gewenste beleid.

Conclusie
3.8 De Commissie komt tot de conclusie dat Verzekeraar niet verplicht is het beleggingsbeleid aan te passen. Van enige verplichting tot vergoeding van schade is dan ook geen sprake.

4. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak