Mijn Kifid

Uitspraak 2019-179 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-179
(prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S. Rutten, secretaris)


Klacht ontvangen op        : 2 oktober 2018

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : Achmea Schadeverzekeringen N.V., h.o.d.n. Centraal Beheer gevestigd te Apeldoorn,
verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 12 maart 2019

Aard uitspraak                : Bindend advies

Samenvatting

Vanwege schade aan zijn vaartuig, vordert Consument schadevergoeding onder zijn plezier-vaartuigenverzekering. De Commissie is van oordeel dat Verzekeraar terecht een beroep heeft gedaan op de dekkingsuitsluiting ter zake ouderdom c.q. slijtage. Verzekeraar hoeft de schade van Consument dan ook niet te vergoeden.

  • Procesverloop

 

 

1.1  De Commissie beslist op basis van haar Reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief alle bijlagen. Hieronder te verstaan het klachtenformulier, het verweerschrift, de aanvullende reactie van Consument en de nadere reactie van Verzekeraar.

 

1.2  De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak is daarom op grond van de stukken die door partijen zijn ingediend beslist.

 

  • Waar gaat het om?

 

 

2.1 De zus van Consument is in de zomer van 2018 naar het [Naam zeegebied] afgereisd om het vaartuig van Consument naar Nederland te varen. Tijdens het uitvaren van de haven van [Land] maakte het vaartuig water bij de schroefas. Als gevolg hiervan is schade ontstaan aan het vaartuig en heeft Consument reparatiekosten moeten maken. Het vaartuig is naar de jachthaven gevaren waar een scheepswerf het vaartuig heeft onderzocht en heeft gerepareerd.

 

2.2 Consument heeft bij Verzekeraar een pleziervaartuigenverzekering (hierna ‘Verzekering’) afgesloten en doet vanwege de voorgevallen schade een beroep op de Verzekering. Consument claimt de reparatiekosten en de gevolgschade ter hoogte van een bedrag van
€ 4.648,-. Op deze Verzekering zijn de Algemene voorwaarden pv-090 en de Bijzondere voorwaarden Uitgebreide Dekking pv-092 (hierna ‘de Voorwaarden’) van toepassing.

2.3  Partijen verschillen van mening over de oorzaak van de schade. Verzekeraar heeft in overleg met een door hem ingeschakelde expert vastgesteld dat sprake is van ouderdom c.q. slijtage en beroept zich op de uitsluiting die hierover in de Voorwaarden is opgenomen. Consument is van mening dat de schade niet is ontstaan door ouderdom c.q. slijtage, maar door een touw dat in de schroefas heeft gezeten.

 

2.4  In de interne klachtprocedure bij Verzekeraar zijn partijen er samen niet uitgekomen, reden waarom Consument de zaak aan de Commissie heeft voorgelegd.

 

  • Beoordeling

 

 

Algemeen

3.1 De Commissie dient de vraag te beantwoorden of Verzekeraar zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen dekking is onder de Verzekering vanwege ouderdom c.q. slijtage. De Commissie is met Verzekeraar van oordeel dat Verzekeraar geen dekking hoeft te verlenen. De Commissie zal dit oordeel hieronder nader toelichten.

 

3.2 Verzekeraar doet een beroep op de dekkingsuitsluiting zoals die opgenomen in artikel 6 lid c van de Voorwaarden waarbij van dekking is uitgesloten schade:

 

“Veroorzaakt door bevriezing of door enig in het verzekerd object zelf gelegen oorzaak, zoals ouderdom c.q. slijtage of eigen bederf alsmede osmos als de osmose zich openbaart 3 jaar nadat het vaartuig nieuw is opgeleverd.”  

                                                                                                                                                                                                                                                                                          

3.3 De Commissie stelt voorop dat het op grond van de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan Verzekeraar die zich op een uitsluitingsclausule beroept is, om ter onderbouwing hiervan voldoende feiten en omstandigheden aan te voeren en, bij voldoende gemotiveerde betwisting, te bewijzen.

 

Het expertise- en aanvullende rapport versus de stellingen van Consument

3.4 Ter onderbouwing verwijst Verzekeraar naar het expertiserapport en het aanvullende rapport dat door zijn expert is opgesteld. Verzekeraar heeft hierbij opgemerkt dat het expertise-rapport tot stand is gekomen in samenwerking met de [Naam land] scheepswerf die het vaartuig ter plaatse heeft onderzocht. Tussen partijen is veelvuldig contact geweest.

Op basis van de bevindingen van de scheepswerf heeft de expert van Verzekeraar het expertiserapport d.d. 25 juni 2018 opgesteld. Voor zover relevant is in dit expertiserapport het volgende opgenomen:
“Eigen waarnemingen

Tijdens de expertise nam ik het volgende waar:

Wij hebben diverse malen gebeld met de werf en gemaild met hen. Ik heb hierna een oorzaak vast kunnen stellen. Het blijkt dat de motor op de fundatie is gaan zakken door slijtage van steunen en rubbers. Hierdoor is de uitlijning van de motor en schroefas niet meer juist en ontstaat er een verhoogde slijtage op lagers en afdichtingen die hierdoor op den duur gaan lekken. De motor moet nu uitgelijnd worden en de schroefas gereviseerd

 

(…)

 

Reactie verzekeringnemer

De verzekeringnemer verklaarde zich op 26-04 telefonisch akkoord met de schadevaststelling en diagnose. Ik heb hen verteld dat de schade naar alle waarschijnlijkheid niet onder de polis dekking valt. Zij begrepen dit en gaan verder met herstel.

 

Conclusie expert

De schade is veroorzaakt door slijtage en veroudering. De motorsteunen en rubbers zijn dermate versleten dat de uitlijning van de motor en schroefas niet meer juist is waardoor er waterlekkage is ontstaan via de afdichting van de schroefas.”

 

3.5 Consument brengt hiertegen in dat het opmerkelijk is dat de motorsteunen en rubbers niet door de scheepswerf zijn vervangen en het juist die onderdelen waren die verouderd waren. Verder merkt Consument op dat de scheepswerf aan de expert van Verzekeraar zou hebben verklaard dat het touw in de schroef de oorzaak zou zijn geweest van de schade en dat de monteur in [Land], toen het vaartuig eenmaal op de kant stond, de laatste resten touw/plastic van de schroefas heeft gehaald. Ook overlegt Consument een verklaring van een bedrijf waaruit blijkt dat het vaartuig in 2015 geen mankementen vertoonde. Deze verklaringen en nadere argumenten (van Consument) zijn voor Verzekeraar reden geweest een aanvullend expertise rapport op te laten stellen. Voor zover relevant is in dat rapport het volgende opgenomen:

 

“(…)

Het is onmogelijk dat een touw in de schroef de foutieve uitlijning van de motor en schroefas veroorzaakt. Het zakken van de motor gebeurt namelijk niet op één moment of in een kort tijdsbestek. De waterkering lekt pas wanneer deze volledig versleten is.
De waterkering die kapot is gegaan is binnenin het vaartuig in de motorruimte gemonteerd. Deze kan niet beschadigen door een touw in de schroef.

 

Een schroefslag met een touw kan de lekkage door de keerring niet veroorzaken. Wel kan de schroefas doen verbuigen en schade aan de schroef zelf toebrengen. Daaraan is geen schade geconstateerd.

 

De uitlijning van de schroefas en motor is te herstellen zonder de motorsteunen te hoeven vervangen, dit staat los van elkaar. Normaliter worden deze wel tegelijk vervangen omdat versleten motorsteunen doorgaans de verkeerde uitlijning veroorzaken doordat de rubbers indrukken waardoor de stand van de motor ten opzichte van de schroefas verandert. De uitlijning is echter mechanisch te verstellen, dus niet afhankelijk van het vervangen van de motorsteunen.

 

[Naam bedrijf] verklaart dat het vaartuig in 2015 geen technische mankementen vertoonde. Een juiste uitlijning van de schroefas is visueel niet waar te nemen. Dat kan alleen door meting vast te stellen zijn. Uit de verklaring van [Naam bedrijf] blijkt niet dat zij de uitlijning van de schroefas gemeten hebben en de uitlijning goed bevonden hebben. Daarnaast zijn wij nu inmiddels jaren verder waarin de slijtage zich zal hebben voortgezet of zijn ingezet.”

 

3.6 Hiertegen brengt Consument nog enkele stellingen in. Volgens Consument had het vaartuig moeten schudden als sprake was geweest van een onjuiste uitlijning van de schroefas en daarvan was nu juist geen sprake. Er was verder ook geen lekkage waar te nemen. Consument heeft ter plaatse geen foto’s kunnen nemen, omdat niet de mogelijkheid bestond onderwater te fotograferen.
De Commissie is van oordeel dat Consument hiermee de door Verzekeraar overgelegde informatie niet voldoende gemotiveerd heeft weersproken. De omstandigheid dat in 2015 het vaartuig geen mankementen vertoonde, leidt niet automatisch tot de conclusie dat geen sprake is van ouderdom c.q. slijtage. Ook het schadeaangifteformulier met de beschrijving van de gebeurtenis maakt het voorgaande niet anders. Naar oordeel van de Commissie heeft Consument geen nader bewijs geleverd dat er voor kan zorgen dat een beroep van verzekeraar op de dekkingsuitsluiting niet meer gerechtvaardigd is.

 

Slotsom

3.7 De Commissie betreurt de situatie van Consument maar is van oordeel dat Verzekeraar terecht een beroep heeft mogen doen op de dekkingsuitsluiting van artikel 6 lid c van de Voorwaarden. Verzekeraar hoeft de schade van Consument dan ook niet te vergoeden.

 

  • Beslissing

 

 

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak