Mijn Kifid

Uitspraak 2019-867 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-867
(
mr. E.C. Ruinaard, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse, mr. dr. S.O.H. Bakkerus leden en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

 

Klacht ontvangen op        : 1 juni 2018

Ingediend door               : Consument

Tegen                            : ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

Datum uitspraak             : 1 november 2019

Aard uitspraak                : Bindend advies

 

Samenvatting

 

Niet behandelbaar. De verzekering waarover consument klaagt, maakt ook onderdeel uit van een collectieve procedure bij de rechter. Door de instemming van consument dat zijn dossier in die procedure als één van de voorbeelddossiers wordt gebruikt, is het onderdeel geworden van de collectieve procedure waarbij (ook) een oordeel gegeven zal worden over zijn verzekering. Dat is onverenigbaar met het doel van Kifid als een voor de rechter alternatieve geschillenbeslechter. Dat consument zijn verzekering definitief en onvoorwaardelijk uit de collectieve procedure heeft teruggetrokken, is daarnaast niet gesteld of gebleken. De Commissie stelt vast dat Kifid de klacht niet kan behandelen.

 

  • Procesverloop 

     

 

  1. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
  • de klachtbrief van Consument met bijlagen;
  • het verweerschrift van Verzekeraar;
  • de aanvullende reactie van Verzekeraar;
  • de reactie van Consument van 19 juni 2019;
  • de reactie van Verzekeraar van 2 juli 2019.De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. De Commissie stelt daarnaast vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.
  • Feiten 

     

    1. Consument heeft per 1 januari 1988 bij (de rechtsvoorganger van) Verzekeraar een
      Waerdye-levensverzekering (hierna: de Verzekering) afgesloten.
    2. Bij de Verzekering is sprake van een overlijdensrisicodekking en kapitaalbouw op basis van beleggen met het beleggingsrisico geheel voor rekening van Consument. Het gaat derhalve om een beleggingsverzekering.
    3. Consument heeft op 1 juni 2018 een klacht tegen Verzekeraar bij Kifid ingediend met betrekking tot zijn Verzekering. Bij brief van 29 juni 2018 is Consument in de gelegenheid gesteld om zijn klacht aan te vullen op basis van een aantal uitspraken van de Commissie van Beroep over beleggingsverzekeringen.
    4. Eind januari 2019 heeft Verzekeraar een afschrift van een (juridisch) processtuk overgelegd waaruit blijkt dat de Consumentbond Verzekeraar heeft gedagvaard in een (collectieve) procedure bij de Rechtbank [plaats] en dat als één van de voorbeelddossiers de Verzekering van Consument is ingebracht.
    5. Vervolgens is Consument bij brief van 14 juni 2019 door Kifid gewezen op artikel 2.1 onder c van het Reglement en in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van Kifid om zijn klacht buiten behandeling te stellen. Op 19 juni 2019 heeft Consument zijn reactie daarop ingediend. Vervolgens is Verzekeraar in de gelegenheid gesteld te reageren, Verzekeraar heeft bij brief van 2 juli 2019 daaraan voldaan.

 

    1. De Commissie gaat uit van de volgende feiten.
  • Beoordeling
    1. De Commissie is van oordeel dat de klacht van Consument tegen Verzekeraar niet kan worden behandeld. Hieronder legt de Commissie uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
    2. De Commissie is gebonden aan wat is opgenomen in het Reglement. In artikel 2.1 onder c van het Reglement staat dat de Geschillencommissie een bij haar ingediende klacht niet behandelt, wanneer: 
    3. ‘de Klacht wordt behandeld door een rechter, een arbiter, een bindend adviseur of een andere met Kifid vergelijkbare geschilleninstantie, tenzij die procedure door de Financiële dienstverlener is begonnen nadat Consument zijn Klacht al aan de Financiële dienstverlener had voorgelegd.’
    4. Een bij Kifid ingediende Klacht waarover in een lopende (collectieve) procedure bij een rechter word geprocedeerd, is dus in behandeling bij een rechter in de zin van artikel 2.1 onder c Reglement.De Commissie behandelt deze Klacht niet. Dit is alleen anders als de consument zich definitief en onvoorwaardelijk uit de (collectieve) procedure heeft teruggetrokken vóórdat er een inhoudelijke beslissing van de rechtbank is. De reden voor de niet-behandelbaarheid is dat een klachtprocedure bij Kifid naast een procedure bij de rechter over hetzelfde onderwerp onverenigbaar is met het doel van Kifid als een voor de rechter alternatieve geschillen-beslechter.

 

    1. Consument heeft bevestigd dat de gegevens van zijn Verzekering als één van de voorbeelddossiers is ingebracht in de door de Consumentenbond opgestarte collectieve procedure tegen Verzekeraar. Uit het door Verzekeraar overgelegde processtuk blijkt dat in die procedure de offerte en polis van onder andere Consument aan de Rechtbank is overgelegd. Volgens Consument is dat slechts gedaan om een aantal generieke vragen over de ‘Waerdye-verzekering’ te beantwoorden. De Commissie is echter van oordeel dat de klacht van Consument daarmee onderdeel is geworden van deze door de Consumentenbond opgestarte collectieve procedure.
    2. De stelling van Consument dat hij niet zelfstandig één van de procespartijen is en hij daarmee geen invloed heeft op de processtrategie en de (hoogte en inrichting van de) vordering, brengt de Commissie niet tot een ander oordeel. Het gaat erom dat Consument een geschil heeft met Verzekeraar over zijn Verzekering waarover de rechter zal oordelen. Door de instemming van Consument dat zijn dossier als één van de voorbeelddossiers wordt gebruikt, is het geschil van Consument onderdeel van de collectieve procedure. Een uitspraak in een collectieve procedure waarin individuele zaken worden genoemd, geeft richting in die individuele zaken. Dat het hier gaat om een voorbeelddossier maakt dit niet anders, de rechter zal zijn beslissing in de collectieve procedure immers mede bepalen aan de hand van de Verzekering van Consument en daarmee een oordeel geven over die Verzekering. Een klacht indienen bij Kifid, terwijl over hetzelfde onderwerp ook wordt deelgenomen aan een collectieve procedure bij een rechtbank, is niet verenigbaar met het doel van Kifid als een voor de rechter alternatieve (individuele) geschillenbeslechter. Dit betekent dat Kifid de Klacht van Consument niet kan behandelen. 3.6  De klacht van Consument is dus niet behandelbaar en de Commissie komt niet aan een inhoudelijke behandeling van de klacht toe.
  • Beslissing

 

 

De Commissie stelt vast dat Kifid de klacht niet kan behandelen.

 

 

In artikel 2 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/in-beroep-gaan-bij-kifid.

 

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 40 van het Reglement.

 

Bekijk de volledige uitspraak