Kifid Kennis
Mag de verzekeraar mijn levensverzekering beëindigen als ik te laat betaal?
De situatie
U heeft een levensverzekering afgesloten, zoals een kapitaalverzekering of een overlijdensrisicoverzekering, en betaalt daarvoor premie. Op een gegeven moment betaalt u vanwege omstandigheden de premie niet of te laat. De verzekeraar neemt daarop maatregelen door de verzekering te wijzigen of zelfs helemaal te beëindigen. U vraagt zich af of dit zomaar mag en wat uw rechten zijn.
Heeft u de premie van uw schadeverzekering niet of te laat betaalt? Daarvoor gelden andere regels. Lees er meer over in ket kennisdocument “Mag de verzekeraar mijn schadeverzekering beëindigen als ik te laat betaal?”
De algemene regel
Om een afgesloten levensverzekering in stand te houden moet u op een afgesproken tijdstip, de premievervaldatum, aan de verzekeraar een premie betalen. Doet u dat niet of te laat, dan kan de verzekeraar maatregelen treffen. De verzekeraar moet zich daarbij wel houden aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:980). Dat betekent onder andere dat u eerst een waarschuwingsbrief moet krijgen. Voldoet die brief niet aan de eisen van de wet, dan is de maatregel niet geldig.
Twee voorbeelden
Een man sluit in 2007 als verzekeringnemer een overlijdensrisicoverzekering af bij zijn hypotheek. Zijn partner is de begunstigde, de uitkering is voor haar bestemd. In 2012 verzuimt de man om de jaarpremie voor de verzekering te betalen, waarop de verzekeraar eind december van dat jaar een aanmaning stuurt. In die brief verzoekt de verzekeraar om de premie alsnog binnen 30 dagen te betalen en waarschuwt de verzekeringnemer voor de gevolgen. Omdat er ook na meerdere brieven geen reactie komt, gaat de verzekeraar op onderzoek uit. Het stel is verhuisd zo blijkt en dat was niet bekend bij de verzekeraar. De verzekeraar stuurt nu een brief naar het goede adres waarna opnieuw een reactie uitblijft. Al met al wordt in april 2013 de levensverzekering beëindigd.
Al die tijd reageren de man en de vrouw niet. De man is sinds 2012 ernstig ziek en overlijdt in 2015.
De vrouw vindt dat zij recht heeft op de uitkering van drie ton maar volgens de verzekeraar is de verzekering vervallen. Zij stelt dat zij de aanmaningen nooit heeft ontvangen en dat ze, als ze de brieven wél had ontvangen, uiteraard meteen de premie had betaald gezien ook de slechte gezondheidstoestand van haar partner. De eerste brieven gingen naar het verkeerde adres en de ene brief die wel naar het goede adres is verstuurd, heeft hen ook niet bereikt. Ze wonen in een buitengebied en er gaat wel vaker wat mis met de postbezorging. Ook is het hen gezien de hectiek rondom de zieke partner niet opgevallen dat de premie niet werd afgeschreven.
De Geschillencommissie van Kifid buigt zich over de zaak. In de voorwaarden van de verzekering staat dat als de premie niet binnen dertig dagen na de vervaldatum wordt voldaan, de verzekeraar het recht heeft om de verzekering te laten vervallen. In de wet staat dat de verzekeraar zich moet houden aan een waarschuwingsplicht: de verzekeraar moet de consument eerst wijzen op de gevolgen van het niet-betalen van de premie en moet de consument daarbij een maand de tijd geven om alsnog te betalen. Als de verzekeraar niet voldoet aan deze waarschuwingsplicht, kan hij geen gevolgen verbinden aan het niet-betalen van de premie.
De Geschillencommissie vindt dat de verzekeraar een fout heeft gemaakt bij het bepalen van de betalingstermijn: die moet minimaal een maand zijn en de verzekeraar heeft het in de verzekeringsvoorwaarden en in de brief over dertig dagen. Een termijn van dertig dagen is niet hetzelfde als een maand. Omdat de wet de bedoeling heeft om consumenten te beschermen, vindt de Geschillencommissie dat een strikte uitleg passend is. Daar komt nog bij dat de verzekeraar niet duidelijk genoeg heeft gewezen op de gevolgen van het niet-betalen, namelijk dat de verzekering helemaal vervalt. De verzekeraar heeft het in de brieven over het ‘aanpassen van de dekking’. Dat is niet duidelijk genoeg. En tot slot moeten het gevolg (vervallen van de verzekering) en de betalingstermijn (een maand) in dezelfde brief staan. Het is niet de bedoeling dat de consument zelf de informatie van verschillende brieven moet combineren. De verzekeraar moet de drie ton uitkeren maar mag wel de niet-betaalde jaarpremies van het bedrag aftrekken. (GC Kifid 2018-0630)
Een vrouw sluit in 2000 een levensverzekering af (voor 195.000 gulden) bij haar hypotheek. De hypotheek en de verzekering lopen bij dezelfde maatschappij. De vrouw geeft voor de maandbetalingen een machtiging voor automatische incasso af. In april 2015 stuurt de verzekeraar haar een bericht dat een aantal betalingen voor de levensverzekering niet kon worden geïncasseerd. In de brief staat dat zij binnen dertig dagen de premie alsnog kan betalen en dat anders de dekking van de verzekering zal worden aangepast. In juli kan de verzekeraar nog één maandtermijn incasseren. Daarna, in augustus, stopt de verzekeraar de automatische incasso en in september wordt de verzekering premievrij gemaakt. Dat betekent dat het verzekerd bedrag lager wordt: 41.500 euro. De vrouw krijgt daarvan een polisblad.
In december 2016 overlijdt de vrouw. Haar zus wikkelt haar zaken af en vindt dat de verzekeraar het hele bedrag van de levensverzekering moet voldoen. De verzekeraar heeft ten onrechte de incasso stopgezet vindt ze. Anders had haar zus de premies kunnen voldoen en was bij haar overlijden het volledige bedrag uitgekeerd.
De Geschillencommissie en later ook de Commissie van Beroep van Kifid vinden dat de zus gelijk heeft. De verzekeraar heeft in de waarschuwingsbrief niet de wettelijke termijn van een maand genoemd, maar een termijn van dertig dagen. Dat is niet hetzelfde en de wet is duidelijk op dat punt. De verzekeraar had de verzekering daarom niet premievrij mogen maken. De verzekeraar probeert zich te verweren door aan te geven dat de termijn in de brief slechts één dag te kort was en dat de vrouw maar liefst zeven brieven van de verzekeraar heeft ontvangen. Al met al heeft de verzekeraar vijf maanden gewacht met het premievrij maken van de verzekering. Toch maakt dit betoog het oordeel van Kifid niet anders, omdat ook andere omstandigheden meespelen. Zo had
de verzekeraar meerdere keren telefonisch met de vrouw gesproken over een achterstand in het betalen van de hypotheek. In die gesprekken gaf de vrouw aan dat zij graag in de woning wilde blijven wonen en zij vulde de achterstand in de hypotheekbetalingen daarna direct aan. De bijbehorende levensverzekering werd weliswaar beheerd op een andere afdeling dan de hypotheek, maar de achterstand in premiebetaling was bekend bij de afdeling hypotheken. De medewerker die met de vrouw telefoneerde over de achterstand in haar hypotheekbetalingen had moeten beseffen dat een achterstand in de betaling van de verzekeringspremies een negatief effect zou hebben op het afbetalen van de lening. Deze medewerker had dit aan de orde moeten stellen. De slotsom is dat de verzekeraar alsnog een bedrag van ruim 43.000 euro moet vergoeden nu de verzekering ten onrechte premievrij is gemaakt. (CvB Kifid 2019-016 en GC 2018-589)
Uitleg
Wanneer u de premie voor een levensverzekering te laat of niet betaalt, dan kan de verzekeraar verschillende maatregelen treffen. Het stopzetten van de verzekering is de meest ingrijpende maatregel, dit gebeurt bij verzekeringen waarin geen waarde wordt opgebouwd. Ook kan de verzekeraar de verzekering premievrij maken, een eventuele afkoopwaarde aan u uitkeren of de waarde van de verzekering verrekenen met nog te innen premies.
Deze maatregelen mag de verzekeraar pas treffen nadat hij een waarschuwingsbrief heeft verstuurd die voldoet aan de eisen van artikel 7:980 van het Burgerlijk Wetboek. In die brief moet een termijn staan van minimaal één maand om de gemiste premie(s) alsnog te betalen. In diezelfde brief moet duidelijk staan welke maatregel de verzekeraar treft als u de premie(s) niet betaalt. Krijgt u een brief die niet aan deze eisen voldoet, dan kan de verzekeraar de maatregel niet rechtsgeldig treffen.
In een brief die niet aan de eisen voldoet, krijgt u bijvoorbeeld maar twee weken om de premie alsnog te voldoen. Ook een termijn van dertig dagen is niet geldig; dat is niet hetzelfde als een maand. Een brief waarin de verzekeraar niet duidelijk genoeg omschrijft wat de gevolgen zijn van het niet-betalen is eveneens onvoldoende. In deze gevallen moet de verzekeraar tóch uitkeren, zie ook de twee voorbeelden. De niet-betaalde premies mogen dan wel met de uitkering worden verrekend.
In een aantal gevallen is het onvoldoende om de waarschuwingsbrief alleen aan de verzekeringnemer te sturen. Heeft de begunstigde de begunstiging aanvaard, dan moet hij of zij ook een waarschuwingsbrief ontvangen. En als de verzekering is verpand, dan moet ook de pandhouder een waarschuwingsbrief ontvangen. Ten slotte geldt dat als beslag gelegd is op de verzekering, ook de beslaglegger een waarschuwingsbrief moet ontvangen. Deze brieven moeten aan dezelfde wettelijke eisen voldoen.
De regels van het Burgerlijk Wetboek zijn strikt en dat is om u als consument te beschermen. Als u de verzekering niet in de uitoefening van uw beroep of bedrijf heeft afgesloten (maar dus als privépersoon of particulier) dan mag de verzekeraar niet van deze regels afwijken bijvoorbeeld door in de voorwaarden een kortere waarschuwingstermijn op te nemen.
De eisen van het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:980) gelden niet voor de allereerste premie die u na het sluiten van de verzekering moet betalen. Voor die premie mag de verzekeraar bijvoorbeeld bepalen dat de dekking pas ingaat als u de eerste premie heeft betaald. De verzekeraar is dan niet wettelijk verplicht u een waarschuwingsbrief te sturen.
Het komt voor dat een waarschuwingsbrief u niet heeft bereikt. Het is niet voldoende dat de verzekeraar stelt de brief te hebben verzonden; de verzekeraar moet aantonen dat de brief u heeft bereikt. Aan dit bewijs worden hoge eisen gesteld zoals ook blijkt uit Kifid uitspraak GC 2020-124. Heeft u ingestemd met communicatie langs elektronische weg (e-mail) en is de aanmaning in uw spamfilter beland, dan komt dit voor uw eigen risico. Zo is te lezen in Kifid uitspraken GC 2017-129 en GC 2020-765. Het is wel uw verantwoordelijkheid om een adreswijziging aan de verzekeraar door te geven.
Meer informatie
Vindplaats van de genoemde wet- en regelgeving
De informatie in dit kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.