Mijn Kifid

Uitspraak 2009-23

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 23 d.d. 5 mei 2009
(mr H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en de heer drs. A.
Adriaansen)
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– de klacht, ontvangen op 5 oktober 2007;
– het verweerschrift, ontvangen 22 juli 2008;
– conclusie van repliek, ontvangen op 21 oktober 2008;
– conclusie van dupliek, ontvangen op 10 november 2008.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 13 februari
2009
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Nadat de Consument haar pinpas op maandag 23 april 2007 heeft gebruikt om haar
boodschappen bij de C-1000 te betalen, is deze pinpas uit een zijvak van haar tas ontvreemd.
Op 29 april 2007 wilde de Consument haar pinpas wederom gebruiken om haar
boodschappen te betalen toen zij bemerkte dat haar pinpas niet meer in haar tas aanwezig
was. Na thuis naar haar pinpas gezocht te hebben heeft de Consument contact opgenomen
met haar dochter die haar pinpas vervolgens heeft geblokkeerd.
2.2 In de periode gelegen tussen het tijdstip van de diefstal en de blokkering van de pas
is er in totaal € 4.750,- van haar rekening afgeschreven.
2/4
3. Geschil
3.1. Consument vordert de vergoeding van de door haar geleden schade, ad € 4.750,-.
3.2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
De Consument vordert vergoeding van de door haar geleden schade aangezien zij voldoende
zorgvuldig is omgegaan met haar pinpas en de daarbij behorende pincode. Dat zij haar pinpas
in het zijvak van haar tas heeft opgeborgen, kan naar haar oordeel niet worden aangemerkt
als onzorgvuldig handelen.
3.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren aangevoerd.
De Aangeslotene acht artikel 3 lid 1 en 2 van de Voorwaarden gebruik geld- en
betaalautomaten (hierna te noemen: de Voorwaarden) maatgevend voor de beoordeling van
het geschil. Uit dit artikel vloeit voort dat de kaarthouder verplicht is zorgvuldig om te gaan
met de bankpas en dat de kaarthouder de pincode geheim dient te houden.
De Aangeslotene stelt dat aangezien uit de administratie van de Aangeslotene blijkt dat de
pincode direct juist is ingetoetst, de pincode bij onbevoegde(n) bekend is geweest.
Aangezien derden de pinpas hebben kunnen ontvreemden en tevens bekend waren met de
pincode is de Aangeslotene van mening dat de Consument niet heeft voldaan aan de op haar
rustende zorgplicht ten aanzien van haar bankpas en pincode.
Ter zitting heeft de bank verder nog aangevoerd dat van de Consument onder de gegeven
omstandigheden verwacht mocht worden dat zij de ontvreemding binnen één a twee dagen
na deze diefstal zou hebben bemerkt zodat de schade beperkt kon worden. Nu de
Consument de vermissing pas na zes dagen heeft bemerkt dient de schade voor haar
rekening te blijven.
4. Beoordeling
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de Commissie als
volgt.
4.1 Volgens artikel 3 lid 1 van de Voorwaarden dient de consument met de bankpas en
pincode zorgvuldig om te gaan. De consument is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de
bankpas en de pincode vanaf het moment dat hij daarover de beschikking heeft gekregen.
3/4
In artikel 6 van de Voorwaarden is bepaald dat de consument aansprakelijk is voor het gebruik
en de gevolgen van het gebruik van de bankpas in combinatie met de pincode. Ingevolge artikel
6 lid 2 onder b van de Voorwaarden is de aansprakelijkheid van de cliënt voor onbevoegde
opnames tot het moment van de melding beperkt tot een bedrag van € 150,- per bankpas.
Deze aansprakelijkheid wordt verhoogd tot het gehele bedrag van de onbevoegde opnames
tot het tijdstip van de melding bij de bank indien zich één van de feiten of omstandigheden
voordoet zoals genoemd in artikel 6 lid 2 onder c of onder d van de Voorwaarden.
Gelet op de door de Consument gestelde en door de Aangeslotene niet weersproken
feitelijke gang van zaken voorafgaand aan de diefstal kan niet worden gezegd dat de
Consument onzorgvuldig met haar pincode is omgegaan. Het enkele feit dat het de dader
gelukt is de bijbehorende pincode te achterhalen betekent niet dat de Consument
onzorgvuldig met haar pincode is omgegaan. Ook al zou de Consument door zeer zorgvuldig
te werk te gaan elke kans op afkijken van de pincode hebben kunnen voorkomen, betekent
dat niet dat haar, nu zij dit mogelijk heeft nagelaten, een verwijt van onzorgvuldig handelen,
laat staan van grove nalatigheid, valt te maken.
4.2 De beperking van de aansprakelijkheid vervalt indien de Consument grof onzorgvuldig
is omgegaan met haar bankpas. Uit hetgeen de Consument hieromtrent heeft verklaard, maakt
de Commissie op dat de Consument haar bankpas heeft bewaard in een apart vak binnen in
haar tas, welke door haar met een rits werd afgesloten.
Het bewaren van de bankpas in haar tas, acht de Commissie op zichzelf onvoldoende grond
om aan te nemen dat de Consument grof onzorgvuldig heeft gehandeld. Er zijn wellicht
veiliger plaatsen te bedenken voor het opbergen van een bankpas, echter de Commissie is in
dit geval van oordeel dat niet gesproken kan worden van grove onzorgvuldigheid. Aldus heeft
de bank niet aangetoond dat de Consument haar verplichtingen uit hoofde van artikel 3 lid 1
van de Voorwaarden niet heeft nageleefd. Voor de schade die dientengevolge is ontstaan is de
Consument derhalve niet aansprakelijk.
4.3 Aangezien alle aan de klacht onderhavige transacties hebben plaatsgevonden binnen
drie dagen na de diefstal kan in het midden worden gelaten of een deel van de schade vanwege
eigen schuld door de Consument moet worden gedragen nu zij de diefstal pas op 29 april
2007 heeft bemerkt. De Commissie acht een termijn van drie dagen waarbinnen de
Consument de diefstal had moeten bemerken onder de gegeven omstandigheden redelijk. De
verplichting om zorgvuldig met de pinpas om te gaan brengt niet met zich mee dat de
Consument bij thuiskomst behoorde te controleren of de pinpas zich nog in haar tas bevond.
4.4 Uit al het bovenoverwogene volgt dat de bank de door de Consument geleden schade
dient te vergoeden, zulks echter met uitzondering van deze € 150,-. eigen risico. De bank zal
tevens worden veroordeeld tot vergoeding van het klachtengeld.
4/4
5. Beslissing
De Commissie beslist, als bindend advies, dat Aangeslotene binnen een termijn van vier
weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd aan de
Consument vergoedt een bedrag van € 4.600,- (€ 4.750,- minus € 150,- eigen risico) met
rente gelijk aan de wettelijke rente vanaf de verzenddatum van dit bindend advies tot aan de
dag van algehele voldoening, en met vergoeding aan de Consument van diens eigen
bijdrage aan de behandeling van deze klacht, zijnde € 50,-.

Bekijk de volledige uitspraak