Mijn Kifid

Uitspraak 2010-84

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 84 d.d.
21 april 2010
(mr M.M. Mendel, voorzitter, mr E.M. Dil – Stork, mr drs M.L. Hendrikse)

1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
– de door partijen met de Ombudsman Financiële Dienstverlening gevoerde correspondentie;
– de brief van Consument van 9 februari 2009 met bijlagen;
– het door Consument ingevulde en ondertekende vragenformulier;
– het antwoord van Aangeslotene van 24 augustus 2009;
– de brief van Consument van 9 november 2009.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft voorts vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling te Den Haag op maandag 29 maart 2010. Consument is, met voorafgaande kennisgeving daarvan, niet verschenen.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
Consument heeft met een op 31 maart 2008 gedateerd verzoek Aangeslotene om vergoeding gevraagd van schade die op 19 maart 2008 aan de linker- en de rechterzijde van zijn geparkeerd staande auto zou zijn toegebracht. Consument heeft bij het verzoek de getuigenverklaringen van zijn echtgenote en van een kennis gevoegd. Volgens de verklaringen van beide getuigen werden de beschadigingen geconstateerd toen Consument en de getuigen na het boodschappen doen bij de auto terugkwamen. De kennis heeft voorts verklaard dat de auto onbeschadigd was achtergelaten. Aangeslotene heeft de schade door een expert laten onderzoeken. De expert heeft onder meer gerapporteerd: ‘Eigenaar is van mening dat de schade van één evenement afkomstig is. Naar onze mening is de schade aan de linker achterzijde wel van aanrijding met een ander motorrijtuig afkomstig. Echter is de schade aan het rechterportier naar onze mening van een openslaande deur of een portier, wat is open¬geslagen tegen een paal, zie hiervoor ook de foto’s. Schade linker achterzijde € 477,70 (excl. BTW). Schade rechter zijde € 1.033,93 (excl. BTW).’
Aangeslotene heeft vervolgens aan Consument schadevergoeding ontzegd en hem gewezen op de mogelijkheid een contra-expert in te schakelen.

3. Geschil

3.1 Consument vordert: volledige vergoeding van zijn schade.

3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
De schade zowel aan de linker achterzijde als aan het rechterportier is ontstaan door een aanrijding door een ander motorrijtuig. Het is Consument een raadsel waarom Aangeslotene de schade niet heeft vergoed.

3.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd.
De vordering van Consument betreft een parkeerschade die op 19 maart 2009 door een onbekende dader zou zijn veroorzaakt. Zoals gebruikelijk heeft Aangeslotene de door haar ingeschakelde expert ook verzocht om te onderzoeken of de schade is toegebracht door een (ander) motorrijtuig. Dit is één van de voorwaarden om een claim bij haar geldend te maken.
De expert heeft gerapporteerd dat de schade aan de linker achterzijde door een aanrijding met een ander motorrijtuig is ontstaan. Volgens hem is echter de schade aan het rechterportier een gevolg van het openslaan tegen een paal.
In reactie op het rapport van de expert stelde Consument dat zijn garagehouder hem heeft verteld dat ook de schade aan de rechterzijde van zijn auto veroorzaakt is door een aanrijding met een ander motorrijtuig.
Vervolgens heeft Aangeslotene aan Consument bericht dat niet is aangetoond dat de schade door een onbekend gebleven motorrijtuig is veroorzaakt, zodat zij de claim niet kan honoreren. Sprake is van meer dan één evenement. Consument is gewezen op de mogelijkheid om een contra-expert in te schakelen, maar hij heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
Ook de schade aan de linker achterzijde van de auto komt niet voor vergoeding in aanmerking. Niet bewezen is namelijk dat deze schade op de aangegeven plek in parkeerstand is veroorzaakt. Omtrent de juistheid van de getuigenverklaringen ten aanzien van deze schade bestaat immers, gezien het hierboven vermelde omtrent de schade aan het rechterportier, zodanige twijfel dat deze niet als bewijs kunnen dienen.

4. Zitting

Ter zitting heeft Aangeslotene haar standpunt nader toegelicht.

5. Beoordeling

5.1 Aangeslotene heeft, gelet op de rapportage van de expert, op goede gronden het standpunt ingenomen dat niet is komen vast te staan of aannemelijk geworden dat de schade aan het rechterportier is veroorzaakt door een onbekend gebleven motor¬voertuig, maar dat deze schade is ontstaan door het openslaan van het portier tegen een paal, en derhalve niet voor vergoeding door Aangeslotene in aanmerking komt. Voorts heeft Aangeslotene op goede gronden het standpunt ingenomen dat hierdoor twijfels bestaan omtrent de juistheid van de getuigenverklaringen van de echtgenote en de kennis van Consument.
5.2 Ook de schade aan de linker achterzijde van de auto heeft Aangeslotene niet behoeven te vergoeden, gezien de hierboven vermelde twijfel omtrent de juistheid van de getuigenverklaringen. Omtrent deze schade heeft de expert gerapporteerd dat deze naar zijn mening wel ontstaan is door een aanrijding met een ander motorrijtuig. Aangeslotene heeft echter op goede gronden het standpunt ingenomen dat ook deze schade niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat door de gerezen twijfel om¬trent de juistheid van de getuigenverklaringen niet is komen vast te staan dat deze schade op de door Consument opgegeven tijd en plaats is veroorzaakt door een onbekend gebleven motorvoertuig.

6. Beslissing

De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering af.

Bekijk de volledige uitspraak