Mijn Kifid

Uitspraak 2011-44

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 44 23 februari
2011
(mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mevrouw
mr. J.W.M. Lenting)
Samenvatting
Consument heeft bij Aangeslotene een hypothecaire geldlening afgesloten met een variabele
rente. Aangeslotene wijzigt tijdens de looptijd van het contract de daarop van toepassing
zijnde “vaste” opslag. Commissie is van oordeel dat Aangeslotene daartoe de bevoegdheid
mist nu de hierop betrekking hebbende bepaling uit de algemene voorwaarden voor
meerdere uitleg vatbaar is en de contra proferentem regel moet worden toegepast.
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende
stukken:
– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het door Consument ondertekenende vragenformulier zoals op 18 november 2009
ontvangen;
– het verweer van Aangeslotene van 9 juni 2010;
– de repliek van Consument van 5 juli 2010;
– de dupliek van Aangeslotene van 6 augustus 2010.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 26 november
2010. Aldaar zijn beide partijen verschenen.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
Nadat Aangeslotene daartoe op 18 april 2005 een offerte heeft uitgebracht, heeft
Consument bij Aangeslotene een hypothecaire geldlening afgesloten van € 382.000,-.
De lening kende een aantal verschillende leningdelen, alle met een looptijd van 30 jaar
en een maandvariabele rente. Op de lening zijn de algemene voorwaarden van
Aangeslotene van 1 november 2004 van toepassing. De maandvariabele rente is, zoals
in de offerte vermeld, gebaseerd op de 1-maands Euribor en een zogenaamde vaste
opslag welke periodiek wordt vastgesteld en is lange tijd 0,65 % geweest. Artikel 21
onder b van de algemene voorwaarden voor geldleningen, luidt als volgt:
2/5
“(…) Het rentepercentage wordt gebaseerd op de zogenaamde referentierente
(1-maands Euribor0 en kent een vaste opslag die periodiek door geldgever wordt
bepaald, zie www.naamAangeslotene.nl”.
Als gevolg van verslechterde marktomstandigheden heeft Aangeslotene zich
genoodzaakt gezien de opslag in november 2008 te verhogen van 0,65 naar 1,35 %
van welk feit Consument bij brief van 3 november 2008 op de hoogte werd gebracht.
Consument kan zich daarmee niet verenigen.
3. Geschil
3.1. Consument vordert restitutie van de vanaf 1 november 2008 maandelijks teveel
betaalde
rente ad € 218,75.
3.2. Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
3.3. – Aangeslotene heeft de verhoging van de vaste opslag te laat gecommuniceerd,
zonder een redelijke aankondigingstermijn in acht te nemen.
– Consument is ten tijde van het aangaan van onderhavige overeenkomst
onduidelijk, zo niet misleidend geïnformeerd over de mogelijkheid om de opslag
periodiek aan te passen.
– In de algemene voorwaarden wordt ten aanzien van de opslag iets anders bepaald
dan op grond van de offerte zelf mag worden aangenomen. Daarin wordt
aangegeven dat “het tarief de 1ste van iedere maand opnieuw wordt vastgesteld op
basis van de 1 maands-euribor per laatste werkdag van de vorige maand + een
vaste opslag + eventuele opslagen voor niet gegarandeerde leningen. Dit tarief is
de gehele maand geldig.”
– In de leningvoorwaarden van oktober 2002, die ook via de tussenpersoon aan
Consument zijn verstrekt, staat dat een vaste opslag geldt van 0,65 % en dat die
tijdens de looptijd van de lening niet wordt gewijzigd. Hoewel in de
leningsvoorwaarden van november 2004 een andere formulering is gebruikt, heeft
de Consument niet aangenomen, dat de opslag tijdens de looptijd gewijzigd zou
kunnen worden.
– Aangeslotene misbruikt de opslag om de marktontwikkelingen op te vangen
terwijl Aangeslotene juist heeft aangegeven dat het 1-maands Euribor tarief
daarvoor bedoeld was.
3.4. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren aangevoerd.
– Met het ondertekenen van de aan de door Aangeslotene uitgebrachte offerte
heeft Consument verklaard de algemene voorwaarden te hebben ontvangen en
aanvaard als gevolg waarvan deze op de overeenkomst van toepassing zijn. Waar
de maandvariabele rente bestaat uit een referentierente en een opslag die
periodiek wordt gewijzigd staan deze algemene voorwaarden een verhoging toe.
3/5
Uit de voorwaarden volgt dat de vaste opslag niet voor onbepaalde tijd
onveranderlijk is.
– Het ligt op de weg van een Consument die kiest voor een variabele rente om
onderzoek te doen naar de manier waarop die rente is opgebouwd.
– Voor toepassing van de contra-proferentum regel is geen plaats: bij juiste lezing
is geen aanleiding voor enige verwarring over de uitleg van de term “vast”.
De algemene voorwaarden zijn klip en klaar over de opbouw van de variabele
rente. Over de uitleg van artikel 21 van de algemene voorwaarden kan dan ook
geen twijfel bestaan. Zo dat Consument niet duidelijk was geweest had hij
daarnaar dienen te informeren. Voor zover Consument kan aantonen dat er
sprake is geweest van onduidelijke en misleidende communicatie, hetgeen door
Aangeslotene wordt betwist dient hij daarvoor zijn bemiddelaar aan te spreken
en niet Aangeslotene die niet betrokken is geweest bij de gesprekken van
Consument met zijn adviseur.
– Aangeslotene betwist dat de aanpassing van de opslag te laat door haar is
gecommuniceerd.
– Ook de Ombudsman Financiële Dienstverlening is van mening dat Aangeslotene
op basis van de algemene voorwaarden gerechtigd is de maandvariabele rente te
verhogen. De in dat kader door de Ombudsman gedane aanbeveling is door
Aangeslotene overgenomen.
– Ook de Ombudsman Financiële Dienstverlening gaat uit van een verzwaarde
eigen verantwoordelijkheid van de Consument bij het aangaan van een nieuwe
relatie met een geldverstrekker. Een en ander omvat een “onderzoeksplicht,
heldere vraagstelling en controle van het gebodene ”. Voor zover Consument
zich op het standpunt stelt dat hij niet goed is voorgelicht gaat deze stelling
mitsdien niet op.
– Aangeslotene voelt zich gesterkt in haar standpunt door het vonnis van de
Rechtsbank Den Bosch de dato 7 juli 2010 waarin werd geoordeeld dat
Aangeslotene op grond van de algemene voorwaarden bevoegd is om de opslag
te verhogen.
4. Beoordeling
4.1. De Commissie gaat voor haar beoordeling uit van de toepasselijkheid en inhoud van
de algemene voorwaarden van 1 november 2004 zoals partijen die zijn
overeengekomen middels ondertekening en aanvaarding van de hier aan de orde
zijnde hypotheekofferte de dato 18 april 2005.
4.2 De Commissie stelt in dat verband vast dat in artikel 6 van genoemde algemene
voorwaarden wordt aangegeven dat het van toepassing zijnde rentepercentage wordt
gebaseerd op de zogenaamde referentierente (1-maands Euribor) en deze een vaste
4/5
opslag kent die periodiek door geldgever wordt bepaald. Naar het oordeel van de
Commissie kan de door Aangeslotene gebezigde term “vaste” in deze niet anders
worden geïnterpreteerd dan “onveranderlijk”. De daarop volgende zinsnede dat deze
opslag periodiek wordt bepaald zou kunnen betekenen, zoals ook kennelijk door
Aangeslotene beoogd, dat dit ook tijdens de looptijd van een contract zou kunnen
plaatsvinden. Dit laatste volgt echter niet dwingend uit de gebezigde terminologie.
Deze geeft ruimte voor de uitleg, dat periodieke bepaling weliswaar plaatsvindt maar
lopende contracten niet treft. De betreffende bepaling is derhalve niet duidelijk.
4.3 Een en ander klemt naar het oordeel van de Commissie te meer nu Consument via
zijn tussenpersoon tevens kennis heeft genomen van de leningvoorwaarden van
oktober 2002 van Aangeslotene waarin is aangegeven, dat een vaste opslag geldt van
0,65% en dat die tijdens de looptijd van de lening niet wordt gewijzigd. De Commissie
acht het dan ook begrijpelijk dat de gemiddelde, oplettende Consument mede op
grond daarvan de conclusie heeft getrokken dat de opslag in ieder geval tijdens de
looptijd van de overeenkomst niet aangepast zou kunnen worden en mede op grond
van die interpretatie heeft besloten onderhavige overeenkomst van geldlening met
Aangeslotene aan te gaan.
4.4. Het lag niet op de weg van Consument aan Aangeslotene om opheldering te vragen
over de eventuele mogelijkheid dat de opslag ook tijdens de looptijd van de
overeenkomst zou kunnen worden gewijzigd doch het was aan Aangeslotene om aan
Consument duidelijk te maken dat zij het recht bedong ook tussentijds de vaste
opslag te kunnen wijzigen.
4.5. De Commissie overweegt voorts dat ingevolge het bepaalde onder het tweede lid
van artikel 6:238 van het Burgerlijk Wetboek bedingen als de onderhavige in
algemene voorwaarden duidelijk en begrijpelijk moeten zijn opgesteld en dat bij
twijfel over de betekenis van een dergelijk beding de voor de wederpartij meest
gunstige uitleg dient te prevaleren. Waar de door Aangeslotene in zijn algemene
voorwaarden gebezigde terminologie, zoals hierboven overwogen voor meerdere
uitleg vatbaar blijkt te zijn, dient deze voor Consument meest gunstige uitleg naar het
oordeel van de Commissie met zich mee te brengen dat de opslag niet tijdens de
looptijd van de overeenkomst kan worden veranderd. De klacht van Consument treft
mitsdien doel op dit punt.
4.6. Alles overziende concludeert de Commissie dat Aangeslotene niet de bevoegdheid
toekomt om de vaste opslag van 0,65% in de overeenkomst te wijzigen en
Aangeslotene Consument met ingang van 1 november 2008 te veel rente in rekening
heeft gebracht.
De vordering van Consument komt mitsdien voor toewijzing in aanmerking.
4.7. Nu Consument in het gelijk wordt gesteld, dient Aangeslotene de door Consument
in verband met het aanhangig maken en de behandeling van het geschil gemaakte
kosten ad € 50,- te vergoeden.
5/5
5. Beslissing
De Commissie beslist, bij wijze van bindend advies dat
– Aangeslotene met betrekking tot de onderhavige leningsovereenkomst met
Consument geen hoger opslagpercentage mag hanteren dan 0,65 %;
– Aangeslotene aan Consument dient te vergoeden hetgeen vanaf 1 november
2008 teveel door Consument aan opslagrente is betaald, vermeerderd met
€ 50,- ter zake van de door Consument betaalde eigen bijdrage voor behandeling
van onderhavig geschil. Betaling dient te geschieden binnen een termijn van vier
weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke
gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de
Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van
deze uitspraak.

Bekijk de volledige uitspraak