Mijn Kifid

Uitspraak 2011-7

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening – Postbus 93257 – 2509 AG – Den Haag –
Tel. 070 333 89 60 – Fax 070-3338969 – www.kifid.nl
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 7
d.d. 20 januari 2011
mr. C.E. du Perron, voorzitter
Samenvatting
Diefstal bankpas. Onbevoegde opnames met een totaalbedrag van € 5.500,-. Commissie
overweegt dat, alhoewel het aan Aangeslotene is om te bewijzen dat sprake is van grove
nalatigheid, Consument tenminste enig inzicht dient te geven in de wijze(n) waarop pas en
pincode in onbevoegde handen zouden kunnen zijn geraakt. Nu zulks niet duidelijk is
geworden, dienen de opnames voor rekening van Consument te blijven.
1. Procedure
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende
stukken:
– de relevante stukken uit het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– het verzoek tot geschilbeslechting, zoals ontvangen op 15 juli 2010;
– het antwoord van Aangeslotene van 9 september 2010;
– de repliek van Consument van 26 september 2010;
– de dupliek van Aangeslotene van 20 oktober 2010.
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële
Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
De Commissie heeft vastgesteld dat beide partijen het advies als bindend zullen aanvaarden.
De Commissie heeft termen aanwezig geacht om, conform artikel 16 lid 4 van het
Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, het geschil af te doen op basis
van de door partijen overgelegde stukken en zonder dat een hoorzitting heeft plaatsgevonden.
2. Feiten
De Commissie gaat uit van de volgende feiten:
2.1 Consument houdt bij Aangeslotene een betaalrekening aan met nummer 0. Bij de
rekening behoort een Betaalpas eindigend op 00.
2.2 Op donderdag 18 juni 2009 om 16.32 uur heeft Consument op het postkantoor aan
de X te Y een bedrag van € 3.000,- opgenomen. Consument heeft het geld direct
opgeborgen in een apart vakje van haar tas en dat met twee ritsen afgesloten.
Consument weet zich niet meer te herinneren of zij haar pas weer heeft
teruggekregen van de medewerker van het postkantoor. Thuis heeft Consument haar
geld opgeborgen.
2/3
2.3 Op dinsdag 30 juni 2009 ontving Consument een brief van Aangeslotene, waarin
stond vermeld dat vermoedelijk misbruik was gemaakt van haar pas, zodat deze uit
voorzorg was geblokkeerd. Consument heeft daarop haar tas gecontroleerd en vastgesteld
dat de pas daar niet meer in zat. Zij heeft vervolgens contact opgenomen met
Aangeslotene die haar meedeelde dat in de periode tussen 27 en 29 juni 2009 negen
transacties met de pas hebben plaatsgevonden voor in totaal een bedrag van
€ 5.500,-.
3. Geschil
3.1 Consument vordert vergoeding van de onbevoegde transacties ter hoogte van
€ 5.500,-, onder aftrek van het eigen risico.
3.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen.
3.2.1 Consument betwist dat zij, zoals Aangeslotene heeft gesteld, grof nalatig heeft gehandeld.
Zij stelt dat zij slachtoffer is geworden van een misdrijf. Wat betreft de bij de
pas behorende pincode, heeft Consument benadrukt dat zij deze nergens heeft
genoteerd. De mededeling op het schademeldingsformulier berust op een vergissing
die het gevolg was van het verkeerd lezen van de vraag. Consument acht het onredelijk
dat Aangeslotene zich beroept op het schademeldingsformulier en op die grond
de onbevoegde transacties niet vergoedt.
3.3.1 Aangeslotene is van mening dat de vordering van Consument moet worden afgewezen.
Daartoe heeft zij aangevoerd dat, nu Consument geen inzicht kan geven in de
wijze waarop haar pas en pincode zijn ontvreemd, zij niet gehouden is de onbevoegde
transacties te vergoeden. Aangeslotene heeft daarbij verwezen naar uitspraken
van de Geschillencommissie Bankzaken, voorloper van de huidige
Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, die er kort gezegd op neerkomen
dat de zorgplicht met zich brengt dat een consument enig inzicht kan geven in de
feitelijke toedracht van de ontvreemding van de pas. Indien een consument daarover
geen inlichtingen kan verschaffen, kan zulks worden aangemerkt als grof nalatig. Nu in
het onderhavige geval niet duidelijk is geworden op welke wijze de pas van
Consument is ontvreemd, meent Aangeslotene dat zij niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor de ontstane schade.
3.3.2 Aangeslotene stelt dat evenmin duidelijk is op welke wijze derden de pincode van
Consument hebben kunnen achterhalen. Aangeslotene heeft aangevoerd dat de
mogelijkheid dat de pincode is afgekeken redelijkerwijs kan worden uitgesloten, nu
Consument zelf de pas voor het laatst op 18 juni 2009 heeft gebruikt en de
onbevoegde opnames op 27 juni 2009 zijn aangevangen. Aangeslotene laat weten
waarde te hechten aan de mededeling van Consument op het schademeldingsformu3/
3
lier dat zij een notitie van haar pincode bewaarde. Dat Consument daarop later is
teruggekomen doet volgens Aangeslotene daaraan niet af.
4. Beoordeling
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de
Commissie als volgt.
4.1 Op grond van artikel 3 lid 1 en artikel 6 lid 1 van de toepasselijke voorwaarden dient
Consument zorgvuldig om te gaan met haar betaalpas en de daarbij behorende
pincode. Consument is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de betaalpas en
pincode vanaf het moment dat zij daarover de beschikking heeft gekregen.
4.2 In geval van misbruik van de pas is Consument in ieder geval aansprakelijk tot een
bedrag van € 150,-, zijnde het eigen risico. Indien sprake is van opzet, grove schuld of
grove nalatigheid aan de zijde van Consument, wordt de aansprakelijkheid ingevolge
artikel 6.2 sub d verhoogd tot het gehele bedrag van de onbevoegde transacties.
Datzelfde geldt indien de geheimhoudingsverplichting, zoals neergelegd in artikel 3 lid
2 van genoemde voorwaarden, niet is nageleefd.
4.3 Naar het oordeel van de Commissie is niet aannemelijk geworden dat Consument
een notitie van haar pincode bewaarde. Zulks valt in ieder geval niet uit het schademeldingsformulier
af te leiden. De combinatie van vragen en antwoorden op dat
formulier is voor meer dan een uitleg vatbaar.
4.4 Wat betreft de vraag of Consument grof nalatig heeft gehandeld, overweegt de
Commissie als volgt. Alhoewel het aan Aangeslotene is om te bewijzen dat sprake is
geweest van grove nalatigheid, dient Consument tenminste enig inzicht te geven in de
wijze(n) waarop de pas en pincode in onbevoegde handen zouden kunnen zijn
geraakt, zodat Aangeslotene zich daarover een beeld kan vormen. Een andere regel
zou Aangeslotene voor onaanvaardbare risico’s van misbruik plaatsen. Nu er geen
aanwijzingen zijn dat Consument het slachtoffer is geworden van zakkenrollerij in
combinatie met het afkijken van haar pincode, blijft volledig duister hoe haar pas en
haar pincode in verkeerde handen kunnen zijn gekomen. Onder die omstandigheden
dienen de onbevoegde opnames voor rekening van Consument te blijven.
5. Beslissing
De Commissie stelt bij bindend advies vast dat de vordering van Consument wordt
afgewezen.
In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke
gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de
Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van
deze uitspraak.

Bekijk de volledige uitspraak