Mijn Kifid

Uitspraak 2015-240 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-240 d.d.
24 augustus 2015
(mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Samenvatting

Oldtimerverzekering. Lakschade. Consument heeft zijn oldtimer in een tent gestald. Na enkele maanden is schade aan de lak ontstaan door vorming van blaasjes. Door de experts die door partijen zijn ingeschakeld is vastgesteld dat de schade is ontstaan door stalling van de oldtimer in een onvoldoende geventileerde tent. De vraag is of deze oorzaak kan worden aangemerkt als een ‘onverwacht en van buiten komend onheil’. De Commissie oordeelt dat redelijkerwijs voorzienbaar is dat vocht uit de grond optrekt en dat lakschade zal ontstaan door vochtinwerking wanneer de oldtimer, door stalling in een onvoldoende geventileerde tent, niet kan drogen. De schade is dus niet onverwacht en daarom niet gedekt onder de voorwaarden. Uit de mededeling van Gevolmachtigde dat de oldtimer mocht worden gestald in een tent, kon niet worden afgeleid dat voor schade als gevolg van vochtinwerking dekking onder de verzekering bestaat. Vordering afgewezen.

Consument,

tegen

Van Helvoort Registermakelaars in Assurantiën B.V., gevestigd te Gemert, hierna te noemen Gevolmachtigde.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

– het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening;
– de brief van de gemachtigde van Consument, ontvangen op 7 november 2014
– de brief van de gemachtigde van Consument van 24 november 2014 met daarbij het door Consument ondertekende vragenformulier;
– het verweerschrift van Aangeslotene;
– de repliek van Consument;
– de dupliek van Aangeslotene.

2. Overwegingen

De Commissie heeft het volgende vastgesteld.

Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van het geschil geleid.

Beide partijen zullen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden.

Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 29 juni 2015 en zijn aldaar verschenen.

3. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten:

3.1. Consument heeft bij Gevolmachtigde een oldtimerverzekering gesloten voor een oldtimer van het merk Porsche.

In de toepasselijke Bijzondere Voorwaarden staat:

“Artikel 4
Omvang van de dekking

Wij bieden dekking voor de schade aan of het verlies van de oldtimer, ontstaan door een van de volgende gebeurtenissen:
(…)
12. ieder ander onverwacht van buiten komend onheil.

3.2. Volgens een zogenaamd contactoverzicht dat door Gevolmachtigde is overgelegd heeft Consument per e-mailbericht aan gevolmachtigde gevraagd of de auto gestald mocht worden in een luxe tent. De notitie van gevolmachtigde vermeldt: “Onderwerp: relatie gemaild dat er gewoon dekking is als de auto onder een luxe tent komen staan ipv stalling in garage. Memo: Garage staat namelijk op instorten en is gevaarlijker volgens klant.”

3.3. In opdracht van Gevolmachtigde is de omvang en oorzaak van de schade door een expert vastgesteld. De expert heeft de reparatiekosten vastgesteld op een bedrag van € 7.795,60. In zijn rapport van 1 mei 2013 staat verder dat op vrijwel alle plaatdelen van de carrosserie het lakwerk oneffenheden vertoont. De conclusie van de expert luidt: “De bultjes c.q. bobbeltjes in het lakwerk zijn ontstaan, doordat vocht dat in de onderlaag van het lakwerk is achtergebleven na het opnieuw spuiten van het voertuig, zich een weg naar de oppervlakte probeert te banen. De veranderde stallingsomstandigheden zijn dus niet de oorzaak, maar moet gezien worden als een versneller van het bovengenoemde proces. Het lakwerk van het rechter achterzijpaneel en het rechter portier vertonen geen bultjes, omdat deze twee delen op een recenter tijdstip na een schade nogmaals zijn gespoten. De laklagen zijn bij die delen wel goed uitgedampt. Er is geen sprake van een van buiten komend onheil.”

3.4. Bij brief van 27 mei 2013 heeft Gevolmachtigde Consument meegedeeld dat geen dekking voor de schade bestaat omdat, gelet op de conclusie van de expert, geen sprake is van een van buiten komend onheil.

3.5. In opdracht van Consument is eveneens onderzoek gedaan naar de oorzaak van de schade. Het rapport van 12 december 2013 vermeldt, voor zover van belang:

“4. BIJZONDERHEDEN
Het voertuig is in het verleden, volgens opgave circa 10 jaar geleden, voorzien van een nieuwe laklaag, deze vertoont nu op de hele carrosserie blaasjes in deze laklaag. In het verleden heeft het voertuig in een garage gestaan, een deel van het laatste jaar evenwel in een ongeventileerde tent op een zandbodem. (…)

5. INSPECTIE
(…)
Controle laklaag
(…) Bij het onderzoek hebben wij een aantal van deze lakdefecten (blaasjes) kortstondig verwarmd en constateerden dat deze na het afkoelen van het carrosseriedeel nagenoeg geheel verdwenen zijn. In de blaasjes is water aangetroffen, geen oplosmiddelen.

(…)

7. CONCLUSIE
De diverse lakdefecten (blaasjes) op alle carrosseriedelen van het bovengenoemde voertuig zijn ontstaan door vochtinwerking.
Dit is ontstaan door het langdurig stallen van het bovengenoemde voertuig in een vochtige en niet geventileerde ruimte. Bij een juiste stalling in een geventileerde ruimte was deze schade niet ontstaan.”

3.6. In reactie op de contra-expertise heeft de door de Gevolmachtigde ingeschakelde expert, bij brief van 6 februari 2014 bericht:

“Wij achten de opgegeven conclusie van [de contra-expert] plausibel.. De lakblaasjes zijn volgens [de contra-expert] ontstaan doordat het voertuig een langere periode in een vochtige en niet geventileerde ruimte gestald is geweest. Deze “luxe tent” op een zandbodem is geen ideale stalling voor een voertuig, ook niet voor een voertuig van een recenter bouwjaar. De Porsche is door deze stalling in een dergelijke omgeving erg vochtig geworden. Het lakwerk van de Porsche is door veroudering en poetsen iets poreus geworden, waardoor het vocht in de cellen kon trekken, met blaasjes tot gevolg. Echter er is nog steeds geen sprake van “van buiten komend onheil”. (…) Schade waarbij langzaam werkende invloeden (weer, wind, ouderdom, slijtage etc.) een hoofdrol spelen zijn normaliter van dekking uitgesloten. Zoals ook door [de contra-expert] is vastgesteld, zijn de blaasjes niet van de ene op de andere dag ontstaan, maar heeft het een hele tijd geduurd voordat de betreffende blaasjes zichtbaar werden. Dus is het geen plotselinge gebeurtenis. Het is ook geen onvoorziene gebeurtenis, want iedereen weet dat wanneer een voertuig of ander object enkele maanden in een vochtige omgeving staat, er roestvorming, oxidatie, rot of lakproblemen kunnen ontstaan. Het feit dat het voertuig voorzien was van een oudere poreuze lak heeft dit proces alleen maar versneld. Bij een “van buiten komend onheil” zijn slijtage en weersinvloeden normaliter specifiek uitgesloten. Voor de roestvorming aan de chroomdelen kan hetzelfde worden gezegd. Ook dat is geen plotselinge en onvoorziene gebeurtenis en is dus ook geen “van buiten komend onheil”. (…)”

3.7. Aanvullend heeft de expert nog, bij brief van 15 september 2014 aan de risicodragende verzekeraar bericht: “Wij hebben het voertuig bij de reparateur gezien en niet bij [Consument] thuis. De “luxe tent” hebben wij derhalve niet kunnen aanschouwen. (…) De contra-expert (…) spreekt in zijn rapport over een niet ventilerende tent. Waarschijnlijk heeft deze expert de tent wel gezien. De reparateur heeft ons tijdens de schade-expertise wel verteld dat het voertuig buiten op zandgrond in een tent geplaatst was. (…) De bultjes zijn ontstaan door een langer durend proces. Van buiten komend onheil (plotseling evenement) lijkt ons derhalve niet van toepassing.”

4. De vordering en grondslagen

4.1. Consument vordert dekking onder de verzekering voor de schade aan de oldtimer.

4.2. Deze vordering steunt kort en zakelijk op de volgende grondslagen:
– De schade is het gevolg van een onverwacht en van buiten komend onheil. De blaasjes in de lak zijn in kort tijdbestek ontstaan door de luchtvochtigheid in de tent. De oorzaak is dus niet gelegen in het voertuig of de lak zelf. De oldtimer was goed onderhouden, de laklaag is zorgvuldig aangebracht en voldoende uitgehard en verkeerde al geruime tijd in goede staat.
– Consument hoefde deze schade niet te verwachten. Hij heeft aan Gevolmachtigde toestemming gevraagd om de oldtimer in de tent te stallen. Gevolmachtigde heeft hem niet op dit risico gewezen. Beide partijen, alsmede de door Gevolmachtigde ingeschakelde expert, hadden deze schade niet verwacht. Indien, zoals Gevolmachtigde stelt en Consument betwist, het algemeen bekend is dat het voor een auto niet goed is om in een niet geventileerde en vochtige tent te stallen, dan had Gevolmachtigde Consument op de risico’s moeten wijzen. Door Consument de toestemming voor stalling in de tent niet te ontzeggen, althans geen uitsluiting voor de hieraan verbonden risico’s op te nemen, heeft Gevolmachtigde, namens Verzekeraar, het risico geaccepteerd.
– De oldtimer stond in de tent gestald op betegelde grond en was geplaatst op blokken. De informatie van de expert dat de oldtimer op zandgrond stond gestald, is onjuist en er zaten wel degelijk ventilatie openingen in de tent.

4.3. Gevolmachtigde heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
– De schade is niet gedekt onder de verzekering. De oorzaak is geen onverwacht van buiten komend onheil zoals vermeld in artikel 4 lid 12 van de Voorwaarden. Uit de expertiserapporten blijkt dat de schade is ontstaan doordat de auto gestald stond in een vochtige en niet geventileerde ruimte. De schade is het gevolg van een langdurig dan wel geleidelijk proces en dus niet ontstaan door een onverwacht en van buiten komend onheil.
– Het is algemeen bekend dat slecht geventileerde, vochtige ruimtes niet goed zijn voor auto’s. De gevolmachtigde heeft de vraag van Consument of de oldtimer in een luxe tent mocht worden gestald beantwoord met het oog op diefstal- en stormschade en Consument geantwoord dat geen stallingseisen gelden. Op basis van de informatie van Consument heeft gevolmachtigde geoordeeld dat het beter was de auto in een luxe tent te stallen dan in een schuur die op instorten staat.
– De oldtimer stond geparkeerd in een tent op zandgrond, aldus de verklaring van de reparateur aan de expert tijdens de expertise.

5. Beoordeling

5.1. Aan de orde is de vraag of de schade aan de lak van de Porsche is gedekt onder de Oldtimerverzekering. Op basis van de rapporten van de door beide partijen ingeschakelde experts, stelt de Commissie vast dat de experts het inmiddels erover eens zijn dat de schade is ontstaan door stalling van de oldtimer in een onvoldoende geventileerde tent. Gelet op de omschrijving van de dekking zoals opgenomen in artikel 4 onder 12 van de Bijzondere Voorwaarden, dient dan te worden beoordeeld of deze oorzaak kan worden aangemerkt als ‘ieder ander onverwacht van buiten komend onheil’.

5.2. Consument stelt dat hij de lakschade die aan de Porsche is ontstaan niet heeft verwacht en ook niet had behoeven te verwachten. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van “onverwacht van buiten komend onheil” is echter niet zozeer van belang of Consument zelf (subjectief) kon verwachten dat de schade op zou treden, maar moet worden bezien of het ontstaan van de schade in zijn algemeenheid (objectief) redelijkerwijs te verwachten was. Dat laatste is het geval. De Commissie stelt vast dat partijen het, met de experts, er over eens zijn dat de blaasjes in de lak zijn ontstaan als gevolg van de (lucht)vochtigheid in de tent en dat dit vocht afkomstig was uit de grond onder de tent. Of de oldtimer op tegels of direct het zand was geplaatst, is daarbij niet van belang. Door de experts is verder (vast)gesteld dat de tent waarin de oldtimer stond gestald, te vochtig was en dus niet voldoende was geventileerd, hetgeen ook wordt onderschreven door het feit dat de schade zich heeft voorgedaan. Naar het oordeel van de Commissie is redelijkerwijs voorzienbaar dat, indien een oldtimer gedurende langere tijd in een niet voldoende geventileerd vochtige tent wordt geplaatst, het vocht zal kunnen inwerken op de lak en dat dit schade aan de lak kan veroorzaken. Het ontstaan van de schade is daarmee naar objectieve maatstaven niet “onverwacht” in de zin van artikel 4 onder 12 van de Bijzondere Voorwaarden.

5.3. Consument heeft aangevoerd dat hij Gevolmachtigde heeft gevraagd of hij de oldtimer in een tent mocht stallen als alternatief voor een oude schuur die op instorten stond en dat Gevolmachtigde hem voor stalling in de tent toestemming heeft gegeven. Partijen zijn het erover eens dat met deze vraag bedoeld was na te gaan of schade door storm of diefstal ook gedekt zou zijn wanneer de oldtimer zou worden gestald in de tent in plaats van de schuur. Deze vraag is door Gevolmachtigde bevestigend beantwoord. Beide partijen hebben niet gedacht aan een verhoogd risico op lakschade bij stalling van de oldtimer in een tent als gevolg van inwerking van vocht. Uit de mededeling van Gevolmachtigde dat de oldtimer mocht worden gestald in een tent, heeft Consument dan ook niet mogen begrijpen dat in dit geval voor schade als gevolg van vochtinwerking toch dekking onder de verzekering zou bestaan.

5.4. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de schade aan de lak van de Porsche als gevolg van vochtinwerking, niet onder de oldtimerverzekering is gedekt. De vordering dient dus te worden afgewezen.

6. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan.

Bekijk de volledige uitspraak