Mijn Kifid

Uitspraak 2015-304 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-304
(mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. D.G. Rosenquist als secretaris)

Klacht ontvangen op : 29 juli 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : N.V. Noordhollandsche van 1816, Schadeverzekeringsmaatschappij,
gevestigd te Oudkarspel, verder te noemen Verzekeraar
Datum uitspraak : 20 oktober 2015
Aard uitspraak : bindend advies

Samenvatting

Aansprakelijkheidsverzekering particulieren. Verzekeraar heeft geweigerd dekking te verlenen onder de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van Consument. Tussen partijen bestond discussie over de vraag of Consument aansprakelijk was voor de handeling ten gevolge waarvan schade is ontstaan. De Commissie concludeert dat Consument aansprakelijk is en dat Verzekeraar gehouden is dekking te verlenen.

1. Procesverloop
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
• het door Consument ondertekende klachtformulier, inclusief bijlagen;
• het verweerschrift van Verzekeraar; en
• de polis en voorwaarden die door Consument per e-mail van 28 september 2015 zijn toegezonden.
De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden en dat het geschil zich leent voor afdoening op stukken, nu voor mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 40.1 van haar reglement geen aanleiding bestaat.
2. Feiten
Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft sinds 2003 een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren bij Verzekeraar. De verzekering wordt geadministreerd onder polisnummer [..nummer 1..]. Op de overeenkomst zijn de voorwaarden model 3614 van toepassing. Daarin is voor zover relevant bepaald:

“Artikel 2 Welke schaden vergoeden wij?
Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade aan personen en zaken.”

2.2 In november 2014 heeft Consument aanspraak gemaakt op uitkering onder zijn verzekering. Daartoe heeft Consument op 10 november 2014 een schadeaangifteformulier ingevuld en ondertekend. Op het formulier is als omschrijving van de toedracht vermeld:

“Dhr. Vossen heeft per ongeluk op de knop gedrukt v/d elektrische roldeur/poort. Deze kwam naar beneden op de voorkant van een caravan. Deuk in plaatwerk.”

De assurantietussenpersoon van Consument heeft dit per e-mail van 19 november 2014 aan (de gevolmachtigde van) Verzekeraar verzonden.

2.3 Per e-mail van 21 november 2014 heeft Verzekeraar de ontvangst van de schademelding bevestigd. Verzekeraar heeft daarbij nadere informatie opgevraagd:

“Gaarne vernemen wij wie de caravan onder de elektrische roldeur heeft laten staan. Dit is niet een plek waar men een caravan dient achter te laten onzes inziens. Was er geen beveiliging op de roldeur aanwezig waardoor de roldeur weer om hoog gaat als deze iets raakt? Waar bevindt de knop van de roldeur zich als verzekerde hier per ongeluk op kan drukken zonder dit te weten? Bevindt deze zich niet naast de roldeur zelf? Waarvoor was verzekerde bij de zoon op bezoek? Verricht verzekerde wel eens werkzaamheden voor de eigenaar van de stalling.”

De assurantietussenpersoon heeft dit verzoek doorgeleid naar de zoon van Consument.

2.4 De toelichting van de zoon van Consument is door de assurantietussenpersoon aan Verzekeraar doorgezonden:

“Ik heb de caravan binnen gezet om hem niet nat te laten worden door de regen om hem vervolgens de volgende dag op de juiste plaats binnen te zetten. Mijn vader wilde iets uit de stallingruimte pakken en drukte op de afstandsbediening terwijl hij geen zicht had op de deur. Aangezien de deur open was gaat deze dicht als men op de afstandsbediening drukt. Dus druk op knop deur open en als je drukt als de deur open is gaat ie dicht. Dus toen vader bij de deur aankwam was de schade net veroorzaakt. Mijn vader was privé bij ons om iets op te komen halen wat bij mij in de stallingruimte stond. Mijn vader helpt mij wel eens vaker maar dat had er in dit geval niks mee te maken. De deur is wel beveiligd zodat die open gaat als er iets onder staat maar doordat de voorkant van de caravan schuin loopt is de deur er zogezegd langs geschuurd waardoor de beveiliging niet werkt. Als de caravan verder naar binnen gestaan had wat op dat moment niet mogelijk was, en de deur verticaal op de trekhaak of op een ander punt van de caravan was gekomen had de beveiliging wel gefunctioneerd. Dus de beveiliging werkt alleen als de rubber aan de onderkant contact maakt met iets en dat was helaas niet het geval.”

2.5 Per e-mail van 3 december 2014 heeft Verzekeraar aan de assurantietussenpersoon van Consument laten weten:

“Ten aanzien van de aansprakelijkheid aan de zijde van verzekerde merken wij op dat deze er onzes inziens niet is. Het dicht van de roldeur is niet onrechtmatig. Het is natuurlijk spijtig dat de zoon van verzekerde de caravan op deze wijze achterlaat, maar als iemand de roldeur dicht doet omdat het regent mag deze ervanuit gaan dat dit veilig kan gebeuren. Indien de caravanverzekeraar een regresactie opstart zullen wij dit mededelen en aangeven dat onzes inziens de zoon aansprakelijk is in dit schadegeval.”

2.6 Per e-mail van 16 juni 2015 heeft Verzekeraar zijn definitieve standpunt kenbaar gemaakt. Verzekeraar heeft de schade afgewezen:

“Het is de stallingseigenaar geweest die de caravan zodanig in de deuropening heeft neergezet dat de beveiliging niet heeft gefunctioneerd. Door de caravan zo neer te zetten heeft hij een gevaarsituatie in het leven geroepen. Dit kan onze verzekerde niet worden verweten. Gelet op de beschikbare informatie blijven wij van mening dat deze schade het gevolg is van de onzorgvuldige handeling van de stallingseigenaar en niet van onze verzekerde.”

2.7 De assurantietussenpersoon heeft hierover namens Consument geklaagd bij Verzekeraar. Partijen zijn er niet in geslaagd gezamenlijk tot een vergelijk te komen.
3. Vordering, klacht en verweer

Klacht, grondslag en vordering
3.1 Consument klaagt dat Verzekeraar weigert dekking te verlenen onder zijn aansprakelijkheidsverzekering. Meer in het bijzonder stelt Consument dat de schade door zijn toedoen is ontstaan. Consument stelt daartoe dat hij op de afstandsbediening heeft gedrukt zonder dat hij zicht had op de deur. Consument vraagt Verzekeraar alsnog dekking te bieden voor het schadebedrag van EUR 1.191,02.

Verweer
3.2 Verzekeraar persisteert in zijn standpunt dat Consument niet aansprakelijk is voor de schade aan de caravan en stelt daartoe:
• Het sluiten van een roldeur is niet onrechtmatig.
• Degene die de roldeur sluit dient zich er weliswaar van te vergewissen dat dit veilig kan gebeuren, echter Consument wist van de beveiliging op de deur, dus behoefde hij er niet op bedacht te zijn dat de deur bij sluiting alsnog schade zou kunnen veroorzaken.
• De stallingseigenaar heeft de caravan zodanig in de deuropening gezet dat de beveiliging niet heeft gewerkt. Hiermee heeft de stallingseigenaar een gevaarsituatie in het leven geroepen.
Verzekeraar concludeert dat de schade het gevolg is van onzorgvuldig handelen van de stallingseigenaar en niet van Consument. In het licht hiervan acht Verzekeraar de klacht van Consument ongegrond.
4. Beoordeling
4.1 De vraag die partijen verdeeld houdt, is of Verzekeraar in de gegeven omstandigheden gehouden is dekking te verlenen. Consument heeft bij Verzekeraar een Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. Deze verzekering biedt blijkens de polisvoorwaarden dekking ingeval van ‘aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade aan personen en zaken’. Partijen verschillen dan ook van mening over de vraag of Consument aansprakelijk is voor de schade aan de caravan.

De Commissie concludeert dat Consument aansprakelijk is en dat Verzekeraar uit dien hoofde gehouden is dekking te verlenen onder de aansprakelijkheidsverzekering van Consument. De Commissie licht dit in het hiernavolgende toe.

4.2 De Commissie stelt in de eerste plaats vast dat partijen over het feitencomplex niet van mening verschillen: Consument heeft bij een bezoek aan de caravanstalling van zijn zoon een loods betreden en heeft toen op enig moment op de knop van de roldeur gedrukt met de bedoeling deze te openen.
Aangezien de roldeur op dat moment al open was, had de druk op de knop een tegengesteld effect: de deur sloot zich. Daarbij is een caravan beschadigd die onder de roldeur stond opgesteld.

De conclusie die partijen aan dit feitencomplex verbinden is verschillend. Consument stelt – kort – dat hij niets te zoeken had in de loods van zijn zoon en dat het gebruik van de roldeur met inachtneming daarvan onrechtmatig was. Verzekeraar stelt dat het openen of sluiten van een deur niet onrechtmatig is en dat de schade juist is veroorzaakt door het feit dat de zoon van Consument de caravan niet naar behoren had gestald.

4.3 De Commissie oordeelt hierover als volgt. De vraag of Consument aansprakelijk is voor de gedraging die ertoe geleid heeft dat de caravan beschadigd is, dient te worden beantwoord aan de hand van de relevante wetgeving en jurisprudentie. In het bijzonder relevant is artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, waarin de criteria voor aansprakelijkheid zijn opgenomen. De criteria voor aansprakelijkheid op basis van onrechtmatige daad zijn: (i) een onrechtmatige daad, (ii) toerekenbaarheid, (iii) schade en (iv) causaal verband. In het hiernavolgende bespreekt de commissie deze criteria teneinde de eventuele aansprakelijkheid van Consument vast te stellen.

Onrechtmatige daad
Als een onrechtmatige daad kan blijkens lid 2 van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit alles behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

In de onderhavige kwestie is sprake van de laatste categorie. Consument heeft de loods van zijn zoon betreden, terwijl er geen noodzaak voor hem was daar te zijn. Consument handelde niet in opdracht van zijn zoon, maar op eigen initiatief. Vervolgens heeft Consument, eveneens op eigen initiatief, de knop van de roldeur bediend. De noodzaak en/of reden daartoe is onduidelijk. Bovendien heeft Consument daarbij nagelaten te controleren of de deur reeds geopend was en of de deur veilig geopend en/of gesloten kon worden. Dit alles is zonder toestemming of opdracht van de zoon van Consument geschied.

Consument heeft – door te handelen zoals hij heeft gedaan – onnodig een gevaarlijke situatie in het leven geroepen. Dit had eenvoudig weg voorkomen kunnen worden door in het geheel niet de loods te betreden. Ook had Consument simpelweg kunnen controleren of de deur veilig geopend en gesloten kon worden.

Toerekenbaarheid
Van toerekenbaarheid van de daad aan de dader is sprake indien de daad te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak die op basis van de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van hem komt (lid 3 van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek). In dit geval gaat het om schuldaansprakelijkheid. Het gaat immers om een daad van Consument zelf. Van belang in dit kader is de vraag of de gedraging verwijtbaar was. De Commissie concludeert dat dit het geval is. Consument heeft op eigen initiatief de loods betreden en de knop van de roldeur bediend. Daartoe bestond geen noodzaak.

Schade
Er bestaat recht op schadevergoeding, indien sprake is van schade, veroorzaakt door de onrechtmatige daad die aan de dader kan worden toegerekend. In de onderhavige kwestie is schade geleden door het sluiten van de roldeur door Consument: de caravan die onder de roldeur stond is beschadigd.

Causaal verband
Tussen de daad van de dader en de schade moet een conditio sine qua non verband bestaan. Een causaal verband, dat hierin bestaat dat de schade niet zou zijn ontstaan zonder de daad. Vast staat dat de schade aan de caravan zich niet zou hebben voorgedaan, indien Consument de knop van de roldeur niet had bediend.

In tegenstelling tot hetgeen Verzekeraar stelt, is de schade niet veroorzaakt doordat de zoon van Consument de caravan onder de roldeur heeft gestald. Het stond de zoon van Consument vrij dit te doen, het is immers zijn bedrijf. Deze handeling op zich heeft niet tot beschadiging van de caravan geleid. Maar zonder de handeling van Consument zou de caravan niet beschadigd zijn.

4.4 De Commissie merkt tot slot nog het volgende op. Het onderhavige voorval is nu juist exemplarisch voor het doel waarvoor een aansprakelijkheidsverzekering wordt afgesloten: ongelukken en onhandigheden.

4.5 De conclusie is dat Consument aansprakelijk is en dat de klacht van Consument derhalve gegrond is. De Commissie wijst de vordering van Consument daarom toe.

5. Beslissing
De Commissie beslist dat Verzekeraar binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van € 1.191,02

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld

Bekijk de volledige uitspraak