Mijn Kifid

Uitspraak 2015-340 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-340
(mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)
Klacht ontvangen op : 7 juli 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : Coöperatieve Rabobank Vallei en Rijn U.A., gevestigd te Ede, verder te
noemen de Bank
Datum uitspraak : 16 november 2015
Aard uitspraak : Bindend advies
Samenvatting
Onbevoegde transacties met een bankpas. Consument, op leeftijd en met beperkte
bewegingsvrijheid, neemt geld op bij een vrijstaande geldautomaat in een winkel, na door een
onbekende vrouw te zijn voorgelaten. Bankpas raakt na de geldopname in het ongerede. Kort na
vermissing van de pas worden er onbevoegd meerdere transacties verricht tot aan de geldende
opnamelimieten voor geld- en betaalautomaten. Er vanuit dient te worden gegaan dat de pincode
is afgekeken. De Commissie overweegt dat deze zaak alle kenmerken van geraffineerde
criminaliteit vertoont, waartegen de gemiddelde consument, laat staan een consument met
beperkingen zich zeer moeilijk kan weren. Van grove nalatigheid is in dezen bij het gebruik van de
bankpas, bij het geheimhouden van de pincode, noch bij het melden van de vermissing van de pas
gebleken. Enerzijds de fysieke eigenschappen van de geldautomaat – de veiligheid waarvan de
banken bij normaal gebruik dienen in te staan – en anderzijds de gewiekstheid van de crimineel zijn
van beslissende invloed geweest op het pasmisbruik. Gelet op het bepaalde in artikel 7:529 BW
dient de schade in een dergelijk geval, behoudens het eigen risico van € 150,-, voor rekening van
de Bank te komen.
1. Procesverloop
De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
· het door Consument ondertekende vragenformulier met bijlagen;
· het verweerschrift van de Bank
De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden en dat het geschil
zich leent voor afdoening op stukken, nu voor mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 40.1
van haar reglement geen aanleiding bestaat.
2. Feiten
Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.
2.1 Consument houdt bij de Bank een betaalrekening aan met bijbehorende bankpas. Op de
overeenkomst tussen partijen waren in januari 2015 de Algemene voorwaarden voor
betaalrekeningen en betaaldiensten van de Rabobank 2015 (hierna te noemen ‘de Voorwaarden’)
van toepassing.

Bekijk de volledige uitspraak