Mijn Kifid

Uitspraak 2015-415

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2015-415
(mr. P.A. Offers, voorzitter en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Klacht ontvangen op : 24 april 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : Allianz Nederland Levensverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam, verder te noemen
Allianz
Datum uitspraak : 9 september 2015
Aard uitspraak : Niet-bindend advies

Samenvatting

Het had de voorkeur verdiend indien Verzekeraar in het polisblad had opgenomen dat het arbeidsongeschiktheidspensioen maximaal 80% van het gemiddelde inkomen over de afgelopen drie kalenderjaren betreft en het handelen van Verzekeraar is op dit punt voor verbetering vatbaar. De maximale omvang van de dekking is echter uitdrukkelijk in artikel 20 van de toepasselijke Voorwaarden vermeld. Consument had door raadpleging van de Voorwaarden hiervan op de hoogte kunnen en moeten zijn en, indien hij het hier niet mee eens was, de verzekering niet moeten afsluiten. Uit het polisblad blijkt duidelijk welke voorwaarden van toepassing zijn en het lag op de weg van Consument om, indien hij de Voorwaarden niet zou hebben ontvangen, zich tot Verzekeraar te wenden en haar te verzoeken de voorwaarden (nogmaals) te verstrekken. Artikel 20 vormt een kernbeding ex artikel 6:231 onder a BW, zodat artikel 6:233 BW niet van toepassing is. Niet is komen vast te staan dat Verzekeraar de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen van Consument onjuist zou hebben vastgesteld.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument ondertekende vragenformulier met als bijlage de correspondentie in de interne klachtprocedure van Verzekeraar;
• het verweerschrift van Verzekeraar;
• de reactie van Consument op het verweerschrift van Verzekeraar.

De Commissie stelt vast dat dit geschil zich leent voor vereenvoudigde behandeling als bedoeld in artikel 36 van haar reglement.

2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Consument heeft op 1 april 2001, via zijn adviseur, een (gemengde) levensverzekering afgesloten bij Verzekeraar. Daarbij is een arbeidsongeschiktheidspensioen meeverzekerd. In het polisblad is het volgende bepaald:
‘‘Verzekerd bij arbeidsongeschiktheid
(…)
Bij arbeidsongeschiktheid van (…) is een gelijkblijvend arbeidsongeschiktheidspensioen van € 28.733,36 (f 63.320,-) per jaar verzekerd.’’

In de Algemene voorwaarden Universal Leven Model 2004-A (hierna genoemd: ‘‘de Voorwaarden’’) is het volgende bepaald:
‘‘Artikel 5
Algemene verplichtingen van de verzekeringnemer en de verzekerde
1. De verzekeringnemer respectievelijk verzekerde is te allen tijde verplicht op straffe van verlies van het recht op uitkering en/of vrijstelling van premiebetaling, Universal Leven terstond op de hoogte te stellen wanneer:
(…)
e. de verzekeringnemer geen of minder verzekerbaar belang heeft bij hetgeen verzekerd is

(…)
Artikel 20
Maximale omvang van de dekking
(…)
2. Indien de verzekerde niet verplicht verzekerd is ingevolge de WAO, omvat de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrente op enig moment maximaal 80% van het gemiddelde inkomen over de afgelopen drie kalenderjaren, onder aftrek van de maximale uitkering uit hoofde van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsdekkingen en elders lopende arbeidsongeschiktheidsdekkingen.’’

2.2 In 2013 is Consument volledig arbeidsongeschikt verklaard. Verzekeraar heeft Consument daarop een arbeidsongeschiktheidspensioen van € 10.160,- per jaar toegekend.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering
3.1 Consument vordert dat Verzekeraar wordt gehouden met terugwerkende kracht een arbeidsongeschiktheidspensioen van € 28.733,36 per jaar uit te keren.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Consument voert hiertoe de volgende argumenten aan:
• Gelet op de inhoud van het polisblad heeft Consument recht op een gelijkblijvend arbeidsongeschiktheidspensioen van € 28.733,36.
• De Voorwaarden zijn pas op 24 april 2014 door Consument ontvangen.
• Verzekeraar had Consument, bij het afsluiten van de verzekering, moeten wijzen op de (mogelijke) aanpassing van het verzekerd kapitaal.
• Artikel 20 van Voorwaarden is onredelijk bezwarend in de zin van artikel 6:233 van het Burgerlijk Wetboek.

Verweer Verzekeraar
3.3 Verzekeraar heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd:
• Verzekeraar is door Consument niet gewezen op zijn lagere inkomen. Verzekeraar heeft Consument dan ook niet op de gevolgen hiervan kunnen wijzen.
Daarnaast is het wijzen op de (mogelijke) aanpassing van het verzekerd kapitaal meer een taak voor de adviseur van Consument.
• De arbeidsongeschiktheidsdekking bedraagt, conform artikel 20 van de Voorwaarden, maximaal 80% van het gemiddelde jaarinkomen over de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van intreden van de arbeidsongeschiktheid. In het geval van Consument heeft dit geresulteerd in een arbeidsongeschiktheidspensioen van € 10.160,- per jaar.
• Artikel 20 van de Voorwaarden dient inderdaad als kernbeding te worden aangemerkt. De Voorwaarden, waar artikel 20 deel van uitmaakt, zijn echter uitdrukkelijk van toepassing verklaard op de overeenkomst. Verzekeraar kan zich dan ook op dit artikel beroepen. Bovendien is het beding niet onredelijk bezwarend.
• Verzekeraar acht het niet aannemelijk dat Consument de Voorwaarden niet zou hebben ontvangen.

4. Beoordeling

4.1 Het geschil spitst zich toe op de vraag in hoeverre Verzekeraar kan worden gehouden Consument met terugwerkende kracht een arbeidsongeschiktheidspensioen van
€ 28.733,36 per jaar uit te keren.

4.2 Hoewel het de voorkeur had verdiend indien Verzekeraar in het polisblad had opgenomen dat het arbeidsongeschiktheidspensioen maximaal 80% van het gemiddelde inkomen over de afgelopen drie kalenderjaren betreft en het handelen van Verzekeraar op dit punt dan ook voor verbetering vatbaar is, staat de maximale omvang van de dekking uitdrukkelijk in de van toepassing zijnde Voorwaarden vermeld. Consument had, door raadpleging van deze Voorwaarden, dan ook van deze bepaling op de hoogte kunnen en moeten zijn en, indien hij het hier niet mee eens was, de verzekering niet moeten afsluiten. Dat Consument desalniettemin tot het sluiten van de overeenkomst is overgegaan, kan Verzekeraar niet worden verweten.

4.3 Met betrekking tot de stelling van Consument dat hij de Voorwaarden nimmer heeft ontvangen, merkt de Commissie op dat uit het polisblad, waarvan de ontvangst niet door Consument wordt betwist, duidelijk blijkt welke voorwaarden er op de overeenkomst tussen Verzekeraar en Consument van toepassing zijn. Het had dan op de weg van Consument gelegen om, indien hij deze Voorwaarden niet van Verzekeraar zou hebben ontvangen, zich tot Verzekeraar te wenden en haar te verzoeken de voorwaarden (nogmaals) te verstrekken. Dat Consument dit kennelijk pas in april 2014 heeft gedaan, kan Verzekeraar niet worden verweten.

4.4 Voor zover Consument stelt dat artikel 20 van de Voorwaarden moet worden gezien als een onredelijk bezwarend beding en zich daarbij beroept op artikel 6:233 van het Burgerlijk Wetboek, merkt de Commissie op dat artikel 20 van de Voorwaarden moeten worden gezien als een kernbeding, in de zin van artikel 6:231 onder a van het Burgerlijk Wetboek, en artikel 6:233 van het Burgerlijk Wetboek derhalve niet van toepassing is.

4.5 De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat Verzekeraar de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen van Consument onjuist zou hebben vastgesteld. De Commissie ziet dan ook geen reden om Verzekeraar gehouden te achten Consument met terugwerkende kracht een arbeidsongeschiktheidspensioen van € 28.733,36 per jaar uit te keren. De Commissie wijst de vordering van Consument daarom af.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

Deze beslissing is genomen in een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 36 van het reglement. De uitspraak heeft daarom de vorm van een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.

Bekijk de volledige uitspraak