Mijn Kifid

Uitspraak 2016-250 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-250
(mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac RA en J.C. Buiter, leden en mr. T.R.G. Leyh, secretaris)

Klacht ontvangen op : 12 juni 2015
Ingesteld door : Consument
Tegen : WorldWideBroker, gevestigd te Rijswijk, verder te noemen WWB
Datum uitspraak : 8 juni 2016
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

De Commissie is van oordeel dat WorldWideBroker niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht. De geadviseerde beleggingen kenden een hoger rendement en daarmee ook een hoger risico dan verwantwoord was bij het overeengekomen defensieve beleggingsprofiel. De Commissie schat de schade op grond van artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek en ziet gelet op de aard en zwaarte van de tekortkoming zijdens WorldWideBroker ziet de Commissie geen aanleiding over te gaan tot een andere verdeling van de schade op grond van eigen schuld aan de zijde van Consument.
1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument ondertekende klachtformulier met bijlagen;
• het verweerschrift van WWB;
• de reactie van Consument op het verweerschrift;
• de aanvullende reactie van Consument;
• de verklaring van Consument waarmee zij de uitspraak van de Commissie als bindend aanvaardt.

De Commissie stelt vast dat WWB, ondanks dat zij daar tot tweemaal toe in de gelegenheid is gesteld, heeft afgezien van het voeren van dupliek.

Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 14 april 2016 te Den Haag. Conform het bepaalde in artikel 40.1 zijn partijen in de gelegenheid gesteld de mondelinge behandeling langs elektronische weg bij te wonen. Consument is daarbij ter zijde gestaan door de heer [X], zwager. Namens WWB heeft de heer [Z] deelgenomen aan de mondelinge behandeling.

2. Feiten

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

2.1 Op initiatief van WWB is in 2011 contact gelegd met Consument, die de Engelse nationaliteit heeft en woonachtig is in Portugal. Een adviseur van WWB, de heer [Y], heeft Consument thuis bezocht.

2.2 De adviseur heeft een ‘financial report’ opgemaakt waarin onder meer en voor zover van belang het volgende is opgenomen:

Objective : Redeploying current funds that are in cash to provide capital growth and an income during retirement.
After careful consideration and exploring the investment market the Professional Portfolio from Generali International meets all the investment criteria discussed in our meeting.
PRODUCT FEATURES REQUIRED
1. Investment size of initial €180,000 (…)
4. Ability to move capital within the bond to take advantage of investment opportunities as they arise
5. Risk profile of 3 on a scale of 1 (no risk, no return) to 10 (high r/s/c, high potential return).
6. 6-8% plus target return
7. Medium (5 years) – long term (8 plus years) investment time horizon
8. Balanced and broad spread of funds and income generating assets (…)
Generali portfolio
As we discussed when we met you have a risk / return rating of 4 on a 1 to 10 scale which are deemed as
defensive. Typically we would expect that a portfolio of this profile would return in the region of 6-8% per annum, this allows you to safeguard your retirement funds against inflation. Careful consideration and research has taken place to ensure we are achieving your target level of return whilst protecting your capital.
Below is the initial suggested allocation to each fund.
* Generali Euro variable rate EUR €5,000
* EEA Life Settlements Growth Class EUR €30,000
* Brandeaux Student Accomodation Fund EUR €30,000
* Alpinvesta Managed Futures Profit Lock-in EUR €30,000
* RBC Fixed Income Note EUR €50,000
* 8 LM Managed Performance Fund EUR €35,000
TOTAL EUR €180,000

2.3 Uit de bij het ‘financial report’ gevoegde factsheets en de aankoopnota’s volgt dat uiteindelijk in de navolgende fondsen is belegd, voor de genoemde bedragen en voor zover uit de stukken blijkt ook met de benoemde rendementsverwachting:
Coral Portfolio Sicav Student PTF Cis B EUR ACC, aangekocht op 2 september 2011, met een inleg van € 30.000.

LM Investment Management Ltd Mngd Perform 36Mth EUR ROLLUP, aangekocht op 2 september 2011, met een inleg van € 25.000.

EEA Fund Management (Guern) Life Settlements EUR A C C, aangekocht op 28 september 2011, met een inleg van € 30.000 en een beoogd rendement van meer dan 9% netto op jaarbasis.

Axiom Legal Financing Fund C is C EUR, aangekocht op 25 oktober 2011, met een inleg van € 25.000.

Alpinvest Mgd Futures 8yr Alternatlve Inc NtSr2 EUR, aangekocht op 9 november 2011, met een inleg van
€ 29,960.48.

Alpinvesta Mgd Futures 7YR Profit Lock-ln EUR, aangekocht op 29 november 2011, met een inleg van
€ 24,952.86 en een beoogd rendement van 15% op jaarbasis.

2.4 De waarde van de beleggingen in de portefeuille heeft zich negatief ontwikkeld. Enkele van de fondsen zijn om verschillende redenen, waaronder liquiditeitsproblemen, na korte tijd in een lock-up komen te verkeren, waardoor uittreding voor Consument niet meer mogelijk was.

2.5 Een overzicht van 6 juni 2015 van Generali geeft als Total Portfolio Value € 99.775.-
3. Vordering, klacht en verweer

Vordering
3.1 Consument vordert vergoeding van de door haar geleden schade, hetwelk bestaat uit het met de investering gemoeide verlies.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Samengevat stelt Consument dat WWB haar niet passend heeft geadviseerd waardoor zij schade heeft geleden welke zij vergoed wenst te zien.
Zij heeft de ontwikkeling van de aangeschafte stukken als volgt in kaart gebracht:

Verweer van WWB
3.3 WWB heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.
4. Beoordeling

4.1 De Commissie stelt vast dat tussen partijen een adviesrelatie heeft bestaan. Kern van een adviesrelatie is dat de belegger beslissingen neemt over het al dan niet uitvoeren van transacties na verkregen advies van een beleggingsadviseur waarmee hij een beleggingsrelatie onderhoudt. Omdat de belegger in een adviesrelatie uiteindelijk zelf de beslissingen neemt, is hij in beginsel zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van die beslissingen. Dit kan slechts anders zijn als komt vast te staan dat de adviseur niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur betaamt.

4.2 Vast staat dat de relatie tussen partijen op initiatief van WWB een aanvang heeft genomen. Voorts staat vast dat Consument met WWB een defensief beleggingsprofiel is overeengekomen. Dit is in het financial report door WWB omschreven als defensive en uitgelegd als “Risk profile of 3 on a scale of 1 (no risk, no return) to 10 (high risk, high potential return”. Verder staat vast dat Consument voornamelijk in fondsen heeft belegd waarvan het verwachte rendement aanzienlijk hoger was dan bij een defensief profiel past en dat Consument op het moment van klagen tegen een verlies van circa € 70.000 aankeek.

4.3 De Commissie is van oordeel dat WWB niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht, zoals bedoeld in 4.1. De beleggingen kenden een hoger rendement en daarmee ook een hoger risico dan verwantwoord was bij het overeengekomen beleggingsprofiel. Daarbij komt dat met name de geadviseerde vastgoedfondsen bijkomende specifieke, aanzienlijke risico’s kennen. De beleggingsportefeuille van Consument was onvoldoende gespreid waardoor het volledige belegde vermogen van Consument is blootgesteld aan die te hoge risico’s. Dientengevolge passen die beleggingen niet bij het defensieve beleggingsprofiel. WWB had derhalve deze adviezen niet mogen geven. WWB heeft haar stelling dat de geadviseerde beleggingen solide waren naar het oordeel van de Commissie niet afdoende onderbouwd. Voorts heeft zij ter zitting desgevraagd beaamd dat de voorgespiegelde productrendementen niet pasten bij het overeengekomen beleggingsprofiel.

4.4 De Commissie is van oordeel dat de schade van Consument bestaat uit het verlies dat zij op haar op voorspraak van WWB gedane beleggingen lijdt, dan wel heeft geleden. Op de omvang van het beleggingsverlies zijn partijen slechts beknopt ingegaan. Datzelfde geldt voor het beleggingsresultaat dat Consument zou hebben behaald als zij wel naar behoren door WWB zou zijn geadviseerd. De Commissie constateert dat de omvang van de schade daardoor niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Gelet daarop wordt de schade op grond van artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek geschat. Het verlies op de investeringen bedraagt circa € 70.000,- Dit bedrag dient daarom door WWB aan haar te worden vergoed. Gelet op de aard en zwaarte van de tekortkoming zijdens WWB ziet de Commissie geen aanleiding over te gaan tot een andere verdeling van de schade op grond van eigen schuld aan de zijde van Consument.

5. Beslissing

De Commissie beslist dat WWB binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van € 70.000.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld

Bekijk de volledige uitspraak