Mijn Kifid

Uitspraak 2016-586 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-586
(mr. dr. H.O. Kerkmeester, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac RA, J. Buiter, leden en
mr. M.J.M. Fennis, secretaris)

Klacht ontvangen op : 7 maart 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : SNS Bank N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen de Bank
Datum uitspraak : 28 november 2016
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

Execution only. De klacht van Consument ziet op de informatieverplichtingen die op de Bank rusten in geval van corporate actions of fondsberichten. De Commissie is van oordeel dat het primair aan de belegger is om zich te informeren over nieuwsuitingen inzake zijn beleggingen. In het onderhavige geval beschouwt de Bank het doorgeven van fondsberichten als service onderdeel van de overeenkomst. Nu de Bank geen fondsberichten heeft ontvangen heeft zij geen op haar rustende verplichtingen geschonden.

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlagen de correspondentie met de Bank uit de interne klachtenprocedure;
• aanvullende correspondentie van Consument;
• het verweerschrift van de Bank;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van Consument.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument belegt op basis van execution only. In juni 2013 heeft Consument in twee tranches voor een bedrag van in totaal € 87.250,- voor een nominale waarde van € 100.000,- in Luxemburg genoteerde ‘senior secured loans’ van New World Resources (NWR) met een coupon van 7,875% gekocht.

2.2 In mei 2015 heeft Consument vanwege het uitblijven van het bijschrijven van de rente navraag gedaan bij de Bank maar ook bij NWR zelf.

Het bleek dat de obligatie NWR in september 2014 was vervangen door een nieuwe tot 2020 lopende obligatie
(hierna de New Notes). Deze omwisseling was bij Consument nog niet geëffectueerd.

2.3 Het bleek dat NWR in juni 2014 een reddingsplan had bereikt met een meerderheid van de obligatiehouders, welk reddingsplan is vastgelegd in het overgelegde “Scheme” van
2 juni 2014. Een deel van het Scheme had betrekking op de senior secured loan zoals Consument die in portefeuille had.

2.4 Aan (een deel van de) beleggers werd daarbij de keuze gegeven om eerst deel te nemen aan cash tender via een reverse Dutch Auction (de bieder met de laagste prijs wint de veiling), waarvoor een beperkt budget beschikbaar was gesteld. Vervolgens konden aan de overige obligatiehouders kiezen tussen het omruilen van oude obligaties in New Notes of het verkrijgen van een cash opbrengst door verkoop via een trustee op de “open market”.

2.5 In juni 2015 heeft Consument opdracht gegeven tot omwisseling van de oude obligaties in New Notes. In september 2015 zijn de New Notes bijgeschreven op de rekening van Consument.

2.6 Consument heeft op 2 december 2015 en op 1 januari 2016 aan de Bank bericht dat hij wederom geen rente ontving en dat indien hij tijdig de keuze zou hebben gehad, hij zou hebben geopteerd voor een cash tender. Hierbij was een bedrag van € 60 miljoen beschikbaar voor de terugkoop van € 500 miljoen aan obligaties door NWR (12%).

2.7 Onderdeel van de overeenkomst tussen Consument en de Bank zijn Voorwaarden SNS Zelf Beleggen. In Algemene Voorwaarden Effectendienstverlening in deel II Reglementen en voorwaarden is daarin in artikel 5.7 als volgt bepaald:

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert een bedrag van € 70.500,-, subsidiair € 30.237,- van de Bank.

Grondslagen en argumenten daarvoor
• Consument voert aan dat de Bank is tekort geschoten in de jegens hem te betrachten zorgplicht. De Bank heeft daarmee verwijtbaar gehandeld. De Bank had hem dienen te informeren over herstructurering en had hem moeten attenderen op de Cash tender. Consument zou daar dan voor hebben gekozen en dat zou hem een hoger bedrag hebben opgeleverd dan het omruilen van de oude obligaties in nieuwe.
Het verschil vordert Consument als schade. Consument stelt dat de Bank op of omstreeks
2 juni 2014 een fondsbericht van NWR heeft ontvangen.

Verweer van de Bank
3.2 De Bank heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 Tussen Consument en de Bank bestaat een beleggingsdienstverleningsrelatie op basis van execution only. In deze vorm van effectendienstverlening is de zorgplicht van de zijde van de beleggingsonderneming geringer van aard dan in andere vormen van dergelijke dienstverlening zoals advies en beheer en neemt de belegger zelfstandig en zonder voorafgaand advies zijn beleggingsbeslissingen.

4.2 Het is bij een dergelijke ‘execution only’-relatie primair aan de belegger zich te informeren omtrent nieuwsuitingen inzake zijn (al dan niet voorgenomen) beleggingen.

4.3 Met betrekking tot de vraag of de Bank gehouden is om in execution only relaties fondsberichten of corporate actions aan Consument door te geven heeft de Bank in haar dupliek als volgt opgemerkt:

4.4 De Commissie leidt daaruit af dat tussen partijen niet ter discussie staat dat in dit geval de Bank het doorgeven van fondsberichten als service onderdeel van de overeenkomst met Consument beschouwt, onverlet hetgeen in artikel 5.7 van de Algemene Voorwaarden Effectendienstverlening is bepaald.

4.5 Dat staat echter tegenover dat indien de Bank in het geheel geen fondsberichten ontvangt, zij die dan ook niet kan doorgeven. De Commissie overweegt dat een Bank niet gehouden is om actief op zoek te gaan naar fondsberichten. Met andere woorden, indien de Bank niet wordt geïnformeerd, kan zij ook niet gehouden worden berichten waarvan zij geen weet heeft, door te geleiden aan de belegger.

4.6 De Bank heeft uiteengezet dat zij in 2014 in het geheel geen fondsberichten van NWR heeft ontvangen. Voor zover NWR persberichten op haar website publiceert zijn die niet gelijk te stellen aan fondsberichten. De Commissie is aldus van oordeel dat de Bank geen op haar rustende verplichtingen heeft geschonden.

4.7 Voor zover Consument zijn stellingen onderbouwt aan de hand van de beweerdelijke gedane mededeling van de medewerker van de Bank dat die wel op de hoogte was, ziet dat op een later tot de wetenschap van de Bank gaan horen mededeling, namelijk de Account Holder Letter For Late Claimants welke eerst in februari 2015 aan de Bank beschikbaar is gesteld. Daarin werd aan de beleggers de keuze gegeven tot omwisseling van de stukken of het verkrijgen van een cash opbrengst door verkoop via de Trustee in de “open market”. Consument heeft gekozen voor omwisseling van de stukken. De Cash tender waarop Consument zijn vordering baseert had reeds in 2014 plaats gevonden.

4.8 Nu de Bank geen op haar rustende verplichtingen heeft geschonden en niet verwijtbaar heeft gehandeld, kan de vraag met betrekking tot de schade buiten beschouwing blijven.

4.9 Het voorgaande leidt dan ook tot afwijzing van de klacht en de vordering.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.]

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak