Mijn Kifid

Uitspraak 2017-038 (Bindend)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-038
(mr. J. Wortel, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en mr. J.C. Buiter, leden
en mr. T.R.G. Leyh als secretaris)

Klacht ontvangen op : 21 maart 2016
Ingediend door : Consument
Tegen : BinckBank N.V., gevestigd te Amsterdam,
verder te noemen de Bank
Datum uitspraak : 12 januari 2017
Aard uitspraak : Bindend advies

Samenvatting

De Commissie bevestigt haar eerder ingezette lijn ook in deze zaak, die het verrichten van transacties van in Amerikaanse dollar (USD) genoteerde effecten die door de rekeningstructuur van de Bank ten laste van de USD rekening van Consument komen betreft. De Commissie is van oordeel dat Consument er niet in is geslaagd inzicht te geven in waaruit de afwijking met de eerder besliste zaken bestaat, althans daar onvoldoende concrete feiten en omstandigheden voor heeft aangedragen. Daarom komt de Commissie niet tot een ander oordeel dan in haar eerdere uitspraken over dit onderwerp (nrs. 2016-111 en 2016-112, beide van 10 maart 2016). De Commissie volgt Consument verder niet in zijn stelling dat de mededeling ‘Order kan leiden tot debetstand’ stelliger had moeten zijn. De Bank kon immers geen garantie bieden dat een opgegeven order ook daadwerkelijk zou worden uitgevoerd (zie ook uitspraak nr. 2016-593 van 1 december 2016).

1. Procesverloop

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

• het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier;
• de aanvulling op de klacht;
• het e-mailbericht van de secretaris van Kifid van 15 juni 2016 aan Consument;
• de reactie van Consument;
• het verweerschrift van de Bank;
• de repliek van Consument;
• de dupliek van de Bank.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

2. Feiten

De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

2.1 Consument belegt sinds maart 2014 bij de Bank op basis van het door haar aangeboden ‘Zelf Beleggen’ concept en heeft daartoe een basisovereenkomst met haar gesloten en een effectenrekening geopend. Op voornoemde overeenkomst zijn onder meer de Basishandleiding en Basisvoorwaarden Effectendienstverlening van toepassing.
2.2 In hoofdstuk 2 van de Basishandleiding heeft de Bank voor zover hier van belang de volgende informatie:
2 Gebruik van de website.
Uw beleggingsrekening bestaat uit een effectendepot, een eurorekening en een dollarrekening (…)
2.1 Geldrekening
Als u een rekening bij Binck opent, wordt er standaard een euro- en dollarrekening voor u geopend. Alle transacties in US dollars worden via uw US dollarrekening afgewikkeld. (…) Dit gebeurt ook als u voldoende saldo op de ene rekening, maar onvoldoende saldo op de andere rekening heeft. Als uw vrije bestedingsruimte voldoende is om de transactie te fiatteren en de betreffende rekening onvoldoende saldo bevat dan ontstaat er een debetstand op de bewuste euro- of dollarrekening.
U bent zelf verantwoordelijk voor het aanzuiveren van uw debetstand. U kunt dat bijvoorbeeld doen door geld over te boeken van uw euro- naar uw dollarrekening of vice versa (zie paragraaf ‘Euro’s overboeken naar dollarrekening en vice versa). Binck zuivert dus nooit uit eigen beweging een debetstand op uw dollarrekening aan door uw eurorekening te debiteren of omgekeerd.
2.3 Voorts heeft Consument bij het aangaan van de basisovereenkomst een Overeenkomst Effectenkrediet met de Bank gesloten. In de Handleiding Effectenkrediet heeft de Bank onder hoofdstuk 5 een vrijwel gelijkluidende bepaling opgenomen als onder 2.2 hiervoor aangehaald. Verder heeft de Bank het volgende voorbeeld gegeven:
Voorbeeld 7 Stel, u wilt voor $ 800 effecten aankopen. Op uw eurorekening staat € 1.500 en op uw dollarrekening $ 500. Uw vrije bestedingsruimte is (bij een euro/dollarkoers van € 1,00 en een valutarisico van 5%): € 1.500 + € 500 -/- (5% * € 500) = € 1.975.
Hoewel het saldo van uw dollarrekening maar $ 500 bedraagt, wordt uw order gefiatteerd. Uw vrije bestedingsruimte van € 1.975 is namelijk ruim voldoende om uw order te fiatteren. Na deze transactie bedraagt de debetstand op uw dollarrekening $ 300. Over dit bedrag dient u debetrente te betalen.
Bij al uw transacties in fondsen die niet genoteerd staan in EUR of USD en voor u worden uitgevoerd wordt de tegenwaarde in EUR verrekend op uw eurorekening. Dit betekent dat u naast het koersrisico op deze fondsen ook risico loopt op fluctuaties in de vreemde valuta.
2.4 Op 6 oktober 2014 heeft Consument voor het eerst in US dollar (USD) genoteerde aandelen in een fonds gekocht, die in USD zijn afgewikkeld. Daar Consument geen positief saldo had op zijn USD rekening heeft de aanschaf daarvan tot een debetstand op de dollarrekening geleid. De Bank heeft Consument vervolgens debetrente in rekening gebracht.
2.5 Nadat Consument signaleerde dat hem debetrente in rekening werd gebracht heeft hij zich tot de Bank gewend met een klacht en deze vervolgens aan Kifid voorgelegd.

3. Vordering, klacht en verweer

Vordering Consument
3.1 Consument vordert een bedrag van € 2.100 hetwelk bestaat uit betaalde debetrente
ad USD 913 (ca. € 800) en misgelopen koersstijging Euro/USD ad € 1.300.

Grondslagen en argumenten daarvoor
3.2 Consument verwijst naar de zorg- en informatieplicht van de Bank en voert aan dat de Bank hem er niet duidelijk op heeft gewezen dat er een USD lening werd aangegaan en hij daardoor flinke debetrente schade heeft geleden. Daarnaast is Consument door het niet gebruik maken van zijn saldo in Euro een wisselkoersstijging van de USD/Euro misgelopen. Verder acht Consument de situatie van een USD lening tegenover een EUR saldo onwenselijk en is die hem op geen enkele manier duidelijk gemaakt ten tijde van de transactie. Bovendien is het overzicht op de website onduidelijk.

Verweer van de Bank
3.3 De Bank heeft de stellingen van Consument gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig zal de Commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

4. Beoordeling

4.1 De onderhavige zaak behelst het verrichten van transacties van in Amerikaanse dollar (USD) genoteerde effecten die door de rekeningstructuur van de Bank ten laste van de USD rekening van Consument komen. Daarmee werd direct een effectenkrediet geopend waarvoor de Bank Consument een debetrentevergoeding in rekening heeft gebracht. De Commissie heeft in eerdere uitspraken over dit onderwerp (nrs. 2016-111 en 2016-112, beide van 10 maart 2016) bepaald dat van een belegger die middels execution only dienstverlening belegt verwacht mag worden dat hij zich verdiept in de aan hem verstrekte informatie alvorens hij overgaat tot gebruikmaking van de geboden handelsfaciliteit. Voorts heeft de Commissie in die uitspraken bepaald dat de door de Bank verstrekte informatie op dit punt helder is.
4.2 In de eerste fase van de behandeling van dit geschil heeft Kifid Consument expliciet op deze uitspraken gewezen en hem gevraagd waarin dit geval van die eerdere uitspraken afwijkt, in die zin dat er aanleiding zou kunnen bestaan anders op zijn vordering te beslissen. In antwoord daarop heeft Consument Kifid meegedeeld dat de eerdere uitspraken hem sterken in de gedachte dat ‘er een weeffout zit in danwel de manier waarop [de Bank] zijn non EUR beleggingen structureert dan wel hoe klanten hierover geïnformeerd worden’ daar het om goed financieel geschoolde beleggers lijkt te gaan ‘die op basis van hun ervaring totaal geen rekening (…) mee gehouden hebben dat ze bij een positief saldo in EUR een lening met rente aangaan bij een USD belegging.’
4.3 De Commissie is van oordeel dat Consument met hetgeen hij hiermee en bij repliek heeft aangevoerd niet geslaagd is inzicht te geven in waaruit de afwijking met de eerder besliste zaken bestaat, althans daar onvoldoende concrete feiten en omstandigheden voor heeft aangedragen.
Daarmee is er voor de Commissie geen aanleiding om in dit geval tot een ander oordeel dan in haar eerdere uitspraken te komen.
4.4 Met betrekking tot hetgeen Consument nog heeft aangevoerd inzake de algemene mededeling in het ordercontrolescherm bij het opgeven van een order merkt de Commissie het volgende op. Consument erkent met dit betoog dat, zoals de Bank heeft gesteld, bij het opgeven van de order via het orderscherm van de Bank de mededeling ‘Order kan leiden tot debetstand’ zichtbaar werd. De Commissie volgt Consument niet in zijn stelling dat deze mededeling stelliger had moeten zijn en had moeten inhouden dat de order zeker tot een debetstand zou leiden. De Bank kon immers geen garantie bieden dat een opgegeven order ook daadwerkelijk zou worden uitgevoerd, en daarnaast zou een debetstand alleen ontstaan indien de transactiewaarde van een of meer kooporders een eventueel creditsaldo op een USD rekening te boven gaat (vergelijk uitspraak nummer 2016-593 van 1 december 2016).
4.5 Het bovenstaande leidt tot afwijzing van de vordering van Consument.

5. Beslissing

De Commissie wijst de vordering af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van bindende beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.

U kunt, binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak, bij de Voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening schriftelijk een verzoek indienen tot herstel van kennelijke vergissingen in de uitspraak. U moet daarbij met name denken aan correctie van reken- of schrijffouten en verbetering van namen en data. De volledige procedure met de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen staat beschreven in artikel 46 van het Reglement.

Bekijk de volledige uitspraak